Wijziging Regeling niet-reinigbaar straalgrit

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 januari 2008, nr. SAS/2008001515, houdende wijziging van de Regeling niet-reinigbaar straalgrit (vervallen accreditatie-eis aan laboratoria voor meten straalgrit)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 7 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen;

Besluit:

Artikel I

Artikel 4 van de Regeling niet-reinigbaar straalgrit vervalt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 januari 2008.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Toelichting

In het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen is een stortverbod opgenomen voor straalgrit, tenzij het straalgrit niet reinigbaar is. In de Regeling niet-reinigbaar straalgrit zijn de gevallen aangegeven waarin straalgrit niet reinigbaar is.

Het straalgrit is niet reinigbaar als het voor meer dan 20 gewichtsprocenten bestaat uit een droge zeeffractie met een korrelgrootte kleiner of gelijk aan 63 micron, of voor meer dan 5 gewichtsprocenten bestaat uit extraheerbare stoffen, of indien het voldoet aan bepaalde concentratiegrenswaarden van verontreinigende stoffen zoals chroom, koper of lood (artikel 2 van de Regeling niet-reinigbaar straalgrit).

De meting van deze gewichtsprocenten en concentratiewaarden gebeurt overeenkomstig een in de regeling aangegeven methode.

In de oorspronkelijke Regeling niet-reinigbaar straalgrit was in artikel 4 de verplichting opgenomen dat het onderzoekslaboratorium dat de metingen uitvoert inzake de reinigbaarheid van het straalgrit, erkend dient te zijn door de Stichting Raad voor de Accreditatie, of door een andere Europese laboratoriumaccreditatie-instelling op basis van een Europese NEN norm.

Ingevolge de onderhavige regeling komt deze eis te vervallen. Het is namelijk, net als bij de meeste andere normen in de regelgeving, een eigen verantwoordelijkheid van bedrijven om een betrouwbaar laboratorium in te schakelen om te bepalen of het straalgrit voldoet aan de normen uit deze regeling. Derhalve komt ingevolge deze regeling de eis te vervallen dat alleen bepaalde geaccrediteerde laboratoria mogen bepalen of het straalgrit aan de eisen voldoet.

Deze regeling is ook in lijn met het Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving, dat gericht is op het vereenvoudigen en verminderen van regelgeving. In de brief van 11 oktober 2006 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2006/07, 29 383, nr. 63) is reeds aangegeven dat de accreditatie-eis aan laboratoria voor het meten van straalgrit zou komen te vervallen.

Bij de totstandkoming van deze regeling zijn de Raad voor de Accreditatie en de afvalbranche op de hoogte gesteld van de voorgenomen wijziging en deze hebben geen bezwaren aangegeven tegen de wijziging.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Naar boven