Regeling houdende wijziging van de Regeling erkende organisaties Schepenwet

10 december 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/1666 sector SCH

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en de Minister van Toerisme en Transport van Aruba;

Gelet op artikel 6, vierde lid, van de Schepenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling erkende organisaties Schepenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;

  • e. testing ASP: rechtspersoon, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken gericht op het testen van geschiktheid van apparatuur voor het automatisch zenden van gegevens, bedoeld in voorschrift V-19/1 van het SOLAS-verdrag.

B

Na artikel 5b worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 5c

  • 1. Als testing ASP kunnen worden aangewezen rechtspersonen die voldoen aan de volgende erkenningscriteria:

    • a. de rechtspersoon beschikt over een gecertificeerd kwaliteitssysteem, waarin de procedures alsmede het beheer van alle documentatie met betrekking tot de onderzoeken waarvoor de aanwijzing geldt zijn geborgd,

    • b. de rechtspersoon voldoet aan de relevante eisen, opgenomen in paragraaf 5.3. van resolutie MSC.263(84) (Revised Performance Standards and Functional Requirements for the Long-Range Identification and Tracking of Ships) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie, en

    • c. de rechtspersoon heeft de beschikking over een wereldwijd netwerk van bekwaam personeel met voldoende kennis, opleiding en ervaring met betrekking tot de onderzoeken waarvoor de aanwijzing geldt.

  • 2. De uitvoering van de onderzoeken geschiedt met inachtneming van de dienaangaande voorschriften opgenomen in circulaire MSC.1/Circ.1257 (Guidance on the Survey and Certification of Compliance of Ships with the Requirements to Transmit LRIT Information) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie.

  • 3. De aanwijzing tot testing ASP heeft een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar.

  • 4. De aanwijzing kan worden ingetrokken, indien niet meer wordt voldaan aan de erkenningscriteria, bedoeld in het eerste lid, dan wel indien bij de uitvoering van de onderzoeken niet wordt voldaan aan het tweede lid.

Artikel 5d

De resolutie, bedoeld in artikel 5c, eerste lid, onderdeel b, en de circulaire, bedoeld in artikel 5c, tweede lid, liggen ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling erkende organisaties Schepenwet.

Op grond van artikel 6, tweede lid, van de Schepenwet in combinatie met artikel 48, tweede lid, van het Schepenbesluit 2004, is het mogelijk om onderzoeken die betrekking hebben op de aan boord van schepen aanwezige apparatuur te laten verrichten door door de minister aangewezen natuurlijke of rechtspersonen. Artikel 6, vierde lid, van de Schepenwet bepaalt vervolgens dat alleen door de minister erkende (rechts)personen kunnen worden aangewezen en dat omtrent die erkenning regels worden gesteld, waaronder de voorwaarden voor erkenning van de (rechts)personen. Met de Regeling erkende organisaties Schepenwet is in laatstgenoemde verplichting voorzien.

Door middel van resolutie MSC.202(81) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie (hierna: IMO) is in het SOLAS-verdrag een verplichting neergelegd op grond waarvan schepen moeten zijn voorzien van een systeem om automatisch bepaalde gegevens te kunnen verzenden in het kader van de zogenaamde long-range identification and tracking of ships (hierna: LRIT). Het gaat bij deze gegevens om de identiteit en de positie van het schip en de datum en het tijdstip waarop het schip zich op die positie bevindt.

In het kader van deze verplichting moet de aan boord van schepen aanwezige apparatuur worden getest om te bezien of deze geschikt is om automatisch deze LRIT-gegevens te verzenden. Dit gebeurt door middel van zogenaamde conformance tests. Deze testen mogen op basis van de circulaire MSC.1/Circ.1257 (Guidance on the Survey and Certification of Compliance of Ships with the Requirements to Transmit LRIT Information) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO worden uitgevoerd door instanties die daartoe door de Minister van Verkeer en Waterstaat zijn aangewezen als zogenaamde testing ASP (ASP = Application Service Provider). Met de onderhavige wijziging van de Regeling erkende organisaties Schepenwet worden de erkenningscriteria vastgelegd waaraan deze instanties moeten voldoen om te kunnen worden aangewezen.

De regeling brengt een kleine hoeveelheid administratieve lasten met zich mee. Berekend is dat de kosten voor een bedrijf dat wil worden aangewezen als testing ASP om aan te tonen dat ze aan de erkenningscriteria voldoen circa € 600,– bedragen. De regeling blijft daarmee onder het drempelbedrag dat door het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) is vastgesteld en behoeft derhalve niet aan Actal te worden voorgelegd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

Door middel van dit onderdeel wordt een nieuw artikel 5c opgenomen waarin de erkenningscriteria voor de testing ASP’s zijn opgenomen.

De aan te wijzen instantie moet onder meer beschikken over een gecertificeerd kwaliteitssysteem, zoals bijvoorbeeld ISO 9001. Op deze manier wordt gewaarborgd dat de bedrijfsvoering van de instantie in orde is (erkenningscriterium a). Een andere voorwaarde is opgenomen om zeker te stellen dat de aan te wijzen instantie beschikt over de voor een ASP vereiste functionaliteiten overeenkomstig de relevante internationale bepalingen (erkenningscriterium b). Tot slot is bepaald dat de aan te wijzen instantie moet beschikken over een wereldwijd netwerk van voldoende gekwalificeerd en ervaren personeel (erkenningscriterium c).

In de praktijk is het zo dat het testen van de geschiktheid van de aan boord aanwezige apparatuur voor automatische zending van de LRIT-gegevens op afstand kan geschieden door middel van een softwareprogramma. Het is derhalve niet te verwachten dat aan boord van schepen onderzoeken moeten worden verricht. Niet alle bedrijven echter die zich richten op dergelijke testen beschikken zelf over een geschikte softwareapplicatie voor het testen op afstand. Zij moeten deze applicatie derhalve weer overnemen van een ander bedrijf. Op basis van dit artikel kan in een dergelijk geval ook een rechtspersoon tezamen met dat andere bedrijf worden aangewezen, zodat op die manier wordt voldaan aan de erkenningscriteria b en c.

Voorts is in het nieuwe artikel 5c bepaald welke voorschriften bij het testen van de apparatuur in acht moeten worden genomen (tweede lid), voor welke periode de aanwijzing maximaal geldt (derde lid) en wanneer deze kan worden ingetrokken (vierde lid).

Daarnaast wordt door middel van dit onderdeel een artikel in de regeling ingevoegd op grond waarvan de bekendmaking van de in dit kader relevante resolutie en circulaire is geregeld. Deze worden beide ter inzage gelegd. Dit zal geschieden ten kantore van de Hoofddirectie Juridische Zaken, Koningskade 4, 2596 AA, te Den Haag alsmede ten kantore van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Zeevaart, ’s-Gravenweg 665, 3065 SC, te Rotterdam.

Artikel II

Aan deze regeling wordt terugwerkende kracht verleend. Hiertoe is besloten omwille van het feit dat het onderzoek, waarmee de geschiktheid wordt gecontroleerd van de apparatuur voor het automatisch verzenden van LRIT-gegevens, voor een bepaalde categorie schepen op zo kort mogelijke termijn dient te geschieden. Van deze groep schepen verloopt het betreffende certificaat namelijk op 1 januari 2009 en zij moeten conform de relevante internationale bepalingen vóór de afloop van de geldigheidsduur van dit certificaat hun apparatuur hebben laten testen teneinde aan de uitrustingsverplichting conform de eerder genoemde resolutie MSC.202(81) te kunnen voldoen. Daartoe dienen uiteraard zo snel mogelijk testing asp’s te worden aangewezen die voldoen aan de erkenningscriteria. Vooruitlopend op de vastlegging van deze criteria door middel van deze regeling, zijn de aan te wijzen instanties reeds onderzocht om te bezien of zij voldoen aan de erkenningscriteria. Dit blijkt het geval te zijn, zodat zij vooruitlopend op de formele vaststelling van de criteria en de zo snel mogelijk daaropvolgende daadwerkelijke aanwijzing (waaraan eveneens terugwerkende kracht zal worden verleend) alvast met de noodzakelijke onderzoeken zijn begonnen.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven