Regeling tot wijziging van de Regeling permanente eisen, de Regeling permanente eisen taxi’s en de Regeling vaststelling regels voor de keuring van auto’s, in verband met de introductie van eisen voor voertuigen die zijn ingericht voor het vervoer van passagiers in een rolstoel

5 november 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/733 sector AWW

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 5.2.47a en 5.3.47a van het Voertuigreglement en artikel 80, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Regeling permanente eisen wordt in hoofdstuk 2 na titel 11 een titel toegevoegd, luidende:

TITEL 12. ROLSTOELVASTZETSYSTEMEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR PASSAGIERS MET BEPERKINGEN OF EEN HANDICAP

Artikel 2.12.1
  • 1. Personenauto’s of bedrijfsauto’s, niet zijnde bussen, die zijn ingericht voor het vervoer van één of meer passagiers in een rolstoel moeten wat betreft rolstoelvastzetsystemen en veiligheidssystemen voor passagiers met beperkingen of een handicap voldoen aan de eisen, bedoeld in NEN-ISO 10542-1 tot en met NEN-ISO 10542-5.

  • 2. De rolstoelvastzetsystemen en veiligheidssystemen moeten in het voertuig zijn ingebouwd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van het systeem.

Artikel 2.12.2

Personenauto’s of bedrijfsauto’s, niet zijnde bussen, moeten zijn voorzien van autogordels overeenkomstig richtlijn 77/541/EEG voor die plaatsen die worden gebruikt voor het vervoer van één of meer passagiers in een rolstoel.

ARTIKEL II

In de Regeling permanente eisen taxi’s worden aan artikel 7 drie leden toegevoegd, luidende:

  • 6. De vrije ruimte voor een rolstoelplaats moet bestaan uit een fictief blok met een lengte van 120 cm, een hoogte van 140 cm, een breedte van 68 cm tot een hoogte van 60 cm en een breedte van 50 cm daarboven, waarvan een van de korte ribben aan het bovenvlak is afgerond met een straal van 90 cm.

  • 7. De in het zesde lid bedoelde maten mogen worden verminderd tot een lengtemaat van 110 cm in situaties waarin meerdere rolstoelen in elkaars verlengde worden geplaatst en tot een breedtemaat van 65 cm in situaties waarin meerdere rolstoelen naast elkaar worden geplaatst.

  • 8. De artikelen 2.12.1 en 2.12.2 van de Regeling permanente eisen zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL III

In de Regeling vaststelling regels voor de keuring van auto’s wordt na artikel 1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

In aanvulling op artikel 1 zijn de volgende eisen van toepassing:

  • a. rolstoelvastzetsystemen en veiligheidssystemen voor passagiers met beperkingen of een handicap moeten voldoen aan de eisen, bedoeld in NEN-ISO 10542-1 tot en met NEN-ISO 10542-5;

  • b. de rolstoelvastzetsystemen en veiligheidssystemen moeten in het voertuig zijn ingebouwd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant van het systeem;

  • c. autogordels voor die plaatsen die worden gebruikt voor het vervoer van één of meer passagiers in een rolstoel moeten voldoen aan richtlijn 77/541/EEG;

  • d. de vrije ruimte voor een rolstoelplaats moet bestaan uit een fictief blok met een lengte van 120 cm, een hoogte van 140 cm, een breedte van 68 cm tot een hoogte van 60 cm en een breedte van 50 cm daarboven, waarvan een van de korte ribben aan het bovenvlak is afgerond met een straal van 90 cm. Deze maten mogen worden verminderd tot een lengtemaat van 110 cm in situaties waarin meerdere rolstoelen in elkaars verlengde worden geplaatst en tot een breedtemaat van 65 cm in situaties waarin meerdere rolstoelen naast elkaar worden geplaatst.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Door het besluit van 19 mei 2008 houdende wijziging van het Voertuigreglement op een aantal punten van uiteenlopende aard (Stb. 184) is de eis in het Voertuigreglement opgenomen dat personenauto’s en bedrijfsauto’s die zijn ingericht voor het vervoer van passagiers in een rolstoel wat de bevestiging van de rolstoel of rolstoelen en de inzittende(n) daarvan betreft moeten voldoen aan bij Ministeriële regeling vast te stellen technische eisen. Deze eisen zijn opgenomen in de onderhavige regeling. Door middel van deze eisen wordt de veiligheid van rolstoelvervoer bevorderd.

De technische eisen waar rolstoelvastzetsystemen en veiligheidssystemen voor passagiers met beperkingen of een handicap aan moeten voldoen zijn opgenomen in NEN-ISO 10542-1 tot en met NEN-ISO 10542-5. Daarnaast moeten rolstoelvastzetsystemen en veiligheidssystemen worden ingebouwd conform de instructies van de fabrikant. Een van de eisen opgenomen in NEN-ISO 10542 is dat een montage-instructie aanwezig moet zijn bij het geleverde systeem. De eisen voor autogordels zijn opgenomen in richtlijn 77/541/EEG.

De eisen voor rolstoelvastzetsystemen, veiligheidssystemen en autogordels zijn opgenomen in de Regeling permanente eisen, de Regeling permanente eisen taxi’s en de Regeling vaststelling regels voor de keuring van auto’s. Voor taxi’s is in de laatste twee genoemde regelingen een aanvullende eis opgenomen omtrent de vrije ruimte voor een rolstoelplaats. Met betrekking tot de Regeling vaststelling regels voor de keuring van auto’s is er expliciet voor gekozen deze eisen op te nemen in de regeling zelf en niet in de bijlage behorende bij deze regeling. Gelet op de inhoud van de bijlage en het gegeven dat per 1 mei 2009 de gehele taxiregelgeving wordt herzien, is het momenteel niet opportuun deze bijlage te herschikken.

Aangezien de regeling technische eisen bevat is de conceptregeling op 10 juni 2008 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2008/0222/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europese parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). Dit heeft niet geleid tot reacties.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven