Winningsvergunning aardwarmte gebied Bleiswijk

27 november 2008

Nr. ET/EM / 8185908

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

• A+G van den Bosch B.V. (hierna te noemen Van den Bosch) is houder van de opsporingsvergunning voor aardwarmte in het gebied Bleiswijk met een omvang van 9,00 km², welke vergunning is verleend per beschikking op 25 juli 2006, kenmerk ET/EM 6054980, (Strcrt. 26 juli 2006, nr. 143), welke beschikking is gerectificeerd en gepubliceerd in de Staatscourant van 6 september 2006, nr. 173;

• Van den Bosch heeft ingevolge artikel 10, van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) bij brief van 14 februari 2008 een aanvraag ingediend bij de Minister van Economische Zaken voor een winningsvergunning voor aardwarmte voor het gebied van de bovengenoemde opsporingsvergunning;

• Staatstoezicht op de mijnen (hierna genoemd Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 16 mei 2008 advies uitgebracht, ontvangen 20 mei 2008;

• TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ, (hierna genoemd TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 30 juli 2008 advies uitgebracht, ontvangen op 1 augustus 2008;

• Aan de provincie Zuid-Holland is ingevolge artikel 16 van de Mijnbouwwet bij brief van 5 augustus 2008 advies gevraagd. De provincie Zuid-Holland heeft geen advies uitgebracht naar aanleiding van de toegezonden aanvraag;

• De Mijnraad heeft op 30 september 2008 advies uitgebracht (kenmerk MIJNR/8116072) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Overwegingen:

• Voor het gebied, waarvoor de winningsvergunning wordt aangevraagd, geldt niet een door een ander gehouden winningsvergunning voor aardwarmte of opslagvergunning;

• Het is aannemelijk dat de aardwarmte binnen het gebied waarvoor de vergunning zal gelden economisch winbaar zal zijn.

• Er is geen reden de vergunning te weigeren op basis van de technische of financiële mogelijkheden van de aanvrager;

• Er is geen reden de vergunning te weigeren op grond van de manier waarop de aanvrager voornemens is de activiteiten, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, te verrichten;

• Er is geen reden de vergunning te weigeren op grond van het gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin, waarvan de aanvrager blijk heeft gegeven bij opsporingsactiviteiten van aardwarmte;

• De Mijnraad adviseert de Minister van Economische Zaken, op grond van de ingediende aanvraag en de uitgebrachte adviezen, de winningsvergunning voor een periode van 30 jaar te verlenen;

• De Mijnraad adviseert de Minister van Economische Zaken, op grond van de ingediende aanvraag en de uitgebrachte adviezen, het gebied van de winningsvergunning te beperken tot een deel van het gebied van de opsporingsvergunning, omdat de winning van aardwarmte slechts in een deel van het gebied van de opsporingsvergunning zal plaatsvinden;

• De Mijnraad adviseert de Minister van Economische Zaken geen gebruik te maken van de mogelijkheid van artikel 98 van de Mijnbouwwet om de vergunninghouder te verplichten tot een jaarlijkse afdracht aan de Staat;

• Gelet op de Mijnbouwwet en de uitgebrachte adviezen kan een vergunning voor de winning van aardwarmte onder het stellen van beperkingen worden verleend.

Gelet op:

de artikelen 2, derde lid, 6, 7, 8, 9, 10, 11, eerste tot en met vierde lid, van de Mijnbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

Aan A+G van den Bosch B.V. wordt een winningsvergunning voor aardwarmte verleend.

Artikel 2

• 1. De vergunning geldt voor het gebied dat wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten A, B, C en D. De coördinaten van eerder genoemde punten zijn:

  A x=93318,000 y=447721,000

  B x=96337,867 y=447132,535

  C x=95900,000 y=445600,000

  D x=93099,600 y=446595,698

  De coördinaten zijn vermeld volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting.

  De oppervlakte van het vergunde gebied bedraagt 4,13 km².

• 2. De winningsvergunning wordt in verticale zin beperkt tot de laagpakketten die zich bevinden tussen 500 meter beneden de oppervlakte van de aardbodem en laagpakketten uit het Trias en ouder.

Artikel 3

De vergunning geldt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding, gedurende een tijdvak van 30 jaar, nadat zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door verzending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

MT-lid directie Energiemarkt,

Y. Peters.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.