Wijziging aantal regelingen Metrologiewet

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 2 april 2008, nr. WJZ 8033857, tot wijziging van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten, van de Regeling meetreservoirs, vloeistofhoogtemeters en discontinue brandstofmeters en van de Regeling metrologische merktekens (Wijziging aantal regelingen Metrologiewet)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 9 en 20, eerste lid,van het Meetinstrumentenbesluit I en de artikelen 5, 8 en 19, eerste lid, van het Meetinstrumentenbesluit II;

Besluit:

Artikel I

Artikel 9 van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Vloeistofmeetinstallaties die voor 1 januari 2009 ingevolge artikel 45 van de Metrologiewet rechtmatig in gebruik zijn genomen, voldoen aan het ingevolge artikel 11a van de IJkwet toegelaten model van de installaties, zoals aangepast volgens een aanhangsel bij de verklaring van toelating van het model, mits

a. de aanpassing noodzakelijk is als gevolg van ontwikkelingen in andere regelgeving dan bij of krachtens de Metrologiewet is vastgesteld of van ontwikkelingen in het betalingsverkeer,

b. het model nog steeds voldoet aan de eisen zoals die op grond van de IJkwet waren gesteld en

c. het model met goed gevolg een onderzoek heeft ondergaan overeenkomstig beoordelingsprocedurebijlage B of beoordelingsprocedurebijlage G en de daarbij van toepassing zijnde voorschriften van de bijlage bedoeld in artikel 10 van het Meetinstrumentenbesluit II.

Artikel II

In de Regeling metrologische merktekens wordt na artikel 3 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Het merkteken, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van het Meetinstrumentenbesluit I en artikel 19, eerste lid, van het Meetinstrumentenbesluit II wordt duidelijk zichtbaar, gemakkelijk leesbaar en duurzaam op het meetinstrument aangebracht. Wanneer een meetinstrument te klein of te gevoelig is om de markering daarop aan te brengen wordt de markering aangebracht op de eventuele verpakking en op de documenten die bij het meetinstrument zijn gevoegd.

Artikel III

De Regeling meetreservoirs, vloeistofhoogtemeters en discontinue brandstofmeters wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 54, tweede lid, wordt ‘500 kg/m’ vervangen door: 500 kg/m3 verondersteld.

B

Artikel 78 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel b, aanhef, wordt ‘een effectieve waarde van 220 V’ vervangen door: een effectieve waarde van 230 V.

2. In onderdeel b, onder 2°, wordt ‘110 V’ vervangen door: 115 V.

3. In onderdeel d wordt ‘elektrostatische lading van 1,2 mC’ vervangen door ‘elektrostatische lading van 1,2 μC’ en wordt ‘een weerstand van 150 W’ vervangen door: ‘een weerstand van 150 Ω’.

C

Artikel 101, eerste lid, komt te luiden:

1. Bij de eerste overeenstemmingsbeoordeling bedragen de maximaal toelaatbare fouten in plus of min voor onderstaande hoeveelheden:

Hoeveelheid in liters

Maximaal toelaat

bare fouten

> 1,0

1,0 tot 0,5

0,5%

5 cm3

0,5 tot 0,2

1,0%

0,2 tot 0,1

2 cm3

0,1 tot 0,05

2,0%

0,05 tot 0,025

1 cm3

≤ 0,025

4,0%

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 april 2008.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

I Algemeen

De regeling strekt ertoe het mogelijk te maken dat reeds in gebruik genomen vloeistofmeetinstallaties die onder het overgangsrecht van de Metrologiewet vallen, aangepast kunnen worden waardoor tegemoet kan worden gekomen aan de eisen die uit hoofde van andere dan metrologische regelgeving of uit hoofde van een veiliger betalingsverkeer aan die installaties worden gesteld. Tevens worden enkele voorschriften gegeven met betrekking tot het aanbrengen van merken op reeds in gebruik zijnde meetinstrumenten en worden enkele onvolkomenheden in de Regeling meetreservoirs, vloeistofhoogtemeters en discontinue brandstofmeters hersteld.

De regeling is op 30 november 2007 ingevolge artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204) voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Naar aanleiding van deze notificatie zijn opmerkingen in de zin van artikel 8, tweede lid, van richtlijn 98/34/EG van Tsjechië ontvangen, die overigens niet hebben geleid tot een verlenging van de standstill.

Voor zover de regeling kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van artikel 28 van het EG-verdrag bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd uit hoofde van het belang van eerlijke handel en consumentenbescherming.

II Artikelsgewijs

Artikel I

Ingevolge artikel 45 van de Metrologiewet mogen vloeistofmeetinstallaties bestemd voor een geregelde meettaak waarvan onder de IJkwet een model was toegelaten voor 30 oktober 2006, nog in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen tot de modelgoedkeuring verstrijkt of tot 1 november 2016, dan wel een eerder door de Minister van Economische Zaken te bepalen datum. Artikel 45 van de Metrologiewet geeft uitvoering aan artikel 23 van richtlijn nr. 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004, betreffende meetinstrumenten (PbEU L 135), hierna aangeduid als richtlijn meetinstrumenten.

In artikel 9 van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten zijn regels gesteld voor het gebruik van vloeistofmeetinstallaties. Deze moeten in de gebruiksfase onder meer voldoen aan de eisen van bijlage MI-005 van de richtlijn meetinstrumenten. De vloeistofmeters en vloeistofmeetinstallaties die voor de intrekking van de IJkwet voldeden aan de eisen voor gebruik, mogen op grond van artikel 47 van de Metrologiewet nog steeds worden gebruikt zolang zij aan de eisen van de IJkwet voldoen. Dat betekent dat zij moeten overeenkomen met een model dat is toegelaten op uiterlijk 29 oktober 2006, de uiterste datum waarop een model van een vloeistofmeter kon worden toegelaten onder de IJkwet.

Geleidelijk zullen de ‘oude’ ijkwettelijke meetinstallaties vervangen worden door modernere meetinstrumenten die voldoen aan de eisen van de Metrologiewet. Een logisch moment voor vervanging is het einde van de economische of technische levensduur van het meetinstrument.

Ontwikkelingen in de regelgeving zoals het Besluit biobrandstoffen wegverkeer 2007 en ontwikkelingen in het kader van een veiliger betalingsverkeer nopen echter tot aanpassing van de meetinstallatie. Deze aanpassingen zijn niet zo ingrijpend dat zij moeten leiden tot een vervanging van de gehele meetinstallatie. De regelgeving bood tot nu toe geen mogelijkheid tot aanpassing van de meetinstallaties omdat zij overeen moesten komen met het model zoals dat was toegelaten onder de IJkwet. De hiervoor bedoelde ontwikkelingen zouden, zonder aanpassing van de regelgeving, leiden tot een niet voorziene vroegtijdige en massale vervanging van de vloeistofmeetinstallaties.

De wijziging van artikel 9 van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten bewerkstelligt dat ook meetinstrumenten mogen worden gebruikt die overeenkomen met het onder de IJkwet toegelaten model, zoals dat is aangepast in verband met de hiervoor bedoelde ontwikkelingen. De installaties kunnen daardoor gebruikt worden tot het einde van hun economische levensduur. Aanpassingen om andere redenen zijn niet toegestaan. Deze beperking is noodzakelijk om te voorkomen dat de levensduur van meetinstallaties die niet voldoen aan de nieuwe eisen op grond van de Metrologiewet, door inbouwing van modernere technologieën onbeperkt wordt verlengd.

Het aangepaste model moet met goed gevolg een overeenstemmingsbeoordeling hebben ondergaan. Artikel 48 van de Metrologiewet bepaalt ten aanzien van instrumenten die onder de IJkwet waren toegelaten dat de taken en bevoegdheden van de ijkinstelling, worden uitgevoerd door een aangewezen instantie die bevoegd is tot het verrichten van toetsende werkzaamheden ten aanzien van dat meetinstrument. Deze bepaling brengt met zich mee dat een aangewezen instantie die bevoegd is tot het verrichten van werkzaamheden in het kader van de beoordelingsprocedurebijlagen B of G bij vloeistofmeetinstallaties de werkzaamheden bij het aangepaste model zal mogen verrichten.

Ingevolge artikel 7 van de Metrologiewet juncto artikel 14 van het Meetinstrumentenbesluit I zal elke individuele aangepaste vloeistofmeetinstallatie voor zij weer in gebruik wordt genomen een keuring ondergaan.

De regeling betreft enkel meetinstallaties die al in gebruik zijn genomen. Voor het in de handel brengen van nieuwe vloeistofmeetinstallaties geldt het overgangsregime van artikel 45 van de Metrologiewet en uiteraard de nieuwe regelgeving op grond van de Metrologiewet. Het in de handel brengen van nieuwe meetinstrumenten die geproduceerd zijn overeenkomstig een geactualiseerd IJkwetmodel is niet mogelijk. Artikel 23 van de richtlijn meetinstrumenten biedt daarvoor niet de ruimte.

Overigens mogen vloeistofmeters die overeenkomen met een – niet geactualiseerd – voor 30 oktober 2006 toegelaten model in gebruik blijven. Zij vallen immers onder de overgangsbepaling van artikel 47, eerste lid, van de Metrologiewet. Dat gebruik kan worden beëindigd op grond van artikel 47, derde lid, van de wet. Vooralsnog is dat echter niet aan de orde.

Artikel II

Ten aanzien van de in de handel te brengen en in gebruik te nemen meetinstrumenten gelden al specifieke regels met betrekking tot het aanbrengen van merktekens (zie de artikelen 16 en 17 van het Meetinstrumentenbesluit I en de artikelen 17 en 18 van het Meetinstrumentenbesluit II). In artikel II zijn vergelijkbare voorschriften voor de in gebruik zijnde meetinstrumenten opgenomen.

Artikel III

In dit artikel worden enkele technische gebreken in de Regeling meetreservoirs, vloeistofhoogtemeters en discontinue brandstofmeters hersteld.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven