Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2007/42)

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 december 2007, nr. 2007/42, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf A2/1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

1 Algemeen

In Nederland worden aan de grensdoorlaatposten grenscontroles verricht, om na te gaan of de betrokken personen, hun vervoermiddelen en de voorwerpen in hun bezit Nederland mogen binnenkomen dan wel verlaten. Daarnaast vindt buiten de grensdoorlaatposten om grensbewaking plaats, teneinde te voorkomen dat personen zich aan de grenscontroles onttrekken.

Met de inwerkingtreding van de SUO op 26 maart 1995 werden tussen de betrokken staten, waaronder Nederland, de grenscontroles aan de gemeenschappelijke binnengrenzen afgeschaft. Sindsdien betekent toegang tot Nederland in beginsel ook toegang tot de overige landen in het Schengengebied.

Met het Verdrag van Amsterdam (juni 1997, in werking getreden per 1 mei 1999) is het Schengenacquis – dat wil zeggen het Schengenakkoord, de SUO en de besluiten van het bij het SUO ingestelde uitvoerend comité – geïncorporeerd in de EU. Volgens artikel 1 van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de EU, zijn de EU-lidstaten die het Schengenakkoord hebben getekend gemachtigd onderling een nauwere samenwerking aan te gaan binnen de werkingssfeer van het Schengenacquis. Deze samenwerking moet echter wel plaatsvinden binnen het institutionele en juridische kader van de Unie en van het EU-Verdrag en het EG-Verdrag.

Voor de uitvoering van de grensbewaking is ‘Schengen’ een geografisch begrip; er is wel een Schengengebied dat kan worden in- of uitgereisd, maar er zijn geen Schengenonderdanen. In A2/6.1 is aangegeven in welke opzichten de grenscontrole van passagiers afkomstig uit niet-Schengenstaten verschilt van die van passagiers afkomstig uit Schengenstaten. Voorts is van belang het begrip ‘personen die onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij personenverkeer vallen’. In artikel 8.7 Vb is opgenomen welke personen hier precies onder vallen. Voor de nadere uitwerking van de (bepalingen inzake) personen die onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer vallen wordt verwezen naar B10. Daarnaast is in A2/6.2.2 uitgewerkt hoe in het kader van toegang moet worden omgegaan met deze personen. Tot slot, ‘onderdaan van een derde land’ is iedereen die geen onderdaan is van de EU, de EER of Zwitserland en niet onder de toepassing van het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer van personen valt.

Op 15 maart 2006 is de SGC aangenomen. De SGC stelt, zoals is aangegeven in artikel 1 van deze Verordening, maatregelen vast die van toepassing zijn op het grenstoezicht ten aanzien van personen die de buitengrenzen van de lidstaten van de EU overschrijden. Deze Verordening is 13 april 2006 gepubliceerd en per 13 oktober 2006 in werking getreden, behalve artikel 34, dat per 14 april 2006 in werking is getreden. Deze Verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks van toepassing in alle EU-lidstaten die tot het Schengengebied behoren, alsmede in IJsland en Noorwegen. Met uitzondering van Cyprus maken per 21 december 2007 ook alle lidstaten die op 1 mei 2004 tot de EU zijn toegetreden deel uit van het Schengengebied. Vanaf die datum is de SGC op deze landen van toepassing. Grenscontroles voor intra-Schengen land- en zeeverkeer worden per 21 december 2007 opgeheven. Vanaf 30 maart 2008 geldt dit ook voor het luchtverkeer.

A2 handelt enkel over de overschrijding van (Schengen)buitengrenzen. Binnengrenzen zijn de grenzen tussen de Schengenstaten onderling, waaraan geen grenscontrole plaatsvindt. Het operationeel vreemdelingentoezicht, MTV, dat in het gebied bij de Nederlandse binnengrenzen plaatsvindt, wordt besproken in A3.

Voor wat betreft de situaties waarin kan worden overgegaan tot een tijdelijke invoering van de grensbewaking aan de binnengrenzen, alsmede de wijze waarop gehandeld dient te worden, wordt verwezen naar Titel III, Hoofdstuk II, SGC. Voor de versoepeling van de controles wordt verwezen naar artikel 8 SGC.

B

Paragraaf A2/6.2.2.1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

6.2.2.1 Overeenkomsten, betrokken landen en toepassingsgebied

Voor onderdanen van de Benelux-landen, de Schengenstaten, alsmede onderdanen van de EU, de EER en Zwitserland (en hun familieleden) gelden op grond van de ter zake gesloten internationale overeenkomsten afwijkende – gunstigere – regels voor wat betreft toelating en verblijf. Ditzelfde geldt voor toegang en grenscontrole, waarvan de weigering van de toegang een bijzonder aspect is. Deze afwijkende regels vloeien voort uit:

– de Benelux-overeenkomst;

– de SGC

– de SUO;

– het EG-verdrag en het EU-Verdrag en de daaruit voortvloeiende verordeningen en Richtlijnen;

– de EER-overeenkomst;

– de Overeenkomst EG-Zwitserland;

– de GVI

Land

EU

Schengen

EER

België

Ja

Ja

Ja

Bulgarije

Ja

Nee

Ja

Cyprus

Ja

Nee

Ja

Denemarken

Ja

Ja

Ja

Duitsland

Ja

Ja

Ja

Estland

Ja

Ja

Ja

Finland

Ja

Ja

Ja

Frankrijk

Ja

Ja

Ja

Griekenland

Ja

Ja

Ja

Hongarije

Ja

Ja

Ja

Ierland

Ja

Nee

Ja

Italië

Ja

Ja

Ja

Letland

Ja

Ja

Ja

Liechtenstein

Nee

Nee

Ja

Litouwen

Ja

Ja

Ja

Luxemburg

Ja

Ja

Ja

Malta

Ja

Ja

Ja

Nederland

Ja

Ja

Ja

Noorwegen

Nee

Ja

Ja

Oostenrijk

Ja

Ja

Ja

Polen

Ja

Ja

Ja

Portugal

Ja

Ja

Ja

Roemenië

Ja

Nee

Ja

Slovenië

Ja

Ja

Ja

Slowakije

Ja

Ja

Ja

Spanje

Ja

Ja

Ja

Tsjechië

Ja

Ja

Ja

Verenigd Koninkrijk

Ja

Nee

Ja

IJsland

Nee

Ja

Ja

Zweden

Ja

Ja

Ja

Zwitserland

Nee

Nee

Nee

Het toepassingsgebied van het EU-Verdrag betreft de in Europa gelegen grondgebieden van de lidstaten van EU en de EER landen.

Bijzondere bepalingen met betrekking tot het toepassingsgebied van het EU-Verdrag:

– voor Nederland betekent dit dat de toepassing zich niet uitstrekt tot het grondgebied van Aruba en de Nederlandse Antillen;

– voor wat Frankrijk betreft betekent dit dat de toepassing zich uitstrekt tot de zogeheten Franse overzeese departementen Martinique, Guadeloupe, Frans-Guyana en Réunion, in zoverre dat Franse ingezetenen van die departementen op grond van desbetreffende beschikking van de Raad van de EU kunnen deelnemen aan het vrij verkeer van personen en diensten;

– voor wat Denemarken betreft betekent dit dat de toepassing zich niet uitstrekt tot de Faeröer. De Deense onderdanen die daar woonachtig zijn, worden niet als onderdanen van een lidstaat beschouwd;

– voor wat het Verenigd Koninkrijk betreft zijn de communautaire bepalingen betreffende het vrije verkeer van personen en diensten niet van toepassing op de onderdanen van de Kanaaleilanden en van het eiland Man. Voor het vrij verkeer van personen en diensten wordt met een Brits onderdaan (‘British citizen’) gelijkgesteld een ‘British subject’ met aantekening in het paspoort: ‘holder has the right of abode in the United Kingdom’ of ‘holder is defined as an United Kingdom national for community purposes’.

Artikel II

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het is geplaatst, en werkt terug tot en met 21 december 2007.

Den Haag, 20 december 2007.
De Staatssecretaris van Justitie,
namens deze:
de directeur-generaalWetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.

Toelichting

Algemeen

Op 8 november 2007 hebben de EU ministers van Justitie een akkoord bereikt over de toetreding per 21 december 2007 van de EU-lidstaten Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië tot het Schengengebied en het volledig toepassen van het Schengenacquis. Het Europese Parlement heeft hier op 15 november 2007 mee ingestemd.

Per 21 december 2007 zijn ten aanzien van deze nieuwe Schengenstaten de grenscontroles aan de land- en zeegrenzen opgeheven voor intra-Schengenverkeer. Teneinde bestaande vluchtschema’s en de introductie van nieuwe luchthavenprocedures na het ingaan van de zomertijd ongemoeid te laten zullen pas per 30 maart 2008 de luchthavencontroles worden opgeheven.

Artikelsgewijs

A

Nu de negen nieuwe EU-lidstaten deel uitmaken van het Schengengebied is de SGC verbindend en rechtstreeks van toepassing in deze lidstaten.

B

Het overzicht, waarin per land is aangegeven of sprake is van een lidstaat van de EU, Schengen of van de EER is aangepast aan het feit dat per 21 december 2007 Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië deel uitmaken van het Schengengebied.

Voorts was abusievelijk aangegeven dat Zweden geen Schengenstaat is. Dit is aangepast.

De Staatssecretaris van Justitie

namens deze:

de directeur-generaalWetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser

Naar boven