Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 oktober 2008, nr. BVE/IenI/2008/33318, tot wijziging van de Kaderregeling Technocentra 2006 tot en met 2010

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 2.7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 3 van de Wet Fonds economische structuurversterking;

Besluit:

ARTIKEL I

De Kaderregeling Technocentra 2006 tot en met 2010 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onder d, vervalt de aanduiding: artikel 1.3.4,.

B

Aan artikel 4 worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onder b, bedraagt het subsidieplafond van de speerpuntsubsidie voor het jaar 2009: € 2.793.000.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, onder b, bedraagt het subsidieplafond van de speerpuntsubsidie voor het jaar 2010: € 2.794.000.

C

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Het eventueel niet bestede deel van de basissubsidie wordt door het technocentrum aan het einde van het boekjaar herkenbaar opgenomen in de jaarrekening als ‘bestemmingsreserve/publiek’ onder de post eigen vermogen. Ook de eventuele tekorten worden in deze post verwerkt. Het nog niet bestede deel van de speerpuntsubsidie wordt door het technocentrum aan het einde van het boekjaar herkenbaar in de jaarrekening opgenomen onder de post ‘overlopende passiva’.

2. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Bij beëindiging van de subsidie van het technocentrum, dan wel aan het einde van de subsidieperiode, worden de onder artikel 23, zesde lid, bedoelde overschotten terugbetaald aan de Minister.

3. Een nieuw achtste lid wordt toegevoegd, luidend:

  • 8. De Minister stelt regels vast voor de inrichting en de uitvoering van de controle door de accountant van de jaarrekening en de administratie van het technocentrum. De controle richt zich op de rechtmatigheid van de verkrijging en van de besteding van de subsidie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Inhoud

Deze regeling wijzigt de Kaderregeling Technocentra 2006 tot en met 2010 op de volgende punten:

Het subsidieplafond voor de speerpuntsubsidie wordt voor 2009 en voor 2010 verhoogd; er vindt een verduidelijking plaats van artikel 23, zesde en zevende lid en er wordt een juridische basis gelegd voor het controleprotocol dat door deze wijziging ook voor de technocentra kan worden vastgesteld.

Uitvoeringsgevolgen

CFI heeft aangegeven dat de regeling uitvoerbaar is en heeft hiervoor een paraaf gegeven.

Administratieve lasten

De administratieve lasten worden als gevolg van de wijziging van deze regeling niet verzwaard. Met deze wijziging wordt het sectorbrede controleprotocol OCW ook rechtsgeldig voor technocentra. Voorheen bestond er een afzonderlijk controleprotocol voor de technocentra.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

De subsidieplafonds dienen voor het jaar 2009 en 2010 opgehoogd te worden omdat in de regeling alleen voorzien is in het verhogen van het subsidieplafond met middelen die in het voorafgaande jaar niet zijn besteed. De verhoging van de subsidieplafonds bestaat onder andere uit een inflatiecorrectie over de periode 2000–2008.

Artikel I, onderdeel C, eerste en tweede lid

Het betreft hier een verduidelijking van artikel 23, zesde en zevende lid, waarbij beter recht wordt gedaan aan de verschillen tussen de twee soorten subsidies. Er zijn ten aanzien van de basis- en speerpuntsubsidies twee situaties denkbaar met elk twee varianten:

  • 1. Subsidies die jaarlijks worden toegewezen (de basissubsidie)

    Deze subsidies worden volledig als bate verwerkt in de exploitatierekening. Eventuele overschotten of tekorten worden aan het einde van het betreffende jaar verwerkt in het eigen vermogen (als er geen of geen directe terugbetalingsverplichting bestaat) of opgenomen onder crediteuren/OCW (als er een directe terugbetalingsverplichting bestaat).

  • 2. Meerjarige subsidies (speerpunt subsidies)

    Voor het nog niet bestede deel van een meerjarige speerpuntsubsidie geldt dat dit deel wordt verantwoord onder de overlopende passiva. Dat geldt dus zolang de looptijd nog niet is verstreken. Gedurende de looptijd valt jaarlijks uit de subsidie een gedeelte vrij dat precies gelijk is aan de besteding in dat jaar. Dus dan is er geen positief of negatief exploitatieresultaat. Pas als de looptijd van de subsidie is beëindigd, valt in het laatste jaar van besteding het restant in zijn geheel vrij en wordt het resultaat bepaald. Er zijn vervolgens dan weer de twee opties zoals onder punt 1 beschreven.

Artikel I, onderdeel C, derde lid

Vaststelling van de rechtmatigheid en doelmatigheid van de middelen toegekend op basis van de Kaderregeling Technocentra 2006 tot en met 2010 geschiedt aan de hand van een controle door een accountant. De regels hiervan voor de accountant worden opgenomen in een controleprotocol. Dit wordt jaarlijks door middel van een Ministeriële regeling vastgesteld. De procedure is dan identiek aan die van scholen/instellingen in het voorgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Door middel van deze wijziging wordt vaststelling en publicatie van het controleprotocol voor de technocentra mogelijk en kan worden aangesloten op de procedures, die gelden voor het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven