Wijziging Rechtspositieregeling voorzitter RWI

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 februari 2008, nr. AM/BR/08/5322, tot wijziging van de Rechtspositieregeling voorzitter RWI

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 16, zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel I

De Rechtspositieregeling voorzitter RWI wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Bezoldiging

1. De bezoldiging van de voorzitter bedraagt € 5351, 92 bruto per maand.

2. De voorzitter heeft recht op een vakantie-uitkering overeenkomstig het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1994.

3. De voorzitter heeft recht op een eindejaarsuitkering overeenkomstig het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1994.

4. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt aangepast aan de salarisontwikkeling van rijksambtenaren.

B

Artikel 3, derde lid, vervalt onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

C

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Ontslag en niet-herbenoeming

1. In geval van niet herbenoeming dan wel tussentijds ontslag, anders dan op eigen verzoek en anders dan ten gevolge van eigen schuld of toedoen, heeft de voorzitter in aanvulling op de reguliere aanspraak op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op een bovenwettelijke uitkering.

2. De hoogte en duur van deze uitkering worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 februari 2008.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. Aboutaleb.

Toelichting

Algemeen

Deze wijziging van de Rechtspositieregeling voorzitter RWI vloeit voort uit het voornemen om per 1 april 2008 een nieuwe voorzitter van de Raad voor werk en inkomen (RWI) te benoemen.

Dit leidt tot een aantal aanpassingen met betrekking tot de bezoldiging en ontslag en niet-herbenoeming.

Voorts is van de gelegenheid is gebruik gemaakt enkele technische wijzigingen aan te brengen.

De Rechtspositieregeling voorzitter RWI is uitputtend. Dat betekent dat de voorzitter RWI geen recht heeft op andere vergoedingen of faciliteiten dan hem op grond van deze rechtspositieregeling zijn toegekend.

Artikelsgewijs

Onderdeel A

De benoeming van de voorzitter RWI vindt plaats voor 3 dagen per week, reden waarom het bedrag van de bezoldiging moet worden aangepast. De bezoldiging per maand bedraagt 3/5 van het salarisbedrag (per maand) bedoeld in bijlage A van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984. (artikel 2, eerste lid).

Artikel 2, tweede lid, vervalt omdat dit geen praktische betekenis heeft.

De aanpassing van het (nieuwe) tweede en derde lid betreft een vereenvoudiging.

Onderdeel B

Artikel 3, derde lid, kan vervallen omdat het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel is vervallen.

Onderdeel C

In geval van niet-herbenoeming of tussentijds ontslag, anders dan op eigen verzoek en anders dan ten gevolge van eigen schuld of toedoen is ervoor gekozen om in plaats van de huidige regeling, waarbij is aangesloten bij de regeling die geldt voor politieke ambtsdragers, de regeling die geldt voor het rijkspersoneel van overeenkomstige toepassing te verklaren.

Dit is meer in lijn met de rechtspostitieregelingen van de voorzitters van de raden van bestuur binnen het SUWI domein.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Naar boven