Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 december 2008, nr. BJZ2008117288, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende wijziging van de Regeling tarieven Kadaster (verhoging tarieven)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 109 van de Kadasterwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Kadaster wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 630,–’ vervangen door: € 740,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 2500,–’ telkens vervangen door ‘€ 5000,–’ en ‘€ 40,–’ door: € 45,–.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a, b respectievelijk c, wordt ‘€ 104,–’ vervangen door ‘€ 123,–’, ‘€ 91,–’ door ‘ € 110,–’, ‘€ 72,80’ door ‘€ 88,–’ en ‘€ 54,60’ door: € 66,–.

2. In het tweede lid vervalt: de vestiging van het recht van hypotheek,.

3. De aanhef van het derde lid komt te luiden: Voor de inschrijving van een stuk betreffende de vestiging van het recht van hypotheek en de koop van een registergoed is verschuldigd:

4. In het derde lid, onderdelen a, b respectievelijk c, wordt ‘€ 67,–’ vervangen door ‘€ 104,–’, ‘€ 54,–’ door ‘€ 91,–’, ‘€ 43,20’ door ‘€  72,80’ en ‘€  32,40’ door: € 54,60.

5. In het vierde lid, onderdelen a, b respectievelijk c, wordt ‘€ 24,–’ vervangen door ‘€ 26,–’, ‘€ 11,–’ door ‘€ 13,–’, ‘€ 8,80’ door ‘€ 10,40’ en ‘€ 6,60’ door: € 7,80.

C

In artikel 5, eerste lid, onderdelen a, b respectievelijk c, wordt ‘€ 45,–’ vervangen door ‘€ 52,–’, ‘€ 32,–’ door ‘€ 39,–’, ‘€ 25,60’ door ‘€ 31,20’ en ‘€ 19,20’ door: € 23,40.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a en b, wordt ‘€ 1,95’ vervangen door: € 2,15.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 4,60’ vervangen door: € 5,10.

3. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Voor digitale raadpleging van de objectlijst is per 20 objecten verschuldigd: € 0,60.

4. Na het vierde lid worden, onder vernummering van het vijfde lid tot achtste lid, drie leden ingevoegd, luidende:

  • 5. Voor digitale raadpleging van gegevens uit een rechtszekerheidsregistratie of de landelijke voorziening door middel van een geautomatiseerd proces is verschuldigd: € 2,15 per object of, ingeval van een negatieve mededeling, € 1,– per negatieve mededeling.

  • 6. Bij een jaarabonnement op de raadpleging, bedoeld in het vijfde lid, is in afwijking van dat lid verschuldigd:

    • a. ingeval in dat jaar meer dan 100.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 1,72 per object en € 0,80 per negatieve mededeling;

    • b. ingeval in dat jaar meer dan 500.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 1,29 per object en € 0,60 per negatieve mededeling;

    • c. ingeval in dat jaar meer dan 1.000.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 0,86 per object en € 0,40 per negatieve mededeling;

    • d. ingeval in dat jaar meer dan 5.000.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 0,65 per object en € 0,30 per negatieve mededeling.

  • 7. Onder een negatieve mededeling als bedoeld in het vijfde en zesde lid wordt verstaan: een mededeling, inhoudende dat de gevraagde gegevens ontbreken.

5. In het achtste lid (nieuw) wordt ‘, de toezending in papieren vorm’ vervangen door ‘of de toezending’ en ‘€ 10,25’ telkens door: € 11,40.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, aanhef, vervalt ‘van een afschrift op een elektronische gegevensdrager’ en wordt ‘€ 0,72’ vervangen door: € 0,80.

2. In het tweede lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 0,60’ vervangen door ‘€ 0,67’ en ‘€ 0,45’ door: € 0,50.

3. In het derde lid, aanhef, vervalt: van een afschrift op een elektronische gegevensdrager.

4. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1.030.000,–’ vervangen door: € 1.150.000,–.

5. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 57.000,–’ vervangen door ‘€ 64.000,–’, ’€ 24.000,–’ door ‘€ 27.000,–’, ‘€ 83.000,–’ door ‘€ 92.000,–’, ‘€ 185.000,–’ door ‘€ 205.000,–’, ‘€ 60.000,–’ door ‘€ 67.000,–’, ‘€ 123.000,–’ door ‘€ 137.000,–’, ‘€ 220.000,–’ door ‘€ 244.000,–’, ‘€ 190.000,–’ door ‘€ 211.000,–’, ‘€ 107.000,–’ door ‘€ 119.000,–’, ‘€ 91.000,–’ door ‘€ 101.000,–’, ‘€ 48.000,–’ door ‘€ 53.000,–’, en ‘€ 263.000,–’ door: € 292.000,–.

6. In het vierde lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 205,–’ vervangen door ‘€ 228,–’ en ‘€ 128,–’ door: € 142,–.

F

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

  • 1. Een persoon, die voor een door hem opgegeven registergoed gebruik maakt van de tijdelijke automatische melding van wijzigingen inzake hypotheken en beslagen, alsmede inzake rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op hypotheken en beslagen, is per registergoed verschuldigd: € 4,30.

  • 2. Een persoon, die voor een door hem opgegeven registergoed gebruik maakt van de tijdelijke automatische melding van wijzigingen inzake het recht van eigendom of een ander beperkt recht dan bedoeld in het eerste lid, is per registergoed verschuldigd: € 4,30.

G

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1,95’ vervangen door: € 2,15.

2. In het tweede lid vervalt ‘in papieren vorm’ en wordt ‘€ 10,25’ vervangen door: € 11,40.

H

Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11

Voor het op verzoek door de Dienst technisch vervaardigen, aanpassen of vormgeven van een onderdeel van een bestand voor een in elektronische vorm aan te bieden stuk ter inschrijving in de openbare registers, waardoor de bijhouding van een rechtszekerheidsregistratie geautomatiseerd kan plaatsvinden, is per besteed kwartier verschuldigd: €  28,–.

I

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 27,50’ vervangen door ‘€ 30,50’, ‘€ 91,–’ door ‘€ 101,–’ en ‘€ 163,–’ door: € 181,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 15,40’ vervangen door: € 17,–.

J

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 1,95’ vervangen door ‘€ 2,15’ en ‘€ 10,25’ door: € 11,40.

2. In het tweede lid vervalt ‘in papieren vorm’, wordt ‘€ 28,10’ vervangen door ‘€ 31,–’ en ‘€ 10,25’ door: € 11,40.

3. In het derde lid vervalt: in papieren vorm.

K

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, vervalt ‘van een afschrift op een elektronische gegevensdrager’ en wordt ‘€ 0,46’ vervangen door: € 0,51.

2. In het eerste lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 0,35’ vervangen door ‘€ 0,39’ en ’€ 0,25’ door: € 0,28.

3. In het tweede lid vervalt ‘van een afschrift op een elektronische gegevensdrager’ en wordt ‘€ 600.000,–’ vervangen door: € 670.000,–.

4. In het derde lid vervalt ‘van een afschrift op een elektronische gegevensdrager’ en wordt ‘€ 35.000,–’ vervangen door ‘€ 39.000,–’, ‘€ 15.000,–’ door ‘€ 17.000,–’, ‘€ 51.000,–’ door ‘€ 57.000,–’, ‘€ 111.000,–’ door ‘€ 123.000,–’, ‘€ 35.000,–’ door ‘€ 39.000,–’, ‘€ 71.000,–’ door ‘€ 79.000,–’, ‘€ 133.000,–’ door ‘€ 148.000,–’, ‘€ 104.000,–’ door ‘€ 115.000,–’, ‘€ 67.000,–’ door ‘€ 74.000,–’, ‘€ 51.000,–’ door ‘€ 57.000,–’, ‘€ 30.000,–’ door ‘€ 33.000,–’, en ‘€ 126.000,–’ door: € 140.000,–.

5. In het vierde lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 145,–’ vervangen door ‘€ 161,–’ en ‘€ 92,–’ door: € 102,–.

L

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 450,–’ vervangen door: € 525,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 24,–’ vervangen door: € 28,–.

M

In artikel 16, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 350,–’ vervangen door ‘€ 410,–’ en ‘€ 167,–’ door: € 195,–.

N

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

  • 1. Voor de afgifte van een verklaring inhoudende de complexaanduiding ter zake van appartementsrechten of inhoudende een netwerkaanduiding is verschuldigd: € 160,–.

  • 2. Voor de vervaardiging van een tekening van een netwerk op schaal 1:5000 of op een kleinere schaal, met een strookbreedte van tenminste 500 meter, is verschuldigd: € 31,– per tekening, vermeerderd met € 0,50 per afgebeelde hectare.

  • 3. Voor het verrichten van een onderzoek naar ingeschreven beslagen en eisen tot vaststelling van de eigendom op grond van artikel 155 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek is per object verschuldigd: € 30,50.

O

In artikel 18 wordt ‘€ 73,–’ vervangen door: € 81,–.

P

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 25,50’ vervangen door ‘€ 28,30’, ‘€ 9,25’ door ‘€ 10,25” en ‘€ 51,–’ door: € 57,–.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 9,25’ vervangen door ‘€ 10,25’, ‘€ 2750,–’ door ‘€ 3050,–’, ‘€ 18,50’ door ‘€ 20,50’ en ‘€ 5500,–’ door: € 6100,–.

3. In het tweede lid wordt ‘€ 26,35’ vervangen door: € 29,25.

4. In het derde lid wordt ‘€ 160,–’ vervangen door ‘€ 176,–’, ‘€ 120,–’ door ‘€ 132,–’, ‘€ 80,–’ door ‘€ 88,–’ en ‘€ 40,–’ door: € 44.

Q

In artikel 20, eerste lid, wordt ‘€ 155,–’ vervangen door: € 172,–.

R

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Voor het verstrekken van een opgave van gegevens, die de Dienst heeft samengesteld uit gegevens die de Dienst heeft verkregen bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3 van de wet, is verschuldigd:

2. In het eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 1°, wordt ‘€ 0,05’ vervangen door ‘€ 0,06’ en wordt toegevoegd een streepje, luidende:

  • indien het de gegevens per referentiepand betreft: € 0,80;.

3. In het eerste lid, onderdeel a, subonderdelen 2° respectievelijk 3°, wordt ‘€ 13.800,–’ vervangen door ‘€ 15.300,–’, ‘€ 22.100,–’ door ‘€ 24.500,–’ en ‘€ 1,30’ door: € 1,45.

4. In het eerste lid, onderdeel c, subonderdelen 1° respectievelijk 2°, wordt ‘€ 11,10’ vervangen door ‘€ 12,30’, ‘€ 46,–’ door ‘€ 51,– ‘ en ‘€ 0,87’ door: € 0,97.

5. In het eerste lid, onderdeel e, wordt ‘€ 11,10’ vervangen door ‘€ 12,30’ en ‘€ 0,05’ door: € 0,06.

6. In het eerste lid, onderdeel f, wordt ‘€ 0,92’ vervangen door ‘€ 1,02,–’, ‘€ 0,69’ door ‘€  0,77’ en ‘€ 0,46’ telkens door: € 0,51.

7. In het eerste lid, onderdeel h, wordt ‘€ 9.225,–’ vervangen door ‘€ 10.250,–’, ‘€ 925,–’ door ‘€ 1.030,–’, ‘€ 123,–’ door ‘€ 137,–’ en ‘€ 185,–’ door: € 205,–.

8. In het eerste lid, onderdeel i, wordt ‘€ 0,13’ vervangen door ‘€ 0,14’ en ‘€ 690,–’ door: € 765,–.

9. In het eerste lid, onderdeel j, wordt ‘€ 1.845,–’ vervangen door ‘€ 2.050,–’ en ‘€ 370,–’ door: € 410,–.

10. In het eerste lid, onderdeel k, wordt ‘€ 1.385,–’ vervangen door ‘€ 1.535,–’ en ‘€ 275,–’ door: € 305,–.

11. In het eerste lid, onderdeel l, wordt ‘€ 25,20’ vervangen door: € 28,–.

12. In het tweede lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 25,20’ vervangen door ‘€ 28,–’ en ‘€ 15,40’ door: € 17,–.

13. In het derde lid wordt ‘€ 25,20’ vervangen door: € 28,–.

14. In het vierde lid, onderdelen a, b, c respectievelijk d, wordt ‘€ 0,46’ telkens vervangen door ‘€ 0,51’, ‘€ 1,45’ door ‘€ 1,60 ‘ en ‘€ 2,20’ door: € 2,45.

S

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Voor het verstrekken van een opgave van gegevens, die de Dienst heeft verkregen bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen f en g, van de wet, of die de Dienst uit die gegevens heeft samengesteld, is verschuldigd:

2. In het eerste lid, onderdeel t, wordt ‘€ 25,20’ vervangen door: € 28,–.

3. In het vierde lid, onderdelen a respectievelijk b, wordt ‘€ 25,20’ vervangen door ‘€ 28,–’ en ‘€ 15,40’ door: € 17,–.

4. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 16,40’ vervangen door: € 17,–.

T

Na artikel 22 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 22a

Voor het doen van een oriëntatieverzoek of een graafmelding als bedoeld in artikel 7 of 8 van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten is verschuldigd: € 24,–.

U

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt voor de tekst een zin ingevoegd, luidende: Het aantal, bedoeld in artikel 7, vierde lid, wordt naar boven afgerond op 20.

2. In het eerste lid, laatste zin, wordt na ‘artikelen” ingevoegd: 11,.

3. In het derde lid wordt ‘€ 48,40’ vervangen door: € 54. Het minimumbedrag is niet van toepassing op een verstrekking door middel van internet.

ARTIKEL II

Artikel II van de Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 december 2007, nr. DJZ2007004723, houdende wijziging van de Regeling tarieven Kadaster (aanpassing bestaande tarieven) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 december 2008

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling wijzigt de Regeling tarieven Kadaster. Verreweg de meeste tarieven voor producten en diensten van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (hierna het Kadaster) worden verhoogd. Die verhoging is noodzakelijk voor de kostendekkendheid van het Kadaster.

Het Kadaster is voor wat betreft zijn inkomsten in aanzienlijke mate afhankelijk van de ontwikkelingen in de vastgoedmarkt. Tot 2007 waren de ontwikkelingen in de vastgoedmarkt in Nederland bijzonder positief. De markt werd gekenmerkt door een dalende rente, stijgende prijzen en een hoge mobiliteit. Die externe omstandigheid en de sturing op een efficiënte, doelmatige en kostenbewuste organisatie hebben vanaf de verzelfstandiging van het Kadaster geleid tot een jaarlijkse benedenwaartse aanpassing van de tarieven van het Kadaster. De positieve resultaten kwamen op die manier ten goede aan de afnemers van de producten en diensten van het Kadaster.

Eind 2007 is er een kentering ingetreden. De inkomsten van het Kadaster dalen onvoorzien meer dan verwacht door een stijgende rente en een negatieve stemming op de markt ten gevolge van de internationale kredietcrisis. Gelet op de doorwerking van de kredietcrisis in de reële economie, zal de dalende tendens in het werkaanbod in 2009 zich naar verwachting versterkt doorzetten. Er zullen minder akten ter inschrijving worden aangeboden en minder meetopdrachten worden verstrekt. Een tariefsverhoging voor het jaar 2009 is onontbeerlijk voor een solide bedrijfsvoering van het Kadaster.

Omtrent de voorgenomen tariefsverhoging voor 2009 is de gebruikersraad, bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster, gehoord. De gebruikersraad heeft geen unaniem positief advies uitgebracht. De gebruikersraad vond de voorgenomen stijging met gemiddeld 15% van alle tarieven in de Regeling tarieven Kadaster en met gemiddeld 20% indien bij de berekening uitsluitend de tarieven worden meegenomen waarvan een verhoging werd voorgesteld, gelet op eerdere verhogingen, te bezwaarlijk. De gebruikersraad deed een dringend beroep op het Kadaster om waar mogelijk kostenbesparende maatregelen te nemen. Ook de raad van toezicht heeft dat signaal afgegeven. In de voorliggende regeling tot wijziging van de Regeling tarieven Kadaster valt de gemiddelde tariefsverhoging van alle tarieven 5% lager uit. Indien de gemiddelde tariefsverhoging wordt berekend uitsluitend over de tarieven die zijn verhoogd, valt de tariefsverhoging met gemiddeld 7,5% lager uit.

Naast deze tariefsverhoging heeft het Kadaster de signalen van gebruikersraad en raad van toezicht ter harte genomen en zich de opgave gesteld waar mogelijk kostenbesparende maatregelen te nemen. Projecten zijn, voor zover mogelijk, uitgesteld. Er is geschrapt in de formatieruimte. Budgetten voor algemene kosten zijn verlaagd en productiviteitsdoelstellingen zijn aangeschept. Voorts wordt een strakker financieel beleid gevoerd voor toekomstige nieuwe taken en zal de deelname aan nieuwe e-overheidsinitiatieven strakker worden afgewogen.

Verdere concretisering van de tariefswijzigingen

In de voorliggende regeling tot wijziging van de tarieven worden enkele tarieven niet verhoogd. Tarieven voor topografische informatie, opgenomen in artikel 22 van de Regeling tarieven Kadaster, zijn bij deze wijzigingsregeling niet verhoogd in afwachting van de budgetfinanciering van de basisregistratie topografie. De besluitvorming daarover wordt nog in december 2008 afgerond en zal zo spoedig mogelijk worden gevolgd door een wijziging van de Regeling tarieven Kadaster. Ervaring met de behandeling van oriëntatieverzoeken of graafmeldingen als bedoeld in artikel 7 of 8 van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (de zogenoemde KLIC-meldingen) is er bij het Kadaster nog nauwelijks. De tarieven worden om die reden niet aangepast.

Tarieven worden afgerond met maximaal 1% naar boven of naar beneden om op afgeronde bedragen uit te komen.

Conform het eerder vastgestelde tarievenbeleid wordt bij deze tariefsverhoging het uitgangspunt gehanteerd van kostendekkendheid per wettelijke taak en daarbinnen per groep van producten. Er zijn daarom enkele uitzonderingen op het gemiddelde verhogingspercentage:

  • De kostprijzen van inschrijving van hypotheekstukken zijn lager dan die van overdrachtsakten. Het tarief is op dit moment gelijk. Om die reden is het inschrijvingstarief voor een hypotheekakte niet verhoogd en is het tarief voor een overdrachtsakte meer dan gemiddeld verhoogd. De tarieven komen daardoor meer in verhouding met de kostprijzen.

  • Tarieven voor landmeetkundige werkzaamheden (akteposten, splitsingen op verzoek en grensreconstructies) zijn minder dan gemiddeld kostendekkend. Om die reden zijn de tarieven voor die werkzaamheden meer verhoogd dan het gemiddelde percentage.

Concreet betekent werkt de verhoging voor een aantal veel voorkomende producten als volgt uit:

Product

Tarief eind 2008

Nieuw tarief

Verhoging in %

– inschrijving akte

€ 91

€ 110

21%

– hypotheek

€ 91

€ 91

0%

– aktepost

€ 630

€ 740

17%

– splitsing

€ 350

€ 410

17%

– grensreconstructie

€ 450

€ 525

17%

– raadpleging via Kadaster-on-line

€ 1,95

€ 2,15

10%

– informatie via balie/schriftelijk

€ 10,25

€ 11,40

11%

Overigens zal het Kadaster in de loop van 2009 meer mogelijkheden introduceren voor het gedeeltelijk en geheel automatisch verwerken van akten als bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, onderdeel c, tweede lid, derde lid, onderdeel c, en vierde lid, onderdeel c, en 5, eerste lid, onderdeel c. De tarieven liggen dan circa 20%, respectievelijk 40% lager dan het tarief dat is verschuldigd voor het in elektronische vorm ter inschrijving aanbieden van een akte.

Wijzigingen in de tariefstructuur

Naast de wijzigingen uit oogpunt van kostendekkendheid is de tariefstructuur op de volgende punten gewijzigd.

  • De maximumhoogte van de koopsom voor een onroerende zaak, waarvoor het lage tarief geldt voor inschrijving van een stuk dat aanleiding is tot het vormen van een perceel, is opgetrokken (artikel 2, tweede lid, van de Regeling tarieven Kadaster).

  • De digitale raadpleging van de objectlijst is niet langer kosteloos (artikel 7, vierde lid, van de Regeling tarieven Kadaster).

  • De tarifering voor digitale raadpleging van gegevens uit een rechtszekerheidsregistratie door middel van een geautomatiseerd proces (artikel 7, vierde lid, van de Regeling tarieven Kadaster) is gelijk aan de tarifering voor raadpleging met behulp van Kadaster-on-line (artikel 7, eerste lid, van de Regeling tarieven Kadaster). In tegenstelling tot die laatste raadpleging wordt bij de eerstbedoelde raadpleging wel een tarief in rekening gebracht indien de raadpleging niet het gegeven oplevert (de zogenoemde negatieve mededeling). Voor een negatieve mededeling wordt een tarief van € 1,– in rekening gebracht (artikel 7, vijfde lid, van de Regeling tarieven Kadaster). Grootverbruikers kunnen een abonnement nemen waarbij de digitale raadpleging door middel van een geautomatiseerd proces met een jaarbedrag wordt afgekocht. Het jaarbedrag wordt gerelateerd aan het gebruik, waarbij in relatie tot het gebruik een bepaalde staffel wordt gehanteerd (artikel 7, zesde lid, van de Regeling tarieven Kadaster). Het abonnement komt tegemoet aan de wens van met name publieke afnemers van de basisregistratie kadaster om vooraf duidelijkheid te hebben over het te betalen bedrag.

  • De omschrijving van de tijdelijke automatische melding in artikel 9 van de Regeling tarieven Kadaster kan bij nader inzien aanleiding geven tot misverstanden. Die melding wordt in 2009 voor het eerst operationeel.

  • Er is een tarief geïntroduceerd voor het technisch vervaardigen of wijzigen van onderdelen van bestanden, die door notarissen als model worden gebruikt voor stukken ter inschrijving in de openbare registers, waardoor geautomatiseerde bijhouding van een rechtszekerheidsregistratie mogelijk wordt (de zogenoemde stylesheets) (artikel 11 van de Regeling tarieven Kadaster).

  • Er zijn tarieven geïntroduceerd voor het vervaardigen van netwerktekeningen en voor het verrichten van onderzoeken naar ingeschreven beslagen en eigendomsclaims op nog niet te boekgestelde netwerken (artikel 17, derde en vierde lid, van de Regeling tarieven Kadaster).

  • Het tarief voor referentiepanden (artikel 21, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling tarieven Kadaster) is verlaagd in verband met de beperkte informatie-inhoud ten opzichte van vergelijkbare producten.

Artikel I, onderdeel A, subonderdeel 2 (artikel 2, tweede lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

Voor overdrachten van deelpercelen van maximaal 100 m2 en een koopsom van maximaal € 2500,– geldt een laag tarief. Het maximumbedrag is verhoogd naar € 5000,–. Die verhoging is gerelateerd aan de in de afgelopen jaren gestegen grondprijzen. Daarbij is rekening gehouden dat met de mogelijk toekomstige benedenwaartse druk op de grondprijzen.

Artikel I, onderdeel B, subonderdelen 2 en 3 (artikel 4, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

Voor inschrijving van een overdrachtsakte golden dezelfde tarieven als voor inschrijving van een hypotheekakte. De kostprijs van de inschrijving van een hypotheekakte is lager dan die van een overdrachtsakte. Om die reden zijn de tarieven voor inschrijving van een overdrachtsakte meer verhoogd dan die voor inschrijving van een hypotheekakte. In de Regeling tarieven Kadaster is de tarifering van de inschrijving van een stuk inhoudende de vestiging van het recht van hypotheek verplaatst van het tweede naar het derde lid van artikel 4. Het tarief in artikel 4, derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster is niet langer van toepassing op de inschrijving van een proces-verbaal van inbeslagneming. Deze categorie van inschrijving van stukken valt nu onder de overige stukken, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Regeling tarieven Kadaster. Tarieven voor geheel en gedeeltelijk geautomatiseerd verwerken blijven in dezelfde verhouding tot het basis inschrijvingstarief (40% resp. 20% lager). De toeslag voor inschrijving van analoog aangeleverde stukken blijft € 13,–.

Artikel I, onderdeel D, subonderdeel 3 (artikel 7, vierde lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

De afname van objectlijsten via Kadaster-on-line groeit sterk. Op jaarbasis betreft het circa 1 miljoen lijsten met circa 10 miljoen objecten. De objectlijst was primair bedoeld om door te bladeren naar de informatie per object, maar wordt gaandeweg veel gebruikt om zijn eigen informatiewaarde. Op dit moment is dit product gratis. Voorgesteld wordt om een tarief te hanteren van € 0,60 per 20 objecten.

Artikel I, onderdeel D, subonderdeel 4 (artikel 7, vijfde en zesde lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

Indien persoonsberichten via webservices met een identificerend kenmerk worden opgevraagd (BSN of FI-nr) wordt, indien de persoon niet in de registratie voorkomt, een mededeling, inhoudende dat de gevraagde gegevens ontbreken (de zogenoemde negatieve mededeling), verstrekt. Voor die negatieve mededeling wordt een tarief in rekening gebracht van € 1,–.

De tariefstelling voor digitale raadpleging van gegevens uit een rechtszekerheidsregistratie of de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, door middel van een geautomatiseerd proces is gebaseerd op het tarief voor digitale raadpleging van gegevens uit een rechtszekerheidsregistratie of die landelijke voorziening (Kadaster-on-line tarief, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling tarieven Kadaster). Krachtens artikel 7, zesde lid, kunnen grootgebruikers van web- services (dus geen gebruikers van Kadaster-on-line) het gebruik op jaarbasis afkopen tegen een lager tarief. Dit komt onder meer tegemoet aan de wens van overheden om in het kader van de basisregistraties niet meer ‘per tik’ af te rekenen. Voor het Kadaster is het voordeel daarin gelegen dat meer zekerheid bestaat over de verwachte inkomsten, en over de momenten waarop dit kan worden geïncasseerd (in overleg met de klant).

Artikel I, onderdeel D, subonderdeel 5 (artikel 7, achtste lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

Artikel 7 van de Regeling tarieven Kadaster maakte bij de tarifering een onderscheid tussen digitale raadpleging en raadpleging ter plekke bij de het Kadaster (balie) of levering in papieren vorm anderzijds. Raadpleging aan de balie of in papieren vorm had een hoger tarief in verband met de handmatige afhandeling. In toenemende mate worden verzoeken gedaan voor levering via e-mail. Om die reden is besloten om in het achtste lid van artikel 7 het toevoegsel ‘in papieren vorm’ achter ‘toezending’ te laten vervallen.

Artikel I, onderdeel E, subonderdelen 1 en 3 (artikel 8, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

Het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 8, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster vindt niet langer uitsluitend plaats door middel van een elektronische gegevensdrager maar ook door middel van het openbare internet. Om die reden wordt in in die leden niet meer gesproken over de wijze waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt.

Artikel I, onderdeel F (artikel 9 van de Regeling tarieven Kadaster)

Het in 2008 in artikel 9 van de Regeling tarieven Kadaster opgenomen product, dat overigens in 2008 nog niet beschikbaar was, is niet helder, waardoor er misverstanden kunnen ontstaan. Onduidelijk was dat het in feite gaat om twee tijdelijke automatische meldingen. Een melding inzake wijzigingen inzake hypotheken en beslagen en inzake rechtshandelingen en rechtsfeiten die daarop betrekking hebben, en een melding inzake wijzigingen inzake het recht van eigendom of een ander beperkt recht dan hypotheek of beslag. Een persoon kan zich voor het door hem opgegeven registergoed abonneren op één of op beide van die tijdelijke automatische meldingen. In beide gevallen is het tarief per registergoed € 4,30. Het uitgangspunt is derhalve gehandhaafd dat de hoogte van het tarief in artikel 9, eerste en tweede lid, van de Regeling tarieven Kadaster tweemaal het tarief bedraagt voor digitale raadpleging als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling tarieven Kadaster.

Artikel I, onderdeel H (artikel 11 van de Regeling tarieven Kadaster)

Een persoon die een stuk ter inschrijving in de openbare registers wenst aan te bieden dat automatische bijhouding van de basisregistratie kadaster mogelijk maakt, dient gebruik te maken van een bepaald model (een zogenoemde stylesheet). Indien die persoon het daarvoor vereiste modelbestand wenst te doen vervaardigen door het Kadaster of het door hem gebruikte bestand door het Kadaster wenst te doen aanpassen of technisch vorm te geven is hij een kwartiertarief verschuldigd, dat gelijk is aan het bedrag dat geldt voor maatwerk per computerminuut (artikelen 21, tweede lid, onderdeel a, en 22, vierde lid, onderdeel a). Aangezien het hier gaat om inzet van ICT deskundigen is het kwartiertarief, bedoeld in artikel 12, tweede lid, niet toereikend.

Artikel I, onderdeel J, subonderdelen 2 en 3 (artikel 13, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

Artikel 13 van de Regeling tarieven Kadaster maakte bij de tarifering een onderscheid tussen digitale raadpleging en raadpleging ter plekke bij het Kadaster (balie) of levering in papieren vorm anderzijds. Raadpleging aan de balie of in papieren vorm had een hoger tarief in verband met de handmatige afhandeling. In toenemende mate worden verzoeken gedaan voor levering via e-mail. Om die reden is besloten om in navolging van artikel 7, achtste lid, van de Regeling tarieven Kadaster in artikel 13, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster het toevoegsel ‘in papieren vorm’ achter ‘bescheiden’ en ‘hulpkaart’ te laten vervallen.

Artikel I, onderdeel K, subonderdelen 1, 3 en 4 (artikel 14, eerste, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster)

Het verstrekken van de landelijke kadastrale kaart of een gedeelte daarvan als bedoeld in artikel 14, eerste, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster vindt niet langer uitsluitend plaats door middel van een elektronische gegevensdrager maar ook door middel van het openbare internet. Om die reden wordt in in die leden niet meer gesproken over de wijze waarop de verstrekking van die kaart plaatsvindt.

Artikel I, onderdeel N (artikel 17 van de Regeling tarieven Kadaster)

Het vervaardigen van netwerktekeningen (die vervolgens als bijlage kunnen worden ingeschreven in de openbare registers) is in 2008 als maatwerk in rekening gebracht. Op verzoek van de netbeheerders is in artikel 17, tweede lid, van de Regeling tarieven Kadaster een vast tarief opgenomen voor het vervaardigen en leveren van tekeningen (in onveranderlijk pdf-formaat ) betreffende de ligging van het netwerk met raadpleegbare vermelding van de kadastrale percelen, die door het netwerk worden doorsneden.

Op grond van de uitvoeringsregelingen Kadasterwet kan een deurwaarder beslag leggen op een nog niet te boek gesteld netwerk. Het Kadaster kent aan deze netwerken ambtshalve een netwerkaanduiding toe. Indien de notaris een netwerk te boek wenst te stellen wordt voorafgaand aan de inschrijving een onderzoek naar ingeschreven beslagen en eisen tot vaststelling van de eigendom (eigendomsclaim) op grond van artikel 155 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek uitgevoerd.

Het tarief voor het uitvoeren van dit onderzoek is gelijkgesteld aan het tarief, dat in rekening gebracht wordt voor onderzoeken naar de laatste akte waarbij een perceel is verkregen (artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling tarieven Kadaster).

Artikel I, onderdeel R, subonderdelen 1 en 2 (artikel 21, eerste lid, aanhef en onderdeel a, subonderdeel 1°, van de Regeling tarieven Kadaster)

Het verstrekken van een opgave van de in artikel 21, eerste lid, van de Regeling tarieven Kadaster bedoelde gegevens vindt niet langer uitsluitend plaats op een elektronische gegevensdrager. Om die reden is de aanhef van dat eerste lid gewijzigd.

Op basis van een opgegeven adres kan een lijst met vergelijkbare objecten in de omgeving met de laatste koopsom worden geleverd. Het tarief daarvoor was voorafgaand aan deze regeling tot wijziging van de Regeling tarieven Kadaster gebaseerd op artikel 21, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 3°,en bedroeg € 1,30 per akte. De geleverde informatie-inhoud heeft echter een betrekkelijke actualiteitswaarde. Om die reden is het tarief gelijkgesteld aan het tarief per object bij massale output (artikel 8, tweede lid, van de Regeling tarieven Kadaster).

Artikel I, onderdeel S (artikel 22, eerste lid, aanhef en onderdeel t, vierde en vijfde lid, onderdeel b, van de Regeling tarieven Kadaster)

Het verstrekken van een opgave van de in artikel 22, eerste lid, van de Regeling tarieven Kadaster bedoelde gegevens vindt niet langer uitsluitend plaats op een elektronische gegevensdrager. Om die reden is de aanhef van dat eerste lid gewijzigd.

Voor aanpassing van de tarieven voor het verstrekken van gegevens uit geografische bestanden als bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdelen a tot en met s, wordt in de loop van 2009 een voorstel tot tariefaanpassing gedaan. Deze tarieven zullen naar verwachting dalen ten gevolge van de budgetfinanciering van de kosten van inwinning en beheer van het geografisch basisbestand TOP10NL en andere geografische bestanden. In deze wijzigingsregeling zijn uitsluitend de tarieven voor maatwerk aangepast overeenkomstig artikel 21, tweede en derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster.

Artikel I, onderdeel U (artikel 23 van de Regeling tarieven Kadaster)

In artikel 23 van de Regeling tarieven Kadaster worden enige regels gegeven omtrent de toe te passen afronding bij de berekening van bepaalde tarieven. Het eerste lid van dat artikel is uitgebreid met een afrondingsregel met betrekking tot de toepassing van artikel 7, vierde lid, van de Regeling tarieven Kadaster. Voorts is artikel 23, eerste lid, laatste zin, van de Regeling tarieven Kadaster gewijzigd waardoor de afrondingsregel met betrekking tot het op een kwartier afronden van een tijdseenheid kleiner dan een kwartier ook van toepassing is op artikel 11 van die regeling.

Het minimumbedrag dat bij de in artikel 23, derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster bedoelde verstrekkingen in rekening wordt gebracht, strekt ertoe om de kosten te dekken van het handmatig aanmaken van bestanden. De noodzaak om een minimumbedrag in rekening te brengen bij soortgelijke leveringen via internet is niet aanwezig. Artikel 23, derde lid, van de Regeling tarieven Kadaster is in die zin aangepast.

Artikel II

De tarieven voor de behandeling van oriëntatieverzoeken of graafmeldingen als bedoeld in artikel 7 of 8 van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (de zogenoemde KLIC-meldingen) waren geregeld in artikel II van de Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 december 2007, nr. DJZ2007004723, houdende wijziging van de Regeling tarieven

Kadaster (aanpassing bestaande tarieven). Die tarieven zijn door deze wijzigingsregeling opgenomen in een nieuw artikel 22a van de Regeling tarieven Kadaster. Het vorenbedoelde artikel II is daarom bij deze wijzigingsregeling ingetrokken.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

Naar boven