De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 18a, derde en vierde
lid, van de Zorgverzekeringswet en de artikelen 2.4, derde lid, 2.7, zesde lid,
2.9, derde lid, 2.12, tweede lid, en 2.16 van het Besluit
zorgverzekering;
Besluit:
ARTIKEL 1
Het bedrag, bedoeld in artikel 18a, eerste lid,
van de Zorgverzekeringswet wordt vastgesteld op: € 155.
ARTIKEL 2
De Regeling zorgverzekering wordt gewijzigd als
volgt:
B
Artikel 2.12, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 115,– per jaar’ vervangen door: € 114
per paar.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 57,50 per jaar vervangen door: € 57
per paar.
C
Artikel 2.14 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het derde lid wordt ‘€ 476’ vervangen door: € 485.
2. In het vierde lid wordt ‘€ 566,50’ vervangen door:
€ 575,50.
3. In het vijfde lid wordt ‘€ 657,50’ vervangen door:
€ 666,50.
4. In het zesde lid wordt ‘€ 61,50’ vervangen door:
€ 62,50.
D
In artikel 2.18, tweede lid, wordt ‘€ 264,50’ vervangen door:
€ 269,50.
E
Artikel 2.23 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 136,50’ vervangen door:
€ 139.
2. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 115’ vervangen door
‘€ 114’ en wordt ‘€ 292,50’ vervangen door: € 294,50.
3. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 57,50’ vervangen door
‘€ 57’ en wordt ‘€ 235’ vervangen door: € 237,50.
F
Artikel 2.33, tweede lid, komt te luiden:
G
Artikel 2.37 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 3,70’ vervangen door: € 3,80.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 14,50’ vervangen door ‘€ 15’ en
wordt ‘€ 104,50’ vervangen door: € 108.
H
Artikel 2.38 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 0,25’ vervangen door: € 0,28.
2. in het tweede lid wordt ‘€ 86’ vervangen door: € 89.
I
Artikel 8.3 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ gezet.
2. Er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende:
2. Als DKG’s als bedoeld in artikel 3a.1 van het Besluit
zorgverzekering worden aangewezen de DKG’s, genoemd in Tabel B4.3 van bijlage 4
zoals deze luidde in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar
waarop de uitkering, bedoeld in artikel 118a, eerste lid, van de wet betrekking
heeft.
J
In bijlage 1, onderdeel B, worden de volgende regels
verwijderd:
15490 | Androskat injectievloeistof patroon 2ml |
15490 | Androskat injectievloeistof amp
2ml+toedieningskit
|
29663/15490 | Androskat injectievloeistof amp
2ml+toedieningskit
|
K
Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt:
1. Onderdeel 1 komt te luiden:
1. Polymere, oligomere, monomere en modulaire
dieetpreparaten
Voorwaarde:
uitsluitend voor een verzekerde die niet kan uitkomen met
aangepaste normale voeding en andere producten van bijzondere voeding en
die:
a. lijdt aan een stofwisselingsstoornis,
b. lijdt aan een voedselallergie,
c. lijdt aan een resorptiestoornis,
d. lijdt aan een ziektegerelateerde ondervoeding of een
risico daarop, of
e. daarop is aangewezen overeenkomstig de richtlijnen
die in Nederland door de desbetreffende beroepsgroepen zijn aanvaard.
2. Onderdeel 9 komt te luiden:
9. Simvastatine, atorvastatine, fluvastatine, pravastatine,
rosuvastatine, ezetimibe
Voorwaarde:
uitsluitend voor een verzekerde die een verhoogde kans
heeft op het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen en op behandeling
met een van deze middelen is aangewezen overeenkomstig de richtlijnen die in
Nederland door de desbetreffende beroepsgroepen zijn aanvaard.
3. Na onderdeel 56 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd,
luidende:
L
Bijlage 3 wordt gewijzigd als volgt:
1. De onderdelen 1, 2 en 3 vervallen.
2. In het opschrift en de aanhef van onderdeel 8 vervalt: of
faxapparatuur.
ARTIKEL 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.
TOELICHTING
1. Algemeen
Met deze regeling is het verplicht eigen risico op grond van de
Zorgverzekeringswet geïndexeerd en is de Regeling zorgverzekering per 1 januari
2007 gewijzigd in verband met het volgende.
1. De jaarlijkse indexatie van de eigen bijdragen voor
hulpmiddelen, kraamzorg en ziekenvervoer.
2. Het vervallen van artikel 2.2 waarin de eigen bijdrage voor
psychotherapie werd geregeld.
3. Het aanbrengen van een correctie aan artikel 2.33.
4. Het wijzigen van artikel 8.3 in verband met de compensatie voor
het verplicht eigen risico (aanwijzing DKG’s).
5. Het wijzigen van bijlage 1 en 2 in verband met uitvoering van
voornemens zoals aangekondigd in de brief over het pakketadvies 2008 van het
College voor zorgverzekeringen (CVZ)1. Daarbij gaat om het schrappen van de aanspraak op
intracaverneus fentolamine/papaverine (middel ter behandeling van
erectiestoornissen), aanpassing van de indicatievoorwaarden voor cholesterol
verlagende geneesmiddelen alsmede invoering van (beperkende)
indicatievoorwaarden voor slaap- en kalmeringsmiddelen.
6. Wijzigen van onderdeel 1 van bijlage 2 teneinde een eerste stap
te zetten met betrekking tot het vervangen van de prestatie ‘dieetpreparaten’
door de prestatie dieetvoeding voor medisch gebruik.
7. Het wijzigen van bijlage 3 in verband met de maatregel die
reeds getroffen is met de ministeriële regeling van 17 juli 2008, Z/VU-2864917,
houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met aanpassing
van de te verzekeren prestaties voor het jaar 2009 (Stcrt. 142).
2. Artikelsgewijs
Artikel 1
Ter uitvoering van 18a, derde en vierde lid, van de
Zorgverzekeringswet is met dit artikel het verplicht eigen risico voor het jaar
2009 geïndexeerd naar beneden afgerond op een veelvoud van € 5, zodat het per
1 januari 2009 € 155 bedraagt.
Artikel 2
A
Met het koninklijk besluit van 28 augustus 2008, houdende
wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de aanpassing van het
verplicht eigen risico en de uitbreiding van de groep verzekerden met
meerjarige, onvermijdbare zorgkosten die voor een uitkering als bedoeld in
artikel 118a van de Zorgverzekeringswet in aanmerking komt (Stb. 371) is de
bevoegdheid om bij ministeriële regeling een eigen bijdrage voor psychotherapie
te regelen per 1 januari 2009 komen te vervallen. Daarom vervalt met deze
regeling ook artikel 2.2 waarin deze bijdrage werd geregeld.
B tot en met E en G en H
In deze onderdelen zijn de eigen bijdrage voor hulpmiddelen,
kraamzorg en ziekenvervoer geïndexeerd zoals het CVZ met de brief van
25 augustus 2008, PAK/28075859, heeft geadviseerd.
De eigen bijdrage voor eerstelijnspsychologie wordt ook
jaarlijks geïndexeerd. De bijdrage bedroeg in 2008 € 10. Bij deze indexering
wordt een afronding op een veelvoud van € 0,20 naar beneden gehanteerd.
Hierdoor is de bijdrage in 2009 gehandhaafd op € 10.
F
Met de ministeriële regeling van 17 juli 2008, Z/VU-2864917,
houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met aanpassing
van de te verzekeren prestaties voor het jaar 2009 (Stcrt. 142) zijn de stoelen
met een uitsluitende sta-opfunctie met ingang van 1 januari 2009 uit de te
verzekeren prestaties verwijderd. Niet uit de te verzekeren prestaties zijn
geschrapt aan functiebeperkingen aangepaste stoelen indien er sprake is van
problemen bij het zitten waarin een normale ergonomische stoel niet kan
voorzien en waardoor individuele aanpassingen (zoals een specifieke polstering,
abductiebalk, arthrodese-zitting of pelottes voor zijwaartse steun) medisch
noodzakelijk zijn. Als voor een verzekerde in zo’n geval ook een sta-opsysteem
noodzakelijk is, valt dat ook onder de te verzekeren prestaties. Abusievelijk
was dat niet meer geregeld. Dat is met deze regeling door wijziging van tweede
lid van artikel 2.33 gecorrigeerd.
I
In het nieuw toegevoegde tweede lid van artikel 8.3 van de
Regeling zorgverzekering zijn de DKG’s aangewezen die, indien een verzekerde op
grond van het gebruik van geneeskundige zorg van medisch-specialistische aard
daarin is ingedeeld, met ingang van 2009 recht geven op de compensatie voor het
verplicht eigen risico. Alle DKG’s genoemd in tabel B4.3 van bijlage 4 van de
Regeling zorgverzekering worden aangewezen. Omdat niet eerder dan medio 2009 de
DKG’s 2007 bekend zijn, hebben verzekerden eind 2009 recht op compensatie voor
het verplicht eigen risico over het jaar 2009, indien zij in 2006 en 2007 in
een DKG zijn ingedeeld. Dit wijkt dus af van de compensatie op basis van de
FKG’s omdat de FKG’s over een kalenderjaar een jaar eerder bekend zijn dan de
DKG’s over datzelfde kalenderjaar. Dit verschil komt door de systematiek van de
diagnose behandelingscombinaties die de grondslag vormen voor de DKG’s.
J
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseert in zijn
Pakketadvies 20072 de vergoedingsmogelijkheid van intracaverneus
fentolamine/papaverine ter behandeling van erectiestoornissen te schrappen. De
overwegingen hiervoor zijn de relatief lage ziektelast, de relatief lage kosten
en een consistent geneesmiddelenbeleid. Met dit laatste bedoelt het CVZ dat de
meeste medicamenteuze behandelingen bij erectiestoornissen niet zijn aangewezen
als een te verzekeren prestatie, terwijl de toepassing van intracaverneus
fentolamine/papaverine wel voor rekening van de zorgverzekering komt. In mijn
brief over het CVZ-pakketadvies 20073 heb ik aangegeven, dat ik dit advies zal opvolgen en de
vergoedingsmogelijkheid van intracaverneus fentolamine/papaverine ter
behandeling van erectiestoornissen zal schrappen met ingang van
1 januari 2009.
K
Onderdeel 1
Om adequate voedingszorg te kunnen blijven leveren, heb ik
aan het CVZ advies gevraagd over een voorstel voor modernisering van de
aanspraak op dieetpreparaten. Het advies voorziet in een aanpassing van de
indicatiecriteria en aanpassing van de productgroep van ‘dieetpreparaten’ naar
‘dieetvoeding voor medisch gebruik’. Aanpassing van de indicatiecriteria wordt
geëffectueerd met deze wijziging van bijlage 2. Over aanpassing van de
productgroep naar ‘dieetvoeding voor medisch gebruik’ zal in 2010 worden
besloten als duidelijk is wat de financiële gevolgen zijn van de aanpassing van
de indicatiecriteria.
Een van de indicatievoorwaarden per 1 januari 2009 is dat
aanspraak bestaat op dieetpreparaten als een verzekerde (die niet kan uitkomen
met aangepaste normale voeding en andere producten van bijzondere voeding)
daarop is aangewezen overeenkomstig de richtlijnen die in Nederland door de
desbetreffende beroepsgroepen zijn aanvaard. Wat betreft de ontwikkeling van
deze richtlijnen is het van belang dat de beroepsgroepen daarbij niet alleen
aandacht besteden aan ‘dieetpreparaten’, maar ook aan de eventuele meerwaarde
van ‘dieetvoeding voor medisch gebruik’. Zodoende wordt er zorgbreed gekeken en
geanticipeerd op een eventuele aanpassing van de productgroep naar
‘dieetvoeding voor medisch gebruik’. Het CVZ zal oordelen of de inhoud van de
richtlijnen voldoet aan de pakketcriteria.
Onderdeel 9
In het Pakketadvies 20084 adviseert het CVZ de nadere voorwaarden voor de
aanspraak op cholesterolverlagende middelen aan te passen. Ik constateer dat
het CVZ-advies niet aansluit bij mijn langetermijnvisie
geneesmiddelenbeleid, maar uitgaat van een door de overheid geformuleerde,
gedetailleerde beperking van de aanspraak.
Een centrale gedachte achter de Zorgverzekeringswet en mijn
langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid is dat zorgverzekeraars een grotere rol
krijgen om doelmatige zorg te bewerkstelligen. Daarbij past een meer algemene
omschrijving van de aanspraak, met daarbij een meer leidende rol voor
behandelrichtlijnen, beter dan een centraal opgelegde, gedetailleerde regeling.
Ik verwacht dat op die manier een betere match tussen vergoeding en medisch
maatwerk, doelmatigheid en honorering van innovatie is te bewerkstelligen.
Ik heb daarom besloten het advies van het CVZ niet
integraal over te nemen, maar de aanspraak te baseren op de richtlijnen van de
beroepsgroep. De redenen daarvoor heb ik uitgebreid weergegeven in de brief
over het CVZ-pakketadvies 20085. Verzekerden hebben alleen recht op vergoeding van
cholesterolverlagers als de middelen zijn voorgeschreven overeenkomstig de
richtlijnen van de beroepsgroep. Een geneesmiddel dat als tweede optie in de
richtlijn wordt genoemd, wordt alleen vergoed als een verzekerde zijn
behandeldoelstelling niet haalt of kan halen met het eerste keus geneesmiddel
van de richtlijn. Zorgverzekeraars kunnen op verschillende manieren controleren
of aan de voorwaarde voor vergoeding wordt voldaan, bijvoorbeeld via een
toestemmingsvereiste of een artsenverklaring. Ik ben mij ervan bewust dat deze
keuze een actieve rol vergt van verzekeraars, die op de uitvoering hiervan
moeten toezien. Ik ben er echter van overtuigd dat – gezien de inhoud van de
richtlijn en de door het Transitieakkoord en het preferentiebeleid van
zorgverzekeraars ontstane prijsverschillen tussen statines – op deze wijze
eenzelfde doelmatigheidswinst kan worden bereikt als via het voorstel van het
CVZ. Met name de recente prijsverlagingen leiden ertoe dat de te realiseren
doelmatigheidswinst opweegt tegen de eventuele extra investeringen en
inspanningen door zorgverzekeraars.
Onderdeel 57
Het CVZ adviseert in zijn Pakketadvies 2007 de vergoeding
van de benzodiazepinen te beperken. De belangrijkste overweging is een
volksgezondheidsbelang. Het beperken van de vergoeding zal het chronisch
gebruik terugdringen en het voorkomen van ongewenst chronisch gebruik.
Daarnaast zal deze maatregel helpen benzodiazepine verslaving te voorkomen en
zullen de hoge kosten die het ongewenste chronisch gebruik met zich brengt,
beteugeld worden.
In de brief over het CVZ-pakketadvies 20076 heb ik aangegeven dat ik de vergoeding van de
benzodiazepinen met ingang van 1 januari 2009 zal beperken. Ik acht een
verantwoord gebruik van deze geneesmiddelen zeer in het belang van de
volksgezondheid. De grote omvang van het chronisch gebruik van deze middelen
zal teruggedrongen moeten worden.
Door te kiezen voor een invoering per 1 januari 2009 kunnen
patiënten, voorschrijvers en zorgverzekeraars zich in deze tussenliggende
periode voorbereiden op de maatregel en hun verantwoordelijkheid nemen voor het
terugdringen van het chronisch gebruik en het aantal chronisch gebruikers.
Het nemen van een pakketmaatregel per 1 januari 2009 heeft
mij ook de gelegenheid geboden het CVZ nader onderzoek te laten doen naar de
mogelijkheden om het kortdurende medisch noodzakelijk gebruik toch te blijven
vergoeden. Ook wilde ik graag een verdere uitwerking van de uitvoeringskosten
van het huidige voorstel en van de risico’s en de kosten van mogelijke
substitutie door andere (duurdere) middelen.
Bij brief van 21 april 2008 heeft CVZ mij bericht dat het
CVZ geen goed uitvoerbare mogelijkheden ziet om kortdurend gebruik van de
benzodiazepinen in de vergoeding te houden. Daarnaast heeft het CVZ mij
geadviseerd over de indicaties waarvoor benzodiazepines wel in de vergoeding
kunnen blijven.
In de brief over het CVZ-pakketadvies 20087 heb ik bevestigd dat ik het CVZ advies over neem en
dat het kortdurend gebruik niet vergoed zal worden. Het voor eigen rekening
laten komen van kortdurend gebruik acht ik acceptabel vanwege de lage kosten
die daarmee gemoeid zijn (€ 12 – € 16 per patiënt per ziekte-episode).
Dit betekent dat vanaf 1 januari 2009 deze middelen alleen
nog vergoed worden als onderhoudsbehandeling bij epilepsie of als behandeling
bij epileptisch insult, als behandeling van angststoornissen, waarbij
medicamenteuze therapie met ten minste twee antidepressiva conform geldende
richtlijnen heeft gefaald, als behandeling bij multipele psychiatrische
problematiek, waarbij behandeling met hoge doses benzodiazepinen noodzakelijk
is of als palliatieve sedatie bij terminale zorg.
L
Met de ministeriële regeling van 17 juli 2008, Z/VU-2864917,
houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met aanpassing
van de te verzekeren prestaties voor het jaar 2009 (Stcrt. 142) zijn de
omschrijvingen van orthesen en gezichtshulpmiddelen vervangen door een
omschrijving van de te verzekeren prestaties gebaseerd op het opheffen of
verminderen van verloren gegane lichaamsfuncties of functiestoornissen. Verder
is de faxapparatuur uit de te verzekeren prestatie geschrapt. Met deze
wijziging is abusievelijk vergeten bijlage 3 op deze punten aan te passen. Dat
is met deze regeling alsnog gebeurd.
De Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink.