Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 november 2008, nr. Z/VU-2890148, houdende indexering van het verplicht eigen risico Zorgverzekeringswet en wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met de jaarlijkse indexatie van eigen bijdragen en enige andere wijzigingen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 18a, derde en vierde lid, van de Zorgverzekeringswet en de artikelen 2.4, derde lid, 2.7, zesde lid, 2.9, derde lid, 2.12, tweede lid, en 2.16 van het Besluit zorgverzekering;

Besluit:

ARTIKEL 1

Het bedrag, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet wordt vastgesteld op: € 155.

ARTIKEL 2

De Regeling zorgverzekering wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2.2 vervalt.

B

Artikel 2.12, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 115,– per jaar’ vervangen door: € 114 per paar.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 57,50 per jaar vervangen door: € 57 per paar.

C

Artikel 2.14 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het derde lid wordt ‘€ 476’ vervangen door: € 485.

2. In het vierde lid wordt ‘€ 566,50’ vervangen door: € 575,50.

3. In het vijfde lid wordt ‘€ 657,50’ vervangen door: € 666,50.

4. In het zesde lid wordt ‘€ 61,50’ vervangen door: € 62,50.

D

In artikel 2.18, tweede lid, wordt ‘€ 264,50’ vervangen door: € 269,50.

E

Artikel 2.23 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 136,50’ vervangen door: € 139.

2. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 115’ vervangen door ‘€ 114’ en wordt ‘€ 292,50’ vervangen door: € 294,50.

3. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 57,50’ vervangen door ‘€ 57’ en wordt ‘€ 235’ vervangen door: € 237,50.

F

Artikel 2.33, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Onder de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde hulpmiddelen zijn hulpmiddelen begrepen in een uitvoering met:

    • 1°. zwenkwielen, beremming of hoog/laag-mechanisme, indien het hulpmiddel op diverse plaatsen of met verschillende werkhoogte moeten worden gebruikt;

    • 2°. een sta-opsysteem, indien de verzekerde niet zelfstandig kan opstaan uit het hulpmiddel.

G

Artikel 2.37 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 3,70’ vervangen door: € 3,80.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 14,50’ vervangen door ‘€ 15’ en wordt ‘€ 104,50’ vervangen door: € 108.

H

Artikel 2.38 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 0,25’ vervangen door: € 0,28.

2. in het tweede lid wordt ‘€ 86’ vervangen door: € 89.

I

Artikel 8.3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ gezet.

2. Er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Als DKG’s als bedoeld in artikel 3a.1 van het Besluit zorgverzekering worden aangewezen de DKG’s, genoemd in Tabel B4.3 van bijlage 4 zoals deze luidde in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de uitkering, bedoeld in artikel 118a, eerste lid, van de wet betrekking heeft.

J

In bijlage 1, onderdeel B, worden de volgende regels verwijderd:

15490

Androskat injectievloeistof patroon 2ml

15490

Androskat injectievloeistof amp 2ml+toedieningskit

29663/15490

Androskat injectievloeistof amp 2ml+toedieningskit

K

Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel 1 komt te luiden:

  • 1. Polymere, oligomere, monomere en modulaire dieetpreparaten

    Voorwaarde:

    uitsluitend voor een verzekerde die niet kan uitkomen met aangepaste normale voeding en andere producten van bijzondere voeding en die:

    • a. lijdt aan een stofwisselingsstoornis,

    • b. lijdt aan een voedselallergie,

    • c. lijdt aan een resorptiestoornis,

    • d. lijdt aan een ziektegerelateerde ondervoeding of een risico daarop, of

    • e. daarop is aangewezen overeenkomstig de richtlijnen die in Nederland door de desbetreffende beroepsgroepen zijn aanvaard.

2. Onderdeel 9 komt te luiden:

  • 9. Simvastatine, atorvastatine, fluvastatine, pravastatine, rosuvastatine, ezetimibe

    Voorwaarde:

    uitsluitend voor een verzekerde die een verhoogde kans heeft op het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen en op behandeling met een van deze middelen is aangewezen overeenkomstig de richtlijnen die in Nederland door de desbetreffende beroepsgroepen zijn aanvaard.

3. Na onderdeel 56 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 57. Benzodiazepinereceptor-agonist in enterale toedieningsvorm

    Voorwaarde:

    uitsluitend voor een verzekerde die dit geneesmiddel gebruikt als:

    • a. onderhoudsbehandeling bij epilepsie of als behandeling bij epileptisch insult,

    • b. behandeling van angststoornissen, waarbij medicamenteuze therapie met ten minste twee antidepressiva overeenkomstig de geldende richtlijnen, heeft gefaald,

    • c. behandeling bij multipele psychiatrische problematiek, waarbij behandeling met hoge doses benzodiazepinen noodzakelijk is, of

    • d. palliatieve sedatie bij terminale zorg.

L

Bijlage 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. De onderdelen 1, 2 en 3 vervallen.

2. In het opschrift en de aanhef van onderdeel 8 vervalt: of faxapparatuur.

ARTIKEL 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

1. Algemeen

Met deze regeling is het verplicht eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet geïndexeerd en is de Regeling zorgverzekering per 1 januari 2007 gewijzigd in verband met het volgende.

  • 1. De jaarlijkse indexatie van de eigen bijdragen voor hulpmiddelen, kraamzorg en ziekenvervoer.

  • 2. Het vervallen van artikel 2.2 waarin de eigen bijdrage voor psychotherapie werd geregeld.

  • 3. Het aanbrengen van een correctie aan artikel 2.33.

  • 4. Het wijzigen van artikel 8.3 in verband met de compensatie voor het verplicht eigen risico (aanwijzing DKG’s).

  • 5. Het wijzigen van bijlage 1 en 2 in verband met uitvoering van voornemens zoals aangekondigd in de brief over het pakketadvies 2008 van het College voor zorgverzekeringen (CVZ)1. Daarbij gaat om het schrappen van de aanspraak op intracaverneus fentolamine/papaverine (middel ter behandeling van erectiestoornissen), aanpassing van de indicatievoorwaarden voor cholesterol verlagende geneesmiddelen alsmede invoering van (beperkende) indicatievoorwaarden voor slaap- en kalmeringsmiddelen.

  • 6. Wijzigen van onderdeel 1 van bijlage 2 teneinde een eerste stap te zetten met betrekking tot het vervangen van de prestatie ‘dieetpreparaten’ door de prestatie dieetvoeding voor medisch gebruik.

  • 7. Het wijzigen van bijlage 3 in verband met de maatregel die reeds getroffen is met de ministeriële regeling van 17 juli 2008, Z/VU-2864917, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met aanpassing van de te verzekeren prestaties voor het jaar 2009 (Stcrt. 142).

2. Artikelsgewijs

Artikel 1

Ter uitvoering van 18a, derde en vierde lid, van de Zorgverzekeringswet is met dit artikel het verplicht eigen risico voor het jaar 2009 geïndexeerd naar beneden afgerond op een veelvoud van € 5, zodat het per 1 januari 2009 € 155 bedraagt.

Artikel 2

A

Met het koninklijk besluit van 28 augustus 2008, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de aanpassing van het verplicht eigen risico en de uitbreiding van de groep verzekerden met meerjarige, onvermijdbare zorgkosten die voor een uitkering als bedoeld in artikel 118a van de Zorgverzekeringswet in aanmerking komt (Stb. 371) is de bevoegdheid om bij ministeriële regeling een eigen bijdrage voor psychotherapie te regelen per 1 januari 2009 komen te vervallen. Daarom vervalt met deze regeling ook artikel 2.2 waarin deze bijdrage werd geregeld.

B tot en met E en G en H

In deze onderdelen zijn de eigen bijdrage voor hulpmiddelen, kraamzorg en ziekenvervoer geïndexeerd zoals het CVZ met de brief van 25 augustus 2008, PAK/28075859, heeft geadviseerd.

De eigen bijdrage voor eerstelijnspsychologie wordt ook jaarlijks geïndexeerd. De bijdrage bedroeg in 2008 € 10. Bij deze indexering wordt een afronding op een veelvoud van € 0,20 naar beneden gehanteerd. Hierdoor is de bijdrage in 2009 gehandhaafd op € 10.

F

Met de ministeriële regeling van 17 juli 2008, Z/VU-2864917, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met aanpassing van de te verzekeren prestaties voor het jaar 2009 (Stcrt. 142) zijn de stoelen met een uitsluitende sta-opfunctie met ingang van 1 januari 2009 uit de te verzekeren prestaties verwijderd. Niet uit de te verzekeren prestaties zijn geschrapt aan functiebeperkingen aangepaste stoelen indien er sprake is van problemen bij het zitten waarin een normale ergonomische stoel niet kan voorzien en waardoor individuele aanpassingen (zoals een specifieke polstering, abductiebalk, arthrodese-zitting of pelottes voor zijwaartse steun) medisch noodzakelijk zijn. Als voor een verzekerde in zo’n geval ook een sta-opsysteem noodzakelijk is, valt dat ook onder de te verzekeren prestaties. Abusievelijk was dat niet meer geregeld. Dat is met deze regeling door wijziging van tweede lid van artikel  2.33 gecorrigeerd.

I

In het nieuw toegevoegde tweede lid van artikel 8.3 van de Regeling zorgverzekering zijn de DKG’s aangewezen die, indien een verzekerde op grond van het gebruik van geneeskundige zorg van medisch-specialistische aard daarin is ingedeeld, met ingang van 2009 recht geven op de compensatie voor het verplicht eigen risico. Alle DKG’s genoemd in tabel B4.3 van bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering worden aangewezen. Omdat niet eerder dan medio 2009 de DKG’s 2007 bekend zijn, hebben verzekerden eind 2009 recht op compensatie voor het verplicht eigen risico over het jaar 2009, indien zij in 2006 en 2007 in een DKG zijn ingedeeld. Dit wijkt dus af van de compensatie op basis van de FKG’s omdat de FKG’s over een kalenderjaar een jaar eerder bekend zijn dan de DKG’s over datzelfde kalenderjaar. Dit verschil komt door de systematiek van de diagnose behandelingscombinaties die de grondslag vormen voor de DKG’s.

J

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseert in zijn Pakketadvies 20072 de vergoedingsmogelijkheid van intracaverneus fentolamine/papaverine ter behandeling van erectiestoornissen te schrappen. De overwegingen hiervoor zijn de relatief lage ziektelast, de relatief lage kosten en een consistent geneesmiddelenbeleid. Met dit laatste bedoelt het CVZ dat de meeste medicamenteuze behandelingen bij erectiestoornissen niet zijn aangewezen als een te verzekeren prestatie, terwijl de toepassing van intracaverneus fentolamine/papaverine wel voor rekening van de zorgverzekering komt. In mijn brief over het CVZ-pakketadvies 20073 heb ik aangegeven, dat ik dit advies zal opvolgen en de vergoedingsmogelijkheid van intracaverneus fentolamine/papaverine ter behandeling van erectiestoornissen zal schrappen met ingang van 1 januari 2009.

K
Onderdeel 1

Om adequate voedingszorg te kunnen blijven leveren, heb ik aan het CVZ advies gevraagd over een voorstel voor modernisering van de aanspraak op dieetpreparaten. Het advies voorziet in een aanpassing van de indicatiecriteria en aanpassing van de productgroep van ‘dieetpreparaten’ naar ‘dieetvoeding voor medisch gebruik’. Aanpassing van de indicatiecriteria wordt geëffectueerd met deze wijziging van bijlage 2. Over aanpassing van de productgroep naar ‘dieetvoeding voor medisch gebruik’ zal in 2010 worden besloten als duidelijk is wat de financiële gevolgen zijn van de aanpassing van de indicatiecriteria.

Een van de indicatievoorwaarden per 1 januari 2009 is dat aanspraak bestaat op dieetpreparaten als een verzekerde (die niet kan uitkomen met aangepaste normale voeding en andere producten van bijzondere voeding) daarop is aangewezen overeenkomstig de richtlijnen die in Nederland door de desbetreffende beroepsgroepen zijn aanvaard. Wat betreft de ontwikkeling van deze richtlijnen is het van belang dat de beroepsgroepen daarbij niet alleen aandacht besteden aan ‘dieetpreparaten’, maar ook aan de eventuele meerwaarde van ‘dieetvoeding voor medisch gebruik’. Zodoende wordt er zorgbreed gekeken en geanticipeerd op een eventuele aanpassing van de productgroep naar ‘dieetvoeding voor medisch gebruik’. Het CVZ zal oordelen of de inhoud van de richtlijnen voldoet aan de pakketcriteria.

Onderdeel 9

In het Pakketadvies 20084 adviseert het CVZ de nadere voorwaarden voor de aanspraak op cholesterolverlagende middelen aan te passen. Ik constateer dat het CVZ-advies niet aansluit bij mijn langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid, maar uitgaat van een door de overheid geformuleerde, gedetailleerde beperking van de aanspraak.

Een centrale gedachte achter de Zorgverzekeringswet en mijn langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid is dat zorgverzekeraars een grotere rol krijgen om doelmatige zorg te bewerkstelligen. Daarbij past een meer algemene omschrijving van de aanspraak, met daarbij een meer leidende rol voor behandelrichtlijnen, beter dan een centraal opgelegde, gedetailleerde regeling. Ik verwacht dat op die manier een betere match tussen vergoeding en medisch maatwerk, doelmatigheid en honorering van innovatie is te bewerkstelligen.

Ik heb daarom besloten het advies van het CVZ niet integraal over te nemen, maar de aanspraak te baseren op de richtlijnen van de beroepsgroep. De redenen daarvoor heb ik uitgebreid weergegeven in de brief over het CVZ-pakketadvies 20085. Verzekerden hebben alleen recht op vergoeding van cholesterolverlagers als de middelen zijn voorgeschreven overeenkomstig de richtlijnen van de beroepsgroep. Een geneesmiddel dat als tweede optie in de richtlijn wordt genoemd, wordt alleen vergoed als een verzekerde zijn behandeldoelstelling niet haalt of kan halen met het eerste keus geneesmiddel van de richtlijn. Zorgverzekeraars kunnen op verschillende manieren controleren of aan de voorwaarde voor vergoeding wordt voldaan, bijvoorbeeld via een toestemmingsvereiste of een artsenverklaring. Ik ben mij ervan bewust dat deze keuze een actieve rol vergt van verzekeraars, die op de uitvoering hiervan moeten toezien. Ik ben er echter van overtuigd dat – gezien de inhoud van de richtlijn en de door het Transitieakkoord en het preferentiebeleid van zorgverzekeraars ontstane prijsverschillen tussen statines – op deze wijze eenzelfde doelmatigheidswinst kan worden bereikt als via het voorstel van het CVZ. Met name de recente prijsverlagingen leiden ertoe dat de te realiseren doelmatigheidswinst opweegt tegen de eventuele extra investeringen en inspanningen door zorgverzekeraars.

Onderdeel 57

Het CVZ adviseert in zijn Pakketadvies 2007 de vergoeding van de benzodiazepinen te beperken. De belangrijkste overweging is een volksgezondheidsbelang. Het beperken van de vergoeding zal het chronisch gebruik terugdringen en het voorkomen van ongewenst chronisch gebruik. Daarnaast zal deze maatregel helpen benzodiazepine verslaving te voorkomen en zullen de hoge kosten die het ongewenste chronisch gebruik met zich brengt, beteugeld worden.

In de brief over het CVZ-pakketadvies 20076 heb ik aangegeven dat ik de vergoeding van de benzodiazepinen met ingang van 1 januari 2009 zal beperken. Ik acht een verantwoord gebruik van deze geneesmiddelen zeer in het belang van de volksgezondheid. De grote omvang van het chronisch gebruik van deze middelen zal teruggedrongen moeten worden.

Door te kiezen voor een invoering per 1 januari 2009 kunnen patiënten, voorschrijvers en zorgverzekeraars zich in deze tussenliggende periode voorbereiden op de maatregel en hun verantwoordelijkheid nemen voor het terugdringen van het chronisch gebruik en het aantal chronisch gebruikers.

Het nemen van een pakketmaatregel per 1 januari 2009 heeft mij ook de gelegenheid geboden het CVZ nader onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden om het kortdurende medisch noodzakelijk gebruik toch te blijven vergoeden. Ook wilde ik graag een verdere uitwerking van de uitvoeringskosten van het huidige voorstel en van de risico’s en de kosten van mogelijke substitutie door andere (duurdere) middelen.

Bij brief van 21 april 2008 heeft CVZ mij bericht dat het CVZ geen goed uitvoerbare mogelijkheden ziet om kortdurend gebruik van de benzodiazepinen in de vergoeding te houden. Daarnaast heeft het CVZ mij geadviseerd over de indicaties waarvoor benzodiazepines wel in de vergoeding kunnen blijven.

In de brief over het CVZ-pakketadvies 20087 heb ik bevestigd dat ik het CVZ advies over neem en dat het kortdurend gebruik niet vergoed zal worden. Het voor eigen rekening laten komen van kortdurend gebruik acht ik acceptabel vanwege de lage kosten die daarmee gemoeid zijn (€ 12 – € 16 per patiënt per ziekte-episode).

Dit betekent dat vanaf 1 januari 2009 deze middelen alleen nog vergoed worden als onderhoudsbehandeling bij epilepsie of als behandeling bij epileptisch insult, als behandeling van angststoornissen, waarbij medicamenteuze therapie met ten minste twee antidepressiva conform geldende richtlijnen heeft gefaald, als behandeling bij multipele psychiatrische problematiek, waarbij behandeling met hoge doses benzodiazepinen noodzakelijk is of als palliatieve sedatie bij terminale zorg.

L

Met de ministeriële regeling van 17 juli 2008, Z/VU-2864917, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met aanpassing van de te verzekeren prestaties voor het jaar 2009 (Stcrt. 142) zijn de omschrijvingen van orthesen en gezichtshulpmiddelen vervangen door een omschrijving van de te verzekeren prestaties gebaseerd op het opheffen of verminderen van verloren gegane lichaamsfuncties of functiestoornissen. Verder is de faxapparatuur uit de te verzekeren prestatie geschrapt. Met deze wijziging is abusievelijk vergeten bijlage 3 op deze punten aan te passen. Dat is met deze regeling alsnog gebeurd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.


XNoot
1

Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XVI, nr. 157.

XNoot
2

Publicatienummer 248.

XNoot
3

Kamerstukken II 2006/07, 30 800, nr. 168.

XNoot
4

Publicatienummer 256.

XNoot
5

Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XVI, nr. 157.

XNoot
6

Kamerstukken II 2006/07, 30 800, nr. 168.

XNoot
7

Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XVI, nr. 157.

Naar boven