De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op de artikelen 44, eerste lid, en 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling zorgverzekering wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 5.1 wordt ‘€ 31 231’ vervangen door: € 32 369.
B
Artikel 5.2 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste en derde lid wordt ‘7,20’ telkens vervangen door: 6,90.
2. In het tweede lid, onderdeel b, en het derde lid, wordt ‘5,10’ telkens vervangen door: 4,80.
C
De eerste drie leden van artikel 5.10 komen te luiden:
1. Het bedrag, bedoeld in artikel 43, derde lid, van de Zorgverzekeringswet, dat voor de heffing van de inkomensafhankelijke
bijdrage per loontijdvak ten hoogste in aanmerking wordt genomen, wordt voor het jaar 2009 vastgesteld op:
Loontijdvak | Maximum |
---|
Dag | € 124,01 |
Week | € 620,09 |
Vier weken | € 2480,38 |
Maand | € 2697,41 |
Kwartaal | € 8092,25 |
Jaar | € 32369,00 |
2. In afwijking van het eerste lid wordt het bedrag, bedoeld in artikel 43, derde lid, van de Zorgverzekeringswet, dat voor
de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage per loontijdvak ten hoogste in aanmerking wordt genomen, voor werknemers als
bedoeld in artikel 63, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 vastgesteld op:
Loontijdvak | Maximum bijdrage-inkomen |
---|
Dag | € 140,73 |
Week | € 703,67 |
Vier weken | € 2814,69 |
Maand | € 3049,36 |
Kwartaal | – |
3. In afwijking van het eerste lid wordt het bedrag, bedoeld in artikel 43, derde lid, van de Zorgverzekeringswet, dat voor
de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage per loontijdvak ten hoogste in aanmerking wordt genomen, voor werknemers als
bedoeld in artikel 63, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 vastgesteld op:
Loontijdvak | Maximum bijdrage-inkomen |
---|
Dag | € 132,11 |
Week | € 660,59 |
Vier weken | € 2642,36 |
Maand | € 2862,73 |
Kwartaal | – |
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.
TOELICHTING
Met de onderhavige wijzigingsregeling worden de volgende wijzigingen met betrekking tot de inkomensafhankelijke bijdrage voor
de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor 2009 doorgevoerd:
– aanpassing van het maximum bijdrage-inkomen (op jaarbasis en voor de diverse loontijdvakken) en
– aanpassing van de percentages inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zvw overeenkomstig de begroting (Financieel Beeld Zorg)
2009.
Onderstaand wordt per onderdeel van artikel I nader op deze wijzigingen ingegaan.
Onderdeel A
Het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 42 van de Zvw, dat voor de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage ten hoogste
in aanmerking wordt genomen, bedraagt voor het jaar 2009 € 32 369.
Onderdeel B
De verhouding tussen de inkomensafhankelijke bijdrage en de nominale premie is vastgelegd in de wet; beide bedragen 50% van
de macropremielast. De ene helft bevat louter de inkomensafhankelijke bijdrage. De andere helft bestaat uit de nominale premies,
de rijksbijdrage ter vervanging van kinderpremies en de eigen betalingen. Dit laatste betreft de eigen betalingen in verband
met het eigen risico. Van het nominale deel wordt afgetrokken de compensatie voor langdurig zieken.
In de wet is ook vastgelegd dat er in een volgend jaar een correctie plaatsvindt indien de verhouding nominaal/inkomensafhankelijk
achteraf niet gelijk is verdeeld. In zowel 2006, 2007 als 2008 hebben de verzekeraars hun nominale premie lager vastgesteld
dan verwacht in de respectievelijke begrotingen. De inkomensafhankelijke bijdrage heeft in 2006 en 2007 ook minder opgebracht
dan beoogd, maar in 2008 meer. Per saldo leidt dit er toe dat via nominale premies, rijksbijdragen en het eigen risico over
de jaren 2006 tot en met 2008 circa € 0,6 miljard minder is opgebracht dan via de inkomensafhankelijke bijdrage. Voor 2009
wordt in eerste instantie de inkomensafhankelijke bijdrage zo vastgesteld dat deze naar verwachting weer 50% van de macropremielast
van 2009 dekt. Daarnaast vindt er een correctie plaats die er voor zorgt dat de inkomensafhankelijke bijdrage gedurende de
jaren 2009–2012 iets minder dan 50% van de macropremielast zal worden opgebracht, zodat uiteindelijk over de periode 2006–2012
het nominale en het inkomensafhankelijke deel in evenwicht zijn. De correctie heeft een opwaarts effect op de nominale premie
(van circa € 15) en een neerwaarts effect op de inkomensafhankelijke bijdrage (van 0,10%-punt) ten opzichte van een beeld
zonder deze correctie.
In 2009 wordt geen tekort of overschot in het Zorgverzekeringsfonds weggewerkt. In 2008 was er (gecorrigeerd voor de overdekkingsproblematiek
en een incidentele niet uit premies gedekte bijdrage in verband met DBC’s GGZ) sprake van een overschot in het Zorgverzekeringsfonds
van € 1,9 miljard. Deze daling van het saldo van het Zorgverzekeringsfonds heeft een drukkend effect op de nominale premies
van € 65 en van 0,4%-punt op de inkomensafhankelijke bijdrage.
Bij de individuele zorgverzekeraars wordt uitgegaan van een verbetering van het exploitatiesaldo van € 0,3 miljard. Dit heeft
een opwaarts effect op de nominale premies van circa € 15 en van 0,10% op de inkomensafhankelijke bijdrage.
Buiten deze bijzondere effecten stijgt de nominale premie van jaar op jaar ook omdat de zorguitgaven harder stijgen dan het
aantal premiebetalers. Hierdoor neemt de nominale premie in 2009 circa € 65 toe. Ook de inkomensafhankelijke bijdrage stijgt
als gevolg van de normale uitgavenstijging omdat de stijging van die uitgaven hoger ligt dan de stijging van het premieplichtig
inkomen. Voor 2009 leidt dit tot een stijging van circa 0,1%-punt.
Rekening houdend met alle hiervoor genoemde zaken resulteert er voor 2009 een zogenoemde hoge inkomensafhankelijke bijdrage
van 6,9%, een zogenoemde lage inkomensafhankelijke bijdrage van 4,8% en een gemiddelde nominale premie die thans wordt geraamd
op € 1074. De nominale premie wordt echter vastgesteld door de verzekeraars en het gemiddelde kan dus ook anders uitkomen
dan op de nu geraamde € 1074.1
Onderdeel C
De verhoging van het maximum bijdrage-inkomen (onderdeel A) leidt ertoe dat de maximum bedragen per loontijdvak aanpassing
behoeven. In onderdeel C is deze wijziging doorgevoerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink.