Mutaties in de Raad voor werk en inkomen

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2007, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/BR/07/36071 (Gelet op artikel 16, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

De heer P. Heijnen wordt met ingang van 1 september 2006 ontslag verleend als lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer P. van den Brink wordt met ingang van 1 september 2006 ontslag verleend als lid van de Raad voor werk en inkomen.

Mevrouw N.C. van der Wekken wordt met ingang van 1 september 2006 ontslag verleend als lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer P. van der Sluijs wordt met ingang van 1 september 2006 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer C. van Vliet wordt met ingang van 1 september 2006 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer C.P. Thissen wordt met ingang van 1 september 2006 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

Mevrouw Groenewegen wordt met ingang van 1 september 2006 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer G.J.A. van Romunde wordt met ingang van 1 februari 2007 ontslag verleend als lid van de Raad voor werk en inkomen.

Mevrouw M.C.M. van de Ven wordt met ingang van 1 februari 2007 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer H.P.M. Kool wordt benoemd tot lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 september 2006 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De heer C.P. Thissen wordt benoemd tot lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 september 2006 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De heer G.J.A. van Romunde wordt benoemd tot lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 september 2006 tot 1 februari 2007 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Mevrouw drs. M.K. Visser wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 september 2006 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De heer D. Schrijer wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en voor de periode van 1 september 2006 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De heer P.H. Roos wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 september 2006 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Mevrouw M.C.M. van de Ven wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 september 2006 tot 1 februari 2007 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Mevrouw M.C.M. van de Ven wordt benoemd tot lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 februari 2007 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De heer B. Schriever wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 februari 2007 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De heer P. Koppe wordt met ingang van 1 december 2007 ontslag verleend als lid van de Raad voor werk en inkomen.

Mevrouw C. Rietbergen wordt met ingang van 1 december 2007 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

Mevrouw C. Rietbergen wordt benoemd tot lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 december 2007 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Federatie Nederlandse Vakbeweging.

Mevrouw A.C. Bakker wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen voor de periode van 1 december 2007 tot 1 januari 2010 op voordracht van de Federatie Nederlandse Vakbeweging.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2006.

Dit besluit wordt in afschrift gezonden aan betrokkenen en aan de Raad voor werk en inkomen.

‘s-Gravenhage, 20 december 2007.
D Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,A. Aboutaleb.

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan door een ambtenaar die door dit besluit rechtstreeks in zijn belang is getroffen hiertegen bezwaar worden gemaakt. Daartoe moet binnen 6 weken na de dag volgend op de datum van bekendmaking een met redenen omkleed bezwaarschrift worden ingediend bij: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische aangelegenheden, Bureau Ondersteuning Bezwaar en Beroep, Postbus 90801, 2509 LV ’s-Gravenhage. In het bezwaarschrift moet worden aangegeven waarom het besluit niet juist wordt gevonden. Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van dit besluit en van eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken toe te voegen.

Naar boven