Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 januari 2008, nr. WJZ/2008/2011 (1603), houdende vaststelling van de lijst van gereglementeerde beroepen, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties (Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;

Besluit:

Artikel 1

Vaststelling lijst

De lijst van gereglementeerde beroepen, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties, wordt vastgesteld conform de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A. Plasterk.

Bijlage behorende bij artikel 1

Minister met de beleidsverantwoordelijkheid voor de reglementering van het desbetreffende beroep

Gereglementeerd beroep

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

politiekundige/politiemedewerker

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

bedrijfsvoerder gewasbescherming

 

beheerder van een bedrijfsinrichting, asiel of pension

 

distributeur van gewasbeschermings-

middelen

 

preparateur van dieren

 

toepasser van gewasbeschermings-

middelen

 

toepasser van gewasbeschermingsmiddelen voor de bestrijding van mollen en woelratten

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

duikerarts

 

stralingsarts

Verkeer en Waterstaat

certificaatloods

 

matroos (binnenvaart)

 

matroos-motordrijver

 

registerloods

 

stuurman (binnenvaart)

 

VTS-operator

 

volmatroos

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

artsen met een basisopleiding, medisch specialisten, verpleegkundigen, tandartsen, gespecialiseerde tandartsen, verloskundigen en apothekers, die niet op grond van titel III, hoofdstuk III, van richtlijn 2005/36/EG in aanmerking komen voor erkenning op basis van de coördinatie van de minimumopleidingseisen

 

arts voor verstandelijk gehandicapten

 

fysiotherapeut

 

gezondheidszorg psycholoog

 

klinisch psycholoog

 

orale en maxillo-faciale chirurg

 

psychotherapeut

 

verpleeghuisarts

 

ziekenhuisfarmaceut

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

bestrijder houtrotverwekkende schimmels

en Milieubeheer

distributeur van gasvormige en gasvormende gewasbeschermingsmiddelen en biociden

 

gasmeetdeskundige

 

gassingsleider

 

toepasser van biociden voor het afweren of bestrijden van een dierplaag

Toelichting

Algemeen

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties (hierna: de Algemene wet). Deze wet betreft implementatie van richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255; hierna: de richtlijn). De richtlijn heeft tot doel de grensoverschrijdende toegang tot gereglementeerde beroepen in EU-lidstaten te vergemakkelijken door te waarborgen dat EU-onderdanen die hun beroepskwalificaties in een lidstaat hebben behaald toegang hebben tot hetzelfde gereglementeerde beroep in een andere lidstaat en dit kunnen uitoefenen met dezelfde rechten als de onderdanen van die lidstaat. Aldus zet de richtlijn in op vergroting van de arbeidsmobiliteit binnen de EU. Het gaat hierbij overigens uitsluitend om gereglementeerde beroepen. Dit zijn beroepen die wettelijke toegangs- of uitoefeningsvereisten kennen. De richtlijn is in hoofdzaak consoliderend en strekt tot vervanging van vijftien eerdere richtlijnen over de erkenning van beroepskwalificaties. Een nieuw element is de introductie van een flexibel regime voor tijdelijke en incidentele dienstverrichting. Dit regime is geïmplementeerd in hoofdstuk 3 van de Algemene wet. Op grond van de desbetreffende bepalingen behoeft de migrerende beroepsbeoefenaar die in Nederland tijdelijk en incidenteel een dienst komt verrichten, anders dan wanneer deze zich hier zou komen vestigen, voor zijn elders in de EU verkregen beroepskwalificaties niet een aanvraag om erkenning in te dienen en de erkenningsprocedure te doorlopen. Voor deze tijdelijke en incidentele dienstverrichter geldt een – hierna toe te lichten – licht regime. Vereiste voor toepassing daarvan is wel dat de dienstverrichter in de lidstaat van oorsprong of herkomst rechtmatig is gevestigd en aldaar voldoet aan alle voorwaarden voor toegang tot of uitoefening van zijn beroep. Daarnaast is de dienstverrichter, terwijl hij in Nederland werkt, onderworpen aan de beroepsregels en tuchtrechtelijke bepalingen die in Nederland voor het desbetreffende beroep gelden. Zijn beroepsuitoefening loopt dus in de pas met de Nederlandse reglementering. Verder heeft de Minister onder wiens beleidsverantwoordelijkheid de wettelijke reglementering van een beroep valt, op grond van de Algemene wet een aantal mogelijkheden op het punt van controle en informatieverwerving jegens de inkomende dienstverrichter. Het gaat hier om zogenaamde ‘kan’-bepalingen, dat wil zeggen dat de Minister kan kiezen of hij al dan niet gebruik maakt van die mogelijkheden. Wanneer de Minister gebruik maakt van een mogelijkheid tot controle of informatieverwerving, moet hij deze op grond van artikel 33, tweede lid, van de Algemene wet bij Ministeriële regeling nader invullen. In de eerste plaats kan de Minister van de dienstverrichter voorafgaand aan de eerste dienstverrichting een schriftelijke verklaring eisen, die fungeert als melding (artikel 23 van de Algemene wet). Verder kan de dienstverrichter, met het oog op bescherming van de consument, door de Minister worden verplicht informatie aan de afnemer van de dienst te verstrekken (artikel 29 van de Algemene wet). Ten slotte is er een nadrukkelijke controlemogelijkheid vooraf, indien de te verrichten dienst een gereglementeerd beroep betreft dat verband houdt met de volksgezondheid of de openbare veiligheid én dat beroep is geplaatst op een door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) bij Ministeriële regeling vast te stellen lijst (artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet). Die lijst wordt bij deze Ministeriële regeling vastgesteld.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 1 bepaalt dat de lijst wordt vastgesteld conform de bijlage. Daarin zijn gereglementeerde beroepen opgenomen die vallen onder de beleidsverantwoordelijkheid van in totaal zes Ministers. De beroepen zijn per Minister alfabetisch gerangschikt. Elk van de Ministeries heeft de desbetreffende beroepen bij OCW aangemeld ter plaatsing op de onderhavige lijst. De eerste vermelding bij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betreft met name genoemde beroepen – van artsen met een basisopleiding tot en met apothekers – die niet op grond van titel III, hoofdstuk III, van de richtlijn voor automatische erkenning in aanmerking komen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven