ARTIKEL I
De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten1 wordt als volgt gewijzigd:
A
1. In artikel 2.5, eerste lid, wordt ‘artikelen 44 tot en met 46’ vervangen door: artikelen 53 tot en met 55.
2. In artikel 2.5, tweede lid, wordt ‘artikel 45, tweede lid’ vervangen door: artikel 54, tweede lid.
B
Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt ‘artikel 78’ vervangen door: artikel 26.
2. Het vierde lid komt te luiden:
3. In het zesde lid, wordt ‘artikel 78, derde tot en met zesde lid’ vervangen door: artikel 26, eerste en tweede lid.
C
In artikel 2.6a, eerste lid, wordt ‘artikel 78’ vervangen door: artikel 26.
D
Artikel 3.7d (oud) vervalt.
E
Na artikel 3.7c worden de volgende artikelen ingevoegd, die luiden:
Artikel 3.7d
In afwijking van artikel 3.6, eerste lid, en artikel 3.7, eerste lid, is het toegestaan herkauwers uit het gebied rechtstreeks
naar een bestemming in een derde land te vervoeren, mits:
a. wordt voldaan aan de voorwaarden uit artikel 8, lid 5bis en zesde lid, van verordening (EG) nr. 1266/2007;
b. het land van bestemming voorafgaand aan het vervoer het vervoer heeft goedgekeurd, en
c. het certificaat dat de dieren vergezelt en dat bestemd is voor het derde land, voldoet aan de eisen die het derde land stelt.
Artikel 3.7e
In afwijking van de artikelen 3.7, tweede lid, onderdeel a, artikel 3.7a, derde en vijfde lid, 3.7b en 3.7c mogen de herkauwers
die bestemd zijn voor onmiddellijke slacht worden verzameld in het insluitingsgebied alvorens te worden geslacht.
F
In artikel 3.10, vierde lid, wordt ‘31 december 2008’ vervangen door: 31 december 2009.
G
In artikel 3.1.1, tweede lid, wordt ‘31 december 2008’ vervangen door: 1 juli 2009.
H
In artikel 3.1.3 wordt ‘15 september 2008’ vervangen door: 1 juli 2009.
I
Artikel 3.3.1, eerste lid, komt te luiden:
J
In bijlage I wordt de zinsnede ‘de artikelen 1.1, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.7, 3.7a, tweede, derde en vierde lid, 3.7b, 3.7c,3.7d,
3.8, 3.9 en 3.10’ vervangen door: artikelen 1.1, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.7, 3.7a, tweede, derde, vierde en vijfde lid,
3.7b, 3.7c,3.7d, 3.7e, 3.8, 3.9 en 3.10.
K
In bijlage II wordt de zinsnede ‘de artikelen 1.1, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3,6, 3.7, 3.7a, eerste lid, 3.8, 3.9 en 3.10’
vervangen door: de artikelen 1.1, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3,6, 3.7, 3.7a, eerste lid, 3.7d, 3.8, 3.9 en 3.10.
ARTIKEL II
De Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s2 wordt als volgt gewijzigd:
A
De artikelen 46 en 47 komen als volgt te luiden:
Artikel 46
1. De afvoer van weiderunderen van een op grond van artikel 21 erkend runderverzamelcentrum geschiedt rechtstreeks en uitsluitend
naar:
a. een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis, of
b. een in Nederland gelegen vetweiderijbedrijf dat uitsluitend runderen rechtstreeks afvoert naar een al dan niet in Nederland
gelegen slachthuis, voorzover het vetweiderijbedrijf bij de minister is geregistreerd, met gebruikmaking van een daartoe ter
beschikking gesteld formulier.
2. De afvoer van weiderunderen naar een niet in Nederland gelegen slachthuis geschiedt met inachtneming van de hoofdstukken
2 en 3 van de Regeling handel levende dieren en levende producten.
3. Het is verboden op een bedrijf, niet zijnde een slachthuis of een vetweiderijbedrijf, weiderunderen afkomstig van een runderverzamelcentrum
te ontvangen.
4. De aanvoer van weiderunderen op een verzamelcentrum is verboden, indien die runderen in de periode voor de aanvoer op een
runderverzamelcentrum voor een tijdvak korter dan 21 dagen zijn verzameld.
5. Registratie van een vetweiderijbedrijf als bedoeld in het eerste lid vindt slechts plaats indien:
a. op het vetweiderijbedrijf uitsluitend runderen worden gehouden, en
b. al deze runderen rechtstreeks naar het slachthuis worden afgevoerd.
6. Door middel van een daartoe opgesteld document kan, vanaf 30 dagen na het moment dat alle op het vetweiderijbedrijf aanwezige
van een runderverzamelcentrum afkomstige weiderunderen naar een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis zijn afgevoerd,
op verzoek van de eigenaar of exploitant van het vetweiderijbedrijf door de minister de registratie, bedoeld in het vijfde
lid, worden ingetrokken.
7. Op de registratie, bedoeld in het vijfde lid, is artikel 25 van overeenkomstige toepassing.
8. Weiderunderen worden van een vetweiderijbedrijf rechtstreeks afgevoerd naar een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis.
Artikel 47
1. Slachtschapen en slachtgeiten worden van een ingevolge artikel 21 erkend schapen- en geitenverzamelcentrum afgevoerd naar
een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis.
2. De afvoer van slachtschapen en slachtgeiten van een op grond van artikel 21 erkend schapen- en geitenverzamelcentrum, naar
een niet in Nederland gelegen slachthuis geschiedt met inachtneming van de hoofdstukken 2 en 7 van de Regeling handel levende
dieren en levende producten.
3. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan slachtschapen van een schapen- en geitenverzamelcentrum via een ander erkend
schapen- en geitenverzamelcentrum naar een slachthuis af te voeren, mits voldaan wordt aan artikel 4 quater, derde lid, onderdeel
a, van richtlijn nr. 91/68/EEG, met dien verstande dat het officiële veterinaire document, bedoeld in artikel 4 quater, derde
lid, onderdeel, onder iii, van richtlijn nr. 91/68/EEG wordt afgegeven door de officiële dierenarts.
4. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan slachtgeiten van een schapen- en geitenverzamelcentrum via een ander erkend
schapen- en geitenverzamelcentrum naar een slachthuis af te voeren, indien de betrokken vervoerder alsmede de betrokken eigenaren
of exploitanten van de schapen- en geitenverzamelcentra deelnemen aan een ingevolge artikel 56 erkend kwaliteitssysteem.
5. In geval van afvoer als bedoeld in het vierde lid, wordt voldaan aan artikel 4 quater, derde lid, onderdeel a, van richtlijn
nr. 91/68/EEG.
6. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan slachtschapen en slachtgeiten van een erkend schapen- en geitenverzamelcentrum
rechtstreeks af te voeren naar een buiten Nederland gelegen verzamelcentrum, mits wordt voldaan aan de hoofdstukken 2 en 7
van de Regeling handel levende dieren en levende producten.
7. Het is verboden op een bedrijf, niet zijnde een slachterij, schapen of geiten, afkomstig van een schapen- en geitenverzamelcentrum,
te ontvangen.
8. Het verbod, bedoeld in het zevende lid, is niet van toepassing op een bedrijf, zijnde een schapen- en geitenverzamelcentrum,
indien de slachtschapen of slachtgeiten overeenkomstig het derde of vierde lid van een ander schapen- en geitenverzamelcentrum
zijn aangevoerd.
9. Het is verboden schapen of geiten van een schapen- en geitenverzamelcentrum af te voeren anders dan naar een slachthuis,
indien op het schapen- en geitenverzamelcentrum binnen de blokperiode overeenkomstig het derde of vierde lid schapen of geiten
van een ander schapen- en geitenverzamelcentrum zijn aangevoerd.
B
In artikel 61, derde lid, wordt ‘artikel 33, derde lid, 44, tweede lid, 45, vierde lid, 46, tweede lid, en 47, tweede lid,’
vervangen door: artikel 33, derde lid, 44, tweede lid, 45, vierde lid, en 47, vierde lid,.
C
In artikel 63, vierde lid, wordt ‘de artikelen 44, tweede lid, 45, vierde lid, of 46, tweede lid,’ vervangen door: de artikelen
44, tweede lid, 45, vierde lid, of 47, vierde lid,.
ARTIKEL III
De Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s3 wordt als volgt gewijzigd:
A
De artikelen 46 en 47 komen als volgt te luiden:
Artikel 46
1. Weiderunderen worden van een ingevolge artikel 21 erkend runderverzamelcentrum rechtstreeks afgevoerd naar een al dan niet
in Nederland gelegen slachthuis.
2. In afwijking van het eerste lid, mogen weiderunderen van een ingevolge artikel 21 erkend runderverzamelcentrum, worden afgevoerd
naar een in Nederland gelegen vetweiderijbedrijf dat uitsluitend runderen rechtstreeks afvoert naar een al dan niet in Nederland
gelegen slachthuis indien de betrokken vervoerder, de eigenaar of exploitant van het verzamelcentrum en de eigenaar of exploitant
van het vetweiderijbedrijf deelnemen aan een ingevolge artikel 56 erkend kwaliteitssysteem.
3. Weiderunderen worden van een vetweiderijbedrijf rechtstreeks afgevoerd naar een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis.
Artikel 47
1. Slachtschapen of slachtgeiten worden van een ingevolge artikel 21 erkend schapen- en geitenverzamelcentrum afgevoerd naar
een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis.
2. In afwijking van het eerst lid is het toegestaan om slachtschapen en slachtgeiten, alvorens deze worden afgevoerd naar het
slachthuis, te vervoeren van een ingevolge artikel 21 erkend schapen- en geitenverzamelcentrum naar een ander erkend schapen-
en geitenverzamelcentrum, indien de betrokken vervoerder alsmede de betrokken eigenaren of exploitanten van de schapen- en
geitenverzamelcentra deelnemen aan een ingevolge artikel 56 erkend kwaliteitssysteem.
3. In geval van afvoer als bedoeld in het tweede lid, wordt voldaan aan artikel 4 quater, derde lid, onderdeel a, van richtlijn
nr. 91/68/EEG.
4. Indien op het schapen- en geitenverzamelcentrum, bedoeld in het tweede lid, schapen of geiten afkomstig van meer verzamelcentra
of andere plaatsen tegelijkertijd in een blokperiode worden bijeen gebracht, worden alle in die blokperiode bijeengebrachte
schapen en geiten afgevoerd overeenkomstig de voorwaarden genoemd in het derde lid.
B
In artikel 61, derde lid, wordt ‘artikel 33, derde lid, 44, tweede lid, 45, vierde lid, en 47, vierde lid,’ vervangen door:
artikel 33, derde lid, 44, tweede lid, 45, vierde lid, artikel 46, tweede lid, en 47, tweede lid,.
C
In artikel 63, vierde lid, wordt ‘de artikelen 44, tweede lid, 45, vierde lid, of 47, vierde lid,’ vervangen door: de artikelen
44, tweede lid, 45, vierde lid, artikel 46, tweede lid, of 47, tweede lid,.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009, met uitzondering van artikel I, onderdeel H, dat in werking
treedt met ingang van de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en terugwerkt tot en met 15 september 2008 en met uitzondering
van artikel III dat met ingang van 1 juli 2009 in werking treedt.
TOELICHTING
Onderhavige regeling ziet op de wijziging van een aantal veterinairrechtelijke voorschriften. Het betreft wijzigingen in de
Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s en de Regeling tijdelijke
maatregelen dierziekten. Hierna worden de wijzigingen artikelsgewijs toegelicht.
Artikel I: wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten
Deze wijzigingsregeling voorziet in de eerste plaats in een wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.
Deze wijziging houdt het volgende in:
Aviaire Influenza
Op 1 januari 2009 treedt een wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten
en zoönosen en TSE’s in werking. In de artikelen 2.6 en 2.6a die betrekking hebben op Aviaire Influenza wordt naar deze preventieregeling
verwezen. Deze verwijzing is geactualiseerd.
Bluetongue
Met ingang van 1 januari 2009 wordt het voorts mogelijk om herkauwers te vervoeren vanuit het insluitingsgebied naar derde
landen. De voorwaarden voor het transport uit het insluitingsgebied naar derde landen zijn gelijk aan de voorwaarden voor
transport uit het beperkingsgebied naar derde landen. Voor deze vervoersstroom gelden de volgende voorwaarden:
– op het bedrijf van herkomst is geen geval van bluetongue geconstateerd gedurende een periode van tenminste 30 dagen voorafgaand
aan de verzending (artikel 8, lid 5bis, van verordening (EG) nr. 1266/2007/artikel 3.7d, onderdeel a, van de regeling);
– de dieren moeten rechtstreeks vanaf het bedrijf naar het punt van uitgang worden vervoerd, tenzij een rusttijd op een controlepost
in hetzelfde gebied wordt ingelast (artikel 8, lid 5bis, van verordening (EG) nr. 1266/2007/artikel 3.7d, onderdeel a, van
de regeling);
– het vervoer van de dieren naar het punt van uitgang geschiedt onder officieel toezicht (artikel 8, lid 5bis, van verordening
(EG) nr. 1266/2007/artikel 3.7d, onderdeel a, van de regeling);
– het land van bestemming voorafgaand aan het vervoer het vervoer heeft goedgekeurd (artikel 3.7d, onderdeel b, van de regeling),
en
– het certificaat dat de dieren vergezelt en dat bestemd is voor het derde land, voldoet aan de eisen die het derde land stelt
(artikel 3.7d, onderdeel c, van de regeling).
Voor zover van toepassing, moet tevens voldaan worden aan de eisen die gelden voor doorvoer (artikel 9 van verordening (EG)
nr. 1266/2007/artikel 3.9 van de regeling).
Volledigheidshalve merk ik op dat het vervoer van herkauwers vanuit het beperkingsgebied naar andere lidstaten op grond van
artikel 8 of artikel 9bis van verordening (EG) nr. 1266/2007 (artikel 3.6 van de regeling) is toegestaan. Behoudens de gevallen
bedoeld in de artikelen 3.7a (Duitsland), 3.7b (Frankrijk) en 3.7c (België) is het vervoer rechtstreeks vanuit het insluitingsgebied
naar lidstaten verboden.
Met een wijziging van verordening (EG) nr. 1266/2007 (verordening (EG) nr. 1304/2008) wordt de overgangstermijn van artikel
9bis verlengd van 31 december 2008 naar 31 december 2009. Artikel 3.10 is dienovereenkomstig aangepast.
Ten behoeve van de vaccinatie van herkauwers of kameelachtigen tegen bluetongue, wordt de vrijstelling van het diergeneesmiddel
‘Bovilis BTV8’ verlengd tot 1 juli 2009 (artikel 3.1.1). Ook de vrijstelling van het Besluit gebruik sera en entstoffen wordt
verlengd tot 1 juli 2009. Overigens was deze termijn bij wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten van
1 september 2008 (Stcrt. 170) per abuis niet verlengd tot 31 december 2008. Deze omissie wordt thans hersteld.
De subsidie voor het vaccineren van herkauwers en kameelachtigen tegen bluetongue is slechts beschikbaar voor vaccinaties
die in het jaar 2008 hebben plaatsgevonden. De tekst van de regeling is ten aanzien van dit punt verduidelijkt (artikel 3.3.1).
Artikelen II en III: Preventieregels
Deze wijzigingsregeling wijzigt voorts de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen
en TSE’s (hierna: Regeling preventie) op een aantal onderdelen.
In de herziene Regeling preventie (regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 september 2008
houdende wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s
in verband met de herziening van preventieregels voor evenhoevigen; Stcrt. 2008, nr. 190) die op 1 januari 2009 in werking
treedt, is een kapstok opgenomen voor kwaliteitssytemen. Van een aantal bepalingen uit de regeling mag worden afgeweken mits
de vervoerder en/of de verzamelplaatshouder deelnemen aan een kwaliteitssysteem. Voor de mogelijkheid om slachtschapen van
een verzamelcentrum via een ander verzamelcentrum af te voeren naar een slachthuis (zogenoemde tweede verzamelslag) en voor
het verzamelen van weiderunderen op een vetweiderijbedrijf, zou dit een aanscherping van de preventieregels met ingang van
1 januari 2009 betekenen. Deze activiteiten waren op grond van ‘oude’ preventieregels toegestaan, maar worden in de herziene
regeling slechts toegestaan aan deelnemers aan een kwaliteitssysteem. Gebleken is dat het bedrijfsleven nog geen kwaliteitssystemen
heeft ontwikkeld en voornoemde activiteiten derhalve niet meer zouden kunnen plaatsvinden met ingang van 1 januari 2009. Gelet
op de nadelige gevolgen die een en ander voor het bedrijfsleven zou hebben en de motie van de leden Atsma en Jacobi (kamerstukken
II 2008–2009, 26 991, nr. 23) heb ik besloten de mogelijkheden in de huidige Regeling preventie voor de tweede verzamelslag van slachtschapen en het verzamelen
van weiderunderen te continueren tot 1 juli 2009 zonder koppeling aan een kwaliteitssysteem. Het bedrijfsleven heeft zo meer
tijd voor het ontwikkelen van kwaliteitssystemen. In artikel II van de onderhavige wijzigingsregeling is het regime neergelegd
dat geldt tot 1 juli 2009, in artikel III het regime dat vanaf 1 juli 2009 geldt.
Administratieve lasten en vaste verandermomenten
In de toelichting op voornoemde regeling van 26 september 2008 zijn de gevolgen van de herziening van de preventieregels voor
de administratieve lasten aangegeven. Het vervallen van de mogelijkheid tot het verzamelen van slachtschapen en het verzamelen
van weiderunderen zou leiden tot een lastenverlichting. Het gaat om een bedrag van € 12.833 (op jaarbasis) voor zover het
de tweede verzamelslag van slachtschapen betreft, en om een bedrag van € 19.950 (op jaarbasis) voor zover het het verzamelen
van weidrunderen betreft. Deze lastenverlichting zal als gevolg van de onderhavige wijzigingsregeling niet met ingang van
1 januari 2009, maar met ingang van 1 juli 2009 optreden. Anderzijds zal een deel van de voorziene lastenverzwaring die samenhangt
met de introductie van kwaliteitssystemen ook eerst pas met ingang van 1 juli 2009 optreden. In totaal zou de introductie
van de kwaliteitssystemen leiden tot een lastenverzwaring van € 60.000. De lastenverzwaring met ingang van 1 januari 2009
zal lager zijn dan voornoemd bedrag. Niet is aan te geven welk deel van dit bedrag is toe te rekenen aan onderhavige wijzigingsregeling.
Het karakter van de regeling brengt met zich mee dat afgeweken wordt van de uitgangspunten van de vaste verandermomenten voor
regelgeving.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
de Directeur Generaal,
J.P. Hoogeveen.