Instructie Staatssecretaris van Economische Zaken aan Consumentenautoriteit inzake informatieverstrekking aan consumenten

Instructie van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 maart 2008, nr. CA/8027476, aan de Consumentenautoriteit inzake de informatieverstrekking aan consumenten betreffende schadeveroorzakende handelspraktijken waarbij de namen van bedrijven worden genoemd

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Besluit:

vast te stellen als instructie voor de Consumentenautoriteit:

Artikel 1

De Consumentenautoriteit neemt met betrekking tot het verstrekken van informatie over schadeveroorzakende handelspraktijken waarbij namen van individuele bedrijven worden genoemd, het volgende in acht.

Artikel 2

Betrokken bedrijven worden door de Consumentenautoriteit vooraf geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld een zienswijze te geven over het voornemen tot informatieverstrekking.

Artikel 3

De Consumentenautoriteit gaat niet eerder over tot informatieverstrekking dan in beginsel twee werkdagen nadat het voornemen daartoe aan de bedrijven bekend is gemaakt.

Artikel 4

De Consumentenautoriteit informeert de staatssecretaris van Economische Zaken voorafgaand aan de informatieverstrekking.

Artikel 5

Informatie met inbegrip van namen van bedrijven wordt door de Consumentenautoriteit alleen gegeven als er sprake is van:

a. een acuut en reëel risico op benadeling van consumenten; en/of

b. aantoonbare economische schade; en

c. een redelijk vermoeden van overtreding.

Artikel 6

a. De informatie verstrekking is redelijkerwijs noodzakelijk om consumenten snel en effectief te informeren en zo schade te voorkómen

b. De informatie is gericht op consumentenbescherming. Onevenredige benadeling van betrokken bedrijven wordt voorkomen.

c. Uit de informatie blijkt duidelijk dat nog geen sprake is van een rechtens vastgestelde overtreding.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk.

Toelichting

De Consumentenautoriteit heeft twee taken. De eerste taak is het toezicht op de naleving van het consumentenrecht, zoals is neergelegd in de Wet Handhaving consumentenbescherming. De tweede taak is het informeren van consumenten. Hieraan wordt invulling gegeven door ConsuWijzer, het gezamenlijk informatieloket van de Consumentenautoriteit, de Onafhankelijke Post en Telecom Autoriteit (OPTA) en de NMa (Nederlandse Mededingingsautoriteit).

Informatie aan consumenten is van groot belang. De Beleidsbrief Consumenten van 2004 (Sap-C) spreekt expliciet van ‘het vergroten van kennis van consumenten omtrent rechten en plichten en de mogelijkheden om recht te halen’ (pag. 8).

ConsuWijzer geeft advies en informatie naar aanleiding van vragen van individuele consumenten.

In de praktijk is gebleken dat de bescherming van de belangen van consumenten in sommige gevallen vergt dat in een vroegtijdig stadium de Consumentenautoriteit consumenten in het algemeen moet informeren over concrete schadeveroorzakende handelspraktijken. De collectieve belangen van consumenten worden in die gevallen geschaad. Onder omstandigheden is het dan noodzakelijk dat – om de consument naar behoren te informeren – de naam van een individueel bedrijf wordt genoemd.

Enerzijds kan en mag het immers niet zo zijn dat consumenten informatie wordt onthouden waardoor hun belangen ernstig worden geschaad, terwijl dat ook voorkómen kan worden.

Anderzijds moet rekening worden gehouden met de belangen van het betrokken bedrijf, dat in de gelegenheid moet zijn om rechtsmiddelen aan te wenden. Te meer daar het bedrijf nog niet is veroordeeld.

Het spreekt dan ook voor zich dat een dergelijke informatievoorziening zorgvuldig moet geschieden. Daartoe strekt deze instructie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Naar boven