Regeling van de Minister van Economische Zaken van 3 december 2008, nr. WJZ/8186569, houdende wijziging van de Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten (vervallen van de IOP-module)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. maatschappelijke organisatie: een rechtspersoon zonder winstoogmerk;.

2. In het eerste lid vervallen de onderdelen e en f.

3. Het eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:

  • e. strategisch onderzoeksprogramma: een op innovatie gericht onderzoeksprogramma, bestaande uit fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie daarvan;.

4. In het eerste lid vervallen de onderdelen h en i.

5. Het eerste lid, onderdeel j, komt te luiden:

  • f. Technologisch Topinstituut of TTI: een rechtspersoon bestemd voor de uitvoering van een strategisch onderzoeksprogramma waarin:

    • 1°. ondernemers, maatschappelijke organisaties, publiekrechtelijke rechtspersonen of publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties krachtens een partnerovereenkomst participeren; en

    • 2°. ten minste drie Nederlandse ondernemers of maatschappelijke organisaties en ten minste drie Nederlandse publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties deelnemen;.

6. In het eerste lid worden de onderdelen k tot en met m verletterd tot onderdelen g tot en met i.

7. In het eerste lid vervallen de onderdelen n en o, onder verlettering van onderdelen p en q tot j en k.

8. Het eerste lid, onderdeel r, komt te luiden:

  • l. derden: partijen, niet zijnde deelnemers die krachtens een partnerovereenkomst participeren in een TTI.

9. Het tweede lid vervalt.

B

Artikel 2 vervalt.

C

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Geen subsidie wordt verstrekt aan een TTI, voor zover de subsidie ten goede komt aan een deelnemende maatschappelijke organisatie waarvan de doelstelling afwijkt van de doelstelling van het onderzoek of de ontwikkeling.

D

In artikel 4 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.

E

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onderdeel a, onder 6° en 7°, komen te luiden:

  • 6°. kosten van buitenlandstages van minimaal drie maanden van een onderzoeker, tot een maximum van € 7000;

  • 7°. 50 procent van de kosten van een octrooiaanvraag van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en MKB-ondernemers, tot een maximum van € 8000 per octrooi;.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De subsidie-ontvanger, niet zijnde een ondernemer, kan bij de minister een verzoek indienen om de berekening van de loonkosten en de algemene kosten te mogen vervangen door een in de gehele organisatie van de subsidie-ontvanger gebruikelijke, controleerbare methodiek. Dit verzoek moet vergezeld gaan van het gebruikte kostenmodel, de berekeningswijze en een door een accountant opgesteld assurance-rapport over de aanvaardbaarheid van de voorgestelde methodiek.

3. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.

F

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

  • 1. Een aanvraag om een TTI-subsidie wordt schriftelijk ingediend met gebruikmaking van het formulier in bijlage I van deze regeling.

  • 2. De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van:

    • a. een meerjarig activiteitenplan, dat is opgesteld aan de hand van een bij ministeriële regeling vastgesteld model;

    • b. een begroting;

    • c. alsmede de overige bescheiden, overeenkomstig hetgeen in het formulier als bedoeld in het eerste lid is vermeld.

G

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De minister geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

H

In artikel 8 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

I

In artikel 9 vervalt ‘en artikel 22’.

J

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt ‘het projectplan dan wel’.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De subsidie-ontvanger voert een zelfstandige administratie met betrekking tot de subsidie, gerelateerd aan de kostensoorten, genoemd in artikel 5, waaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden:

    • a. de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;

    • b. de gemaakte en betaalde onderzoekskosten;

    • c. het aantal uren dat per werknemer is besteed aan het onderzoek.

K

Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid vervalt ‘het IOP-project respectievelijk’.

2. In het zesde lid vervalt ‘IOP-project respectievelijk’.

L

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. De minister verstrekt ambtshalve voorschotten voor een subsidie die nog niet is vastgesteld.

  • 2. Het eerste voorschot wordt ambtshalve verstrekt binnen twee weken na aanvang van de activiteiten.

  • 3. De volgende voorschotten worden ambtshalve verstrekt binnen twee weken na 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober.

  • 4. Als datum van aanvang van de activiteiten geldt de dag na de verzending van de beschikking tot subsidieverlening of, indien deze later is, de datum die in het plan is opgenomen voor de start van de activiteiten.

  • 5. Het voorschot bedraagt 25 procent van het voor het betreffende jaar toegezegde subsidiebedrag.

M

De artikelen 14 en 15 vervallen.

N

Artikel 16, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De aanvraag tot vaststelling van een TTI-subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier in bijlage II van deze regeling.

O

De artikelen 17 tot en met 24 vervallen.

P

Artikel 33, derde lid, vervalt.

Q

Aan de regeling worden bijlagen toegevoegd gelijk aan de bijlagen bij deze regeling.

ARTIKEL II

In de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 12 juni 2006, nr. WJZ 6042743, tot vaststelling van formulieren krachtens de Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten, alsmede tot wijziging van die regeling (Stcrt. 2006, 113) vervalt artikel II.

ARTIKEL III

In de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 april 2007, nr. WJZ 7042994, tot wijziging van de Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten (Stcrt. 2007, 74) vervalt artikel II.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, ’s-Gravenhage.

Den Haag, 3 december 2008

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

Algemeen

1. Aanleiding

Deze regeling is noodzakelijk in verband met de opname van de IOP module in een regeling onder het Kaderbesluit EZ-subsidies, die op 1 januari 2009 van kracht wordt.

Dit heeft tot gevolg dat artikelen die betrekking hebben op IOP’s uit de Subsidieregeling IOP-TTI-module dienen te vervallen. Hierin voorziet deze regeling.

2. TTI-module

Voorts zijn een aantal kleine wijzigingen aangebracht in de TTI-module van de Subsidieregeling IOP-TTI-module.

Het betreft hier de mogelijkheid om maatschappelijke organisaties toe te laten als partner in een TTI. In de praktijk blijkt het gewenst om ook maatschappelijke organisaties toe te staan als partners in een TTI. Dit omdat juist de articulatie van (een deel van) de onderzoeksvragen soms vanuit de maatschappij tot stand komt. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld de participatie van waterschappen in Wetsus en KWF Kankerbestrijding in CTMM.

Ook komt er de mogelijkheid ambtshalve een voorschot te verstrekken aan TTI’s. Het is niet langer noodzakelijk om eens per kwartaal een verzoek in te dienen middels een daarvoor bestemd formulier.

Tenslotte wordt verduidelijkt dat het noodzakelijk is om een zelfstandige administratie te voeren met betrekking tot de subsidie. Hiermee wordt rekening gehouden dat de TTI’s andere activiteiten kunnen en mogen ontwikkelen, buiten het kader van de IOP-TTI-module, mits deze activiteiten boekhoudkundig te scheiden zijn van de in de IOP-TTI-module subsidiabele kosten.

3. Administratieve lasten

Het vervallen van de IOP-module heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. De kleine aanpassingen aan de TTI-module leiden ook niet tot een wijziging in de administratieve lasten, behoudens het scheppen van de mogelijkheid voorschotten ambtshalve te verstrekken, dat leidt tot een (lichte) administratieve lastenverlichting.

Artikelsgewijs

Onderdeel A

In dit artikel worden maatschappelijke organisaties als definitie en mogelijke partners in een TTI toegevoegd. Hiermee wordt de mogelijkheid geschapen van maatschappelijke betrokkenheid, maar ook van valorisatie van de kennis in een maatschappelijke context.

Onderdeel C

Het tweede lid wordt vervangen omdat gelet op de Algemene groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 (PbEG L 214)) het niet noodzakelijk is om bepaalde categorieën ondernemers uit te sluiten van deze subsidieregeling. Voorts is het wel gewenst dat de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties wordt beperkt tot organisaties die actief zijn binnen het veld waarin het onderzoek zich afspeelt. Dit om een wildgroei van deelnemers aan een TTI te voorkomen.

Onderdeel J

Zoals beschreven in de laatste alinea van paragraaf 2 van de algemene toelichting, is de eis van een zelfstandige administratie verduidelijkt. De eis is inhoudelijk niet veranderd.

Onderdeel L

De wijze van bevoorschotting is gewijzigd. Niet langer hoeven TTI’s een voorschot aan te vragen, maar kunnen voorschotten ambtshalve verstrekt worden. Hiermee wordt een voor alle partijen omslachtige werkwijze vereenvoudigd.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.


XNoot
1

Stcrt. 2005, 221; laatstelijk gewijzigd ministeriële regeling van 5 april 2007 (Stcrt. 2007, 74).

Naar boven