Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2007/43)
Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 december 2007, nr. 2007/43, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000
De Staatssecretaris van Justitie,
Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);
Besluit:
Artikel I
De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf A6/5.3.7.1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:
5.3.7.1 Het overbrengen en ophouden na strafrechtelijke detentie
Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk voorkomen dient te worden dat vreemdelingen na hun strafrechtelijke detentie in bewaring gesteld moeten worden (zie A4/10). Toch kan het voorkomen dat een vreemdeling na zijn detentie in vreemdelingenrechtelijke bewaring gesteld moet worden. Dit kan zich voordoen bij detentie waarvan niet bij voorbaat de datum van ontslag vaststaat, zoals bij voorlopige hechtenis of een nog niet onherroepelijk vonnis. De inbewaringstelling dient alsdan binnen een redelijke termijn na de (strafrechtelijke) invrijheidstelling te geschieden met toepassing van artikel 50, derde lid, Vw. Dit artikel verschaft een rechtstitel van vrijheidsontneming om vreemdelingen na een strafrechtelijke detentie ter inbewaringstelling te vervoeren naar een plaats bestemd voor verhoor. Aldaar kan de vreemdeling maximaal zes uren worden opgehouden waarbij de tijd tussen middernacht en negen uur ’s ochtends niet wordt meegerekend. De termijn van ophouding vangt aan op het moment dat de vreemdeling op de plaats bestemd voor verhoor is aangekomen. Zie A3/3.5.
Voor alle duidelijkheid dient te worden opgemerkt dat indien de identiteit van de vreemdeling én de onrechtmatigheid van zijn verblijf vaststaan, verlenging van de termijn, als bedoeld in artikel 50, vierde lid, Vw, niet mogelijk is.
Aan de vreemdeling wordt tijdens de strafrechtelijke detentie mededeling gedaan van het feit dat hij bij beëindiging van zijn strafrechtelijke detentie op grond van artikel 50, derde lid, Vw naar een plaats bestemd voor verhoor wordt overgebracht. Deze mededeling wordt, met gebruikmaking van Model M122, op schrift gesteld en aan de vreemdeling uitgereikt. Aan de directeur van de inrichting waarin de vreemdeling zich bevindt, moet eveneens een afschrift van deze mededeling worden gestuurd.
Voorts dient van de toepassing van dit artikel proces-verbaal (zie Model M111-A) opgemaakt te worden.
B
Het model M122 Vreemdelingencirculaire wordt toegevoegd en komt te luiden als aangegeven in bijlage 1.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 20 december 2007.
De Staatssecretaris van Justitie,
namens deze:
de directeur-generaalWetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.
Bijlage 1
Toelichting
A
Het model dat betrekking heeft op de mededeling i.h.k.v. de toepassing van artikel 50, derde lid van de Vreemdelingenwet 2000 wordt wederom opgenomen in de Vreemdelingencirculaire (model M122). Hier wordt benadrukt dat gebruik wordt gemaakt van het model zoals weergegeven in Bijlage 1. Er dient, tijdens de strafrechtelijke detentie, mededeling aan de vreemdeling te worden gedaan van het feit dat hij bij beëindiging van zijn detentie op grond van artikel 50, derde lid, Vw naar een plaats bestemd voor verhoor zal worden overgebracht.
B
Deze wijziging strekt ertoe het model dat ziet op de toepassing van artikel 50, derde lid, Vreemdelingenwet 2000 op te nemen in de Vreemdelingencirculaire. Dit omdat zowel de Korpschef als de Commandant van Koninklijke Marechaussee bevoegd zijn om toepassing te geven aan artikel 50, derde lid, Vreemdelingenwet 2000 en gehouden zijn deze mededeling op schrift te stellen en uit te reiken aan de vreemdeling. Teneinde tot eenduidigheid in werkwijze te komen dient gebruik te worden gemaakt van het model M122.
De Staatssecretaris van Justitie
namens deze:
de directeur-generaalWetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,
R.K. Visser