Regeling vaststelling correcties voorschotverlening duurzame energieproductie 2008

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 28 februari 2008, nr. WJZ 8024304, houdende vaststelling van correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor de stimulering van duurzame energieproductie in het jaar 2008 (Regeling vaststelling correcties voorschotverlening duurzame energieproductie 2008)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 14, vierde lid, en 31, vierde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

Besluit:

§ 1

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. besluit: het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

b. regeling: de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008;

c. basisbedrag: het basisbedrag, bedoeld in artikel 11 van het besluit.

§ 2

Correctiebedragen voorschotverlening productie van hernieuwbare elektriciteit

Artikel 2

De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de regeling worden voor 2008 als volgt vastgesteld:

a. € 0,065 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

Artikel 3

De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de regeling worden voor 2008 als volgt vastgesteld:

a. € 0,234 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

Artikel 4

De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de regeling worden voor 2008 als volgt vastgesteld:

a. € 0,121 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

Artikel 5

De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de regeling worden voor 2008 als volgt vastgesteld:

a. € 0,058 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

Artikel 6

De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de regeling worden voor 2008 als volgt vastgesteld:

a. € 0,058 per kWh voor wat betreft de elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit.

§ 3

Correctiebedragen voorschotverlening productie van hernieuwbaar gas

Artikel 7

De correcties op het basisbedrag voor subsidie-ontvangers als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de regeling worden voor 2008 als volgt vastgesteld:

a. € 0,198 per Nm3 voor wat betreft de gasprijs, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel a, van het besluit;

b. € 0 voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van het besluit.

§ 4

Slotbepalingen

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit stimulering duurzame energieproductie in werking treedt.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling correcties voorschotverlening duurzame energieproductie 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 februari 2008.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

1. Doel

Deze ministeriële regeling is een nadere uitwerking van het Besluit stimulering duurzame energieproductie, hierna aangeduid als Besluit SDE.

In deze regeling staan voor de verschillende categorieën productie-installaties hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbaar gas de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008. Deze regeling geeft daarmee invulling aan de artikelen 14, vierde lid, en 31, vierde lid, van het Besluit SDE.

De jaarlijks vast te stellen correctiebedragen zijn van belang voor de berekening van de jaarlijkse subsidietarieven voor de verschillende categorieën productie-installaties. Voor een toelichting op de berekeningssystematiek van de subsidiehoogte en het gebruik van correctiebedragen hierbij wordt verwezen naar paragraaf 2.5 van de toelichting op het Besluit SDE.

De definitieve correctiebedragen worden na afloop van ieder kalenderjaar vastgesteld (voor 1 april).

Normaliter worden de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting uiterlijk 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waar ze betrekking op hebben vastgesteld. In verband met het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit SDE worden de correctiebedragen voor 2008 met deze regeling na dit moment vastgesteld. Dit is conform artikel 74 van het Besluit SDE.

In de artikelen 14, eerste lid, en 31, eerste lid, van het Besluit SDE staan drie correcties, waarmee het basisbedrag kan worden gecorrigeerd. Voor de bevoorschotting van 2008 wordt uitsluitend gecorrigeerd voor de jaargemiddelde marktwaarde van hernieuwbare elektriciteit of hernieuwbaar gas opgewekt met een productie-installatie die valt onder een aangewezen categorie productie-installaties. Deze correctiebedragen kunnen per categorie productie-installaties verschillen.

De systematiek voor berekening van de definitieve correctiebedragen is identiek aan die van de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting. Het enige verschil is dat bij de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting gebruik wordt gemaakt van de verwachte jaargemiddelde marktwaarde, terwijl bij de vaststelling van de definitieve correctiebedragen na afloop van het betreffende subsidiejaar gebruik zal worden gemaakt van de daadwerkelijk gerealiseerde jaargemiddelde marktwaarde over het betreffende subsidiejaar. De systematiek wordt nader toegelicht in paragraaf 2.

Voor de in 2008 af te geven beschikkingen op grond van het Besluit SDE blijft genoemde berekeningssystematiek ongewijzigd tijdens de subsidieduur van de installatie. Dit geldt zowel voor de correctiebedragen ten behoeve van bevoorschotting als voor de definitieve correctiebedragen.

2. Algemene toelichting systematiek correctiebedragen

De correctiebedragen voor de bevoorschotting representeren de voor de verschillende categorieën productie-installaties verwachte jaargemiddelde marktwaarde van hernieuwbare elektriciteit of hernieuwbaar gas in het volgende jaar. Deze bedragen worden vastgesteld op basis van het prijsniveau van de meest relevante prijsindex van gas of elektriciteit.

Voor de categorieën wind op land en zon-pv wordt deze prijsindex gecorrigeerd voor een aantal prijsbepalende elementen. Bij wind op land gaat het daarbij om onbalanskosten en profielkosten.

Daarnaast wordt bij de vaststelling van het correctiebedrag voor wind op land ook nog rekening gehouden met een vermenigvuldigingsfactor van 1,25 in verband met het uitkeren van de subsidie over 80% van het aantal vollasturen dat voor het referentieproject bij de berekening van het basisbedrag is aangenomen. Zie voor een nadere toelichting op laatstgenoemde correctiefactor paragraaf 4 van de toelichting op de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting wordt de gemiddelde waarde van de relevante prijsindex van elektriciteit of gas over de eerste 9 maanden van het jaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar bepaald. Het kan voorkomen dat deze waarde sterk afwijkt van de werkelijk verwachte waarde voor het volgende subsidiejaar op basis van andere marktindicatoren zoals forward markten die het te verwachten prijsniveau aangeven. In dit geval kan bij uitzondering een afwijkende waarde worden gehanteerd voor de berekening van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting. Dit wordt in principe alleen gedaan in situaties waarin er forse afwijkingen in het prijsniveau zijn ontstaan die veroorzaakt worden door invloeden die buiten de normale marktdynamiek vallen.

Voor het uiterlijk op 1 april na afloop van het betreffende subsidiejaar bepalen van het definitieve correctiebedrag zal de gemiddelde waarde van de relevante prijsindex van elektriciteit en gas worden genomen over alle 12 maanden van het betreffende subsidiejaar.

Voor de berekening van de eerdergenoemde profielkosten wordt ook gerekend met de gemiddelde waarde over de eerste 9 maanden van het jaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar respectievelijk de gemiddelde waarde over alle 12 maanden van het betreffende subsidiejaar.

De correctie uit hoofde van de onbalanskosten wordt vastgesteld als een vast percentage van de relevante prijsindex van elektriciteit. Dit percentage ligt vast voor de gehele looptijd van de subsidiebeschikking. Zowel voor de correctiebedragen ten behoeve van de bevoorschotting als voor de definitieve correctiebedragen wordt dit percentage gebruikt.

Tot besluit wordt ook de bovengenoemde vermenigvuldigingsfactor van 1,25 bij wind op land voor de gehele looptijd van de beschikking vastgelegd.

De correctiebedragen voor de marktwaarde van de garanties van oorsprong en eventuele andere, uit overheidshandelen voortvloeiende verschillen tussen de gemiddelde kostprijs van hernieuwbare energie en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit of gas, worden voor 2008 op € 0,00 vastgesteld voor alle categorieën productie-installaties.

In paragraaf 3 wordt de boven beschreven systematiek per categorie productie-installaties nader uitgewerkt en wordt toegelicht hoe de in deze regeling vastgestelde correctiebedragen voor de bevoorschotting zijn bepaald. Daarbij wordt nogmaals aangetekend dat de eerdergenoemde definitieve correctiebedragen uiterlijk op 1 april na afloop van het betreffende subsidiejaar volgens dezelfde systematiek zullen worden vastgesteld.

3. Systematiek correctiebedragen voorschotverlening per categorie

3.1 Hernieuwbare elektriciteit

3.1.1 Wind op land (artikel 2)

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie productie-installaties wind op land is bepaald door de volgende formule:

Correctiebedrag wind= marktindex (1) * profiel (2) * 0,89 (3) * 1,25 (4)

1) De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van windenergie over de 9 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting. Deze vaststelling vindt normaliter plaats voor 1 november van ieder kalenderjaar. Conform artikel 74 van het Besluit SDE wordt daar voor 2008 van afgeweken.

Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

a. transparante karakter van de index;

b. aantal partijen dat de hoogte van de index bepaalt;

c. liquiditeit van de index.

2) De profielkosten/opbrengsten van windenergie in het voorgaande jaar.

Voor het berekenen van profielkosten/opbrengsten wordt gebruik gemaakt van een windprofiel dat een representatief beeld geeft van het moment van levering van windenergie in Nederland. Dit windprofiel wordt gebruikt om de periodieke waarden van de gebruikte index zoals bedoeld onder 1) te koppelen aan de levermomenten van windturbines.

3) De onbalanskosten van windenergie. Deze kosten worden verdisconteerd door de marktindex met 11% te verminderen. Dit percentage ligt vast voor de looptijd van een beschikking.

4) Een vaste factor voor het jaarlijks uitkeren over slechts 80% van de vollasturen van de referentiecase die gebruikt is voor het berekenen van het basisbedrag. Deze factor bedraagt 1/0,8=1,25. Deze factor ligt vast voor de looptijd van een beschikking.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 voor de categorie productie-installaties wind op land is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedrag wind= 5,81 €ct/KWh (a) * 1 (b) * 0,89 * 1,25 = 6,5 €ct/KWh

a) Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria zoals in paragraaf 3.1 onder 1) zijn opgenomen.

Ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 wordt de gemiddelde waarde van de APX base index beschouwd in 2006. In paragraaf 2 is reeds toegelicht waarom kan worden afgeweken van de normale periode van de eerste 9 maanden van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van bevoorschotting voor het bepalen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting. De gemiddelde waarde van de APX base index over de eerste 9 maanden van 2007 vormt geen goede indicator voor de bevoorschotting van 2008. De APX base index is in 2007 achtergebleven bij termijnmarkten en de verwachting is dat voor het jaar 2008 de gemiddelde APX base op een hoger niveau zal worden vastgesteld. Een van de oorzaken voor het niet representatieve prijsniveau is de trilaterale marktkoppeling met België en Frankrijk in november 2006.

b) In 2007 zijn in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken geen profielmetingen voor de levering van wind verricht en daarom wordt geen correctie op de APX waarden voor een profiel doorgevoerd in 2008. De verwachting is niet dat dit tot grote afwijking lijdt ten behoeve van de bevoorschotting.

3.1.2 Fotovoltaïsche zonnepanelen (artikel 3)

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie productie-installaties fotovoltaïsche zonnepanelen met een vermogen groter dan 0,6 kWp en een vermogen kleiner of gelijk aan 3,5 kWp wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedrag zonnestroom 0,6 < KWp < 3 ,5 = gemiddelde prijs kleinverbruiker incl. opslagen (1)

1) Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het marginale eindgebruikertarief (bij consumptie van 3000 KWh/jaar) voor kleinverbruikers in Nederland te berekenen. Hierin worden alle kosten die per kWh bij een kleinverbruiker in rekening worden gebracht opgeteld. Het gemiddelde leveringstarief ten behoeve van bevoorschotting wordt bepaald met behulp van een marktmonitor van de gemiddelde leveringstarieven in het voorafgaande jaar.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 voor de categorie productie-installaties fotovoltaïsche zonnepanelen is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedrag zonnestroom 0,6 < KWp < 3 ,5 = 23,4 €ct/KWh = 23,4 €ct/KWh (a)

a) Het gemiddelde eindgebruikertarief voor kleinverbruikers bij consumptie van 3000 kWh bedroeg in 2007 € 23,4ct/KWh. Dat bedrag is als volgt opgebouwd:

– het gemiddelde leveringstarief aan kleinverbruikers van € 8,6 ct/kWh;

– transportkosten van € 4,1 ct/kWh;

– belastingen van € 10,7 ct/kWh.

3.1.3. Afvalverbranding (artikel 4)

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 voor alle categorieën productie-installaties waarbij elektriciteit wordt opgewekt met behulp van afvalverbranding wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedrag avi = marktindex (1) / 0,48 (2)

1) De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van afvalverbrandingsinstallaties over de 9 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling. Vaststelling vindt normaliter plaats op 1 oktober van ieder kalenderjaar. Conform artikel 74 van het Besluit SDE wordt daar voor 2008 van afgeweken.

Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

a. transparante karakter van de index;

b. aantal partijen dat de hoogte van de index bepaalt;

c. liquiditeit van de index.

2) Uit hoofde van de SDE wordt slechts voor de hernieuwbare elektriciteitsproductie van de afvalverbrandingsinstallatie subsidie verleend. Het basisbedrag wordt daarom ook op basis van uitsluitend het hernieuwbare deel van de elektriciteitsproductie van de installatie vastgesteld. De relevante waarde van de elektriciteitsopbrengsten waarmee het basisbedrag wordt gecorrigeerd heeft dientengevolge ook alleen betrekking op dit deel van de productie. Om de relevante waarde van de elektriciteitsopbrengsten te bepalen wordt de waarde van de elektriciteitsopbrengst voor de hele installatie toegeschreven aan het hernieuwbare deel. Het correctiebedrag voor afvalverbrandingsinstallaties wordt dan ook bepaald door de elektriciteitsprijs te delen door 0,48% welke gelijk is aan het hernieuwbare aandeel van de productie. Deze factor is een inschatting voor het hernieuwbare deel van het afval voor de looptijd van de beschikking en ligt vast voor de looptijd van een beschikking.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de categorie afvalverbrandingsinstallaties is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedrag avi =5,81 €ct/KWh (a)/ 0,48 (b) =12,1 €ct/KWh

a) Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria zoals onder 3.1 zijn opgenomen.

Ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 wordt de gemiddelde waarde van de APX base index beschouwd in 2006. In paragraaf 2 is reeds toegelicht waarom kan worden afgeweken van de normale periode van de eerste 9 maanden van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van bevoorschotting voor het bepalen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting. De gemiddelde waarde van de APX base index over de eerste 9 maanden van 2007 vormt geen goede indicator voor de bevoorschotting van 2008. De APX base index is in 2007 achtergebleven bij termijnmarkten en de verwachting is dat voor het jaar 2008 de gemiddelde APX base index op een hoger niveau zal worden vastgesteld.

De APX base index is in 2007 achtergebleven bij termijnmarkten en de verwachting is dat voor het jaar 2008 de gemiddelde APX base op een hoger niveau zal worden vastgesteld. Een van de oorzaken voor het niet representatieve prijsniveau is de trilaterale marktkoppeling met België en Frankrijk in november 2006.

3.1.4. Stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties en biomassa (artikelen 5 en 6)

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 voor de categorieën productie-installaties stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties (paragraaf 2.5 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energie-productie 2008) en biomassa (paragraaf 2.6 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energie-productie 2008) wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedrag biomassa-elektr.= marktindex (1)

1) De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van elektriciteit opgewekt met behulp van biomassa over de 9 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling. Vaststelling vindt normaliter plaats op 1 oktober van ieder kalenderjaar. Conform artikel 74 van het Besluit SDE wordt daar voor 2008 van afgeweken.

Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

a. transparante karakter van de index;

b. Aantal partijen dat de hoogte van de index bepaalt;

c. liquiditeit van de index.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor voornoemde categorieën productie-installaties is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedrag biomassa-elektr.= 5,81 €ct/KWh (a) = 5,8 €ct/KWh

a) Voor de prijsindex is de uurgemiddelde prijs van de day ahead base load index op de APX als basis genomen (hierna: APX base index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor elektriciteit in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria zoals onder 3.1 zijn opgenomen.

Ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 wordt de gemiddelde waarde van de APX base index beschouwd in 2006. In paragraaf 2 is reeds toegelicht waarom kan worden afgeweken van de normale periode van de eerste 9 maanden van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van bevoorschotting voor het bepalen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting. De gemiddelde waarde van de APX base index over de eerste 9 maanden van 2007 vormt geen goede indicator voor de bevoorschotting van 2008. De APX base index is in 2007 achtergebleven bij termijnmarkten en de verwachting is dat voor het jaar 2008 de gemiddelde APX base op een hoger niveau zal worden vastgesteld. Een van de oorzaken voor het niet representatieve prijsniveau is de trilaterale marktkoppeling met België en Frankrijk in november 2006.

3.2 Hernieuwbaar gas

3.2.1. Stortgas of biogas uit afvalwater- of rioolwaterzuiveringsinstallaties (artikel 7)

Het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 voor de enige opengestelde categorie productie-installaties hernieuwbaar gas wordt bepaald door de volgende formule:

Correctiebedrag biomassa-biogas= marktindex (1)

1) De gemiddelde waarde van de meest relevante prijsindex/indices voor het verhandelen van gas opgewekt met behulp van biomassa over de 9 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling. Vaststelling vindt normaliter plaats op 1 oktober van ieder kalenderjaar. Conform artikel 74 van het Besluit SDE wordt daar voor 2008 van afgeweken.

Bij de keuze voor een index wordt in ieder geval rekening gehouden met:

a. transparante karakter van de index;

b. aantal partijen dat de hoogte van de index bepaalt;

c. liquiditeit van de index.

Voor het vaststellen van het correctiebedrag ten behoeve van de bevoorschotting voor de voornoemde categorie productie-installaties is de formule als volgt ingevuld:

Correctiebedrag biomassa-biogas = 19,8 €ct/ Nm3 (a) =19,8 €ct/ Nm3

a) Voor de prijsindex is de gemiddelde year ahead TTF prijs voor het verhandelen van G+ gas als basis genomen (hierna: TTF index). Deze index is de best beschikbare index om het gerealiseerde prijsniveau voor gas in Nederland te bepalen. Deze index voldoet in voldoende mate aan de criteria zoals in paragraaf 3.5 onder 1) zijn opgenomen.

Ten behoeve van de bevoorschotting voor 2008 wordt de gemiddelde waarde van de TTF index beschouwd over de eerste 9 maanden van 2007. Voor de vaststelling van het correctiebedrag wordt de gemiddelde year ahead prijs over het gehele jaar voorafgaand aan het subsidiejaar waarop het correctiebedrag betrekking heeft genomen.

4. Administratieve lasten

Op basis van het Besluit SDE zullen subsidieaanvragen worden ingediend voor in complexiteit en investeringsbedrag zeer uiteenlopende projecten. Het bepalen van de administratieve lasten verbonden aan dit Besluit is alleen mogelijk door van in omvang gemiddelde projecten uit te gaan.

Kenmerkend voor het Besluit SDE is dat er voor een lange periode subsidie wordt verleend. Een producent doet eenmaal een subsidieaanvraag en ontvangt vervolgens voor vele jaren subsidie. De administratieve lasten zullen zich daarom concentreren in het jaar van aanvraag van de subsidie. De jaren erop dient men slechts (voor het betreffende jaar) een subsidievoorschot aan te vragen en indien relevant te rapporteren over de duurzaamheid van de gebruikte biomassa. In die jaren zullen de administratieve lasten daarom beperkt zijn.

Omdat zon-pv projecten qua investeringskosten en administratieve lasten over het algemeen sterk zullen afwijken van projecten uit de andere categorieën, worden voor zon-pv projecten de administratieve lasten afzonderlijk bepaald.

De administratieve lasten voor deze regeling zijn slechts in samenhang te zien met de bepalingen uit de overige regelingen die voortvloeien uit het Besluit SDE. In de Algemene uitvoeringsregeling SDE zijn de administratieve lasten per € 100 miljoen opengesteld subsidiebudget berekend, waarbij rekening is gehouden met alle administratieve lasten die samenhangen met de onderliggende regelgeving van het Besluit SDE. In de toelichting bij de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008 zijn de administratieve lasten die samenhangen met alle onderliggende regelgeving van het Besluit SDE voor het jaar 2008 opgenomen. Uit de desbetreffende paragraaf in de toelichting blijkt dat het percentage administratieve lasten dat met deze openstelling is gemoeid 0,19% is. Dit percentage is van toepassing op alle categorieën, exclusief zon-pv. Daarnaast is per project voor de categorie zon-pv over de volledige periode van 15 jaar 16,5 uur aan administratieve lasten gemoeid. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het budget voor zon-pv volledig ten goede zal komen aan particulieren.

Deze regeling is ter toetsing aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten voorgelegd, die hier een positief advies over heeft uitgebracht.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven