Besluit instelling Audit Committee OCW 2008

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 februari 2008, nr. FEZ/P&C/SPC/2008/4824, houdende de instelling van het Audit Committee OCW 2008 (Besluit instelling Audit Committee OCW 2008)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 66 van de Comptabiliteitswet en artikel 8 van het Besluit taak DAD;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; en

b. MT-OCW: het Managementteam van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft voor de advisering van de Minister op het terrein van bedrijfsvoering en verantwoording een Audit Committee.

Artikel 3

Het Audit Committee heeft tot taak:

a. het toezicht houden op de controls in de organisatie zowel voor wat betreft de sturing binnen het departement als de aansturing van het veld;

b. het voeren van de regierol bij de programmering en planning van onderzoeken in het kader van de bedrijfsvoering, controles en handhavingsactiviteiten en het bewaken van de voortgang van verbeteracties;

c. het behandelen van aangelegenheden betreffende het departementale controlebeleid, de bestuurlijke organisatie en de interne controle van de bedrijfsvoering, de informatieverzorging en de financiële verslaglegging;

d. het vaststellen van het control- en auditbeleid;

e. het adviseren van de Minister over bovengenoemde onderwerpen;

f. het jaarlijks vaststellen van een auditplan op basis van uitgevoerde departementsbrede risicoanalyses; en

g. het periodiek (doen) evalueren van de auditfunctie.

Artikel 4

Het Audit Committee rapporteert aan de Minister. De van het Audit Committee uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter.

Artikel 5

Het Audit Committee bepaalt zijn eigen werkwijze en onderlinge taakverdeling.

Artikel 6

De bepalingen van dit besluit laten onverlet de taken en bevoegdheden van:

a. de directeur van de Auditdienst, zoals omschreven in het Besluit taak DAD, dan wel zoals die voortvloeien uit andere wettelijke regelingen; en

b. de directeur van de directie Financieel Economische Zaken, zoals omschreven in het Besluit Taak FEZ, dan wel zoals die voortvloeien uit andere wettelijke regelingen.

Artikel 7

1. Het Audit Committee bestaat uit de volgende leden:

Voorzitter:

– de secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Leden:

– de inspecteur-generaal van het onderwijs;

– de directeur van de Auditdienst;

– de directeur van de directie Financieel Economische Zaken; en

– één of meer niet-ambtelijke leden.

2. De inspecteur-generaal van het onderwijs, de directeur van de Auditdienst, de directeur van de directie Financieel Economische Zaken, en de niet-ambtelijke leden hebben ten aanzien van de in artikel 3 genoemde taken adviserende bevoegdheden.

3. Het secretariaat van het Audit Committee is belegd bij de directie Financieel Economische Zaken.

Artikel 8

De Minister benoemt op voordracht van het MT-OCW de niet-ambtelijke leden. De zittingstermijn van het niet-ambtelijke lid bedraagt maximaal vier jaren.

Artikel 9

De directeuren-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de directeuren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die geen lid zijn van het Audit Committee, de directeur onderscheidenlijk hoofddirecteur van de agentschappen alsmede de hoofddirecteur van de Informatie Beheer Groep en de directeur van de Erfgoedinspectie nemen op uitnodiging van de voorzitter deel aan de vergadering.

Artikel 10

De voorzitter en andere leden van het Audit Committee, voor zover geen ambtenaar, ontvangen een vaste beloning op basis van artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen. De beloning wordt bij Koninklijk Besluit nader geregeld.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12

Het Besluit instelling Audit Committee OCW 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Besluit instelling Audit Committee OCW 2008’.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A. Plasterk.

Toelichting

Op grond van artikel 66 van de Comptabiliteitswet en artikel 8 van het Besluit taak DAD is het noodzakelijk een Audit Committee in te stellen. Het Audit Committee zal een regierol vervullen voor zowel de controlfunctie als de auditfunctie binnen het departement. Daarbij zal het Audit Committee zich vooral richten op de kwaliteit van de bedrijfsvoeringsprocessen, de risicoanalyses, de monitoring van de verbeterprocessen, de kwaliteit van de verantwoording en de aansturing van en de rekenschap door gesubsidieerde en bekostigde instellingen. Het Audit Committee treedt voor deze onderwerpen op als adviseur voor de Minister. Het Audit Committee stelt jaarlijks het auditplan vast.

Volgens artikel 5 stelt het Audit Committee zijn eigen werkwijze vast. Op grond hiervan kan worden afgesproken dat de niet-ambtelijke leden voorbereidende stukken opstellen e.d..

De reden dat het vorige instellingsbesluit wordt ingetrokken is de wijziging van de samenstelling van het Audit Committee. De leden van het MT-OCW nemen voortaan op verzoek deel aan het Audit Committee, de inspecteur-generaal van het onderwijs wordt lid van het Audit Committee en de directie Toezicht en Handhavingsbeleid wordt medio 2008 opgeheven, waardoor de directeur van deze directie niet langer lid is van het Audit Committee.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven