De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikelen 5, zesde en zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers, 5, vijfde en zesde lid, en 8, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen, 7, vierde en vijfde lid, van het Inkomensbesluit IOAW en 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering
Ioaz;
Besluit:
ARTIKEL I
De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
worden als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onder a, wordt ‘€ 636,69’ vervangen door: € 641,93.
2. In het vierde lid wordt ‘€ 1.146,03’ vervangen door: € 1.155,47; ‘€ 891,36’ vervangen door: € 898,70; ‘€ 728,01’ vervangen
door: € 736,07 en ‘€ 639,43’ vervangen door: € 647,09.
3. In het vijfde lid wordt ‘€ 1.113,19’ vervangen door: € 1.118,46; ‘€ 834,48’ vervangen door: € 838,17; ‘€ 618,44’ vervangen
door: € 621,37 en ‘€ 339,73’ vervangen door: € 341,08.
ARTIKEL II
De bedragen genoemd in artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
worden als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 21.914,00’ vervangen door: € 20.335,00.
2. In het tweede lid, 3°, wordt ‘€ 20.033,00’ telkens vervangen door: € 20.335,00.
3. In het vierde lid wordt ‘€ 636,69’ vervangen door: € 641,93; ‘€ 1.146,03’ vervangen door: € 1.155,47 en ‘€ 891,36’ vervangen
door: € 898,70.
B
In artikel 8, tweede lid, wordt ‘€ 117.004,00’ vervangen door: € 119.929,00.
ARTIKEL III
De bedragen genoemd in het Inkomensbesluit IOAW worden als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, tweede lid, wordt ‘€ 287,50’ vervangen door: € 288,14.
B
In artikel 7, tweede lid, onderdeel h, wordt ‘€ 2.184,00’ vervangen door: € 2.196,00.
ARTIKEL IV
In artikel 5, eerste lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt ‘€ 112.153,00’ vervangen door: € 112.792,00.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.
TOELICHTING
In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond
van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te
worden aangepast met ingang van de dag waarop het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon wijzigen.
Aangezien met ingang van 1 januari 2009 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon veranderen dienen de in de IOAW
en de IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe. Ook de bedragen genoemd in
het Inkomensbesluit IOAW en de Regeling vermogenswaardering Ioaz worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het
netto minimumloon.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. Klijnsma.