Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 december 2008, nr. WJZ/88980 (8241), tot wijziging van de Regeling archeologische monumentenzorg in verband met de vaststelling van het plafond voor 2009 voor specifieke uitkeringen ten behoeve van archeologisch onderzoek

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van het Besluit archeologische monumentenzorg;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Regeling archeologische monumentenzorg komt artikel 3 te luiden:

Artikel 3. Vaststelling uitkeringsplafond 2008 en 2009

Het uitkeringsplafond, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit archeologische monumentenzorg, bedraagt voor het jaar 2008 2 miljoen euro en voor het jaar 2009 2,5 miljoen euro.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling archeologische monumentenzorg in de zin dat in artikel 3 van de regeling tevens het plafond voor 2009 wordt vastgelegd voor de toekenning van specifieke uitkeringen aan provincies en gemeenten ter bestrijding van excessieve kosten als gevolg van archeologisch onderzoek.

Inmiddels is de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor 2009 door de Tweede Kamer der Staten-Generaal vastgesteld, zodat het bedrag van het uitkeringsplafond voor dat jaar is bepaald en artikel 3 van genoemde regeling kan worden ‘ingevuld’. Het uitkeringsplafond voor 2009 bedraagt € 2,5 miljoen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

Naar boven