Circulaire doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar

Aan: De ministers

Onderwerp: Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar

Doelstelling: Bekendmaken van beleid

Juridische grondslag:

Relaties met andere circulaires:

Ingangsdatum: Dag na publicatie Staatscourant, met terugwerkende kracht voor een bepaalde groep (zie beschrijving in circulaire)

Geldig tot: 1 januari 2010

Datum: 14 februari 2008

Kenmerk: 2008-0000063614

Onderdeel: DGOBR/POI Rijk/PR

Afspraak vervallen ontslaggrond 65 jaar, CAO Rijk 2002–2003

Uitgangspunt van deze circulaire is de afspraak over doorwerken na 65 jaar uit de CAO Rijk 2002–2003.

De afspraak uit de CAO Rijk 2002–2003 om de ontslaggrond ‘bereiken van pensioengerechtigde leeftijd’ te laten vervallen is niet geëffectueerd, vanwege het bestaan van een besluit uit 1945, houdende vaststelling van een leeftijdsgrens voor het vervullen van openbare functies. Nu het besluit uit 1945 recent is ingetrokken, is het in juridische zin mogelijk een wijziging aan te brengen in de huidige ontslaggrond van het ARAR.

De genoemde CAO-afspraak is echter zo basaal dat daaraan niet zonder meer letterlijk invulling kan worden gegeven. De afspraak behoeft op een aantal punten aanvulling en invulling.

Dit betreft in ieder geval de volgende consequenties van het vervallen van de genoemde ontslaggrond:

– Er bestaat dan geen ontslaggrond vanwege het bereiken van een bepaalde leeftijd meer.

– Er zal in het geval van ziekte geen sprake zijn van loondoorbetaling. In artikel 37 van het ARAR staat immers dat de doorbetaling stopt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd.

– In de sociale zekerheidswetten is een leeftijdsgrens van 65 jaar opgenomen die correspondeert met de AOW-gerechtigde leeftijd. Blijft een werknemer na 65 jaar werken, dan is hij of zij geen premies sociale zekerheid noch AOW-premie verschuldigd.

– Zolang de werknemer niet wordt ontslagen, blijft hij ABP-deelnemer en blijft hij pensioen opbouwen, tot hij tegen fiscale grenzen oploopt zoals het moment waarop het pensioen 100% van het laatste inkomen bedraagt en/of de verplichte ingang van het pensioen bij het bereiken van de leeftijd van 70 jaar.

Voor uitwerking meer tijd nodig

In zijn algemeenheid geldt de vraag of, en zo ja op welke onderdelen, er bij doorwerken na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar sprake zou moeten zijn van een afwijkend arbeidsrechtelijk regime. Ook dat behoeft nadere uitwerking.

Het beleid van het kabinet op dit punt is nog in ontwikkeling.

Uit hetgeen hiervoor is aangegeven, wordt duidelijk dat het niet gewenst is om slechts over te gaan tot schrappen van de ontslaggrond ‘bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd’ uit het ARAR. Op een aantal punten is nog een nadere uitwerking nodig.

Het op korte termijn vaststellen van een uitgewerkt arbeidsrechtelijk regime voor 65-plussers in de sector Rijk is echter niet haalbaar, gezien de juridische implicaties, alsmede de relatie met het aangekondigde kabinetsbeleid op dit punt. Daarom is ervoor gekozen de betreffende ontslaggrond in het ARAR vooralsnog te handhaven en tegelijkertijd een tijdelijke gedragslijn af te spreken, waarbij het uitgangspunt is dat voor de groep ambtenaren die wil doorwerken door de werkgever geen gebruik wordt gemaakt van de genoemde ontslaggrond (zie hieronder).

Afspraak voor de korte termijn: tijdelijke gedragslijn

Aangezien er rijksambtenaren zijn die nu verzoeken indienen of hebben ingediend bij hun werkgevers om na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd te mogen doorwerken, is het van belang dat op korte termijn tot een rijksbrede gedragslijn wordt gekomen over hoe met deze verzoeken wordt omgegaan. Dit in afwachting van een structureel regime voor 65-plussers.

Om die reden is de volgende gedragslijn voor de sector Rijk afgesproken met de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel.

Inhoud en werking gedragslijn

Uitgangspunt is dat voor de groep ambtenaren die na bereiken van de leeftijd van 65 jaar wil doorwerken, in de periode tot eind 2009, geen gebruik wordt gemaakt van de in het ARAR ter zake opgenomen ontslaggrond.

Aangezien de ontslaggrond formeel nog bestaat, dient de betreffende ambtenaar een verzoek in te dienen om te kunnen doorwerken.

De tijdelijke gedragslijn treedt in werking vanaf de dag na publicatie van de circulaire in de Staatscourant, met terugwerkende kracht voor een bepaalde groep (zie hierna). Men kan tot uiterlijk 1 januari 2010 gebruik maken van de tijdelijke gedragslijn.

Gezien het uitgangspunt om geen gebruik te maken van de ontslaggrond uit het ARAR, dient het verzoek om door te werken na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar door de werkgever te worden gehonoreerd, tenzij zwaarwegende dienstbelangen zich daartegen verzetten.

Bij de invulling van het begrip ‘zwaarwegende dienstbelangen’ gelden de criteria van de Wet aanpassing arbeidsduur. Het moge duidelijk zijn dat de weigeringsgrond door de werkgever slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan worden ingeroepen, zeker nu het hier niet (zoals bij de Wet aanpassing arbeidsduur) gaat om vermindering of vermeerdering van het aantal arbeidsuren van de ambtenaar, maar om handhaving van een reeds bestaande situatie.

Daarnaast geldt als voorwaarde dat de ambtenaar, bij zijn verzoek om door te werken, gelijktijdig zijn ontslag aanvraagt met als uiterste ingangsdatum 1 januari 2010. Het gaat hier immers om een tijdelijke gedragslijn.

Indien de ambtenaar weigert om hieraan mee te werken, betekent dat dat de werkgever niet is gebonden aan de afspraken in het kader van de tijdelijke gedragslijn.

De ambtenaar heeft het recht ook na 31 december 2009 (expiratiedatum van de tijdelijke gedragslijn) te blijven doorwerken indien hij op dat moment voldoet aan de voorwaarden van de nog te maken structurele regeling. Hoe in dit verband zal worden omgegaan met een reeds aangevraagd ontslag (zie hiervoor), zal onderdeel uitmaken van het overgangsrecht bij de structurele regeling.

De ambtenaar dient zijn verzoek om door te werken niet eerder dan 6 maanden en niet later dan 3 maanden voor zijn 65ste verjaardag in te dienen. De werkgever dient uiterlijk 6 weken voordat de ambtenaar 65 wordt, over het verzoek te beslissen.

De hier genoemde termijnen gelden niet in de eerste maanden na invoering van de tijdelijke gedragslijn. Deze overgangsperiode loopt tot 1 juli 2008.

Onderdeel van de tijdelijke gedragslijn voor het doorwerken na 65 is dat (tot eind 2009) de bestaande arbeidsvoorwaardelijke aanspraken die gelden tot aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd worden gehandhaafd.

Uitzondering hierop is de loondoorbetaling bij ziekte. In aansluiting op het SER-advies ter zake, wordt de 65-plusser nog een jaar lang doorbetaald bij ziekte.

Het ARAR zal hiertoe worden aangepast.

Het netto-inkomen van de ambtenaar zal hoger worden doordat de premies sociale zekerheid en AOW vervallen. Daarnaast zal de betreffende ambtenaar een AOW-uitkering ontvangen.

Terugwerkende kracht

Ook de volgende groep 65-plussers kan desgewenst, in aangepaste vorm, gebruik maken van de tijdelijke gedragslijn om na 65 jaar door te werken:

– men is op of na 11 mei 2007, maar vóór de datum van inwerkingtreding van deze circulaire, 65 jaar geworden. 11 Mei 2007 is de datum van intrekking van het eerder genoemde besluit uit 1945; én

– men heeft in de periode vóór inwerkingtreding van deze circulaire, op enigerlei wijze, het verzoek kenbaar gemaakt om te kunnen doorwerken na 65 jaar.

Omdat het in uitvoeringstechnische zin bijzonder lastig is om de tijdelijke gedragslijn onverkort te laten terugwerken, is voor de bovengenoemde groep een aangepaste gedragslijn afgesproken. Hierbij blijft het eerder verleende ontslag in stand, evenals de reeds ingegane verstrekking van pensioen.

De desbetreffende 65-plusser zal, in het geval van een hernieuwd verzoek, opnieuw in dienst treden van zijn ex-werkgever (tenzij sprake is van een zwaarwegend dienstbelang conform de hiervoor aangegeven omschrijving). Hierbij zal sprake zijn van een tijdelijke aanstelling, uitgaande van dezelfde arbeidsvoorwaarden als voorheen. De tijdelijke aanstelling heeft een looptijd tot minimaal 1 januari 2009 en tot maximaal 1 januari 2010 (expiratiedatum van de tijdelijke gedragslijn)

Aangezien er, vergeleken met de situatie dat men meteen na de 65e verjaardag had kunnen doorwerken, sprake is van loonderving over de afgelopen periode, heeft de betrokkene recht op een schadevergoeding. Deze schadevergoeding bedraagt de bruto bezoldiging per ‘gederfde’ maand minus het ontvangen bruto pensioen.

Vanaf de ingangsdatum van de tijdelijke aanstelling ontvangt men maandelijks bezoldiging, pensioen en AOW. Deze cumulatie van inkomsten biedt voldoende compensatie voor het feit dat er geen verdere pensioenopbouw plaatsvindt. Omdat men door de cumulatie, vergeleken met de situatie van een na 65 jaar doorlopende aanstelling, in een hoger belastingtarief komt, wordt tijdens de looptijd van de tijdelijke aanstelling bovenop de bezoldiging een bonus van 10% betaald.

Hoe met één en ander zal worden omgegaan in het kader van de vanaf 2010 geldende structurele regeling, zal onderdeel uitmaken van de overgangsregeling bij die regeling.

In 2008 en 2009 werken aan structureel arbeidsrechtelijk regime 65-plussers

Het werken met een tijdelijke gedragslijn geeft de gelegenheid om op verantwoorde wijze te komen tot een, nader uitgewerkt, structureel arbeidsrechtelijk regime voor 65-plussers. Hierbij zullen de ervaringen met de tijdelijke gedragslijn worden meegenomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor deze:
de directeur-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk, R.IJ.M. Kuipers.

Naar boven