Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 december 2008, nr. AT-EZ/6234002.JZ, tot wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008 in verband met het tijdelijk openstellen van de DECT-guardband voor vergunningvrij gebruik en het verruimen van de frequentiebanden waarbinnen microfonen voor hulpbehoevenden zonder vergunning gebruikt kunnen worden

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3.4, eerste lid, onderdeel a, van de Telecommunicatiewet en de artikelen 18 en 20a, tweede, vierde en vijfde lid, van het Frequentiebesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2, tweede lid, onderdeel m, door een puntkomma wordt aan artikel 2, tweede lid, een onderdeel toegevoegd luidende:

  • n. randapparaten die gebruik maken van de frequentieband van 1782,5 tot en met 1785 MHz en bestemd zijn voor aansluiting op een mobiel elektronisch communicatienetwerk dat gebruik maakt van de frequentieband van 1877,5 MHz tot en met 1879,9 MHz.

B

Na artikel 8 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

  • 1. Bij het gebruik van de frequentieband van 1877,5 MHz tot en met 1879,9 MHz worden de in bijlage 8a opgenomen voorschriften en beperkingen in acht genomen.

  • 2. Artikel 6, tweede lid, onderdeel d, derde tot en met vijfde lid en het zesde lid, tweede volzin, is niet van toepassing indien het voorgenomen gebruik betrekking heeft op de frequentieband 1877,5 MHz tot en met 1879,9 MHz.

  • 3. Voor de toepassing van artikel 7, eerste lid, wordt onder ‘artikel 8’ mede verstaan: artikel 8a.

C

Artikel 14 komt als volgt te luiden:

Artikel 14

  • 1. Op 25 februari 2013 vervalt:

    • a. artikel 2, tweede lid, onderdeel n;

    • b. artikel 8a, en

    • c. bijlage 8a.

  • 2. Op 25 februari 2013 wordt in artikel 2, onderdeel m, de puntkomma vervangen door een punt.

D

In bijlage 8, categorie 11, onderdeel F, wordt ‘173,965 – 174,015 MHz’ vervangen door: 173,05-175,05 MHz.

E

Bijlage 8, categorieën 1 en 13, komen als volgt te luiden:

Categorie 1

Radiozendapparaten bestemd voor telemetrie, telecommand, alarmering, data in het algemeen, en andere soortgelijke toepassingen
 

Frequentieband

Vermogen

Kanaalraster

Duty-cycle

A

6765–6795 kHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

B

13,553–13,567 MHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

C

26,957–27,283 MHz

42 dBµA/m op 10 m afstand of 10 mW e.r.p.

D

40,660–40,700 MHz

10 mW e.r.p.

E

433,050–434,790 MHz

10 mW e.r.p.

< 10 %

e1

433,050–434,790 MHz

1 mW e.r.p.1

e2

434,040–434,790 MHz

10 mW e.r.p.

25 kHz

F

863,000–868,000 MHz

25 mW e.r.p

<0,1 %3

G

868,000–868,600 MHz

25 mW e.r.p.

< 1,0 %3

H

868,700–869,200 MHz

25 mW e.r.p.

< 0,1 %3

I

869,300–869,400 MHz

10 mW e.r.p.

25 kHz

K

869,400–869,650 MHz

500 mW e.r.p.

25 kHz2

< 10 %3

L1

869,700–870,000 MHz

5 mW e.r.p.

L 2

869,700–870,000 MHz

25 mW e.r.p.

< 0,1 %3

M

2400–2483,5 MHz

10 mW e.i.r.p.

N

5725–5875 MHz

25 mW e.i.r.p.

O

24,00–24,25 GHz

100 mW e.i.r.p.

P

61,0–61,5 GHz

100 mW e.i.r.p.

Q

122–123 GHz

100 mW e.i.r.p.

R

244–246 GHz

100 mW e.i.r.p.

1 Voor breedband kanalen is de vermogensdichtheid begrensd op –13 dBm/10 kHz.

2 De gehele frequentieband mag eveneens worden gebruikt als 1 enkel kanaal voor dataoverdracht met hoge transmissiesnelheid.

3 In plaats van de duty-cycle mag er ook gebruik worden gemaakt van technieken om toegang te krijgen tot spectrum en interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.

Categorie 13

Radiozendapparaten bestemd voor inductieve systemen
 

Frequentieband

Vermogen

Antenne

Kanaalraster

Duty-cycle

A

9–59,750 kHz

72 dBµA/m op 10 m afstand

B

59,750–60,250 kHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

C

60,250–70 kHz

69 dBµA/m op 10 m afstand

D

70 – 119 kHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

E

119–135 kHz

66 dBµA/m op 10 m afstand

E1

135–140 kHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

E2

140–148,5 kHz

37,7 dBµA/m op 10 m afstand

F1

6615–6765 kHz

9 dBµA/m op 10 m afstand

F2

6765–6795 kHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

F3

6795–6945 kHz

9 dBµA/m op 10 m afstand

G

7400–8800 kHz

9 dBµA/m op 10 m afstand

H1

13,403–13,553 MHz

9 dBµA/m op 10 m afstand

H2

13,553–13,567 MHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

H3

13,553–13,567 MHz1

60 dBµA/m op 10 m afstand

H4

13,567–13,712 MHz

9 dBµA/m op 10 m afstand

I

26,957–27,283 MHz

42 dBµA/m op 10 m afstand

J

10,2–11 MHz

9 dBµA/m op 10 m afstand

K

3155–3400 kHz

13,5 dBµA/m op 10 m afstand

L

148,5–5000 kHz

–15 dBµA/m per 10 kHz op 10 m afstand2

M

5–30 MHz

-20 dBµA/m per 10 kHz op 10 m afstand2

N

400–600 kHz1

–8 dBµA/m per 10 kHz op 10 m afstand

1 Alleen voor identificatie toepassingen (RFID).

2 De maximaal toelaatbare veldsterkte voor toepassingen met een bandbreedte groter dan 10 kHz is -5 dBμA/m op een afstand van 10 meter.

F

Na bijlage 8 wordt een nieuwe bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage 8a. behorend bij artikel 8a

Mobiel elektronisch communicatienetwerk met laag vermogen
 

Frequentieband

Vermogen

Kanaalbreedte

Duty-Cycle

A

1877,5–1879,9 MHz1

200 mW e.r.p.

200 kHz

1 De maximale veldsterkte op de Nederlandse grens mag op een hoogte van 3 meter niet meer bedragen dan 25 dBµV/m.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 december 2008

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.

TOELICHTING

1. Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008. Deze regeling wordt om een drietal redenen gewijzigd. In de eerste plaats wordt een gedeelte van de zogenoemde DECT-guardband tijdelijk opengesteld voor mobiele elektronische communicatienetwerken met een laag vermogen. Voor het gebruik van de DECT-guardband is géén vergunning vereist, maar wel een melding op basis van artikel 20a van het Frequentiebesluit. In de tweede plaats wordt er meer frequentieruimte beschikbaar gesteld voor microfonen voor hulpbehoevenden. Ook hiervoor geldt dat voor het gebruik van dergelijke microfonen geen vergunning is vereist. In de derde plaats wordt bijlage 8, categorieën 1 en 13, van de regeling gewijzigd, zodat er geen twijfel meer bestaat dat beschikking nr. 2006/771/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 november 2006 inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur juist is omgezet in nationaal recht.

Voor de eerste wijziging – het openstellen van een gedeelte van de DECT-guardband – wordt tevens het Nationaal Frequentieplan 2005 gewijzigd; voorzien wordt in gelijktijdige inwerkingtreding. Voor de andere twee wijzigingen is geen wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005 nodig.

2. Vergunningvrij gebruik van de DECT-guardband

Met de eerste wijziging wordt een gedeelte van de DECT-guardband, de frequentieband 1877,5 MHz–1879,9 MHz, tot 25 februari 2013 opengesteld voor mobiele elektronische communicatienetwerken met een laag vermogen. De frequenties van deze band zijn tot nu toe vrijgehouden van gebruik om storingen tussen DECT (Digital Enhanced Cordless Telecommunications) en GSM1800-toepassingen te voorkomen. Door nieuwe inzichten blijkt deze guardband niet meer volledig nodig te zijn en kan hij worden opengesteld voor gebruik.

Het ministerie van Economische Zaken heeft TNO onderzoek laten doen naar de gebruiksmogelijkheden van de band en naar de belangstelling in de markt1. Dit spectrumdeel is vooral interessant voor laag vermogen GSM-toepassingen (zogenaamde picocellen). Deze toepassingen vormen een aanvulling op al bestaande GSM-netwerken en bieden de gelegenheid tot het opbouwen van nieuwe indoor-, outdoor of lokale openbare en besloten mobiele elektronische communicatienetwerken. Niet wordt uitgesloten dat de band – met inachtneming van de voorschriften en beperkingen in bijlage 8a – ook voor andere technologieën dan GSM kan worden gebruikt.

Basisstations (d.w.z. mobiele elektronische communicatienetwerken met een laag vermogen) mogen in de DECT-guardband met een zendvermogen van ten hoogste 200 mW uitzenden. Dit is geregeld in artikel 8a alsmede bijlage 8a van de regeling. Naar verwachting zal storing tussen de DECT-guardband en de naastgelegen banden nauwelijks optreden. Door het lage vermogen en door de technische mogelijkheden om de apparatuur zodanig in te stellen dat er op een storingsvrij kanaal kan worden gewerkt kunnen gebruikers van de DECT-guardband eventuele storingsproblemen in de band zelf oplossen. Hierdoor wordt een zo groot mogelijke vrijheid aan de markt gelaten, wat innovatie en flexibiliteit ten goede komt.

In artikel 2, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, van de regeling is bepaald dat apparaten die bestemd zijn voor aansluiting op een mobiel openbaar telecommunicatienetwerk van de vergunningplicht zijn uitgezonderd, indien voor het gebruik van de door het netwerk gebruikte frequentieruimte een vergunning is verleend. Apparaten die bestemd zijn voor aansluiting op een mobiel elektronische communicatienetwerk in de DECT-guardband vallen derhalve niet onder die uitzondering op de vergunningplicht. Daarom wordt met deze regeling een nieuw onderdeel aan artikel 2, tweede lid, toegevoegd, zodat apparaten die bestemd zijn voor aansluiting op een mobiel elektronische communicatienetwerk in de DECT-guardband ook zijn uitgezonderd van de vergunningplicht, bedoeld in artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet.

De GSM-vergunningen lopen tot en met 25 februari 2013. Ten aanzien van de periode na 25 februari 2013 zal er een heroverweging plaatsvinden van de bestemming van de gehele GSM1800-band. Bij die heroverweging zal onder meer rekening worden gehouden met de mate van succes van het vergunningsvrije gebruik van de DECT-guardband. Om te zijner tijd de mate van het gebruik te kunnen bepalen geldt een meldingsplicht voor degene die gebruik wil maken van de DECT-guardband. Dit volgt uit artikel 20a van het Frequentiebesluit jo. artikel 3.4, eerste lid, onderdeel c, van de Telecommunicatiewet jo. het Nationaal Frequentieplan 2005. Een bijkomend voordeel van de meldingsplicht is dat wanneer voor de periode na 25 februari 2013 een herbestemming gaat plaatsvinden, de gebruikers van de DECT-guardband gericht daarover geïnformeerd kunnen worden.

Voor (aanstaande) gebruikers van de DECT-guardband is een modelformulier opgesteld dat gebruikt dient te worden om te voldoen aan de meldingsplicht. Dit (ondertekende) formulier kan per post en per fax verzonden worden naar Agentschap Telecom. Anders dan bij amateurgebruik en maritiemmobiele communicatie kan de melding van het voorgenomen gebruik van de DECT-guardband niet langs elektronische weg plaatsvinden. De reden hiervoor is dat de meldingsplicht slechts voor enkele jaren geldt voor een bovendien naar verwachting beperkte groep van gebruikers, waardoor een aanpassing van de registratiesoftware in verhouding te kostbaar is.

3. Microfonen voor hulpbehoevenden

Met de introductie van T-DAB in de frequentieband 174,00 MHz–177,50 MHz zal de kans op storing van de microfonen voor hulpbehoevenden toenemen. De van oudsher vergunningsvrije band voor deze microfonen loopt van 173,965 MHz–174,015 MHz. Bij regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 december 2007, Stcrt. nr. 2007, 247, p. 25, zijn reeds de mogelijkheden voor het vergunningsvrije gebruik van microfonen voor hulpbehoevenden verruimd door toewijzing van frequentieruimte in de 169 MHz-band. Hoewel dit in een aantal gevallen oplossingen biedt voor mogelijke storing, valt deze nieuwe frequentieband niet altijd binnen het afstembereik van de bestaande apparatuur voor hulpbehoevende. Met deze ministeriële regeling wordt een groot deel van de 173 en 174 MHz-banden toegevoegd aan de frequentiebanden die zonder vergunning gebruikt mogen worden voor microfonen voor hulpbehoevenden. Aangezien bestaande apparatuur veelal gebruikt kan worden in de 173 en 174 MHz-banden wordt hiermee een adequate oplossing geboden voor eventuele storingen die kunnen optreden als gevolg van de introductie van T-DAB.

4. Beschikking 2006/771/EG

De categorieën 1 en 13 van bijlage 8 worden gewijzigd. Categorie 1 van bijlage 8 heeft betrekking op radiozendapparaten bestemd voor telemetrie, telecommand, alarmering, data in het algemeen, en andere soortgelijke toepassingen. Categorie 13 van bijlage 8 heeft betrekking op inductieve toepassingen. Genoemde categorieën strekken tot gedeeltelijke implementatie van beschikking nr. 2006/771/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 november 2006 inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur. De onderhavige wijzigingen strekken ertoe om buiten enige twijfel te regelen dat de bijlage bij beschikking 2006/771/EG juist is geïmplementeerd. De voorschriften die niet strekken tot implementatie van beschikking nr. 2006/771/EG blijven ongewijzigd.

5. Administratieve lasten

Deze regeling bevat geen voorschriften die administratieve lasten veroorzaken voor het bedrijfsleven, met uitzondering van de voorschriften die betrekking hebben op de meldingsplicht voor het gebruik van de DECT-guardband. De administratieve lasten van deze meldingsplicht zijn zeer gering. Elke partij die activiteiten wil gaan ontplooien in de DECT-guardband zal zijn adresgegevens éénmalig moeten doorgeven aan Agentschap Telecom. Gezien de geringe kosten daarvan en gezien het beperkt aantal partijen dat naar verwachting van deze frequentieband gebruik gaat maken (waarschijnlijk niet meer dan 50 partijen) zijn de administratieve lasten verwaarloosbaar.

6. Notificatie

Deze conceptregeling is op 5 augustus 2008 voorgelegd aan de Europese Commissie in verband met richtlijn nr. 1998/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). Deze notificatie heeft nummer 2008/0337/NL gekregen. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Europese Commissie zijn drie gebruiksbeperkingen voor inductieve systemen komen te vervallen die in de (oorspronkelijke) Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008 waren opgenomen, maar niet vermeld zijn in beschikking nr. 2006/771/EG. Voor de band van 400-600 kHz gelden de voetennoten 3 en 4 (oud) niet langer. Voor de banden van 148,5-5000 kHz en 5-30 MHz is de tweede volzin van voetnoot 3 (oud) komen te vervallen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.


XNoot
1

TNO, Herbestemming van de ‘DECT guard band’, Frequentietechnisch onderzoek, 2007, www.minez.nl/dsresource?objectid=151816&type=PDF

Naar boven