Maatwerkvoorschrift ingevolge het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer voor Stichting Zeeschelp te Kamperland

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat maakt ter voldoening aan de Algemene wet bestuursrecht het volgende bekend.

Op 23 september 2008 is van Stichting Zeeschelp te Kamperland een aanvraag ontvangen voor het op de Oosterschelde lozen van afvalwater, afkomstig van een proefstation voor het uitvoeren van ecologisch onderzoek. De aanvraag wordt beschouwd als een aanvraag op grond van artikel 2.2. leden 3 en 4 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit), betreffende het onder voorwaarden stellen van een maatwerkvoorschrift.

De aanvraag en het besluit daarop kunnen worden ingezien van 31 december 2008 tot en met 10 februari 2009 bij de Rijkswaterstaat Zeeland, afdeling Vergunningverlening en Handhaving, Poelendaelesingel 18 te Middelburg op voorafgaande afspraak (tel. 0118 - 622428) op werkdagen van 9–12 uur en van 13–16 uur en bij de gemeente Noord-Beveland, Voorstraat 31 te Wissenkerke, op werkdagen van 09.00 uur tot 12.00 uur.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen het besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat dienst Zeeland (adres: postbus 5014, 4330 KA Middelburg).

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • 1. de naam en het adres van de indiener;

  • 2. de dagtekening;

  • 3. vermelding van de datum en het kenmerk van de beschikking waartegen het bezwaarschrift zich richt;

  • 4. een opgave van de redenen waarom men zich met de beschikking niet kan verenigen.

Indien een bezwaarschrift is ingediend is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het verzoek dient te worden ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • 1. de naam en het adres van de indiener;

  • 2. de dagtekening;

  • 3. vermelding van het bestuursorgaan dat de beschikking heeft genomen en de datum en het kenmerk van de beschikking;

  • 4. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd.

Naar aanleiding van het verzoek kan de voornoemde Voorzitter een voorlopige voorziening treffen indien, onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wijst de verzoeker na de indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Middelburg, 30 december 2008

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

het hoofd van de afdeling Vergunningverlening en Handhaving,

E.J. Blaakman.

Naar boven