Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2007/44)

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 december 2007, nr. 2007/44, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf A3/3.4 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

3.4 Identiteitsdocumenten

Personen van 14 jaar en ouder, zijn op grond van de Wet op de identificatieplicht verplicht een identiteitsbewijs op eerste vordering ter inzage af te geven (toonplicht).

In artikel 4.21 Vb worden de documenten genoemd waarmee personen zich in Nederland op grond van artikel 50, eerste lid, Vw kunnen identificeren. Het gaat om de volgende categorieën:

a. vreemdelingen die rechtmatig verblijven op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd (artikel 8, onder a tot en met d, Vw) verkrijgen als identiteitsbewijs een afzonderlijk verblijfsdocument conform bijlage 7a tot en met 7d VV;

b. voor onderdanen van de EU/EER en Zwitserland die rechtmatig verblijven als bedoeld in artikel 8 onder e, Vw: een geldig nationaal paspoort of geldige identiteitskaart. Voor vreemdelingen die rechtmatig verblijven als bedoeld in artikel 8 onder e, Vw maar een andere nationaliteit hebben:

– een geldig nationaal paspoort met een voor inreis benodigd visum, indien na inreis nog geen drie maanden zijn verstreken;

– een geldig nationaal paspoort met een stempel van de inreis, indien voor inreis geen visum benodigd is en na inreis nog geen drie maanden zijn verstreken;

– een geldig nationaal paspoort met een verklaring dat een verblijfsdocument is aangevraagd, indien na afgifte van de verklaring nog geen zes maanden zijn verstreken; of

– een verblijfsdocument conform bijlage 7e VV;

c. vreemdelingen die een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben ingediend worden in de opvangvoorziening in het bezit gesteld van een identiteitsdocument conform bijlage 7f VV;

d. vreemdelingen die op grond van artikel 8, onder j, Vw rechtmatig verblijven omdat tegen de uitzetting beletselen bestaan als bedoeld in artikel 64 Vw, en vreemdelingen die rechtmatig verblijven vanwege een vertrekmoratorium krijgen als identiteitsbewijs het verblijfsdocument conform bijlage 7f2 VV (W2-document), voor zover zij niet reeds in het bezit zijn van een geldig document voor grensoverschrijding;

e. (vermoedelijke) slachtoffers mensenhandel die rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder k, Vw hebben, worden in het bezit gesteld van het verblijfsdocument conform bijlage 7f2 VV (W2-document), voor zover zij niet reeds in het bezit zijn van een geldig document voor grensoverschrijding;

f. amv’s die in afwachting zijn van een beslissing op de aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur of wijziging van de eerder onder die beperking verleende verblijfsvergunning worden in het bezit gesteld van het verblijfsdocument conform bijlage 7f2 VV (W2-document), voor zover zij niet reeds in het bezit zijn van een geldig document voor grensoverschrijding;

g. voor vreemdelingen die in afwachting zijn van een besluit of rechterlijke uitspraak omtrent een aanvraag tot verlening, verlenging van de geldigheidsduur of wijziging van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 Vw en die rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder f, g of h, Vw hebben en in het verleden een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 Vw hebben ingediend: het document W2 van het model van bijlage 7f2 VV, voor zover zij niet reeds in het bezit zijn van een geldig document voor grensoverschrijding.

Andere vreemdelingen

Voor andere vreemdelingen is als identiteitsdocument aangewezen een ingevolge de Vw voor het hebben van toegang tot Nederland vereist geldig document voor grensoverschrijding, dan wel een geldig document voor grensoverschrijding waarin een geldig visum is aangetekend. De voor het hebben van toegang tot Nederland vereiste documenten voor grensoverschrijding zijn aangewezen bij artikel 2.3 Vb. Deze bepaling is niet alleen van toepassing op vreemdelingen aan wie gedurende de vrije termijn verblijf is toegestaan, maar ook op vreemdelingen die illegaal in ons land verblijven. Enkel in zeer bijzondere omstandigheden, waarbij met name gedacht moet worden aan het feit dat betrokkene al is vrijgesteld van het paspoortvereiste, kan aanleiding bestaan alsnog een W2-document te verstrekken.

Voor transitpassagiers geldt de speciale regeling van artikel 2.4 Vb. Voor vreemdelingen die in het bezit zijn van een verblijfsdocument van een andere Schengenstaat geldt dat zij zich voor ten hoogste drie maanden visumvrij in het Schengengebied mogen verplaatsen. Zij dienen hierbij in het bezit te zijn van een geldig reisdocument (zie A2/4.2)

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 december 2007.
De Staatssecretaris van Justitie,
namens deze:
de directeur-generaalWetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.

Toelichting

Algemeen

Artikel 4.21, eerste lid, onderdeel d, van het Vreemdelingenbesluit 2000 schept de mogelijkheid om bij ministeriële regeling een model vast te stellen voor een document waarmee vreemdelingen die rechtmatig verblijf hebben in de zin van artikel 8 onder f, g, h, j of k van de Vreemdelingenwet 2000 en die niet beschikken over een document voor grensoverschrijding hun identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie kunnen aantonen. Dit is het zogeheten W2-document. Het artikel schept geen verplichting om aan iedere vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft in de zin van artikel 8 onder f, g, h, j of k van de Vreemdelingenwet 2000, al dan niet desgevraagd, een dergelijk document te verstrekken.

Aan de volgende vier categorieën vreemdelingen werd reeds een W2-document verstrekt:

– vreemdelingen die vallen onder een vertrekmoratorium;

– vreemdelingen aan wie op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 uitstel van vertrek is verleend vanwege hun gezondheidstoestand;

– alleenstaande minderjarige vreemdelingen die in afwachting zijn van een beslissing op hun aanvraag tot verlenging of wijziging van de eerder verleende verblijfsvergunning;

– vreemdelingen die slachtoffer zijn van mensenhandel en gebruikmaken van de bedenktijd.

Met de wijziging van artikel 3.3 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 is een vijfde categorie vreemdelingen toegevoegd. Het betreft vreemdelingen die in het verleden een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben ingediend en die thans in afwachting zijn van een besluit of rechtelijke uitspraak omtrent een aanvraag om verlening, verlenging van de geldigheidsduur of wijziging van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Uitdrukkelijk geldt ook hier dat het bezit van een W2-document niet met zich meebrengt dat de vreemdeling wordt vrijgesteld van het vereiste om te beschikken over een geldig document voor grensoverschrijding.

Procedureel is het volgende van belang. Vreemdelingen die in het bezit dienen te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf en toch hier te lande een reguliere aanvraag willen indienen, dienen deze rechtstreeks bij het IND-loket te Hoofddorp of Rijswijk in te dienen. Als aan het IND-loket niet meteen ter plekke een beslissing kan worden genomen en de beslissing op de ingediende aanvraag mag worden afgewacht, komt de vreemdeling in aanmerking voor een W2-document.

Naast deze vijf categorieën kan uitsluitend in zeer bijzondere omstandigheden, waarbij met name gedacht moet worden aan het feit dat betrokkene al is vrijgesteld van het paspoortvereiste, aanleiding bestaan alsnog een W2-document te verstrekken.

Deze wijziging is tot stand gekomen naar aanleiding van het rapport van de Nationale ombudsman inzake de afgifte van W2-documenten door de IND.

De Staatssecretaris van Justitie

namens deze:

de directeur-generaalWetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser

Naar boven