Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 december 2008, nr. BVE/Stelsel/87317, tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 in verband met onder meer een aanvulling van de beoordelingscriteria en een wijziging van het subsidiebedrag per leerling

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel II, eerste lid, van de Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013;

Besluit:

Enig artikel

De Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 in verband met onder meer een aanvulling van de beoordelingscriteria en een wijziging van het subsidiebedrag per leerling, treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen F, aanhef en eerste lid, en G, in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

In de Staatscourant van 4 december 2008, nr 236, is de Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 in verband met onder meer een aanvulling van de beoordelingscriteria en een wijziging van het subsidiebedrag per leerling, bekend gemaakt. Zoals in de toelichting bij deze regeling is opgemerkt is de regeling onder meer gebaseerd op artikel 3, tweede lid, van de Wet overige OCW-subsidies. Artikel 3, derde lid, van die wet bepaalt, dat een ministeriële regeling als bedoeld in het tweede lid, wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en niet in werking treedt dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door of namens een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven het bij die ministeriële regeling geregelde onderwerp bij wet te regelen. Omdat het tijdstip van inwerkingtreding van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 derhalve afhankelijk is van de wens van de respectievelijke Kamers is in artikel II, eerste lid, van die regeling voorzien in inwerkingtreding bij ministeriële regeling.

Nu de Eerste en Tweede Kamer te kennen hebben gegeven in te stemmen met deze Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013, kan deze regeling in werking treden. De onderhavige regeling voorziet hierin.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven