Wijziging Subsidieregeling vereniging Fietsersbond 2007

Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling vereniging Fietsersbond 2007 in verband met een ander tijdstip van de jaarlijkse indexatie van het maximum subsidiebedrag

2 april 2008

Nr. HDJZ/AWW/2008-390

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat en de artikelen 4:34, 4:37, 4:38, tweede lid, en 4:44, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel I

Artikel 3, tweede lid, van de Subsidieregeling vereniging Fietsersbond 2007 komt te luiden:

2. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan de minister ambtshalve het maximale subsidiebedrag, genoemd in het eerste lid, verhogen met een bedrag dat wordt verkregen door het bedrag van de looncomponent in de subsidie te indexeren met het percentage voor de arbeidskostenontwikkeling, genoemd in de desbetreffende loonbijstellingsbrief van het Ministerie van Financiën met betrekking tot compensatie voor de arbeidskostenontwikkeling van instellingen in de g&g-sector (code 905).

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa.

Toelichting

In artikel 3, eerste lid, van de Subsidieregeling vereniging Fietsersbond 2007, wordt het ten hoogste beschikbare subsidiebedrag voor 2007 bepaald op € 610.000. In de subsidierelatie met de vereniging Fietsersbond wordt het wenselijk geacht eventuele looncompensaties te laten doorwerken in de hoogte van het maximale subsidiebedrag, voor zover daarvoor van Rijkswege voldoende gelden beschikbaar worden gesteld. De tekst van artikel 3, tweede lid, zoals deze luidde voor de wijziging, maakte het al mogelijk het subsidiebedrag te verhogen met het loonbijstellingspercentage zoals bekend gemaakt door het Ministerie van Financiën. Echter de verwijzing naar het loonbijstellingspercentage over het voorafgaande jaar en de jaarlijkse verhoging van het subsidiebedrag op 1 juli blijken in de praktijk niet goed hanteerbaar. De verwijzing naar het voorafgaande jaar is gebaseerd op het feit dat de loonbijstellingspercentages die het Ministerie van Financiën in een bepaald jaar bekend maakt, bepaald zijn op basis van de loonontwikkelingen in het jaar daarvoor. Het noemen van 1 juli als datum voor de loonbijstelling blijkt daarbij niet praktisch, er is namelijk geen zekerheid dat de cijfers van het Ministerie van Financiën op tijd beschikbaar zijn om de loonbijstelling per 1 juli te realiseren. Bovendien is het praktischer om de loonbijstelling uit te betalen bij de vaststelling van de subsidie over het betreffende jaar.

Met de wijziging van artikel 3, tweede lid, kan het in het eerste lid genoemde subsidiebedrag met ingang van 2007 jaarlijks bij de vaststelling van de subsidie verhoogd worden met een compensatie voor de kosten in verband met de loonontwikkeling. Daarbij wordt uitgegaan van de loonbijstellingspercentages genoemd in de loonbijstellingsbrief van het Ministerie van Financiën. Het betreft hier een ambtshalve beschikking ten voordele van de vereniging Fietsersbond. De mogelijkheid van bezwaar en beroep staat open. Met deze wijziging wordt de regeling bovendien in overeenstemming gebracht met de tekst van andere subsidieregelingen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, zoals de Subsidieregeling Veilig Verkeer Nederland 2006 en de Subsidieregeling SWOV 2006.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa

Naar boven