Regeling deregulering informatievoorziening in het kader van de planning en verslaglegging

Regeling van de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 februari 2008, nr. UB/A/2008/3529, tot deregulering van de informatievoorziening in het kader van de planning en verslaglegging

De Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 45, vierde lid, 46, derde lid, 49, negende lid, en 77 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluiten:

Artikel I

De Regeling SUWI wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘begroting, jaarplan’ vervangen door ‘jaarplan met begroting’ en vervalt ‘en meerjarenbeleidsplan’.

2. In het eerste lid wordt ‘ontwerp-begroting en een ontwerp-jaarplan’ vervangen door: ontwerp-jaarplan met begroting.

3. Het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1’ voor het eerste lid vervallen.

B

Artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘begroting en jaarplan’ vervangen door: jaarplan met begroting.

2. In het eerste lid wordt ‘hun begroting en hun jaarplan’ vervangen door: hun jaarplan met begroting.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. De jaarplannen met begrotingen van de CWI, het UWV en de SVB bevatten in elk geval een omschrijving van de onderwerpen die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlagen IV, VI en VIII.

C

Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Meerjarenbeleidsplan van CWI, UWV en SVB

2. ‘1 oktober’ wordt vervangen door: 1 februari.

3. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De meerjarenbeleidsplannen van de CWI, het UWV en de SVB bevatten in elk geval een omschrijving van de onderwerpen die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlagen IV, VI en VIII.

D

Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Jaarplan van RWI en IB

2. Het eerste en vierde lid vervallen onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid en van het vijfde lid tot derde lid.

3. In het eerste lid (nieuw) vervallen onderdelen a en d, onder verlettering van onderdelen b en c tot a en b en van e en f tot c en d.

4. In het tweede lid (nieuw) vervalt onderdeel d, onder verlettering van onderdelen e en f tot d en e.

5. In het derde lid (nieuw) wordt ‘het eerste lid, onderdeel f, het tweede lid, onderdeel e, en het derde lid, onderdeel e’ vervangen door: het eerste lid, onderdeel c, en het tweede lid, onderdeel d.

E

Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Begroting van RWI en IB

2. Het eerste, tweede en vijfde lid, vervallen onder vernummering van het derde en vierde lid tot eerste en tweede lid.

3. In het eerste lid (nieuw) vervallen onderdelen b en g onder verlettering van onderdelen c tot en met f tot b tot en met e.

4. In het tweede lid (nieuw) vervallen onderdelen b, d en f onder verlettering van onderdeel c tot b en van onderdeel e tot c.

F

Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Raming van inkomsten en uitgaven van RWI en IB

2. In de aanhef vervalt ‘, de CWI, het UWV, de SVB’.

G

Artikel 5.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Raming van investeringsuitgaven van RWI en IB

2. Het eerste lid komt te luiden:

1. De in de begroting van de RWI en het IB op te nemen raming van de investeringsuitgaven omvat een specificatie van de vaste activa per 1 januari van het begrotingsjaar.

H

In artikel 5.9 vervalt onderdeel c onder verlettering van onderdelen d en e tot c en d.

I

Na artikel 5.9 vervalt ‘§ 5.1a. Verantwoording’.

J

Artikel 5.10a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift en in het tweede, derde en vierde lid, wordt ‘kwartaalverslagen’ vervangen door: tussentijdse verslagen.

2. In het eerste en tweede lid vervalt telkens ‘, onder a’.

K

Artikel 5.10e wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. de doelmatigheid van het beheer en de organisatie, zoals omschreven in de bij deze regeling behorende bijlage XXIII;

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. De accountant onderzoekt de rechtmatige uitvoering van de regelingen, bedoeld in artikel 5 van de Wet SUWI, en vermeldt de uitkomsten van dit onderzoek in het verslag van bevindingen.

L

Artikel 5.11, eerste lid, komt te luiden:

1. De CWI, het UWV en de SVB dragen zorg voor de elektronische beschikbaarheid van gegevens ten behoeve van de minister en de IWI, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het toezicht en de andere taken van de minister.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede en derde lid.

M

Artikel 5.12 komt te luiden:

Artikel 5.12

Periodieke informatieverstrekking

1. Uiterlijk op de in de bijlagen VI en VIII genoemde tijdstippen verstrekken het UWV en de SVB aan de minister een rapportage over de door hen beheerde fondsen op de wijze als in de bijlagen VI en VIII is aangegeven.

2. De CWI, het UWV en de SVB verstrekken ten behoeve van het jaarverslag van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de informatie, bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlagen IV, VI, en VIII op het in deze bijlagen bepaalde tijdstip.

N

Artikel 5.17 vervalt.

O

De bijlagen III, V en VII vervallen.

P

De bijlagen IV, VI en VIII worden vervangen door de bijlagen IV, VI en VIII bij deze regeling.

Q

Na bijlage XXII wordt de bij deze regeling behorende bijlage XXIII toegevoegd.

Artikel II

1. De Regeling SUWI, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze regeling, is van toepassing op de verslagen betreffende het kalenderjaar 2007, met uitzondering van artikel 5.10e van de Regeling SUWI.

2. Artikel 5.10e van de Regeling SUWI, zoals dit artikel luidt na de inwerkingtreding van deze regeling, is van toepassing op de accountantscontrole bij de jaarrekening over het kalenderjaar 2007.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 februari 2008.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H. Donner.De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. Aboutaleb.

Bijlage IV, bedoeld in de artikelen 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI

Planning & control producten van CWI

In deze bijlage zijn de diverse producten uit de P&C-cyclus tussen CWI en SZW gespecificeerd, die CWI periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

meerjarenbeleidsplan

II

jaarplan met begroting

III

tussentijds verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota ( niet van toepassing op CWI )

VI

VBTB-informatie t.b.v. het SZW-jaarverslag

CWI levert één planningsdocument op, te weten het jaarplan met begroting. CWI dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de minister verstrekt.

De VBTB-informatie t.b.v. het SZW-jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag. Deze informatie wordt uiterlijk 15 februari aan SZW geleverd t.b.v. het begrotingsproces en de voorbereiding van de jaarverantwoording van SZW. Tegelijkertijd met de VBTB-informatie worden tevens de prognoses ten aanzien van de prestatie-indicatoren in het kader van de verantwoordingsinformatie, met bijbehorende toelichting, alsmede de prognoses ten aanzien van de budgetuitputting geleverd.

De planning voor de oplevering van deze producten kan als volgt worden weergegeven.

Oplever-

datum

Product

15/2

VBTB-informatie t.b.v. jaarverslag SZW

15/3

Jaarverslag incl. jaarrekening

11/6

Tussentijds verslag t/m april

Vóór 1/7

Ontwerp jaarplan met begroting

Vóór 1/10

Definitief jaarplan met begroting

10/10

Tussentijds verslag t/m augustus

In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
 

I

II

III

IV

V

VI

1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting

      

a. voorlopige opgave voorgaand jaar

      

b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode

      

c. raming lopend jaar

      

d. raming volgend jaar

      

e. voorstel herziening premiepercentages

      

f. kerncijfers per wet

      

2. Ontwikkelingen wetsuitvoering + andere taken

x

     

a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

 

x

x

x

  

b. prestatie-indicatoren / kengetallen

 

x

x

x

 

x

c. speerpunten Klantgerichtheid

 

x

M

x

  

d. speerpunten Handhaving

      

3. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

x

x

x

x

  

4. Ketensamenwerking

 

x

x

x

  

5. Bedrijfsvoering

      

a. rechtmatigheid (incl. M&O)

 

M

x

x

  

b. doelmatigheid

 

M

M

x

  

c. totstandkoming niet-financiële informatie

 

M

M

x

  

d. financieel beheer (tekortkomingen)

 

M

M

M

  

e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

M

M

M

M

  

6. Governance

      

a. Raad van Bestuur

   

x

  

b. Raad van Advies (gegeven adviezen en afgegeven signalen)

   

x

  

c. risicomanagement

   

x

  

7. Uitvoeringskosten

x

x

x

x

 

x

a. opbouw per product c.q. per groot project

 

x

x

x

  

b. opbouw per kostensoort

 

x

x

x

  

c. opbouw per wet / andere taken

      

d. prognose lopend jaar

  

x

   

e. vergelijking met vorig jaar

 

x

x

x

  

f. vergelijking met begroting

  

x

x

  

g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

 

x

 

x

  

h. bestuurskosten (gesplitst naar RvB en RvA)

   

x

  

8. Investeringen per categorie

 

x

x

x

  

9. Kasstroomoverzicht

 

x

 

x

  

10. Jaarrekening

   

x

  

11. n.v.t.

   

x

  

12. VBTB-informatie

   

x

 

x

13. Kwantitatieve informatie1

  

x

x

  

14. Toezichtbevindingen

   

x

  

1 De afspraken over de levering van de kwantitatieve informatie per wet wordt bilateraal per brief tussen SZW en de CWI geregeld.

Legenda

I

meerjarenbeleidsplan

II

jaarplan met begroting

III

tussentijdse verslagen

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota’s ( niet van toepassing op CWI )

VI

VBTB-informatie

x

Opnemen

M

Opnemen indien sprake er is van majeure ontwikkelingen

1. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat – volgens de VBTB-systematiek – in op de volgende vragen:

– Wat willen we bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

– Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten)?

– Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

– Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

– Wijzigingen in de andere taken.

In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet CWI verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft CWI zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.

Bij onderdeel c. Klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.

Daarnaast rapporteert CWI in haar jaarverslag over de wijze waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. CWI verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.

2. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

CWI doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. CWI legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wenst de consequenties van de financiële taakstellingen op de personeelsformaties van het Rijk te kunnen volgen. Hieronder zijn ook de SUWI-organisaties begrepen. CWI dient daarom zowel in budgettaire termen als in termen van fte’s verslag te doen van de effecten van de generieke taakstelling uit het coalitieakkoord, de Vernieuwingsagenda en de taakstelling die aan de samenwerking UWV, CWI en gemeenten is verbonden. Als basisformatie (nulpunt) geldt de ontwikkeling van het aantal fte vanaf het aantal fte per 31 december 2006.

Uitbreiding van de formatie als gevolg van intensiveringen dienen separaat zichtbaar te worden gemaakt.

3. Ketensamenwerking

CWI doet verslag van de samenwerking met zijn ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma.

Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen CWI heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.

4. Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag gaat CWI in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen CWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van CWI haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt CWI, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de onderstaande onderwerpen.

a) Rechtmatigheid

Het onderdeel over rechtmatigheid dient afzonderlijk identificeerbaar te zijn in de bedrijfsvoeringsparagraaf. Dit is noodzakelijk voor de accountant, zodat in de accountantsverklaring duidelijk en ondubbelzinnig kan worden aangegeven over welke onderdelen van het jaarverslag welke soort c.q. mate van zekerheid wordt gegeven.

Onder rechtmatigheid wordt verstaan de financiële rechtmatigheid. Financiële rechtmatigheid houdt in dat een financiële transactie in overeenstemming is met de Europese regelgeving, Nederlandse wetten, Algemene Maatregelen van Bestuur, ministeriële regelingen en beleidsregels opgenomen bepalingen die de uitkomst van de financiële transactie beïnvloeden. Voor het onderdeel over rechtmatigheid gelden kwantitatieve rapportagegrenzen. De wijze waarop CWI verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbijbehorende toelichting.

b) Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat CWI inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. CWI brengt verslag uit ter zake van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

c) Totstandkoming niet-financiële informatie (kwaliteit)

CWI rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI). In zowel de tussentijdse verslagen als het jaarverslag wordt ingegaan op de voortgang van verbetermaatregelen.

d) Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert de SUWI-organisatie over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend. Administraties zijn immers onlosmakelijk met een goed beheer verbonden.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.

Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

De SUWI-organisatie rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.

e) Overige onderwerpen bedrijfsvoering

CWI rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

– Sociaal beleid en HRM

CWI rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

– ICT Algemeen

CWI rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder.

– Gegevensverwerking en beveiliging Suwinet

CWI rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.

CWI rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI)..

– Huisvesting

CWI doet in de tussentijdse rapportages en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert de CWI specifiek over de volgende onderwerpen:

Leegstand

– Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)

De voortgang van de activiteiten om de huisvesting in lijn te brengen met de behoefte:

– ontwikkeling in flexibele leegstand;

– ontwikkeling in volledige leegstand;

– ontwikkeling in bouwleegstand.

Huisvestingskosten

– Huisvestingskosten

5. Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van CWI de wijze waarop zij haar taken uitvoert. CWI rapporteert in haar jaarverslag over de volgende onderwerpen. Indien CWI van mening dat over onderstaande onderwerpen op andere plek in het jaarverslag moet worden gerapporteerd, dan is CWI hier vrij in.

Risicomanagement

CWI rapporteert over de wijze waarop invulling is gegeven aan risicomanagement. CWI gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.

Raad van Bestuur en Raad van Advies

In het jaarverslag doet CWI op hoofdlijnen verslag van de door de Raad van Advies gegeven adviezen en afgegeven signalen.

6. Uitvoeringskosten

Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

– omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren

– de financiering van vaste activa

Bestuurskosten

CWI doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en Raad van Advies (artikel 5 vierde lid Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).

7. Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.

8. Jaarrekening

De jaarrekening van de CWI geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow.

De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

De jaarrekening CWI bestaat uit de volgende onderdelen:

– Grondslagen waardering en resultaatbepaling

– Balans met toelichting

– Resultatenrekening met toelichting

– Kasstroomoverzicht

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– risico’s

– de wijze waarop het bestuur invulling heeft gegeven aan de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen ter waarborging van het financieel beheer en de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitvoering.

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

10.1 Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.

10.2 Balans CWI per 31 december jaar T (met vergelijkende cijfers over jaar T-1)

Activa

– immateriële vaste activa

– materiële vaste activa

– financiële vaste activa

Totaal vaste activa

– vorderingen

– liquide middelen

– overige vlottende activa

Totaal vlottende activa

Totaal activa

Passiva

– eigen vermogen

– voorzieningen

– langlopende schulden

– kortlopende schulden

Totaal passiva

10.3 Resultatenrekening CWI over jaar T (met vergelijkende cijfers over jaar T-1)

Baten

Rijksbijdrage (Basisbudget)

Incidenteel budget (Bestedingsplan)

Overige Baten

Totaal baten

Lasten

Loonkosten eigen personeel

Kosten extern personeel

Overige personeelskosten

Totaal personeelskosten

Afschrijvingskosten

Huisvestingskosten

Automatiseringskosten

Kantoorkosten

Vervoerskosten

Overige beheerskosten

Totaal overig beheer

Beleidsbudgetten

Totaal overige kosten

Totaal lasten

Saldo van baten en lasten

10.4 Toelichting balans CWI

– Verloopstaat immateriële vaste activa

– Verloopstaat materiële vaste activa

– Verloopstaat financiële vaste activa

– Verloopstaat eigen vermogen

– Verloopstaat voorzieningen

10.5 Toelichting op de resultatenrekening CWI

10.5.1 Baten

Rijksbijdrage (Basisbudget)

Incidenteel budget (Bestedingsplan)

Overige baten

10.5.2 Lasten

Loonkosten eigen personeel

Kosten extern personeel

Overige personeelskosten

Afschrijvingskosten

Huisvestingskosten

Automatiseringskosten

Kantoorkosten

Vervoerskosten

Overige beheerskosten

Beleidsbudgetten

10.6 Kasstroomoverzicht

Gehanteerd wordt het kasstroomoverzicht met onderscheid naar operationele, investerings- en financieringskasstromen.

11. Accountantsverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van de CWI op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXI van de Regeling SUWI

12. VBTB-informatie

Ten behoeve van het SZW-jaarverslag verstrekt CWI jaarlijks VBTB-informatie.

De VBTB-informatie wordt uiterlijk 15 februari opgeleverd.

De informatie die op 15 februari dient te worden aangeleverd, omvat:

1e De voorlopige scores van de prestatie-indicatoren plus korte toelichting;

2e Prognoses m.b.t. budgetuitputting;

3e De VBTB informatie zoals vastgelegd in onderstaande tabel.

De definitieve cijfers worden vervolgens grotendeels opgenomen in het jaarverslag.

Tabel VBTB-informatie

1. Preventiequote WW (route A en B)

2. Uitstroomquote WW (alleen route A)

3. Aantal ontslagaanvragen CWI (waarvan procentueel het aantal collectieve aanvragen)

4. Ketenpreventiequote WW

5. Ketenuitstroomquote WW

13. Kwantitatieve informatie

Naast het jaarverslag en de tussentijdse verslagen dient CWI periodiek kwantitatieve informatie te verstrekken ten behoeve van verschillende functies binnen SZW, te weten aansturing, beleid, toezicht en financiering. Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks aparte bilaterale afspraken gemaakt.

14. Toezichtbevindingen

CWI gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.

Bijlage VI, bedoeld in de artikelen 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI.

Planning & control producten van UWV

In deze bijlage zijn de diverse producten uit de P&C-cyclus tussen UWV en SZW gespecificeerd, die UWV periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:

I

meerjarenbeleidsplan

II

jaarplan met begroting

III

tussentijds verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota

VI

VBTB-informatie t.b.v. het SZW-jaarverslag

UWV levert twee planningsdocumenten op, te weten het meerjarenbeleidsplan en het jaarplan met begroting. UWV dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de Minister verstrekt.

Met de fondsennota’s verstrekt UWV informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden uiterlijk 1 februari respectievelijk 1 juli opgeleverd. In het kader van deregulering is de fondsennota van oktober geïntegreerd in het tweede tussentijdse verslag.

De VBTB-informatie t.b.v. het SZW-jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag. Deze informatie wordt uiterlijk 15 februari aan SZW geleverd t.b.v. het begrotingsproces en de voorbereiding van de jaarverantwoording van SZW. Dit verslag bevat tevens de prognoses ten aanzien van de prestatie-indicatoren in het kader van de verantwoordingsinformatie, met bijbehorende toelichting, alsmede de prognoses ten aanzien van de budgetuitputting.

De planning voor de oplevering van deze producten kan als volgt worden weergegeven.

Oplever-

datum

Product

Vóór 1/2

Meerjarenbeleidsplan

1/2

Fondsennota (januari)

15/2

VBTB-informatie t.b.v. jaarverslag SZW

15/3

Jaarverslag incl. jaarrekening

11/6

Tussentijds verslag t/m april

1/7

Fondsennota (juni)

Vóór 1/7

Ontwerp jaarplan met begroting

Vóór 1/10

Definitief jaarplan met begroting

10/10

Tussentijds verslag t/m augustus, incl. fondseninformatie oktober (beperkt tot raming lopend jaar)

In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
 

I

II

III

IV

V

VI

15. Volumeontwikkeling en fondsbelasting

x

x

    

g. voorlopige opgave voorgaand jaar

    

x

 

h. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode

  

x

x

  

i. raming lopend jaar

  

x

 

x

 

j. raming volgend jaar

    

x

 

k. voorstel herziening premiepercentages

    

x

 

l. kerncijfers per wet

  

x

x

  

16. Ontwikkelingen wetsuitvoering + andere taken

x

     

e. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

 

x

x

x

  

f. prestatie-indicatoren / kengetallen

 

x

x

x

 

x

g. speerpunten Klantgerichtheid

 

x

M

x

  

h. speerpunten Handhaving

 

x

M

x

  

17. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

x

x

x

x

  

18. Ketensamenwerking

 

x

x

x

  

19. Bedrijfsvoering

      

f. rechtmatigheid (incl. M&O)

 

M

x

x

  

g. doelmatigheid

 

M

M

x

  

h. totstandkoming niet-financiële informatie

 

M

M

x

  

i. financieel beheer (tekortkomingen)

 

M

M

M

  

j. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

M

M

M

M

  

20. Governance

      

d. Raad van Bestuur

   

x

  

e. Raad van Advies (gegeven adviezen en afgegeven signalen)

   

x

  

f. risicomanagement

   

x

  

21. Uitvoeringskosten

x

x

x

x

 

x

i. opbouw per product c.q. per groot project

 

x

x

x

  

j. opbouw per kostensoort

 

x

x

x

  

k. opbouw per wet / andere taken

x

x

x

x

  

l. prognose lopend jaar

  

x

   

m. vergelijking met vorig jaar

 

x

x

x

  

n. vergelijking met begroting

  

x

x

  

o. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

 

x

 

x

  

p. bestuurskosten (gesplitst naar RvB en RvA)

   

x

  

22. Investeringen per categorie

 

x

x

x

  

23. Kasstroomoverzicht

 

x

 

x

  

24. Jaarrekening

   

x

  

25. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV –SZW

   

x

  

26. VBTB-informatie

   

x

 

x

27. Kwantitatieve informatie

  

x

x

  

28. Toezichtbevindingen

   

x

  

Legenda

I

meerjarenbeleidsplan

II

jaarplan met begroting

III

tussentijdse verslagen

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota’s

VI

VBTB-informatie t.b.v. jaarverslag SZW

x

Opnemen

M

Opnemen indien sprake er is van majeure ontwikkelingen

1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting

UWV verstrekt aan de Minister met betrekking tot elk van de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:

– In de januarinota:

a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan en de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages

b) een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar

– In de juninota:

a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie

b) voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.

– In de bijlage bij het 2e tussentijdse verslag:

a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie

– In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:

a) kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.

Bij de ramingen wordt ten aanzien van het Toeslagenfonds een onderscheid gemaakt tussen gegevens met betrekking tot de Toeslagenwet en de gegevens met betrekking tot de Wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria.

2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat – volgens de VBTB-systematiek – in op de volgende vragen:

– Wat willen we bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

– Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten)?

– Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

– Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

– Wijzigingen in de andere taken.

In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet UWV verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft UWV zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.

Bij onderdeel c. Klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.

Daarnaast rapporteert UWV in haar jaarverslag over de wijze waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. UWV verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.

Bij onderdeel d. Handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt hierbij specifiek ingegaan op de speerpunten van het Handhavingsprogramma en op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren. Een nadere uitwerking van het aspect handhaving wordt gegeven in de wijziging van de Regeling SUWI in verband met het opnemen van regels inzake de accountantscontrole (Regeling van 18 maart 2005, Stcr. 59).

3. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

UWV doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. UWV legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wenst de consequenties van de financiële taakstellingen op de personeelsformaties van het Rijk te kunnen volgen. Hieronder zijn ook de SUWI-organisaties begrepen. UWV dient daarom zowel in budgettaire termen als in termen van fte’s verslag te doen van de effecten van de generieke taakstelling uit het coalitieakkoord, de Vernieuwingsagenda en de taakstelling die aan de samenwerking UWV, CWI en gemeenten is verbonden. Als basisformatie (nulpunt) geldt de ontwikkeling van het aantal fte vanaf het aantal fte per 31 december 2006.

Uitbreiding van de formatie als gevolg van intensiveringen dienen separaat zichtbaar te worden gemaakt in het Meerjarenbeleidsplan, Jaarplan en in U-toetsen.

4. Ketensamenwerking

UWV doet verslag van de samenwerking met zijn ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma.

Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen UWV heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.

5. Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen UWV. Het doel is aan te geven in welke mate het management van UWV haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie en financieel beheer. Daarnaast wordt aandacht besteed aan majeure ontwikkelingen ten aanzien van o.a. personeel, ICT en huisvesting.

f) Rechtmatigheid

Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert het UWV in het 2e tussentijdsverslag over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten is omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop het UWV verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbijbehorende toelichting.

g) Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat het UWV inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Het UWV brengt verslag uit ter zake van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

h) Totstandkoming niet-financiële informatie (kwaliteit)

UWV rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI). In zowel de tussentijdse verslagen als het jaarverslag wordt ingegaan op de voortgang van verbetermaatregelen.

i) Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert de SUWI-organisatie over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend. Administraties zijn immers onlosmakelijk met een goed beheer verbonden.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.

Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

De SUWI-organisatie rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.

j) Overige onderwerpen bedrijfsvoering

UWV rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

Sociaal beleid en HRM

UWV rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.

ICT en informatiebeveiling

UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.

UWV rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).

Huisvesting

UWV doet in de tussentijdse rapportages en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert het UWV specifiek over de volgende onderwerpen:

Leegstand

– Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst).

Ontwikkeling in benodigde vierkante meters als gevolg van krimpen organisatie:

– vierkante meters VVO die nodig is voor het inrichten van nieuwe kantoorgebouwen en het leeg managen van af te stoten kantoorgebouwen;

– vierkante meters VVO die betrekking heeft op leeg op te leveren kantoorgebouwen;

– vierkante meters VVO normatief bezettingsverlies;

– vierkante meters VVO bovennormatief bezettingsverlies.

Huisvestingskosten

Totale huisvestingskosten (regulier en frictie) opgebouwd en onderverdeeld naar:

– Frictiekosten huisvesting (incl. facilitaire kosten);

– Regulier huisvestingskosten.

6. Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van UWV de wijze waarop zij haar taken uitvoert. UWV rapporteert in haar jaarverslag over de volgende onderwerpen. Indien UWV van mening dat over onderstaande onderwerpen op andere plek in het jaarverslag moet worden gerapporteerd, dan is UWV hier vrij in.

Risicomanagement

UWV rapporteert over de wijze waarop invulling is gegeven aan risicomanagement. UWV gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.

Raad van Bestuur en Raad van Advies

In het jaarverslag doet UWV op hoofdlijnen verslag van de door de Raad van Advies gegeven adviezen en afgegeven signalen.

7. Uitvoeringskosten

Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

– omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren

– de financiering van vaste activa

Bestuurskosten

UWV doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en Raad van Advies (artikel 5 vierde lid Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).

8. Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.

9. Kasstroomoverzicht

Gehanteerd wordt het kasstroomoverzicht met onderscheid naar operationele, investerings- en financieringskasstromen. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningen-courant met het Ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer).

10. Jaarrekening

De jaarrekening van UWV omvat zowel het UWV als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde fondsen. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen van de jaarrekening UWV.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

10.1 Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.

10.2 Balans UWV per 31 december

Activa

jaar t

jaar t-1

• immateriële vaste activa

  

• materiële vaste activa

  

• financiële vaste activa

  

Totaal vaste activa

  
   

• vorderingen

  

• liquide middelen

  

• overige vlottende activa

  

Totaal vlottende activa

  
   

Totaal activa

  
   

Passiva

  

• fondsvermogen

  

• bestemmingsfondsen

  

• voorzieningen

  

• langlopende schulden

  

• kortlopende schulden

  
   

Totaal passiva

  

10.3 Resultatenrekening UWV

Baten

jaar t

jaar t-1

Premiebaten

  

Rijksbijdrage

  

Overige baten

  
   

Totaal wettelijke taken sv

  

Andere taken

  

Totaal baten

  
   

LASTEN

  

Programmakosten

  

Uitkeringen

  

Sociale lasten

  

Overige lasten

  
   

Uitvoeringskosten

  

Personeelskosten

  

Huisvestingskosten

  

Automatiseringskosten

  

Bureaukosten

  

Overige kosten

  
   

Totaal wettelijke taken

  

Uitvoeringskosten andere taken

  

Totaal lasten

  
   

Saldo van baten en lasten

  

10.4 Toelichting op de resultatenrekening UWV

10.4.1. Baten wettelijke taken naar wet

 

Premiebaten

Rijksbijdragen

Overig

Totaal

 

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

WAO

        

IVA

        

WGA

        

WAZ

        

Wajong

        

WAZO

        

REA

        

TW

        

BIA

        

TRI

        

WW

        

ZW

        

Totaal

        

niet-SZW

        

10.4.2. Lasten wettelijke taken naar wet

 

Uitkeringen

Sociale lasten

Overige lasten

Uitvoeringskosten

Totaal

 

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

WAO

          

IVA

          

WGA

          

WAZ

          

Wajong

          

WAZO

          

REA

          

TW

          

BIA

          

TRI

          

WW

          

ZW

          

Totaal

          

niet-SZW

          

10.4.3 Uitvoeringskosten naar kostensoort

Uitvoeringskosten

jaar t

jaar t-1

begroting jaar t

Personeel

   

Huisvesting

   

Automatisering

   

Bureaukosten

   

Overige kosten

   

Totaal wettelijke taken

   

niet-SZW

   

10.4.4 Uitvoeringskosten naar wet

 

Regulier

Frictie

Investeringskosten

Wet- en regelgeving

Totaal

 

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

jaar t

jaar t-1

WAO

          

IVA

          

WGA

          

WAZ

          

Wajong

          

WAZO

          

REA

          

TW

          

BIA

          

TRI

          

WW

          

ZW

          

Totaal

          

niet-SZW

          

10.4.5 Uitvoeringskosten realisatie / begroot (regulier, projecten)1

 

Realisatie jaar t

Begroting jaar t

Regulier

  

Budget investeringskosten

  

Wet- en regelgeving (per project)

  

Frictiekosten

  

Totaal

  

Niet-SZW

  

10.4.6 Baten en lasten naar fonds

Baten

Aok

Aof

Wgf

Awf

Ufo

Afj

Tf

Rf

niet-SZW

Totaal

Rijksbijdragen

          

Premies

          

Overige baten

          
           

Totaal

          

Lasten

Aok

Aof

Wgf

Awf

Ufo

Afj

Tf

Rf

niet-SZW

Totaal

Uitkeringen

          

Sociale lasten

          

Overige lasten

          

Uitvoeringskosten

          
           

Totaal

          

11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV – SZW

De aansluitingstabel UWV – SZW wordt samen met het jaarverslag UWV 2007 naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. De aansluitingstabel UWV – SZW valt onder de accountantscontrole door het UWV.

12. VBTB-informatie t.b.v het SZW-jaarverslag

Ten behoeve van het SZW-jaarverslag verstrekt UWV jaarlijks VBTB-informatie

Het VBTB-verslag wordt uiterlijk 15 februari opgeleverd.

Deze VBTB-informatie omvat:

1e De voorlopige scores van de prestatie-indicatoren plus korte toelichting;

2e Prognoses m.b.t. budgetuitputting;

3e De VBTB informatie zoals vastgelegd in onderstaande tabel.

De definitieve cijfers worden vervolgens grotendeels opgenomen in het jaarverslag.

Tabel VBTB-informatie

Ten behoeve van het SZW-jaarverslag 2008 verstrekt het UWV onderstaande VBTB-informatie.

ZW

– instroom in uitkeringen

– bestand in uitkeringen

– uitstroom in uitkeringen

Arbeid en Zorg

– aantal aanvragen zwangerschaps- en bevallingsverlof

– aantal toegekende zwangerschapsuitkeringen zelfstandigen

– pleegzorg/adoptieverlof; aantal toegekende uitkeringen

WAO

– instroom in uitkeringen WAO

– instroomkans WAO in uitkeringen per 100 verzekerden

– bestand in uitkeringen WAO

– bestand als percentage van de verzekerde populatie

– percentage werkende WAO-ers

– uitstroom in uitkeringen WAO

– uitstroom naar werk gesplitst naar UWV en Eigen risicodragers

– uitstroomkans voor WAO

WIA

– instroom in uitkeringen naar IVA en WGA

– instroomkans naar IVA en WGA in uitkeringen per 100 verzekerden

– bestand in uitkeringen naar IVA en WGA

– bestand als percentage van de verzekerde populatie voor IVA en WGA

– percentage werkende WIA’ers naar IVA en WGA

– uitstroom in uitkeringen naar IVA en WGA

– uitstroom naar werk gesplitst naar UWV en Eigen risicodragers

– uitstroomkans voor IVA en WGA

WAZ

– instroom in uitkeringen WAZ

– bestand in uitkeringen WAZ

– percentage werkende WAZ-ers (nb in loondienst!)

– uitstroom in uitkeringen WAZ

Wajong

– instroom in uitkeringen Wajong

– bestand in uitkering Wajong, ultimo *1000

– % van het bestand Wajong geheel ao

– gemiddeld. % ao, van bestand Wajong.

– percentage werkende Wajong-ers

– uitstroom in uitkeringen Wajong

WW

– instroom in uitkeringen WW

– instroomkans WW naar leeftijd (<55, 55-57 ½, > 57 ½ jarigen)

– uitstroom in uitkeringen WW

– gemiddelde ww-duur bij werkhervatting in maanden

– werkhervatting binnen 12 maanden na instroom van de WW-gerechtigden

– werkhervatting binnen 12 maanden na instroom van de WW-gerechtigden die bij instroom 55 jaar of ouder waren

Re-integratie

– tabel relatie middelen - trajecten – plaatsingen WW en AG

– aantal gestarte brugbanen

– aantal lopende reïntegratietrajecten (einde jaar)

– aantal beëindigde reïntegratietrajecten

TW

– gemiddeld jaarvolume ( TW * 1000 uitkeringsjaren)

– gemiddelde toeslag TW

BIA

– aantal uitkeringsjaren Bia-uitkeringen

– gemiddelde uitkering

TRI

– aantal uitkeringsjaren TRI-uitkeringen

– aantal nieuwe uitkeringen TRI

– aantal beëindigde uitkeringen TRI

– gemiddelde duur TRI in maanden

Handhaving

– bekendheid met verplichtingen (uitgesplitst naar WW en WAO/IVA/WGA)

– aantal fraudesignalen (uitgesplitst naar WW en WAO/IVA/WGA)

– totaal benadelingsbedrag (uitgesplitst naar WW, TW, ZW en WAO/IVA/WGA)

– afdoeningspercentage (uitgesplitst naar WW, TW, ZW en WAO/IVA/WGA)

– percentage opgelegde sancties op signalen onvoldoende inzet reïntegratie (uitgesplitst naar AO en WW)

– aantal fysieke controles TW

13. Kwantitatieve informatie

Naast het jaarverslag en de tussentijdse verslagen dient UWV periodiek kwantitatieve informatie te verstrekken ten behoeve van verschillende functies, te weten aansturing, beleid, toezicht en financiering, Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks aparte bilaterale afspraken gemaakt.

14. Toezichtbevindingen

UWV gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.

1

Mag ook in het jaarverslag worden opgenomen.

Bijlage VIII, bedoeld in de artikelen 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI

Planning & control producten van SVB

In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die de SVB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten

I

meerjarenbeleidsplan

II

jaarplan met begroting

III

tussentijds verslag

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota

VI

VBTB-verslag

De SVB levert twee planningsdocumenten op, te weten het meerjarenbeleidsplan en het jaarplan met begroting. De SVB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de minister verstrekt.

Met de fondsennota’s verstrekt de SVB informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden respectievelijk uiterlijk 1 februari, 1 juli en 1 november opgeleverd.

De VBTB-informatie t.b.v. het SZW-jaarverslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag. Deze informatie wordt uiterlijk 15 februari aan SZW geleverd t.b.v. het begrotingsproces en de voorbereiding van de jaarverantwoording van SZW. Dit verslag bevat tevens de prognoses ten aanzien van de prestatie-indicatoren in het kader van de verantwoordingsinformatie, met bijbehorende toelichting, alsmede de prognoses ten aanzien van de budgetuitputting.

De planning voor de oplevering van deze producten kan als volgt worden weergegeven.

Oplever-

datum

Product

Vóór 1/2

Meerjarenbeleidsplan

1/2

Fondsennota (januari)

15/2

VBTB-informatie t.b.v. jaarverslag SZW

11/6

Tussentijds verslag t/m april

15/3

Jaarverslag incl. jaarrekening

1/7

Fondsennota (juni)

Vóór 1/7

Ontwerp jaarplan met begroting

1/10

Definitief jaarplan met begroting

10/10

Tussentijds verslag t/m augustus, incl. fondseninformatie oktober (beperkt tot raming lopend jaar)

In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor de producten van de P&C-cyclus
 

I

II

III

IV

V

VI

29. Volumeontwikkeling en fondsbelasting

x

x

    

m. voorlopige opgave voorgaand jaar

x

   

x

 

n. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode

  

x

x

  

o. raming lopend jaar

x

 

x

 

x

 

p. raming volgend jaar

x

   

x

 

q. voorstel herziening premiepercentages

    

x

 

r. kerncijfers per wet

  

x

x

  

30. Ontwikkelingen wetsuitvoering + andere taken

x

     

i. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten

 

x

x

x

  

j. prestatie-indicatoren / kengetallen

 

x

x

x

 

x

k. speerpunten Klantgerichtheid

 

x

M

x

  

l. speerpunten Handhaving

 

x

M

x

  

31. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

x

x

x

x

  

32. N.v.t.

      

33. Bedrijfsvoering

      

k. rechtmatigheid (incl. M&O)

 

M

x

x

  

l. doelmatigheid

 

M

M

x

  

m. totstandkoming niet-financiële informatie

 

M

M

x

  

n. financieel beheer (tekortkomingen)

 

M

M

M

  

o. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting

M

M

M

M

  

34. Governance

      

g. Raad van Bestuur

   

x

  

h. Raad van Advies (gegeven adviezen en afgegeven signalen)

   

x

  

i. Risicomanagement

   

x

  

35. Uitvoeringskosten

x

x

x

x

 

x

q. opbouw per product c.q. per groot project

 

x

x

x

  

r. opbouw per kostensoort

 

x

x

x

  

s. opbouw per wet / andere taken

x

x

x

x

  

t. prognose lopend jaar

  

x

   

u. vergelijking met vorig jaar

 

x

x

x

  

v. vergelijking met begroting

  

x

x

  

w. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening

 

x

 

x

  

x. bestuurskosten (gesplitst naar RvB en RvA)

   

x

  

36. Investeringen per categorie

 

x

x

x

  

37. n.v.t.

      

38. Jaarrekening

   

x

  

39. N.v.t.

      

40. VBTB-informatie

   

x

 

x

41. Kwantitatieve informatie per wet1

   

x

  

42. Toezichtbevindingen

   

x

  

1 De afspraken over de levering van de kwantitatieve informatie per wet wordt jaarlijks bilateraal per brief tussen SZW en de SVB geregeld. SZW en SVB zijn overeengekomen dat deze kwantitatieve informatie kwartaalsgewijs wordt geleverd.

Legenda

I

meerjarenbeleidsplan

II

jaarplan met begroting

III

tussentijdse verslagen

IV

jaarverslag incl. jaarrekening

V

fondsennota’s

VI

VBTB-informatie t.b.v. jaarverslag SZW

x

Opnemen

M

Opnemen indien sprake er is van majeure ontwikkelingen

1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting

De SVB verstrekt aan de minister met betrekking tot elk van de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:

– In de januarinota:

een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan en de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages

een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar

– In het meerjarenbeleidsplan:

de meerjaren-volumeprognose wordt jaarlijks geleverd. Het betreft realisaties en gedetailleerde ramingen voor Anw, AOW, AKW en TOG. Over de specificatie van de levering vindt overleg plaats tussen SZW en de SVB.

– In de juninota:

een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie. Tevens verstrekt de SVB in juni de volumegegevens die nodig zijn voor het actualiseren van de raming uitvoeringskosten en input vormen voor het costaccounting-lightmodel.

voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.

– In de oktobernota:

een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie

– In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:

kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.

2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken

Het jaarplan gaat - volgens de VBTB-systematiek - in op de volgende vragen:

– Wat willen we bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?

– Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten)?

– Wat mag het kosten (begroting)?

In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:

– Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;

– Wijzigingen in de andere taken.

In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet de SVB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren in het kader van de verantwoordingsinformatie zoals deze in het jaarplan zijn opgenomen, met bijbehorende toelichting, alsmede de prognoses ten aanzien van de budgetuitputting. Indien van toepassing beschrijft de SVB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.

De SVB doet, in de tussentijdse rapportgages en het jaarverslag, verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord.

Bij onderdeel c. Klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.

Daarnaast rapporteert de SVB in haar jaarverslag over de wijze waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. De SVB verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.

Bij onderdeel d. Handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt hierbij specifiek ingegaan op de speerpunten van het Handhavingsprogramma en op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren. Een nadere uitwerking van het aspect handhaving wordt gegeven in de wijziging van de Regeling SUWI in verband met het opnemen van regels inzake de accountantscontrole (Regeling van 18 maart 2005, Stcr. 59).

3. Ontwikkelingen grote projecten en W&R-projecten

De SVB doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. De SVB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wenst de consequenties van de financiële taakstellingen op de personeelsformaties van het Rijk te kunnen volgen. Hieronder zijn ook de SUWI-organisaties begrepen. De SVB dient daarom zowel in budgettaire termen als in termen van fte’s verslag te doen van de effecten van de personele taakstelling uit het coalitieakkoord. Als basisformatie (nulpunt) geldt de ontwikkeling van het aantal fte vanaf het aantal fte per 31 december 2006.

Uitbreiding van de formatie als gevolg van intensiveringen dienen separaat zichtbaar te worden gemaakt.

5. Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag gaat de SVB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen de SVB. Het doel is aan te geven in welke mate het management van de SVB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt de SVB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel- en materieelbeheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.

Rechtmatigheid

Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert de SVB in het 2e tussentijdsverslag over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten is omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop de SVB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbijbehorende toelichting.

Financieel Beheer

In dit onderdeel rapporteert de SUWI-organisatie over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend. Administraties zijn immers onlosmakelijk met een goed beheer verbonden.

Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.

Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.

De SUWI-organisatie rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s. Daarnaast rapporteert de SUWI-organisatie bij dit onderdeel over de fouten (per wet) die zijn vastgesteld bij de bepaling van de financiële rechtmatigheid, maar niet tot financiële onrechtmatigheid hebben geleid.

Doelmatigheid

In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat de SVB inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. De SVB brengt verslag uit ter zake van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.

Totstandkoming niet-financiële informatie

De SVB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI). In zowel het jaarverslag als de tussentijdse rapportages wordt ingegaan op de voortgang van verbetermaatregelen.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In het laatste onderdeel van de bedrijfsvoeringsparagraaf worden zo nodig overige gebreken in de bedrijfsvoering gemeld, bijvoorbeeld ten aanzien van het gevoerde personeelsbeheer, automatisering, het arbo-beleid of het niet-naleven van milieuvoorschriften. Het gaat er om dat ernstige tekortkomingen waarvan het management kennis heeft in de bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen moeten worden.

– Huisvesting

De SVB doet in de tussentijdse rapportages en in het jaarverslag verslag van de voortgang van de huisvestingsplannen. In het bijzonder rapporteert de SVB specifiek over de volgende onderwerpen:

Leegstand

Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)

Overmaat

De voortgang van de activiteiten om de overmaat te verhuren aan derden.

Huisvestingskosten

Huisvestingskosten onderverdeeld naar SV en niet-SV.

– Sociaal Beleid en HRM

De SVB rapporteert hier over ontwikkelingen binnen het gevoerde Sociaal en HRM-beleid van de SVB. Hierbij wordt in ieder geval ingegaan op de personeelsomvang.

– Automatisering

De SVB rapporteert over de ontwikkelingen op het gebied van ICT volgens de COBIT norm (dienstenniveau, general computer controls, gegevensbeheer). Ook de voortgang van projecten ter verbetering van de privacy-bescherming en informatiebeveiliging (privacy-audit) komt hier aan de orde.

6. Governance

De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van de SVB de wijze waarop zij haar taken uitvoert. De SVB rapporteert in haar jaarverslag over de volgende onderwerpen.

– Risicomanagement

De SVB rapporteert over de wijze waarop invulling is gegeven aan risicomanagement. De SVB gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s (appetite) en hoe risico’s worden gemanaged.

– Raad van Bestuur en Raad van Advies

In het jaarverslag doet de SVB op hoofdlijnen verslag van de door de Raad van Advies gegeven adviezen en afgegeven signalen. De SVB doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur en Raad van Advies (artikel 5 vierde lid Wet SUWI), en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).

7. Uitvoeringskosten

Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

– omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren (indien van toepassing)

– de financiering van vaste activa

8. Investeringen per categorie

De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.

10. Jaarrekening

De jaarrekening van de SVB omvat zowel de SVB als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde fondsen.

De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, boek 2 van het Burgelijk Wetboek, tenzij hiervan in deze bijlage wordt afgeweken.

De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.

De informatie in de paragraaf resultatenrekening moet in ieder geval voldoende zijn om achteraf te kunnen vaststellen hoeveel de SVB heeft uitgegeven aan de wettelijke uitvoering (zgn. grote geldstroom) en het eigen apparaat (uitvoeringskosten).

Gehanteerd wordt het kasstroomoverzicht met onderscheid naar operationele, investerings- en financieringskasstromen. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningen-courant met het ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer). Het kasstroomoverzicht dient aan te sluiten op de systematiek van Geïntegreerd Middelenbeheer.

De jaarrekening SVB bestaat uit de volgende onderdelen:

– Grondslagen waardering en resultaatbepaling

– Balans met toelichting

– Resultatenrekening met toelichting

– Kasstroomoverzicht

In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:

– uitleg belangrijke posten

– verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting)

– opvallende ontwikkelingen

– risico’s

– de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten

– omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten

10.1 Grondslagen waardering en resultaatbepaling

In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkende cijfers.

Met betrekking tot de premiebaten is het toegestaan als waarderingsgrondslag de EMU-definitie te hanteren (één maand verschoven kasbasis). Deze aanpassing dient (eenmalig) in de jaarrekening te worden vermeld, evenals de vergelijkende cijfers.

10.2 Balans SVB per 31 december

Activa

jaar t

jaar t-1

immateriële vaste activa

  

materiële vaste activa

  

financiële vaste activa

  

Totaal vaste activa

  
   

vorderingen

  

overige vlottende activa

  

liquide middelen

  

Totaal vlottende activa

  
   

Totaal activa

  
   

Passiva

  

fondsvermogen

  

bestemmingsfondsen

  

voorzieningen

  

langlopende schulden

  

kortlopende schulden

  
   

Totaal passiva

  

10.3 Resultatenrekening SVB

Baten en lasten

jaar t

jaar t-1

Baten

  

Ouderdomswetten (AOW)

  

Nabestaandenwet (ANW)

  

Kinderbijslagwet (AKW)

  

Regeling tegemoetkoming onderhoud gehandicapte kinderen (TOG)

  

Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)

  

Totaal wettelijke taken sv

  

Totaal taken niet-sv

  

Totaal baten

  
   

Lasten

  

Ouderdomswetten (AOW)

  

Nabestaandenwet (ANW)

  

Kinderbijslagwet (AKW)

  

Regeling tegemoetkoming onderhoud gehandicapte kinderen (TOG)

  

Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)

  

uitvoeringskosten wettelijke taken sv

  

Totaal wettelijke taken sv

  

Uitvoeringskosten niet-sv

  

Totaal lasten

  
   

Saldo van baten en lasten

  

10.4 Toelichting balans SVB

– Verloopstaat immateriële vaste activa

– Verloopstaat materiële vaste activa

– Verloopstaat financiële vaste activa

– Verloopstaat fondsvermogen

– Verloopstaat voorzieningen

– Verloopstaat langlopende schulden

10.5 Toelichting balans SVB op de resultatenrekening SVB

10.5.1 Baten wettelijke taken (realisatie / begroot)

Baten

AOW

ANW

AKW

TOG

TAS

niet-SV

Totaal

Rijksbijdragen

       

Premies

       

Overige baten

       
        

Totaal

       

10.5.2 Lasten wettelijke taken (realisatie / begroot)

Lasten

AOW

ANW

AKW

TOG

TAS

niet-SV

Totaal

Uitkeringen (incl. Sociale lasten)

       

Overige lasten

       

Uitvoeringskosten

       
        

Totaal

       

10.5.3 Uitvoeringskosten realisatie / begroot (totaal, regulier, speciale projecten)

Uitvoeringskosten

Totaal

Personeel

 

Huisvesting

 

Automatisering

 

Bureaukosten

 

Diensten en diversen

 
  

Totaal

 

Uitvoeringskosten

AOW

ANW

AKW

TOG

TAS

niet-SV

Totaal SVB

Personeel

       

Huisvesting

       

Automatisering

       

Bureaukosten

       

Diensten en diversen

       

Totaal

       

Uitvoeringskosten

Totaal

Staande organisatie

 

Projecten

 

Totaal

 

10.5.4 Saldo van baten en lasten naar fonds (voor zover van toepassing)

Saldo van baten en lasten wet naar fonds

AOW

ANW

AKW

TOG

TAS

niet-SV

Totaal

        

10.6 Accountantsverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van de SVB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXI van de Regeling SUWI.

12. VBTB-informatie

Ten behoeve van het SZW-jaarverslag verstrekt de SVB jaarlijks VBTB-informatie. De VBTB-informatie wordt uiterlijk 15 februari opgeleverd.

De informatie die op 15 februari dient te worden aangeleverd, omvat:

1e De voorlopige scores van de prestatie-indicatoren plus korte toelichting;

2e Prognoses m.b.t. budgetuitputting;

3e De VBTB informatie zoals vastgelegd in onderstaande tabel.

De definitieve cijfers worden vervolgens grotendeels opgenomen in het jaarverslag.

Als de levering van voorlopige scores van prestatie-indicatoren niet mogelijk is, zal in onderling overleg tussen SZW en SVB naar een oplossing gezocht worden.

Tabel VBTB-informatie

AOW (zowel in personen als uitkeringsjaren)

– Volume 90% uitkering

– Volume 70% uitkering (totaal)

• W.v. partner <65 jaar

• W.v. overigen

– Volume 50% uitkering (totaal)

• W.v. partner < 65 jaar)

• W.v. overig

– Totaal volume (90%+70%+50%)

– Aantal personen met gekort pensioen als percentage van het totaal aantal personen met pensioen

– Gemiddeld kortingspercentage

Anw (zowel in personen als uitkeringsjaren)

– Ingang recht voor 1 juli 1996

• W.v. nabestaanden en halfwezenuitkering

• W.v. nabestaandenuitkering

– Ingang recht na 1 juli 1996

• W.v. nabestaanden en halfwezenuitkering

• W.v. alleen nabestaandenuitkering

• W.v. alleen halfwezenuitkering

– Totaal (ongeacht ingangsdatum)

– Aantal wezenuitkeringen (in personen)

AKW/TOG

– Aantal gezinnen AKW

– Aantal telkinderen AKW

– Aantal telkinderen TOG

TAS

– Percentage uitkeringen bij leven

– Aantal toekenningen, uitgesplitst naar voorschot en eenmalige uitkeringen

– Aantal terugontvangen voorschotten

Handhaving (per wet: AOW, Anw, AKW)

– Bekendheid met verplichtingen

– aantal fraudesignalen

– totaal schadebedrag fraude

– percentage afdoening fraude (alle wetten)

– incassoratio

13. Kwantitatieve informatie

Naast het jaarverslag en de tussentijdse verslagen dient SVB periodiek kwantitatieve informatie te verstrekken ten behoeve van verschillende functies, te weten aansturing, beleid, toezicht en financiering, Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers, de integrale handhavingsrapportage en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks aparte bilaterale afspraken gemaakt.

14. Toezichtbevindingen

SVB gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.

Bijlage XXIII betreffende een nadere toelichting op artikel 5.10c, achtste lid, en artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling

Inleiding

Doelmatigheid is een begrip dat op verschillende manieren kan worden gedefinieerd.

Een gangbaar onderscheid is die tussen ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ en ‘doelmatigheid van beleid’. Bij ‘doelmatigheid van bedrijfsvoering’ staat de samenhang tussen de geleverde prestaties (producten of diensten) – uitgedrukt in kwantiteit én kwaliteit – en de ingezette middelen centraal. De ‘doelmatigheid van beleid’ benadert doelmatigheid op een hoger abstractieniveau, waarbij de relatie tussen beoogde effecten en ingezette middelen centraal staat.

In de context van de Wet SUWI gaat het om de doelmatigheid van de uitvoering van de sociale verzekeringen en wetten in het verstreken boekjaar (artikel 49, tweede lid) en de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoen aan eisen van doelmatigheid (artikel 49, zesde lid). De uitwerking van het doelmatigheidsbegrip die in het kader van de Regeling SUWI wordt gegeven heeft betrekking op de doelmatigheid van bedrijfsvoering.

Definitie doelmatigheid

Een organisatie is doelmatig als er een goed evenwicht is tussen de geleverde prestaties (primair in kwantiteit en secundair in kwaliteit) en de door haar ingezette middelen.

In aansluiting op de definitie van doelmatigheid werken UWV, CWI, SVB, IB en BKWI hun eigen toetsingskader uit.

Minimumeisen toetsingskader

Het toetsingskader dient aan de volgende minimumeisen te voldoen:

1. het kader gaat in op de maatregelen die de organisatie heeft genomen om de doelmatigheid inzichtelijk te maken;

2. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie verantwoording aflegt over de mate waarin prestaties (producten of diensten) conform de afspraken met de Minister zijn gerealiseerd. Hierbij moet de organisatie aspecten meenemen die een uitspraak doen over het aantal producten, diensten of klanten alsmede over de kwaliteit van de producten of diensten. Kwaliteitsaspecten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op klanttevredenheid, het aantal klachten en rechtmatigheid;

3. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de middelen die nodig zijn geweest voor het realiseren van de onderscheiden producten of diensten;

4. het kader gaat in op de wijze waarop de organisatie duidelijkheid verschaft over de relatie tussen de gerealiseerde prestaties en de daarbij verbruikte middelen. Hierbij dient de gerealiseerde doelmatigheid te worden afgezet tegen de eventueel bij de begroting van jaar t bepaalde doelstelling m.b.t. te realiseren doelmatigheid ten opzichte van jaar t-1;

5. indien de organisatie niet aan de bovenstaande minimumeisen kan voldoen dient een uitleg te worden gegeven over de reden hiervoor en dient de organisatie aan te geven hoe en wanneer de gedefinieerde eindsituatie zal worden bereikt.

Rol van de accountant

De accountant gaat in de context van de Wet SUWI in zijn verslag van bevindingen in op de vraag of het beheer en de organisatie van de rechtspersoon voldoet aan de eisen van doelmatigheid (artikel 49, zesde lid).

De accountant heeft als taak in zijn verslag van bevindingen te rapporteren over de ordelijke en controleerbare totstandkoming van de verantwoording over de doelmatigheid.

De accountant stelt in dit verband ook vast of de organisatie een toetsingskader hanteert dat voldoende rekening houdt met de in deze toelichting benoemde minimumeisen.

Toelichting

Artikel I, onderdeel A en B

Door deze wijziging worden de begrippen ‘jaarplan’ en ‘begroting’ samengevoegd tot één begrip: jaarplan met begroting. Het jaarplan zal voortaan vergezeld van de begroting als één document worden aangeboden. Achtergrond daarvan is dat beide producten onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.

In artikel I, onderdeel C, van deze regeling wordt de datum voor indiening van het meerjarenbeleidsplan verschoven van 1 oktober naar 1 februari. Het indienen van een concept meerjarenbeleidsplan (voor de inwerkingtreding van deze wijziging jaarlijks vóór 1 juli) kan hierbij komen te vervallen.

Artikel I, onderdeel C

De planning en control cyclus van de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI), het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale verzekeringsbank (SVB) sluit in onvoldoende mate aan bij die van de rijksoverheid. Het vroegst mogelijke moment waarop een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) voornemens kan indienen met budgettaire gevolgen is op dit moment 1 juli, als het concept-jaarplan met begroting wordt aangeboden. Zulke voornemens blijken in de praktijk vaak moeilijk te honoreren, omdat het uitgavenkader van de rijksoverheid op dat moment al in hoge mate is vastgesteld. Om een betere aansluiting te bewerkstelligen tussen beide cycli wordt nu voorgesteld het meerjarenbeleidsplan te zien als start van de planning en control cyclus. Daartoe zou het moment van indienen moeten worden verschoven van 1 oktober naar 1 februari van het jaar. Dat biedt de minister de mogelijkheid het meerjarenbeleidsplan te betrekken bij zijn afwegingen voor het uitgavenkader van het volgende kalenderjaar.

Artikel I, onderdelen D, E, F, G en H

In de artikelen 5.5 tot en met 5.9 staan inhoudelijke voorschriften over het jaarplan en de begroting. Een groot aantal van deze voorschriften die betrekking hebben op de CWI, het UWV en de SVB staan tevens in de bijlagen IV, VI en VIII waardoor het niet nodig is ze in de artikelen van de Regeling SUWI op te nemen. Van de voorschriften die niet in deze bijlagen zijn opgenomen, wordt hieronder aangegeven waarom ze vervallen.

De omschrijving van de wettelijke taken en andere taken (hiervoor opgenomen in artikel 5.5) is niet opgenomen in de bijlagen IV, VI en VIII. In een jaarplan worden namelijk per definitie de taken van de zbo beschreven. Bovendien behoeft daaraan geen aparte goedkeuring via het jaarplan te worden verleend, omdat ze al zijn goedgekeurd op grond van artikel 13 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI).

De beoogde migratie- en transformatiekosten (hiervoor opgenomen in artikel 5.5) zijn niet opgenomen in de bijlagen IV, VI en VIII. Het UWV is ontstaan in 2002 door een fusie van verschillende uitvoeringsinstellingen. In de begintijd was sprake van een omvangrijk migratie- en transformatieproject, waarmee de bedrijfsvoering werd geïntegreerd. Dit project is afgerond. Daarmee is de noodzaak vervallen van een bepaling over rapportages over migratie- en transformatieprojecten in de Regeling SUWI. Ook voor de SVB en de CWI is het niet meer nodig om de beoogde migratie- en transformatiekosten in de bijlagen op te nemen.

Uitbesteding (hiervoor opgenomen in artikel 5.5) is niet opgenomen in de bijlagen IV, VI en VIII. Deze bevoegdheid van zbo’s behoeft geen aparte ministeriele goedkeuring en behoeft derhalve niet expliciet in het jaarplan te worden opgenomen.

Specificatie van kosten van leaseovereenkomsten, gesplitst naar auto’s en inventaris (hiervoor opgenomen in artikel 5.6) is niet opgenomen in de bijlagen IV, VI en VIII. Bij de start van SUWI is de behoefte gevoeld veel zaken in regelgeving vast te leggen, nu de uitvoering voor het eerst geheel in publieke handen werd gelegd. Thans stellen we vast, dat de SUWI-zbo’s hun bedrijfsvoering zodanig professioneel hebben ingericht, dat de rapportageverplichtingen kunnen worden verlicht. In algemene zin geldt dat de zbo’s gehouden zijn majeure ontwikkelingen in de bedrijfsvoering te melden. Dat kan dan ook gelden voor leasecontracten.

Specificatie van de geraamde uitvoeringskosten andere taken naar personeel, huisvesting, automatisering etc. (hiervoor opgenomen in artikel 5.6) is niet opgenomen in de bijlagen IV, VI en VIII. Dergelijk gedetailleerde specificatie zijn niet relevant voor de beoordeling van de uitvoeringskosten van andere taken. De minister is via de goedkeuringsprocedure van artikel 13 van de Wet SUWI ervan op de hoogte dat eventuele andere taken kostendekkend zijn. Bovendien is de omvang van andere taken bij UWV de afgelopen jaren sterk gedaald

Het in de begroting opnemen van een prognose voor de stand van de voorzieningen in de komende 5 jaar (hiervoor opgenomen in artikel 5.6) is niet opgenomen in bijlagen IV, VI en VIII. De prognoses van de voorzieningen voor het komende jaar zijn opgenomen in het kasstroomoverzicht bij de begroting. Ramingen voor de daaropvolgende vier jaar zijn zo onvoorspelbaar dat dit geen toegevoegde waarde heeft.

Het in de begroting opnemen van een specificatie van de vaste activa per 1 januari (hiervoor opgenomen in artikel 5.8) is niet opgenomen in de bijlagen IV, VI en VIII. De minister is voornamelijk geïnteresseerd in de investeringen voor het komende begrotingsjaar; de stand van zaken per 1 januari is minder relevant. Bovendien is een detaillering zoals voorgeschreven niet langer gewenst.

Afwegingen ten aanzien van personeel, automatisering, huisvesting en managementfilosofie (hiervoor opgenomen in artikel 5.9) zijn niet opgenomen in de bijlagen IV, VI en VIII. Deze bepaling was vooral van belang tijdens de opbouwfase van de SUWI-zbo’s. Nu dit proces is afgerond, is dit voorschift niet meer nodig. Daarnaast zullen in het jaarplan, in het bijzonder in de bedrijfsvoeringsparagraaf, relevante ontwikkelingen of wijzigingen altijd worden vermeld.

Door het laten vervallen van de betreffende onderdelen, gelden bovengenoemde voorschriften ook niet meer voor de RWI en het IB.

Artikel I, onderdeel J

De term ‘tussentijdse verslagen’ laat meer ruimte voor flexibiliteit dan de term ‘kwartaalverslagen’. Er is behoefte aan om het mogelijk te maken om in plaats van over drie maanden, over vier maanden te rapporteren.

Artikel I, onderdeel K

Het eerste lid, onderdeel c, is opnieuw vastgesteld in verband met de toevoeging aan de Regeling SUWI van een bijlage betreffende doelmatigheid. Daarnaast is er een derde lid aan het artikel toegevoegd. Op grond van het Burgerlijk Wetboek en de Wet SUWI dienen het UWV, de SVB en de CWI hun bestuurskosten te verantwoorden. Deze kosten vloeien voort uit artikel 5 van de Wet SUWI. Dit artikel gaat over de rechtspositieregelingen van de Raad van bestuur en de Regeling vergoeding Raad van advies van respectievelijk het UWV, de SVB en de CWI. Inzicht in de omvang van deze bestuurskosten op individueel niveau is wenselijk, om te kunnen vaststellen of deze kosten in overeenstemming met voornoemde regelingen tot stand zijn gekomen. Om dat mogelijk te maken, wordt in de Regeling SUWI opgenomen dat de accountant de rechtmatige uitvoering onderzoekt van de regelingen bedoeld in artikel 5 van de Wet SUWI en de uitkomsten van zijn onderzoek vermeldt in zijn verslag van bevindingen.

Artikel I, onderdeel L

Artikel 5.11 is aangepast naar aanleiding van het vervallen van de in dit artikel genoemde bijlagen. Hiernaast vervalt het tweede lid omdat gebleken is dat de basisgegevens een zodanig stabiel karakter hebben dat het wettelijk voorschrijven van een kwartaalsgewijze actualisering overbodig is.

Artikel I, onderdeel M

Het eerste, tweede en vierde lid van artikel 5.12 vervallen, omdat het verstrekken van deze beleidsinformatie niet meer in de Regeling SUWI wordt geregeld, maar in aparte bilaterale afspraken tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de CWI, het UWV en de SVB. Gezien artikel 72 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is het niet nodig om dit in een ministeriële regeling te regelen.

Het toegevoegde nieuwe lid heeft betrekking op het zogenaamde VBTB-verslag, dat jaarlijks wordt verstrekt ten behoeve van het jaarverslag van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel I, onderdeel N

Deze bepaling wordt geschrapt in het kader van deregulering. Het is niet nodig om te regelen dat de in dit artikel genoemde stukken aan de minister en de IWI worden verstrekt. De algemene inlichtingenverplichting van artikel 72 van de Wet SUWI voldoet op dit punt. Aan deze algemene inlichtingenplicht kan in goed overleg tussen ministerie en zelfstandig bestuursorgaan vorm worden gegeven.

Artikel I, onderdeel O

De bijlagen III en V vervallen, omdat het niet meer nodig wordt geacht om precies voor te schrijven welke basisgegevens elektronisch beschikbaar moeten zijn. De CWI, het UWV en de SVB zijn zelf in staat om dit te beoordelen.

Artikel I, onderdeel P

Zoals elk jaar worden de bijlagen IV, VI en VIII vervangen door geactualiseerde bijlagen, waarbij zoals hiervoor is aangegeven deze bijlagen zijn vereenvoudigd.

Artikel I, onderdeel Q

Er wordt een bijlage betreffende de doelmatigheid aan de Regeling SUWI toegevoegd.

Artikel II

Voor het VBTB-verslag en het jaarverslag over het kalenderjaar 2007 gelden nog de bijlagen zoals vastgesteld op 21 februari 2007 (Stcrt. 2007, 44), met dien verstande dat artikel 5.10e van de Regeling SUWI, zoals dit artikel luidt na de inwerkingtreding van deze regeling, wel al van toepassing is op de accountantscontrole bij de jaarrekening over het kalenderjaar 2007.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Naar boven