Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 20 oktober 2008, nr. DJZ/BR-0940/2008, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 op het terrein van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken1 en artikel 4.1, derde lid, onder b, in samenhang met artikel 4.18 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20062;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van artikel 4.1, derde lid, onder b, in samenhang met artikel 4.18 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 geldt op het terrein van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2010 een subsidieplafond van € 35.5 miljoen.

  • 2. De artikelen 4.2 tot en met 4.16 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 zijn niet van toepassing op de verlening van subsidie in het kader van dit besluit.

Artikel 2

  • 1. Voor deze subsidie komen uitsluitend internationale niet gouvernementele organisaties in aanmerking die programma’s uitvoeren op het terrein van:

    • Beroepsvorming en training van verloskundigen en versterken van verloskundigen organisaties;

    • Bevordering van productie en registratie van combinatieverpakking van medische abortuspillen;

    • gespecialiseerde assistentie aan overheden op het gebied van veilige abortus, met name wat betreft beleidsontwikkeling en -uitvoering, training van gezondheidswerkers, en aanpassing van de wet- en regelgeving;

    • social franchising van (seksuele en reproductieve gezondheid en rechten) dienstverlening;

    • seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in conflictgebieden en noodsituaties;

    • Substantiële, wereldwijde vergroting van toegang tot een breed palet aan seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten via nationale (vrijwilligers)organisaties, waarbij integraal aandacht voor family planning, veilige abortus, jongeren, pleitbezorging en aids;

    • Pleitbezorging en lokale capaciteitsopbouw voor seksuele- en reproductieve gezondheid en rechten door het bijeenbrengen van de wereldwijde beweging van vrouwen en meisjes ten aanzien van gezondheid en mensenrechten en (inter)nationale beleidsmakers.

  • 2. Met het oog op beperking van bestuurslasten en ter voorkoming van versnippering van middelen, zal er naar gestreefd worden om slechts een beperkt aantal subsidieaanvragers voor subsidie in aanmerking te brengen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2011.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

namens deze:

de plv. Directeur-Generaal Internationale Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken,

J.M.G. Brandt.


XNoot
1

Stb. 2005, nr. 137.

XNoot
2

Stcrt. 2005, nr. 251.

Naar boven