Derde wijziging Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 15 februari 2008, nr. 5530689/08, houdende de derde wijziging van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005.

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Besluit:

Artikel I

De Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

2. De hoogte van de in het eerste lid bedoelde toelage is in de opvangvoorziening waarin de bewoners volledig zelf het eigen eten verzorgen als volgt: volwassenen: € 53,89, kinderen tot en met 11 jaar: € 34,57, kinderen ouder dan 11 jaar en jonger dan 18 jaar: € 41,39 en alleenstaande minderjarige vreemdelingen: € 50,53. Alleenstaande ouders krijgen daarboven een toeslag van € 27,80.

B

Artikel 14, derde lid, komt te luiden:

3. De hoogte van de in het eerste lid bedoelde toelage is in de opvangvoorziening waarin de bewoners het ontbijt en een tweede maaltijd zelf verzorgen en niet de hoofdmaaltijd als volgt: volwassenen: € 31,62, kinderen tot en met 11 jaar: € 12,67, kinderen ouder dan 11 jaar en jonger dan 18 jaar: € 15,76 en alleenstaande minderjarige vreemdelingen: € 28,10. Alleenstaande ouders krijgen daarboven een toeslag van € 22,06.

C

Artikel 14, vierde lid, komt te luiden:

4. De hoogte van de in het eerste lid bedoelde toelage is in de opvangvoorziening waarin de bewoners alle maaltijden krijgen verstrekt als volgt: volwassenen: € 16,78, kinderen tot en met 11 jaar: € 3,84, kinderen ouder dan 11 jaar en jonger dan 18 jaar: € 5,76 en alleenstaande minderjarige vreemdelingen: € 13,43. Alleenstaande ouders krijgen daarboven een toeslag van € 11,03.

D

Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het zesde lid wordt ‘een daartoe strekkend verzoek van een alleenstaande minderjarige vreemdeling’ vervangen door: een daartoe strekkend verzoek van een vreemdeling.

2. Aan het zesde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. de leges ter zake van de afdoening van de aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijfsdoel ‘verblijf bij ouders’ ingediend door een in Nederland geboren kind dat op grond van artikel 3, derde lid, onder d opvang wordt geboden.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2008

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 februari 2008.
De Staatssecretaris van Justitie, N. Albayrak.

Toelichting

Artikelsgewijs

A, B, C

Het onderhavige besluit tot wijziging van de Rva 2005 wijzigt de wekelijkse financiële toelage die asielzoekers ontvangen aan wie door het COA opvang wordt geboden. Het betreft een aanpassing aan de prijsontwikkeling van de gezinsconsumptie.

D

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de kring van personen waarop een aanvraag om verlening van een asielvergunning betrekking heeft, niet na het nemen van een beslissing op die aanvraag kan worden uitgebreid (uitspraak van 30 augustus 2006, 200602223/1, JV 2006/384). Dit brengt met zich mee dat het verblijf van een in de (hoger) beroepsfase geboren kind van een asielzoeker niet bij de procedure van de ouder(s) wordt betrokken en een zelfstandige aanvraag zal moeten worden ingediend. In dat geval zal het in beginsel op de weg van de wettelijk vertegenwoordiger (meestal de ouder) liggen om een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijfsdoel ‘verblijf bij ouder(s)’ in te dienen.

Artikel 3, derde lid, onder d bepaalt dat opvang wordt geboden aan de vreemdeling die een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 heeft ingediend onder een beperking verband houdend met gezinshereniging met een asielzoeker aan wie met toepassing van deze regeling opvang wordt geboden. In de hierboven beschreven situatie, waarbij ten behoeve kind een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijfsdoel ‘verblijf bij ouder(s)’ is ingediend, maakt het kind ingevolge artikel 3, derde lid, aanspraak op opvang. De hierbedoelde aanvraag is immers een aanvraag regulier voor bepaalde tijd onder de beperking verband houdend met gezinshereniging met de asielzoeker (de ouder) die op grond van deze regeling opvang wordt geboden.

In artikel 17, zesde lid, is de verwijzing naar de alleenstaande minderjarige vreemdeling geschrapt. Er kan, gezien artikel 17, zesde lid, onderdelen c en het bij deze wijziging toegevoegde onderdeel d, ook sprake zijn van een verzoek tot het vergoeden van de leges door het COA door anderen dan een alleenstaande minderjarige vreemdeling. Een verwijzing naar de alleenstaande minderjarige vreemdeling is daarom te beperkt.

Met het toevoegen van onderdeel d aan artikel 17, zesde lid wordt het mogelijk gemaakt dat, op verzoek van de ouder(s), de leges die worden voldaan ter zake van de afdoening van een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het in Nederland geboren kind, worden vergoed. Deze kosten kunnen daarmee, als uitzondering op het bepaalde in artikel 17, vijfde lid, worden beschouwd als buitengewone kosten.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak

Naar boven