Regeling van de Minister van Justitie van 17 december 2008, nr. 5580070/08, houdende wijziging van de Vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast 2008 in verband met de aanpassing van de vergoedingsbedragen en invoering van de OM-strafbeschikking voor overlastfeiten

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, onder 1, wordt het woord ‘overtredingen’ vervangen door: gedragingen.

2. In onderdeel b, onder 2, wordt de zinsnede ‘kan worden getransigeerd’ vervangen door: voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging kunnen worden gesteld of op grond van artikel 257a van het Wetboek van Strafvordering een strafbeschikking kan worden uitgevaardigd.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. opgemaakte processen-verbaal voor in de feitenlijst vermelde feiten waarvoor op grond van artikel 74 of 74c van het Wetboek van Strafrecht voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging kunnen worden gesteld of waarvoor op grond van artikel 257a van het Wetboek van Strafvordering een strafbeschikking kan worden uitgevaardigd.

2. In het tweede lid vervalt de laatste volzin.

3. In het tweede lid, onderdeel b, vervalt de zinsnede ‘via de geautomatiseerde systemen van de politie’ en wordt ‘ingezonden’ vervangen door: gezonden.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de in het eerste lid bedoelde beschikkingen en processen-verbaal binnen zestig dagen na de pleegdatum aan het CJIB zijn gezonden en door het CJIB in het toepasselijke automatiseringssysteem zijn geregistreerd.

C

In artikel 4 wordt ‘€ 7,50’ vervangen door: € 25, en wordt ‘€ 15’ vervangen door: € 40.

D

In artikel 7 wordt ‘2008’ vervangen door: 2009.

E

De bijlage, onderdeel Overlast, wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage, onderdeel Overlast.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

BIJLAGE

Overlast

   

Zonder vergunning van de burgemeester

[BF]

070

a

– op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd te geven of te houden

[BF]

070

b

– een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan een daarvoor bestemd sportterrein

[BF]

095

 

zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbieden

[BF]

100

 

als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids voor publiek optreden op of aan door de burgemeester aangewezen (gedeelte van een) weg, waar dit niet is toegestaan

[BF]

101

 

Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden, de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan (bijv.: terrasverbod, reclameborden)

[BF]

105

 

Als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden

    
   

De weg of dat gedeelte van een onroerend goed dat vanaf de weg zichtbaar is

[BF]

110

a

bekrassen of bekladden

[BF]

110

b

zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken hierop aanplakken of op andere wijze aanbrengen

[BF]

111

 

op of aan door het College aangewezen wegen of gedeelten daarvan gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden, aanbevelen of bekendmaken

[BF]

114

 

de weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats gebruiken

[BF]

115

 

tijdens uren waarop het niet is toegestaan op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap te vervoeren of bij zich te hebben

    

[BF]

117

 

met een voertuig dat niet is voorzien van rubberbanden rijden over de berm, de glooiing en de zijkant van de weg

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

6 – Overige weggebruikers

[BF]

118

 

op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) te skaten of te skateboarden

    
   

Op of aan de weg

[BF]

120

a

– klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair

[BF]

120

b

– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt

[BF]

121

a

Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen

[BF]

121

b

Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben

    
   

Zonder redelijk doel

[BF]

125

a

– zich in een portiek of poort op houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of te liggen

[BF]

125

b

– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte

[BF]

126

 

op de weg vervoeren, bij zich dragen of anderszins voorhanden hebben van kerstbomen, autobanden en andere voorwerpen of stoffen, met het kennelijk doel deze op de weg te verbranden

    
   

(In of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte

[BF]

130

a

– zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden

[BF]

130

b

– verontreinigen

[BF]

130

c

– voor een ander doel bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is

[BF]

131

 

op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, dan wel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek

[BF]

133

 

een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezicht

[BF]

135

 

zich met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt

[BF]

136

 

zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld

[BF]

140

a

zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden

[BF]

140

b

een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden

    
   

Als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen

[BF]

145

a

– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

[BF]

145

b

– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door het college aangewezen plaats

[BF]

145

c

– op een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen

[BF]

145

d

– op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar

    
   

Als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven/lopen op of aan de weg of op een terrein van een ander, terwijl na schriftelijke aanzegging van het College deze hond niet

[BF]

150

a

– kort is aangelijnd

[BF]

150

b

– kort is aangelijnd en gemuilkorfd

[BF]

151

 

als degene die één of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijn

[BF]

155

 

als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken

[BF]

171

a

Op de weg of weggedeelte (binnen een door het College aangewezen gebied) softdrugs gebruiken

    
   

De weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden

[BF]

180

a

– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek

[BF]

180

b

– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden

[BF]

185

 

binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte doen

[BF]

190

 

een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen

[BF]

195

 

een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn

[BF]

205

 

een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staan

[BF]

210

 

een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken

    
   

Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied

[BF]

212

a

– door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

6 – Overige weggebruikers;

   

7 – Schippers;

   

8 – Een ieder.

    

[BF]

212

b

– anders dan tot doel van dagrecreatie

[BF]

212

c

– door met geluid voortbrengende apparatuur overlast te veroorzaken

[BF]

212

d

– door te graven of te spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten

[BF]

212

e

– door anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal

[BF]

212

f

– door een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze te gebruiken dan tot het deponeren van klein afval

[BF]

212

g

– door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan

[BF]

214

 

een voertuig met stankverspreidende stoffen parkeren daar waar bewoners of gebruikers van nabijgelegen gebouwen of terreinen daarvan hinder of overlast (kunnen) ondervinden

[BF]

216

 

een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz)

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

6 – Overige weggebruikers;

   

8 – Een ieder

[BF]

235

 

met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan

   

7 – Schippers;

   

8 – Een ieder.

    

[BF]

236

a

het zonder ontheffing van het college varen, doen of laten varen met enig vaartuig

   

7 – Schippers;

   

8 – Een ieder.

[BF]

240

 

als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden

[BF]

245

 

zich zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, begeven of bevinden

    
   

Zich in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen bevinden ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden, te weten

[BF]

250

a

– met die vervoermiddelen in gesloten tijd of gesloten gebied

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

6 – Overige weggebruikers.

[BF]

250

b

– met een motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen of gemarkeerde paden

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

6 – Overige weggebruikers.

[BF]

250

c

– met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden

   

6 – Overige weggebruikers.

    
   

Met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de RadioSterrenWacht (storingsvrije zone), te weten

    

[BF]

260

a

– rijdend

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

6 – Overige weggebruikers.

[BF]

260

b

– parkeren dan wel laten staan

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

6 – Overige weggebruikers.

    
   

Milieu – Afvalstoffenverordening

   

Aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

[BH]

002

 

huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel is

[BH]

003

a

de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden aan anderen dan de aangewezen inzameldienst of inzamelaar

[BH]

004

 

huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen of verstrekte inzamelmiddel

[BH]

005

 

andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via inzamelmiddel aanbieden, dan waarvoor het is bestemd

[BH]

006

 

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijze aanbieden

[BH]

007

 

afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel is

[BH]

008

 

via een inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd is

[BH]

009

 

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau aanbieden

[BH]

010

 

via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is

[BH]

011

 

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbieden

[BH]

012

 

categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden

[BH]

013

 

huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbieden

    
   

Aanbieden van andere dan huishoudelijke afvalstoffen

[BH]

014

 

andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbieden

[BH]

015

 

de door het College aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden

    
   

Doorzoeken van afvalstoffen

[BH]

016

 

afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden

    
   

Handelingen verrichten met huishoudelijk afval, waardoor verontreiniging kan ontstaan

[BH]

017

 

andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen

[BH]

020

 

afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig laden, lossen, vervoeren of andere werkzaamheden verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed

[BH]

022

 

straatafval achterlaten in de openbare ruimte zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen

[BH]

096

 

als particulier een afvalstof, stof of voorwerp buiten een daarvoor bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op of in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu

    
   

Wrakken

[BH]

019

 

afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer opslaan of opgeslagen hebben

[BH]

107

 

een voertuigwrak plaatsen of aanwezig hebben op de weg

[BH]

109

 

zich als eigenaar of kentekenhouder ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken

    
   

Geluidhinder

[BH]

205

 

als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht

[BH]

300

 

zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggen

[BH]

305

 

zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen

[BH]

310

 

met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

6 – Overige weggebruikers;

[BH]

311

 

met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook

   

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

   

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

   

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

   

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

   

6 – Overige weggebruikers.

[BH]

315

 

roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaan

    

[BH]

320

 

in de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben

    
   

Als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze hond zich niet van uitwerpselen ontdoet

[BH]

325

a

– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers

[BH]

325

b

– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide

[BH]

325

c

– op een andere dan door het College aangewezen plaats

[BH]

330

 

met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmeren

TOELICHTING

De onderhavige wijziging van de Vergoedingsregeling gemeenten voor handhaving parkeren en overlast 2008 (hierna: de Regeling) houdt verband met de start per 1 januari 2009 van de stapsgewijze invoering van de strafbeschikking voor overlastfeiten, waarbij als eerste fase een aantal gemeenten met de OM-strafbeschikking voor overlastfeiten zal gaan werken. Voorts,  vooruitlopend op de landelijke toepassing van de strafbeschikking voor overlastfeiten wordt de vergoeding die aan gemeenten wordt verstrekt voor door gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren opgemaakte processen-verbaal voor overlast in de openbare ruimte, verhoogd. Tegelijk is ook de vergoeding voor door gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren uitgeschreven beschikkingen voor stilstaan en fout parkeren verhoogd.

Alvorens op de gewijzigde artikelen wordt ingegaan, wordt hierna de achtergrond van deze ontwikkeling kort geschetst.

Met ingang van 1 februari 2008 is de Wet OM-afdoening in werking getreden, die kort gezegd in het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door middel van een strafbeschikking introduceert. De door de officier van justitie uit te vaardigen strafbeschikking (artikel 257a Sv), oftewel de ‘OM-strafbeschikking’, is naast de door (buitengewoon) opsporingsambtenaren (artikel 257b Sv) en bestuursorganen (artikel 257ba Sv) uit te vaardigen strafbeschikking, oftewel de ‘politiestrafbeschikking’ respectievelijk de ‘bestuurlijke strafbeschikking’, één van de door deze wet geïntroduceerde vormen van buitengerechtelijke afdoening.

Gezien de grote impact ervan wordt de Wet OM-afdoening per zaakstroom geïmplementeerd en is er voorts voor gekozen om de OM-strafbeschikking vóór de politiestrafbeschikking en de bestuurlijke strafbeschikking in te voeren.

Na het delict ‘rijden onder invloed’ (artikel 8 van de Wegenverkeerswet) kunnen per 1 januari 2009 ook de overlastfeiten met een OM-strafbeschikking worden afgedaan.

Vanaf die datum – en tot aan de invoering van de politiestrafbeschikking – kunnen de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van gemeenten onder het regiem van de OM-strafbeschikking ex artikel 257a Sv werken. In de praktijk komt het erop neer dat gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren voor overlastfeiten, een strafbeschikking aankondigen bij de verdachte door middel van een kennisgeving van bekeuring, terwijl de officier van justitie de strafbeschikking uitvaardigt. In eerste instantie start een beperkt aantal gemeenten, waaronder zoveel mogelijk de zogenaamde G4-gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht), met de strafbeschikking voor overlastfeiten. Andere gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2010 de mogelijkheid om overlastfeiten met de strafbeschikking af te doen.

Op gelijke wijze als voor de op grond van artikel 74 en 74c van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) opgemaakte processen-verbaal voor overlast, ontvangen gemeenten die strafbeschikkingen voor overlastfeiten doen uitvaardigen op basis van artikel 257a Sv, een vergoeding voor de kosten die zij maken bij de bestrijding van overlast. Er zij hierbij opgewezen dat aangezien (voorlopig) de transactie naast de strafbeschikking blijft bestaan, de buitengewoon opsporingsambtenaren van gemeenten die met de strafbeschikking gaan werken, in beginsel geen gebruik meer maken van de hun in artikel 2 van het Transactiebesluit 1994 verleende transactiebevoegdheid. Deze, alsook de andere regels en randvoorwaarden waaraan gemeenten zich dienen te houden als zij van de strafbeschikkingsbevoegdheid gebruik willen maken, zijn door het Openbaar Ministerie vastgelegd in de Aanwijzing Bestuurlijke Strafbeschikking Overlastfeiten, de Richtlijn voor Strafvordering Bestuurlijke Strafbeschikking Overlastfeiten en meer in het algemeen in de Aanwijzing OM-afdoening. Met de gemeenten is afgesproken dat het door gemeenten werken onder het regiem van de OM-beleidsregels na drie jaar zal worden geëvalueerd. De werking van de gewijzigde vergoedingsregeling zal daar een onderdeel van zijn.

Bovengenoemde ontwikkeling heeft aanleiding gegeven tot aanpassing van verschillende bepalingen van de Regeling.

Ten eerste regelt de onderhavige wijziging dat ook aan gemeenten die per 1 januari 2009, dan wel later, van start gaan met de strafbeschikking voor overlastfeiten, voor de door hun buitengewoon opsporingsambtenaren op grond van artikel 257a WvSv opgemaakte processen-verbaal voor overlast, een vergoeding wordt toegekend.

Hiertoe is artikel 2 van de Regeling aangepast. Tevens is de in artikel 1 opgenomen definitie van ‘feitenlijst’ in die zin aangepast dat daaronder tevens worden begrepen de overlastfeiten waarvoor op grond van artikel 257a WvSv een strafbeschikking kan worden uitgevaardigd.

Voorts is in artikel 2, tweede lid, van de Regeling een wijziging aangebracht die verband houdt met een verandering in de wijze van aanlevering door de gemeenten van de benodigde feit- en zaaksgegevens van de processen-verbaal voor overlast aan het CJIB. De gemeenten zullen de relevante gegevens namelijk erechtstreeks, en dus niet meer – zoals thans het geval is – via de geautomatiseerde systemen van de politie, aan het CJIB aanleveren. Indien in de beginfase deze gegevens nog handmatig kunnen worden aangeleverd, wordt er naar gestreefd om binnen een termijn van één jaar, de aanlevering van de benodigde gegevens van de processen-verbaal voor overlast uitsluitend geautomatiseerd te doen verlopen.

De overige in artikel 2, tweede lid, opgenomen voorwaarden inzake de aanmelding van gemeenten bij het CJIB en de wijze en termijn van aanlevering van de relevante feit- en zaaksgegevens bij het CJIB, blijven onverkort gelden. Voor de afhandeling van de door gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren op grond van artikel 257a WvSv opgemaakte processen-verbaal voor overlast in de openbare ruimte houdt dit in dat de gegevens van de kennisgeving van bekeuring zoals aangegeven op de ‘combibon’, voorzien van de unieke GM/OI code, ter registratie aan het CJIB worden verstuurd. Duidelijkheidshalve is de voorwaarde dat de inzending aan het CJIB binnen een termijn van 60 dagen na de pleegdatum dient te geschieden thans in een nieuw onderdeel opgenomen. Gelet op een wijziging per 1 januari 2009 van de wijze van invoering van de ingezonden gegevens door het CJIB, inhoudende dat de gegevens eerst in een  tussenliggend automatiseringssysteem worden ingevoerd, alvorens deze daadwerkelijk in het geëigende automatiseringssysteem worden geregistreerd, is voorts een voorwaarde toegevoegd inzake de registratie van de gegevens door het CJIB. Hiermee wordt voorkomen dat er misverstand zou kunnen ontstaan inzake het moment van registratie van de zaken door het CJIB. Op basis van de ingezonden gegevens vaardigt de officier van justitie een strafbeschikking uit.

Vervolgens zijn de in artikel 4 vastgelegde bedragen van de per geregistreerde beschikking voor stilstaan en fout parkeren en per geregistreerde proces verbaal voor overlast te verstrekken vergoeding gewijzigd. De vergoeding per opgelegde parkeerboete is thans vastgesteld op € 25,– en de vergoeding per proces-verbaal voor overlast op € 40,–.

In aanloop op de start met de OM-strafbeschikking voor overlastfeiten, hebben gemeenten aangegeven dat zij, vergeleken met de vergoeding die zij ontvangen, aanzienlijke kosten moeten maken voor de handhaving van overlastgevende overtredingen in de openbare ruimte. Om vooral de bestrijding van overlastfeiten te stimuleren en ter versterken, is besloten om de vergoeding hiervoor met een relatief hoog bedrag te verhogen. In die zin vormt de thans vastgestelde vergoeding een reëlere bijdrage in de kosten die gemeenten maken. Daar de inspanning die gemeenten moeten leveren op het terrein van fout parkeren aanzienlijk minder is dan de inspanning voor het verbaliseren van overlast in de openbare ruimte is het verschil in vergoeding tussen fout parkeren en overlast verhoudingsgewijs gehandhaafd.

Ten slotte is de in de bijlage opgenomen feitenlijst, voor zover betrekking hebbend op het onderdeel overlast, vervangen. De nieuwe lijst is overgenomen van de Richtlijn voor strafvordering bestuurlijke strafbeschikking overlastfeiten van het Openbaar Ministerie. In de feitenlijst die in bijlage bij deze richtlijn is opgenomen, wordt per overlastfeit het bijbehorend boetebedrag vastgesteld. De feitenomschrijvingen in die lijst zijn door de Commissie Feiten en Tarieven (CFT) van het Openbaar Ministerie vastgelegd en zijn aan de in het Transactiebesluit 1994 (en het Besluit OM-afdoening) opgenomen overlastfeiten uit de Algemene Plaatselijke Verordening en Afvalstoffenverordening ontleend. Het uitgangspunt bij de vaststelling van de feitenlijst is voorts geweest dat de lijst voor de strafbeschikking voor overlastfeiten zoveel mogelijk gelijk is aan de in het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte opgenomen feitenlijst. Het betreft immers vergelijkbare instrumenten in de handen van de gemeenten.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

Naar boven