Wijziging Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 februari 2008, nr. TRCJZ/2008/459, houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

– artikel 11, eerste lid, van Verordening (EG) Nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PbEG L 358/3);

– de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

– artikel 1:3 van de Regeling LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Regeling LNV-subsidies1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2:67 wordt een titel ingevoegd, luidende:

Titel 11

Risico- en crisisbeheer

Artikel 2:68

Subsidiabele activiteiten

De Minister kan een tegemoetkoming verstrekken voor door weersomstandigheden veroorzaakte schade aan gewassen overeenkomstig bijlage 3 bij deze regeling.

B

Na bijlage 2 wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

Bijlage 3

Tegemoetkoming voor door weersomstandigheden veroorzaakte schade aan gewassen als bedoeld in artikel 2:68.

In deze bijlage wordt verstaan onder:

– schadeperiode: 3 maart 2005 tot en met 7 maart 2005;

– schadetermijn: de teeltcyclus in de periode van 3 maart 2005 tot en met 1 oktober 2005;

– schade-expert: een deskundige die de Gedragscode van expertiseorganisaties van het Verbond van Verzekeraars of een daarmee gelijk te stellen gedragscode in acht neemt;

– taxatierapport: een rapport dat binnen de schadetermijn door een schade-expert is opgesteld en ten minste de volgende gegevens bevat:

– een omschrijving van het fruitgewas, plantjaar en de teeltmethode;

– een beschrijving van de fysieke opbrengst in kilo’s van het fruitgewas;

– een beschrijving van de kwaliteitsklasse van het fruitgewas;

– een beschrijving van het aantal hectares waarop het betreffende fruitgewas is geteeld;

– een verklaring van de aanvrager dat de schade is veroorzaakt door extreme vorst in de schadeperiode.

– vorstschade: financieel verlies als gevolg van een lagere opbrengst in kwantiteit of kwaliteit van fruitgewassen die redelijkerwijs is toe te rekenen aan extreme vorst in de schadeperiode.

Tegemoetkoming vorstschade fruitteeltsector 2005

A. Voorwaarden tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2:68, kan worden verstrekt voor vorstschade voor zover het fruitgewassen betreft die zijn opgenomen in tabel 1 en 2 van deze bijlage.

2. Aanvragen kunnen uitsluitend worden ingediend door natuurlijke of rechtspersonen die:

a. ten minste vanaf de schadeperiode tot het moment waarop de aanvraag wordt ingediend voor eigen rekening en risico een kleine of middelgrote landbouwonderneming exploiteerden, en

b. in de schadetermijn vorstschade hebben geleden.

3. De tegemoetkoming wordt verstrekt indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. blijkens het taxatierapport werden de fruitgewassen waaraan vorstschade is ontstaan als gevolg van extreme vorst in de schadeperiode daadwerkelijk in de schadeperiode op de landbouwonderneming geteeld;

b. van de voor deze regeling vereiste gegevens wordt een juiste en volledige opgave gedaan, en

c. de verzekerbare fruitgewassen op de landbouwonderneming worden uiterlijk vanaf 1 november 2008 voor een aaneengesloten periode van ten minste vijf jaren verzekerd tegen vorstschade.

4. De aanvrager verleent de Dienst Regelingen toestemming om bij de controle van de aanvraag op grond van deze bijlage zijn gegevens te gebruiken voor zover deze zijn verstrekt aan de Dienst Regelingen op grond van:

a. artikel 4, tweede lid, en artikel 7, punt a, van de Regeling Landbouwtelling en gecombineerde opgave 2005, en

b. artikel 11, eerste en tweede lid, van de Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003.

5. Overeenkomstig artikel 4:43, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, geschiedt de subsidievaststelling zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

B. Omvang tegemoetkoming

1. De ingevolge punt A, onderdeel 1, in aanmerking te nemen vorstschade wordt vastgesteld volgens de formule:

A = (B×Cj) – (Dk×Ek)

waarbij:

A = de voor het betreffende fruitgewas berekende schadebedrag;

B = de totale oppervlakte in hectare die in de schadeperiode door de landbouwonderneming was beteeld met één van de in tabel 1 en 2 genoemde fruitgewassen;

Cj = het in tabel 1 voor het betreffende fruitgewas vastgestelde normbedrag voor de gemiddelde opbrengst in euro per hectare, onderscheiden naar leeftijd en teeltmethode;

Dk = de getaxeerde productie per fruitgewas per landbouwonderneming in kilogrammen, onderscheiden naar kwaliteitsklasse en teeltmethode;

Ek = het in tabel 2 voor het betreffende fruitgewas vastgestelde normbedrag voor de opbrengst in eurocent per kilogram, onderscheiden naar kwaliteitsklasse en teeltmethode.

2. De ingevolge punt A, onderdeel 1, bedoelde tegemoetkoming wordt uitsluitend verstrekt indien de vorstschade voldoet aan de volgende voorwaarde:

A / (B×Cj) ≥ 0,33.

3. De tegemoetkoming wordt uitsluitend verstrekt voor dat deel van de vorstschade dat groter of gelijk is aan 30% van de gemiddelde opbrengst voor het betreffende fruitgewas in de drie jaar voorafgaand aan de vorstschade, zoals berekend op grond van onderdeel 2.

4. De steunintensiteit bedraagt 100% van de overeenkomstig het onderdeel 3 in aanmerking te nemen vorstschade per fruitgewas met dien verstande dat de steunintensiteit evenredig wordt verlaagd over de voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen schade indien het totaal van de voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen schades per fruitgewas het subsidieplafond voor deze tegemoetkoming overstijgt.

5. Indien de aanvrager geen gebruik heeft gemaakt van de landbouwregeling, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, wordt het in aanmerking te nemen schadebedrag, berekend op grond van het onderdeel 4, met 6/106e deel verminderd.

Tabel 1. Normbedragen als bedoeld in punt B, onderdeel 1, variabele Cj.

Fruitgewas

leeftijd

Normbedrag in euro per hectare (€/ha)

Appel

T/m 2 jaar

6.800

 

3 en 4 jaar

11.750

 

Na 4 jaar

15.000

Appel biologisch

T/m 2 jaar

8.550

 

3 en 4 jaar

14.800

 

Na 4 jaar

18.850

Peer

T/m 3 jaar

3.950

 

4 en 5 jaar

17.600

 

Na 5 jaar

21.500

Peer biologisch

T/m 3 jaar

4.600

 

4 en 5 jaar

20.350

 

Na 5 jaar

24.900

Pruim

T/m 3 jaar

4.250

 

4 en 5 jaar

13.850

 

Na 5 jaar

22.750

Kers zoet

T/m 3 jaar

10.550

 

4 en 5 jaar

42.250

 

Na 5 jaar

52.800

Kers zuur

T/m 3 jaar

850

 

4 en 5 jaar

4.750

 

Na 5 jaar

7.300

Noten

5 t/m 7 jaar

2.400

 

8 t/m 9 jaar

4.250

 

Na 9 jaar

6.000

Blauwe bes

T/m 2 jaar

8.250

 

3 en 4 jaar

24.750

 

Na 4 jaar

27.500

Kruisbes

T/m 2 jaar

14.000

 

3 en 4 jaar

28.000

 

Na 4 jaar

42.000

Zwarte bes

T/m 2 jaar

2.625

 

3 en 4 jaar

9.000

 

Na 4 jaar

12.000

Houtig Klein Fruit excl. blauwe bes, kruisbes en zwarte bes

T/m 2 jaar

53.280

 

Na 2 jaar

66.600

Tabel 2. Normbedragen als bedoeld in punt B, onderdeel 1, variabele Ek, in eurocent per kilogram.

Fruitgewas

klasse

Normbedrag in eurocent per kilogram (€ cent/kg)

Appel

Klasse I

28,5

 

Klasse II

13,5

 

Klasse III

3,5

Appel biologisch

Klasse I

75

 

Klasse II

75

 

Klasse III

18

Peer

Klasse I

58

 

Klasse II

36,5

 

Klasse III

8

Peer biologisch

Klasse I

156

 

Klasse II

156

 

Klasse III

28

Pruim

Klasse I

79

 

Klasse II

12

 

Klasse III

Kers zoet

Klasse I

305

 

Klasse II

108

 

Klasse III

Kers zuur

Klasse I en II

50

Noten

Klasse I en II

165

Blauwe bes

Klasse I

275

 

Klasse II

105

Kruisbes

Klasse I

361

 

Klasse II

137

Zwarte bes

Klasse I en II

150

Houtig Klein Fruit excl. blauwe bes, kruisbes en zwarte bes

Klasse I

340

 

Klasse II

120

Artikel II

Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 20082 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 71 wordt een titel ingevoegd, luidende:

Titel 7

Tegemoetkoming vorstschade fruitteeltsector 2005

Artikel 71a

1. Aanvragen voor een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2:68, van de regeling, kunnen worden ingediend in de periode van 1 mei 2008 tot en met 30 mei 2008.

2. In afwijking van artikel 1:7, tweede lid, onderdeel a, van de regeling, worden aanvragen niet gerangschikt.

3. Het subsidieplafond bedraagt € 5.625.000.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

Deze regeling wijzigt de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies ten behoeve van een tegemoetkomingsfaciliteit voor vorstschade in de fruitteeltsector in 2005.

1. Wijziging Regeling LNV-subsidies

Op grond van deze wijzigingsregeling wordt een nieuwe titel ‘risico en crisisbeheer’ ingevoegd in de Regeling LNV-subsidies. Ingevolge het nieuwe artikel 2:68 van de Regeling LNV-subsidies kan een tegemoetkoming worden verstrekt voor schade aan gewassen als gevolg van weersomstandigheden (artikel I, onderdeel A). Op basis van meteorologische gegevens van het KNMI (www.knmi.nl) en taxatierapporten van de fruitteeltsector is gebleken dat landbouwers verspreid over Nederland vorstschade hebben geleden in 2005. Omdat vorstschade aan fruitgewassen nog geen verzekerbaar risico was in 2005 en omdat de schade dat jaar van grote omvang was, wordt een eenmalige tegemoetkoming in deze vorstschade aangeboden, gebaseerd op artikel 2:68, van de Regeling LNV-subsidies. In de afgelopen jaren heeft de sector zelf door middel van verzekeringen een structurele oplossing ontwikkeld voor toekomstige schades aan fruitgewassen als gevolg van zware regenval en extreme vorst.

De voorwaarden waaronder een tegemoetkoming kan worden aangevraagd, zijn opgenomen in bijlage 3 van de Regeling LNV-subsidies (artikel I, onderdeel B). In de definities van bijlage 3 is een onderscheid gemaakt tussen de termen ‘schadeperiode’ en ‘schadetermijn’. Met de schadeperiode wordt de periode bedoeld waarin de vorstschade zich voordeed. De schadetermijn refereert aan de periode waarin de vorstschade tot uiting kon komen. De schadetermijn loopt tot en met 1 oktober 2005. Na deze laatstgenoemde datum kan niet meer worden geconcludeerd dat getaxeerde vorstschade is toe te wijten aan de extreme vorst in de schadeperiode.

Ingevolge punt A, onderdeel 2, sub-onderdeel a, van bijlage 3, kunnen alleen landbouwers een aanvraag indienen die ten minste vanaf de schadeperiode tot het moment waarop de aanvraag wordt ingediend voor eigen rekening en risico een kleine of middelgrote landbouwonderneming exploiteerden. Aanvragers die hun landbouwbedrijf inmiddels hebben stopgezet kunnen geen aanvraag indienen.

In punt A, onderdeel 3, sub-onderdeel c, van bijlage 3, is bepaald dat de verzekerbare fruitgewassen uiterlijk vanaf 1 november 2008 voor een aaneengesloten periode van ten minste vijf jaren worden verzekerd tegen vorstschade. De verantwoordelijkheid voor het afdekken van de risico’s bij zware vorst ligt in de toekomst bij de landbouwer zelf en wordt bereikt door gebruik te maken van de geboden verzekering. Daarom dient de landbouwer die in aanmerking wil komen voor een tegemoetkoming voor de vorstschade zijn fruitgewassen uiterlijk vanaf 1 november 2008 te verzekeren tegen vorstschade. Bij de aanvraag kan dit blijken uit een verklaring van de verzekeraar dat de verzekeringsaanvraag van de landbouwer is geaccepteerd en ingaat vanaf 1 november 2008. Om te stimuleren dat landbouwers zich structureel verzekeren tegen vorstschade, is bepaald dat fruitgewassen ten minste worden verzekerd gedurende vijf jaren. De landbouwer kan kiezen om één verzekeringspolis af te sluiten voor een periode van vijf jaren. Tevens kan aan deze bepaling worden voldaan door jaarlijks een nieuwe polis af te sluiten, of door de bestaande polis jaarlijks te verlengen. De fruitgewassen dienen echter aaneengesloten te zijn verzekerd. Ingevolge artikel 11, eerste en tweede lid, van de Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003 informeren verzekeraars de Dienst Regelingen over de afgesloten verzekeringspolissen van landbouwers. Op grond van artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens verlenen de aanvragers van een tegemoetkoming de Dienst Regelingen toestemming om deze gegevens te gebruiken bij de controle van hun aanvraag (punt A, onderdeel 4, sub-onderdeel b, van bijlage 3).

Omdat de subsidiabele gebeurtenis inmiddels heeft plaatsgevonden, bepaalt punt A, onderdeel 5, van bijlage 3, dat een beschikking tot subsidieverlening achterwege blijft. Ingevolge artikel 4:43, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt de tegemoetkoming alleen vastgesteld op grond van een beschikking tot subsidievaststelling.

2. Berekening tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt berekend ingevolge punt B, onderdeel 1, van bijlage 3. Deze berekening volgt het systeem van artikel 11 van Verordening (EG) Nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PbEG L 358/3). Het schadebedrag (A) wordt berekend door twee componenten van elkaar af te trekken: de gemiddeld verkregen opbrengst per fruitgewas in euro’s gebaseerd op de referentiejaren (B×Cj), verminderd met de in 2005 verkregen opbrengst per product in euro’s (Dk×Ek).

a. differentiatie fruitgewassen

De leeftijd van de opstand beïnvloedt het normbedrag van het fruitgewas in de referentieperiode (de jaren 2002, 2003 en 2004). Jongere opstanden leveren een lagere productie dan oudere opstanden. In de formule is bij variabele C j door de toevoeging “ j” aangegeven dat deze variabele afhankelijk is van de leeftijd van de opstand. Dit onderscheid is per fruitgewas neergelegd in tabel 1 van bijlage 3.

Voor het vaststellen van een objectieve verkoopprijs per fruitgewas is het noodzakelijk een differentiatie in kwaliteitsklassen te onderscheiden. Er is voorzien in onderscheidelijke opbrengsten voor fruitgewassen van de hoogste kwaliteit (klasse I), gemiddelde kwaliteit (klasse II) en fruitgewassen die alleen nog voor industriële toepassing konden worden gebruikt (klasse III). Tot slot is er verschil in waarde tussen fruitgewassen die zijn geteeld op grond van de reguliere teeltmethode of via de teeltmethode, bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 (de biologische teeltmethode). Om die reden zijn de variabelen Dk en Ek afhankelijk van de kwaliteitsklasse van het fruitgewas. De toevoeging “ k” geeft aan dat de variabele afhankelijk is van de kwaliteitsklasse van het fruitgewas (I, II, of III).

Vanuit het oogpunt van administratieve lasten en controleerbaarheid is het niet wenselijk iedere landbouwonderneming de opbrengst per fruitgewas in 2005 (en de referentiejaren) middels de bedrijfsboekhouding aan te laten tonen. De in 2005 verkregen verkoopprijs per kilogram productie wordt vastgesteld aan de hand van marktgegevens, zoals aangeleverd door veilingen. Hiermee wordt een objectieve verkoopprijs verkregen.

b. component (B×Cj)

De component B×Cj bestaat uit de vermenigvuldiging van de variabelen (B) en (Cj).

De variabele B bestaat uit de totale oppervlakte in hectare die in de schadeperiode door de landbouwonderneming was beteeld. Alleen vorstschade aan de in tabel 1 en 2 van bijlage 3 genoemde fruitgewassen komt voor tegemoetkoming in aanmerking.

Voor controle op de juistheid van het opgegeven beteelde oppervlakte in de schadetermijn zal Dienst Regelingen gebruik maken van de per individuele landbouwonderneming verstrekte gegevens op grond van artikel 4, tweede lid en artikel 7, punt a, van de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2005. Ingevolge artikel 8, punt 9, van de Wet bescherming persoonsgegevens, moeten aanvragers daarom toestemming verlenen voor het hergebruik van deze in 2005 door hen aangeleverde gegevens (punt A, onderdeel 4, sub-onderdeel a, van bijlage 3).

De variabele Cj bestaat uit de waarde van de fruitgewassen in de referentieperiode en is opgebouwd uit de gemiddelde opbrengst in euro per hectaren, onderscheiden naar leeftijd en teeltmethode. De normbedragen zijn genoteerd in tabel 1 van bijlage 3.

c. component (Dk×Ek)

De component (B×Cj) wordt verminderd met de getaxeerde opbrengst in kilo’s in 2005 vermenigvuldigd met de in dat jaar verkregen verkoopprijs (Dk×Ek).

De variabele Dk is gebaseerd op de taxaties van schade-experts die zijn opgesteld in de schadetermijn. Aan de hand van deze taxaties is per fruitgewas inzichtelijk welke teeltmethode, hoeveelheid en kwaliteitsklasse in de schadetermijn werd gerealiseerd.

De variabele Ek bestaat uit de waarde van de fruitgewassen in de schadetermijn en is vastgesteld op basis van marktgegevens in 2005, waarin kwaliteitsklasse en de teeltmethode van het fruitgewas zijn meegewogen. Dit onderscheid is per fruitgewas omschreven in tabel 2 van bijlage 3.

3. Europeesrechtelijke aspecten

Deze wijzigingsregeling wordt als staatssteunvoornemen gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschap op grond van artikel 11, eerste lid, van Verordening (EG) Nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PbEG L 358/3).

4. Administratieve lasten

Onderhavige wijzigingsregeling bevat verplichtingen die resulteren in administratieve lasten. Er worden ongeveer 100 aanvragen voor tegemoetkoming verwacht. De aanvragers moeten een formulier invullen, een taxatierapport en enige andere informatie toesturen. Ook kan een bezwaarschrift worden geschreven. De kosten per aanvrager voor deze activiteiten bedragen naar verwachting € 767. De totale administratieve lasten bedragen hierdoor € 76.700. In verhouding met de te verstrekken tegemoetkoming bedraagt de relatieve administratieve lastendruk 1,4%. Omdat de relatieve administratieve lasten ten opzichte van het totale subsidiebedrag lager zijn dan 5%, is dit besluit niet geselecteerd door het Adviescollege toetsing administratieve lasten (ACTAL).

5. overige voorwaarden

Punt B, onderdeel 2, van bijlage 3, bepaalt dat landbouwondernemingen 30% van de vorstschade zelf dragen. Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming moet het schadebedrag (A) meer dan 30% bedragen van de opbrengst in de referentiejaren van het oppervlak (B×Cj). Ook hier zal per fruitgewas onderscheid worden gemaakt tussen de kwaliteitsklasse en teeltmethode.

Punt B, onderdeel 3, van bijlage 3, bepaalt dat het niet mogelijk is om tegemoetkoming te krijgen voor de geleden schade indien deze minder bedraagt dan 30% van de opbrengst in de referentiejaren. Op grond van punt B, onderdeel 4, van bijlage 3, wordt de schade tot 30% gedragen door de landbouwer zelf. Indien de schade meer dan 30% bedraagt, komt dit merendeel in beginsel volledig voor tegemoetkoming in aanmerking. De steunintensiteit van de resterende 70% van de vorstschade schade bedraagt dan 100%. Bij een overschrijding van het subsidieplafond zullen de individuele tegemoetkomingen naar evenredigheid worden gekort. Deze korting naar evenredigheid betekent dat elke individuele voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen vorstschade met een gelijk percentage worden verminderd, zodat het totaal aan tegemoetkomingen niet hoger is dan het subsidiebudget. Hetzelfde kortingspercentage zal worden toegepast bij bezwaar- en beroepsprocedures.

2. Wijziging Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008

Door het invoegen van de nieuwe titel 7, ‘tegemoetkoming vorstschade fruitteeltsector 2005’ in het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008, wordt ingevolge artikel 71a, eerste lid, van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008 geregeld wanneer een aanvraag kan worden ingediend voor een tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2:68, van de Regeling LNV-subsidies (artikel II). Ingevolge artikel 71a, tweede lid, van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008 wordt geen rangschikking in de subsidieaanvragen aangebracht. Punt B, onderdeel 4, voorziet in het geval dat het totaal van voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen schades het subsidieplafond zou overstijgen. Tot slot is het subsidiebudget vastgesteld in artikel 71a, derde lid, van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2008.

  • 1

    Stcrt. 2007, 33; (laatstelijk) gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 januari 2008 (Stcrt. 19).

  • 2

    Stcrt. 2007, 228; (laatstelijk) gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 januari 2008 (Stcrt. 19).

Naar boven