Tijdelijke regeling bemanningssamenstelling garnalenkotters

22 oktober 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/1390 sector SCH

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 4 van het Besluit zeevisvaartbemanning;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Besluit zeevisvaartbemanning;

garnalenkotter:

een vissersvaartuig gebruikt voor de vangst van garnalen, met een lengte van minder dan 24 meter en een voortstuwingsvermogen van minder dan 750 kW, waarvoor een bemanningscertificaat voor reizen die zich niet verder uitstrekken dan vaargebied I en een vergunning voor het vangen van garnalen (Crangon, crangon) in de visserijzone, het zeegebied of de kustwateren, als bedoeld in artikel 11 van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren, zijn afgegeven.

project bemanning garnalenvisserij:

onderzoek uitgevoerd door VisieFit B.V. te Wassenaar in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 2

  • 1. Aan de scheepsbeheerder van een garnalenkotter wordt vrijstelling verleend van de verplichting de garnalenkotter te bemannen overeenkomstig de in artikel 6 van het besluit voorgeschreven bemanningssamenstelling, alsmede van de in artikel 17, tweede lid, van het besluit bedoelde verplichtingen, indien wordt voldaan aan de in de artikelen 3 tot en met 5 genoemde eisen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vrijstelling geldt telkens voor een periode, gerekend vanaf het tijdstip van uitvaren van de garnalenkotter, van:

    • a. ten hoogste 36 uur, en

    • b. ten hoogste 48 uur voor deelnemers aan het project bemanning garnalenvisserij tijdens de reizen waarop zij geobserveerd worden.

Artikel 3

De bemanning bestaat tenminste uit een schipper en een plaatsvervangend schipper.

Artikel 4

De garnalenkotter is voorzien van:

  • a. een koppeling van het wachtalarm met de automatische stuurinrichting;

  • b. een geautomatiseerde spoel- en sorteermachine voor de scheiding van garnalen en vis;

  • c. een geautomatiseerde kookinrichting waarbij geen handmatige handelingen hoeven te worden verricht, en

  • d. een veilige verschansing of zeereling.

Artikel 5

Bij aanwezigheid op het dek van de garnalenkotter draagt de bemanning een reddinggordel.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling bemanningssamenstelling garnalenkotters.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Algemeen

De garnalenvisserij heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in geautomatiseerde systemen aan boord voor het spoelen, sorteren en vervolgens koken van de vangst. Hierdoor worden de handmatig te verrichten handelingen tot een minimum beperkt. Ten opzichte van de schepen waarop de vangst nog grotendeels handmatig wordt verwerkt, betekent dit een minder intensief arbeidsproces. Daarnaast heeft de sector te kampen met ongunstige economische omstandigheden. Door de teruglopende opbrengsten is het animo om te varen sterk teruggelopen waardoor het moeilijk is vissersvaartuigen volledig te bemannen.

Het Besluit Zeevisvaartbemanning (hierna: het besluit) geeft onder andere regels met betrekking tot de bemanningssamenstelling van vissersvaartuigen. De regels variëren naargelang de lengte en het voortstuwingsvermogen van het vissersvaartuig en het te bestrijken vaargebied. Bij de totstandkoming van het besluit was echter nog niet voorzien in de toenemende automatisering en is daar bij het voorschrijven van de bemanningssamenstelling dan ook geen rekening mee gehouden. In overleg met de sector is besloten te onderzoeken of bij garnalenkotters die zijn voorzien van een geautomatiseerd verwerkingssysteem en een koppeling van het wachtalarm met de automatische stuurinrichting, veilig met een geringere bemanning gevaren kan worden, rekening houdend met de geldende regelgeving inzake arbeids- en rusttijden. Hiertoe is een project opgezet rond een zestal daartoe geselecteerde garnalenkotters. Tijdens een aantal van de door deze kotters te maken reizen, die steeds een tijdsduur van ten hoogste 48 uur beslaan, worden de bemanningsleden ten aanzien van de door hen uit te voeren taken, arbeids- en rusttijden geobserveerd. Na een periode van 36 uur wordt een tussentijdse risicoanalyse gemaakt. Het betreft garnalenkotters met een lengte van minder dan 24 meter die reizen in vaargebied 1 (tot 30 zeemijlen uit de kust). In plaats van een bemanning bestaande uit tenminste drie personen, zullen zij tijdens de reizen waarop zij geobserveerd worden met een bemanning bestaande uit twee personen mogen varen. Op hun overige reizen mogen zij ten hoogste 36 uur buitengaats met twee man reizen. Ook garnalenkotters die niet zijn geselecteerd voor het project maar wel zijn voorzien van een geautomatiseerd verwerkingssysteem en een koppeling van het wachtalarm met de automatische stuurinrichting, mogen tijdens de projectperiode met twee bemanningsleden varen. Voor hen geldt eveneens dat zij reizen van ten hoogste 36 uur buitengaats mogen maken. Voor alle kotters gelden aanvullende veiligheidseisen, zoals een veilige verschansing of zeereling en het dragen van een reddinggordel tijdens werkzaamheden aan dek.

Indien de uitkomsten van het project als positief kunnen worden aangemerkt zal deze tijdelijke regeling worden vervangen door een permanente regeling. In dat kader zullen de gevolgen voor de administratieve lasten van betrokkenen worden bezien.

Artikelsgewijs

Artikelen 2 en 3

De voorgeschreven bemanning bestaat tijdens het project uit ten minste een schipper en een plaatsvervangend schipper die uiteraard aan alle geldende eisen moeten voldoen. Het is niet nodig dat daarnaast ook een gezel deel van de bemanning uitmaakt. In deze samenstelling kan niet worden voldaan aan de vereiste (extra) bemanning met betrekking tot de reddingsmiddelen, opgenomen in artikel 17 van het besluit, zodat ook van die bepalingen vrijstelling is verleend.

Artikelen 4 en 5

Voorwaarde voor het gebruik kunnen maken van de tijdelijke vrijstellingsregeling is dat er een geautomatiseerd systeem voor de verwerking van de vangst aan boord is.

In artikel 4, onderdelen b en c, is aangegeven uit welke onderdelen zo'n systeem moet bestaan. Het systeem zorgt ervoor dat de garnalen vrijwel zonder menselijke handelingen vanuit het net in het visruim terechtkomen. Tegenwoordig beschikken zeegaande vissersvaartuigen over een automatische stuurinrichting. Indien de chef van de wacht onverhoopt uitvalt, worden, bij een koppeling van het wachtalarm met de automatische stuurinrichting (onderdeel a), de overige bemanningsleden door middel van een alarm daarop geattendeerd.

Ter voorkoming van ernstige ongevallen moet de garnalenkotter zijn voorzien van een veilige verschansing of zeereling waardoor de bemanning onder vrijwel alle weersomstandigheden aan boord kan werken zonder het risico te lopen overboord te vallen. Daarnaast moet de bemanning bij aanwezigheid op het dek een reddinggordel (zwemvest) dragen. Deze veiligheidsvoorschriften zijn, zeker bij een geringe bemanning, van levensbelang. De Raad voor de Scheepvaart heeft hier in enkele van zijn uitspraken inzake scheepsrampen eveneens op gewezen (zie bijvoorbeeld uitspraak 2007/16, Bijvoegsel) Stcrt. 2007, 196.

Artikel 6

Deze regeling geldt voor een duur van zes maanden. Deze tijd is nodig voor het uitvoeren van de observaties, de verwerking en analyse van de resultaten daarvan en de voorbereidingen voor het treffen van een permanente regeling. Indien tijdens de looptijd van het project blijkt dat zich onveilige situaties voordoen, zal deze regeling voortijdig worden ingetrokken.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven