Regeling van de Minister voor Jeugd en Gezin van 14 oktober 2008, nr. DSV/08/2883432, houdende indexering van de bedragen van aanspraak op kindgebondenbudget en het gezamenlijk toetsingsinkomen voor kindgebondenbudget (Regeling indexering kindgebondenbudget 2009)

De Minister voor Jeugd en Gezin,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Wet op het kindgebonden budget;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De bedragen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet op het kindgebonden budget worden als volgt aangepast:

    • € 994,– wordt vervangen door: € 1011,–;

    • € 1299,– wordt vervangen door: € 1322,–;

    • € 1479,– wordt vervangen door: € 1505,–;

    • € 1584,– wordt telkens vervangen door: € 1611,–;

    • € 50,– wordt vervangen door: € 51,– .

  • 2. Het bedrag van het gezamenlijke toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet op het kindgebonden budget van € 29413,– wordt vervangen door: € 29914,–.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling indexering kindgebonden budget 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Op grond van artikel 3 van de Wet op het kindgebonden budget worden de bedragen genoemd in artikel 2, tweede en derde lid, bij het begin van het kalenderjaar gewijzigd overeenkomstig de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Deze ministeriële regeling strekt tot indexering van de bedragen van het kindgebonden budget en het bedrag van het gezamenlijke toetsingsinkomen voor het berekeningsjaar 2009. Deze bedragen zijn geïndexeerd met de tabelcorrectiefactor van de Wet inkomstenbelasting 2001. Deze tabelcorrectiefactor bedraagt 1,70%.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

Naar boven