Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2008, 163 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2008, 163 | Besluiten van algemene strekking |
13 augustus 2008
Nr. CEND-HDJZ/2008-904
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 5 van richtlijn nr. 94/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten met betrekking tot pleziervaartuigen (PbEG L 164) en artikel 4, eerste lid, van de Wet pleziervaartuigen;
Besluit:
De Aanwijzing wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J.C. Huizinga-Heringa.
A. Referentienummer Nederlandse norm | B. Referentienummer geharmoniseerde norm | C. Titel geharmoniseerde norm | D. Vervangen norm | E. Eerste publicatie in Publicatieblad Europese Gemeenschappen (PbEG) |
---|---|---|---|---|
NEN-EN ISO 6185-1:2001 | EN ISO 6185-1:2001 | Opblaasbare boten – Deel 1: boten met een maximaal motorvermogen van 4,5 kW (ISO 6185-1:2001 | PbEG 2002 C 91 | |
NEN-EN ISO 6185-2:2001 | EN ISO 6185-2:2001 | Opblaasbare boten – Deel 2: boten met een maximaal motorvermogen van 4,5 kW tot en met 15 kW (ISO 6185-2:2001) | PbEG 2002 C 91 | |
NEN-EN ISO 6185-3:2001 | EN ISO 6185-3:2001 | Pleziervaartuigen – Opblaasbare boten met een totale lengte kleinder dan 8 m met een minimaal drijfvermogen van 1800 N – Deel 3: Maximaal motorvermogen van 15 kW en groter (ISO 6185-3:2001) | PbEG 2002 C 91 | |
NEN-EN ISO 7840:2004 | EN ISO 7840:2004 | Kleine vaartuigen – Brandbestendige brandstofslangen (ISO 7840:2004) | PbEG 2005 C5 | |
NEN-EN ISO 8099:2000 | EN ISO 8099:2000 | Pleziervaartuigen – Retentiesystemen voor toiletafval (ISO 8099:2000) | PbEG 2001 C 138 | |
NEN-EN ISO 8469:2006 en | EN ISO 8469:2006 | Kleine vaartuigen – Niet-brandbestendige brandstofslangen (ISO 8469:2006) | EN ISO 8469:1995 | PbEG 2006 C 301 |
NEN-EN ISO 8665:2006 en | EN ISO 8665:2006 | Pleziervaartuigen – Zuigermotoren met inwendige verbranding voor scheepsvoortstuwing – Meting en opgave van het vermogen (ISO 8665:2006) | EN ISO 8665:1995 | PbEG 2006 C 223 |
NEN-EN ISO 8666:2002 en | EN ISO 8666:2002 | Kleine vaartuigen – Hoofdgegevens 9ISO 8666:2002) | PbEG 2003 C 118 | |
NEN-EN ISO 8847:2004 en | EN ISO 8847:2004 | Kleine vaartuigen – Stuurinrichting – Kabel- en katrolsystemen (ISO 8847:2004) | PbEG 2005 C5 | |
EN ISO 8847:2004/AC:2005 | PbEG 2006 C 61 | |||
NEN-EN ISO 8849:2003 en | EN ISO 8849:2003 | Kleine vaartuigen – Elektrisch aangedreven lenspompen met gelijkstroom (ISO 8849:2003) | PbEG 2005 C5 | |
NEN-EN ISO 9093-1:1998 en | EN ISO 9093-1:1997 | Pleziervaartuigen – Buitenboordkranen en rompdoorvoeren – Deel 1: Delen van metaal (ISO 9093-1:1994) | PbEG 2001 C 138 | |
NEN-EN ISO 9093-2:2002 en | EN ISO 9093-2:2002 | Pleziervaartuigen – Buitenboordkranen en rompdoorvoeren – Deel 2: niet-metalen delen (ISO 9093-2:2002) | PbEG 2003 C 80 | |
NEN-EN ISO 9094-1:2003 en | EN ISO 9094-1:2003 | Kleine vaartuigen – Brandbescherming – Deel 1: Vaartuigen met een romplengte tot en met 15 m (ISO 9094-1:2003) | PbEG 2003 C 163 | |
NEN-EN ISO 9094-2:2003 en | EN ISO 9094-2:2002 | Kleine vaartuigen – Brandbescherming – Deel 2: Vaartuigen met een romplengte tot en met 15 m (ISO 9094-2:2002) | PbEG 2003 C 118 | |
NEN-EN ISO 9097:1995 en | EN ISO 9097:1994 | Pleziervaartuigen – Elektrische ventilatoren (ISO 9097:1991) | PbEG 1998 C 59 | |
NEN-EN ISO 9097:1995/A1:2000 | EN ISO 9097:1994/A1:2000 | PbEG 2001 C 138 | ||
NEN-EN ISO 10087:2006 en | EN ISO 10087:2006 | Pleziervaartuigen – Vaartuig-identificatie – Coderingssysteem (ISO 10087 :2006) | EN ISO 10087:1996 | PbEG 2006 C 113 |
NEN-EN ISO 10088:2001 en | EN ISO 10088:2001 | Pleziervaartuigen – Vast ingebouwde brandstofsystemen en brandstoftanks (ISO 10088:2001) | PbEG 2002 C 91 | |
NEN-EN ISO 10133:2001 en | EN ISO 10133:2000 | Pleziervaartuigen – Elektrische systemen – Gelijkstroominstallaties met extra lage spanning (ISO 10133:2000) | PbEG 2002 C 59 | |
NEN-EN ISO 10239:2008 en | EN ISO 10239:2008 | Pleziervaartuigen – Systemen voor vloeibaar petroleumgas (LPG) (ISO 10239:2008) | EN ISO 10239:2000 | PbEG 2008 C 109 |
NEN-EN ISO 10240:2004 en | EN ISO 10240:2004 | Kleine vaartuigen – Eigenaarshandleiding (ISO 10240:2004) | EN ISO 10240:1996 | PbEG 2005 C 107 |
NEN-EN ISO 10592:1995 en | EN ISO 10592:1995 | Pleziervaartuigen – Hydraulische stuursystemen (ISO 10592:1994) | PbEG 1998 C 59 | |
NEN-EN ISO 10592:1995/A1:2000 en | EN ISO 10592:1995/A1:2000 | PbEG 2001 C 138 | ||
NEN-EN ISO 11105 :1998 en En NEN-EN ISO 11105:1998 nl | EN ISO 11105 :1997 | Pleziervaartuigen – Ventilatie van ruimten met een benzine motor of een benzinetank (ISO 11105 :1997) | PbEG 1997 C 384 | |
NEN-EN ISO 11192:2005 en | EN ISO 11192:2005 | Kleine vaartuigen – Grafische symbolen (ISO 11192:2005) | PbEG 2006 C 61 | |
NEN-EN ISO 11547:1995 en En NEN-EN ISO 11547:1995 nl | EN ISO 11547:1995 | Pleziervaartuigen – Bescherming tegen het starten bij ingeschakelde versnelling (ISO 11547:1994) | PbEG 1997 C 384 | |
NEN-EN ISO 111547:1995/A1:2000 en | EN ISO 111547:1995/A1:2000 | PbEG 2001 C 138 | ||
NEN-EN ISO 11591:2001 en | EN ISO 11591:2000 | Pleziervaartuigen met voortstuwing door een motor – Zichtveld vanaf de stuurstand (ISO 11591:2000) | PbEG 2002 C 59 | |
NEN-EN ISO 11592:2001 en | EN ISO 11592:2001 | Pleziervaartuigen – Bepaling van het maximale voortstuwingsvermogen (ISO 11592:2001) | PbEG 2002 C 59 | |
NEN-EN ISO 11812:2002 en | EN ISO 11812:2001 | Pleziervaartuigen – Waterdichte en snel zelflozende kuipen (ISO 11812:2001) | PbEG 2002 C 91 | |
NEN-EN ISO 12215-1:2000 en | EN ISO 12215-1:2000 | Pleziervaartuigen – Rompconstructie en verbanddelen – Deel 1: Materialen: Onder warmte uithardende harsen, glasvezelversterking, referentielaminaat (ISO 12215-1:2000) | PbEG 2001 C 138 | |
NEN-EN ISO 12215-2:2002 en | EN ISO 12215-2:2002 | Pleziervaartuigen – Rompconstructie en verbanddelen – Deel 2: Materialen: Kernmaterialen voor sandwichconstructies, ingesloten materialen (ISO 12215-2:2002) | PbEG 2002 C 235 | |
NEN-EN ISO 12215-3:2002 en | EN ISO 12215-3:2002 | Kleine vaartuigen – Rompconstructie en verbanddelen- Deel 3: Materialen: Staal, aluminiumlegeringen, hout, overige materialen (ISO 12215-3:2002) | PbEG 2002 C 235 | |
NEN-EN ISO 12215-4:2002 en | EN ISO 12215-4:2002 | Kleine vaartuigen – Rompconstructie en verbanddelen- Deel 4: Werkplaats en productie (ISO 12215-4:2002) | PbEG 2002 C 235 | |
NEN-EN ISO 12216:2002 en | EN ISO 12216:2002 | Kleine vaartuigen – Ramen, patrijspoorten, luiken, poortdeksels en deuren – Sterkte- en waterdichtheidseisen (ISO 12216:2002) | PbEG 2002 C 318 | |
NEN-EN ISO 12217-1:2002 en | EN ISO 12217-1:2002 | Kleine vaartuigen – Beoordeling en classificatie van stabiliteit en drijfvermogen – Deel 1: Boten anders dan zeilboten met een romplengte groter dan of gelijk aan 6 m (ISO 12217-1:2002) | PbEG 2002 C 235 | |
NEN-EN ISO 12217-2:2002 en | EN ISO 12217-2:2002 | Kleine vaartuigen – Beoordeling en classificatie van stabiliteit en drijfvermogen – Deel 2: Zeilboten met een romplengte groter dan of gelijk aan 6 m (ISO 12217-2:2002) | PbEG 2002 C 235 | |
NEN-EN ISO 12217-3:2002 en | EN ISO 12217-3:2002 | Kleine vaartuigen – Beoordeling en classificatie van stabiliteit en drijfvermogen- Deel 3: Boten met een romplengte minder dan 6 m (ISO 12217-3:2002) | PbEG 2002 C 235 | |
NEN-EN ISO 13297:2001 en | EN ISO 13297:2000 | Pleziervaartuigen – Elektrische systemen – Wisselstroominstallaties (ISO 13297:2000) | PbEG 2002 C 59 | |
NEN-EN ISO 13590:2004 en | EN ISO 13590:2003 | Kleine vaartuigen –Waterscooters – Eisen voor de constructie en de systeeminstallatie (ISO 13297:2000) | PbEG 2005 C 107 | |
NEN-EN ISO 13590:2004/C1:2005 en | EN ISO 13590:2003/AC:2004 | PbEG 2005 C 107 | ||
NEN-EN ISO 13929:2001 en | EN ISO 13929:2001 | Pleziervaartuigen – Besturingssystemen – Besturing met tandheugelsysteeem (ISO 13929:2001) | PbEG 2002 C 59 | |
NEN-EN ISO 14509:2000 en | EN ISO 14509:2000 | Pleziervaartuigen – Meting van luchtgeluid uitgestraald door pleziervaartuigen met motoraandrijving (ISO 14509:2000) | PbEG 2005 C 107 | |
NEN-EN ISO 14509:2000/A1:2004 en | EN ISO 14509:2000/A1:2004 | PbEG 2007 C 165 | ||
NEN-EN ISO 14509-2:2006 en | EN ISO 14509-2:2006 | Pleziervaartuigen – Luchtgeluid uitgestraald door pleziervaartuigen met motoraandrijving – Deel 2 : Geluidsbepaling door gebruik van referentievaartuigen (ISO 14509-2:2006) | PbEG 2007 C 165 | |
NEN-EN ISO 14895:2003 en | EN ISO 14895:2003 | Kleine vaartuigen – Kooktoestellen voor vloeibaren brandstoffen (ISO 14895:2000) | PbEG 2003 C 261 | |
NEN-EN ISO 14945:2004 en | EN ISO 14945:2004 | Kleine vaartuigen – Plaatje van de bouwer (ISO 14945:2004) | PbEG 2005 C 5 | |
NEN-EN ISO 14945:2004/C11 en, fr, de | EN ISO 14945:2004/AC:2005 | PbEG 2006 C 61 | ||
NEN-EN ISO 15083:2003 en | EN ISO 15083:2003 | Kleine vaartuigen – Lenspompsysteem (ISO 15083:2003) | PbEG 2003 C 261 | |
NEN-EN ISO 15084:2003 en | EN ISO 15084:2003 | Kleine vaartuigen – Ankeren, meren en slepen – Sterke punten (ISO 15084:2003) | PbEG 2003 C 163 | |
NEN-EN ISO 15085:2003 en | EN ISO 15085:2003 | Kleine vaartuigen – Preventie van ‘man overboord’ en berging (ISO 15085:2003) | PbEG 2003 C 261 | |
NEN-EN ISO 15584:2001 en | EN ISO 15584:2001 | Pleziervaartuigen – Binnenboord benzinemotoren – Op de motor gemonteerde onderdelen van het brandstof- en elektrisch systeem (ISO 15584:2001) | PbEG 2002 C 59 | |
NEN-EN ISO 15652:2005 en | EN ISO 15652:2005 | Kleine vaartuigen – Afstandbesturingssystemen voor boten met waterstraalaandrijving (ISO 15652:2003) | PbEG 2005 C 219 | |
NEN-EN ISO 16147:2002 en | EN ISO 16147:2002 | Kleine vaartuigen – Binnenboord dieselmotoren – Op de motor gemonteerde onderdelen van het brandstof- en elektrisch systeem (ISO 16147:2002) | PbEG 2003 C 80 | |
NEN-EN ISO 21487:2007 en | EN ISO 21487:2006 | Kleine vaartuigen – Vast ingebouwde benzine- en dieselbrandstoftanks (ISO 21487:2006) | PbEG 2007 C 165 | |
NEN-ISO 28846:1993 en | EN 28846:1993 | Pleziervaartuigen – Elektrische apparatuur- Bescherming tegen ontbranding van omringende brandbare gassen (ISO 8846:1990) | PbEG 1995 C 255 | |
NEN-EN 28846:1993/A1:2000 en | EN 28846:1993/A1:2000 | PbEG 2001 C 138 | ||
NEN-EN 28848:1993 en NEN-EN 28848:1993 nl | EN 28848:1993 | Pleziervaartuigen – Afstandbesturingssytemen (ISO 8848:1990) | PbEG 1995 C 255 | |
NEN-EN 28848:1993/A1:2000 en | EN 28848:1993/A1:2000 | PbEG 2001 C 138 | ||
NEN-ISO 29775:1993 en | EN 29775:1993 | Pleziervaartuigen – Afstandbesturingssytemen voor enkelvoudige buitenboordmotoren met een vermogen van 15 kW tot 40 kW (ISO 9775:1990) | PbEG 1995 C 255 | |
NEN-EN-ISO 29775:1993/A1:2000 en | EN 29775:1993/A1:2000 | PbEG 2001 C 138 |
De Europese Commissie heeft in het Publicatieblad van de Europse Unie een lijst gepubliceerd met de nummers, titels en referentienummers van geharmoniseerde normen ter uitvoering van artikel 5 van richtlijn nr. 94/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot pleziervaartuigen (PbEU L 164). Deze geharmoniseerde normen bevatten technische specificaties en geven invulling aan de technische eisen voor pleziervaartuigen. De lijst vervangt alle eerder gepubliceerde lijsten. De tabel bij deze Aanwijzing komt daarom eveneens in de plaats van de eerder medegedeelde lijsten met nationale referentienummers van geharmoniseerde normen (zie Stcrt. 2005, 74, en 133, 2006, 19 en 122 en 2007, 11).
Het is aan de lidstaten om aan de geharmoniseerde normen nationale referentienummers toe te kennen, dat wil zeggen de referentienummers genoemd in de eerste kolom van de tabel. Referentienummers van de nationale normen worden op grond van artikel 4, eerste lid, van de Wet pleziervaartuigen door de Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen. Aan die opdracht wordt met onderhavige aanwijzing invulling gegeven.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J.C. Huizinga-Heringa.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2008-27.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.