Wijziging Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW-wetgeving

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 30 januari 2008, nr. ARBO/A&V/2008/622, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW-wetgeving

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluiten:

Artikel I

De Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW-wetgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen c en j vervallen en de onderdelen d tot en met i worden verletterd tot c tot en met h.

2. Aan het slot van het tot h verletterde onderdeel wordt de puntkomma vervangen door een punt.

B

Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervallen de onderdelen b en c en worden de onderdelen d tot en met i verletterd tot b tot en met g.

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt na ‘7.32, tweede lid, ’ ingevoegd: 9.5b, eerste lid.

3. Het vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. het Arbeidsomstandighedenbesluit: artikel 9.5b, tweede lid;.

4. Het vijfde lid vervalt.

C

Artikel 3.3a vervalt

D

In artikel 3.6, tweede lid, wordt ‘artikel 3.1’ vervangen door: artikel 3.3.

E

Artikel 3.6a vervalt

F

Artikel 7.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘en 7.29, tiende lid’ vervangen door: 7.29, tiende lid, en 9.5b, eerste lid.

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 4.47c, eerste lid’ vervangen door: de artikelen 4.47c, eerste lid, en 9.5b, tweede lid.

G

Boven artikel 8.1 wordt een opschrift ingevoegd, luidende: Aanwijzing toezichthouders

H

Boven artikel 8.2 wordt een opschrift ingevoegd, luidende: Aanwijzing ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdelen C en E, dat in werking treedt met ingang van 1 maart 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 januari 2008.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H. Donner.De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa.

Toelichting

Algemeen

De wijziging van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke taken op grond van SZW wetgeving heeft betrekking op een aantal juridisch technische verbeteringen. Verder zijn in de regeling toezichthouders aangewezen in het kader van de verplichting van degene die arbeid verricht of doet verrichten in de territoriale zee of de exclusieve economische zone om toezichthouders te vervoeren naar de plaats waar de arbeid wordt verricht.

Artikelsgewijs

Onderdelen A en B (onder 1 en 4); artikelen 1.1, onderdelen c en j en 1.2, eerste lid, onderdelen b en c, vierde lid, onderdeel c, en vijfde lid

De Stoomwet is ingetrokken bij artikel II, tweede lid, van de wet van 1 november 2001 tot wijziging van de Warenwet met het oog op de incorporatie van productveiligheidsvoorschriften uit de Wet op de gevaarlijke werktuigen, zulks onder intrekking van deze wet en de Stoomwet (Stb. 2001, 557). Dit artikel is met ingang van 1 januari 2008 in werking getreden bij Besluit van 17 oktober 2007 (Stb. 429). De verwijzing in de artikelen 1.1, onderdeel c, en 1.2, eerste lid, onderdeel c, en vierde lid, onderdeel c, naar de Stoomwet kan dan ook worden geschrapt.

De Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden is ingetrokken bij artikel I, onder h, van de wet van 13 april 2006 tot intrekking en wijziging van diverse wetten en een besluit op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Stb. 223). Dit artikel is met ingang van 10 mei 2006 in werking getreden bij Besluit van 25 april 2006 (Stb. 224). De verwijzing in de artikelen 1.1, onderdeel j, en 1.2, vijfde lid, naar voornoemde wet kan dan ook worden geschrapt.

De Bestrijdingsmiddelenwet 1962 is ingetrokken bij artikel 139, onderdeel a, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Dit artikel is met ingang van 17 oktober 2007 in werking getreden bij Besluit van 10 oktober 2007 (Stb. 386). De verwijzing in artikel 1.2, onderdeel b, naar de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 kan dan ook worden geschrapt.

Onderdelen B (onder 2 en 3) en F; artikelen 1.2, derde lid, onderdeel b, vierde lid, onderdeel c (nieuw) en 7.2, tweede lid, onderdeel b, derde lid, onderdeel b

In artikel 9.5b, eerste lid, Arbobesluit is de verplichting opgenomen van degene die arbeid verricht of doet verrichten in de territoriale zee of de exclusieve economische zone om de toezichthouder te vervoeren naar de door de toezichthouder aan te duiden plaatsen waar deze arbeid wordt verricht, mits dat vervoer plaatsvindt tussen 07.00 uur en 20.00 uur. De ambtenaren van de Arbeidsinspectie en de inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de mijnen zijn in dit verband als toezichthouder aangewezen.

In artikel 9.5b, tweede lid, Arbobesluit is bepaald dat wanneer er sprake is van dodelijke arbeidsongevallen, blijvend letsel, of een ziekenhuisopname of bij het verrichten van arbeid ernstig gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van werknemers of zelfstandigen, het vervoer op aanwijzing van de daartoe aangewezen toezichthouder plaatsvindt tussen 00.00 uur en 24.00 uur. In dit verband zijn de algemeen directeur van de Arbeidsinspectie en de Inspecteur-Generaal der Mijnen daartoe aangewezen.

Onderdelen C en E; artikelen 3.3a en 3.6a

In artikel 3.3a was de bevoegdheid geregeld van de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat voor het uitoefenen van toezicht op de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd aan door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen certificerende instellingen die belast zijn met het certificeren van hijs- en hefwerktuigen en hijs- en hefgereedschappen aan boord van schepen. Hierbij gaat het om een mandaatverlening ten behoeve van de uitoefening van zogenoemd ‘tweede lijns toezicht’ gericht op certificerende instellingen die belast zijn met een publieke taak. Dit in tegenstelling tot de aanwijzing van toezichthouders op grond van artikel 24 van de Arbowet die belast zijn met het primaire toezicht op de naleving van de arbeidsomstandighedenwetgeving door werkgevers en werknemers. Aangezien de Aanwijzingsregeling primair is bedoeld voor de aanwijzing van primaire toezichthouders, wordt het mandaat dat in artikel 3.3a was geregeld ondergebracht in de bestaande mandaatregeling waarbij reeds bevoegdheden zijn toegekend aan de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat in het kader van de beoordeling van aanvragen om aangewezen te worden als bedoelde certificerende instelling (Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 13 juli 2007, nr. ARBO/P&G/07/16527, (Stcrt. 140)). Met betrekking tot de specifieke bevoegdheden die waren toegekend in de artikelen 3.3a, tweede zin, en 3.6a wordt er op gewezen dat deze bevoegdheden reeds voortvloeien uit de artikelen 3.3 en 3.6, eerste lid, zodat specifieke regeling overbodig is.

Onderdelen D, G en H; artikelen 3.6, 8.1 en 8.2

Bij deze wijzigingen is een omissie hersteld en zijn de desbetreffende artikelen van een opschrift voorzien.

Artikel II

Artikel I, onderdelen C en E, waarbij de artikelen 3.3a en 3.6a van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving, vervallen, treedt in werking op het tijdstip dat de bestaande mandaatregeling waarbij bevoegdheden zijn toegekend aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat hiermee in overeenstemming is gebracht.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa

Naar boven