Opsporingsvergunning voor blok P3

13 oktober 2008

Nr. ET/EM/8152880

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop

  • Wintershall Noordzee B.V. (hierna genoemd Wintershall) heeft op 31 juli 2007, een aanvraag om een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet ingediend voor blok P3, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart, waarvoor op dat moment geen opsporings- of winningsvergunning voor koolwaterstoffen gold;

  • Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is in het Publicatieblad van de Europese Unie van 20 november 2007, nr. C277, en in de Staatscourant van 10 december 2007, nr. 239, een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen om een opsporingsvergunning voor het blok P3;

  • Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn geen concurrerende aanvragen ingediend;

  • TNO Bouw en Ondergroep, adviesgroep EZ heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 11 maart 2008 advies uitgebracht, ontvangen op 12 maart 2008;

  • Staatstoezicht op de mijnen heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 19 maart 2008 advies uitgebracht, ontvangen op 20 maart 2008;

  • De Mijnraad heeft op 30 september 2008 advies uitgebracht (kenmerk MIJNR/8114067) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Gelet op:

De artikelen 6, 7, 9, 11, 12, 15, 17, 82 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.7. van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan Wintershall Noordzee B.V. (hierna te noemen de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gehele blok P3, welk blok is aangegeven op de kaart die als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling is gevoegd. De oppervlakte van het blok P3 bedraagt 415,5 km².

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 31 juli 2007 ontvangen aanvraag met dien verstande dat:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning verdere studie is afgerond en aan de Minister van Economische Zaken schriftelijk gemotiveerd wordt aangegeven dat er minimaal een onvoorwaardelijke boring zal worden verricht binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning, onder vermelding van tijdstip, plaats, geologische structuur en diepte;

  • uiterlijk 3 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning de hiervoor bedoelde boring geplaatst is. Van deze boring moet, onder vermelding van tijdstip, plaats, geologische structuur en diepte, terstond na aanvang van deze boring schriftelijk melding worden gemaakt bij de Minister van Economische Zaken.

Artikel 4

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak van 4 jaar.

Artikel 5

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

Y. Peters,

MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/L204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven