Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/03)

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 17 januari 2008, nr. 2008/03, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C9/2.1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

De aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt ingediend in een AC. De Minister heeft op grond van artikel 3.108, tweede lid, Vb in artikel 3.42, eerste lid, VV de AC’s in Ter Apel en Zevenaar aangewezen als plaatsen waar een asielaanvraag kan worden ingediend.

Alvorens de asielaanvraag in één van deze AC’s kan worden ingediend, dient de vreemdeling zich aan te melden in AC Ter Apel.

Op grond van artikel 3.42, tweede lid, VV wordt de asielaanvraag ingediend in AC Schiphol als de vreemdeling zich aan een Nederlandse buitengrens (zee- of luchthaven) heeft gemeld en aan hem de toegang is geweigerd.

Op grond van artikel 3.42, derde lid, VV wordt de eerste aanvraag eveneens ingediend in AC Schiphol als de vreemdeling stelt minderjarig te zijn en hij, naar het zich laat aanzien, niet begeleid wordt door een ouder of wettelijk vertegenwoordiger.

Vreemdelingen die een tweede of volgende aanvraag willen indienen, dienen vooraf telefonisch een afspraak te maken (zie C10/2.2.5).

De asielaanvraag van vreemdelingen aan wie de vrijheid rechtens is ontnomen wordt op grond van artikel 3.108, derde lid, Vb ingediend op de plaats waar de vrijheidsontneming ten uitvoer wordt gelegd (zie C11/2.1).

‘14-1-brieven’

Dat niet aan deze hoofdregels wordt voldaan, wordt niet tegengeworpen aan de vreemdeling:

– die vóór 1 april 2001 een aanvraag tot toelating als vluchteling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, Vw (oud) heeft ingediend; en

– die in de periode van 14 januari 2003 tot en met 17 maart 2005 een verzoek in de vorm van een zogenaamde ‘14-1-brief’ heeft gestuurd aan de Minister, op welk verzoek nog niet een in rechte onaantastbaar geworden beslissing is genomen.

Als '14-1-brief' wordt in dit verband aangemerkt een schriftelijk verzoek, dat voldoet aan alle volgende drie kenmerken:

– het verzoek is ingediend rechtstreeks bij de Minister (dan wel de IND);

– het verzoek is niet ingediend met het in het VV voorgeschreven formulier; en

– het verzoek moet worden aangemerkt als een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel als bedoeld in artikel 28 Vw.

B

Paragraaf C10/2.1 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

Indien een vreemdeling tegenover de vreemdelingenpolitie te kennen geeft een asielaanvraag in te willen dienen, wordt hij voor de eerste aanmelding verwezen naar AC Ter Apel. Indien de vreemdeling stelt minderjarig te zijn en hij, naar het zich laat aanzien, niet begeleid wordt door een ouder of wettelijk vertegenwoordiger, wordt hij voor aanmelding doorverwezen naar AC Schiphol.

Aan de vreemdeling wordt een vervoerbewijs verstrekt. De vreemdelingenpolitie kan hiervoor trein- en buskaartjes verkrijgen bij de IND, AC Ter Apel of AC Schiphol (voorzover het vreemdelingen betreft die voor het indienen van de asielaanvraag naar AC Schiphol worden verwezen).

In die gevallen waarin de vreemdelingenpolitie de vreemdeling doorverwijst naar het AC Ter Apel vermeldt de vreemdelingenpolitie daarbij dat het AC Ter Apel in het weekend en op feestdagen gesloten is.

Indien de vreemdeling wordt aangetroffen door de KMar in het kader van het MTV, of door de vreemdelingenpolitie in het kader van het vreemdelingentoezicht, en de vreemdeling aangeeft asiel te willen aanvragen, verkrijgt de KMar de vervoersbewijzen via een lokale vreemdelingendienst.

Indien de vreemdeling naar aanleiding van het aantreffen de vrijheid is ontnomen op grond van artikel 58 of 59 Vw, is C11/2 van toepassing.

Indien een vreemdeling zich conform bovenstaande verdeling bij de vreemdelingenpolitie in een AC aanmeldt voor het indienen van een asielaanvraag, wordt hij op grond van artikel 55, tweede lid, Vw onderzocht op de aanwezigheid van documenten aan kleding en lichaam. Tevens wordt zijn bagage hierop onderzocht. De documentfouillering doet de aanmeldprocedure niet aanvangen. Daarnaast wordt gecontroleerd of de asielzoeker voorkomt in het opsporingsregister of in het (N)SIS en worden de handelingen uitgevoerd, genoemd in artikel 3.109 Vb. Voornoemde handelingen doen de AC-procedure evenmin aanvangen, want zij zien niet op de behandeling van de asielaanvraag, maar worden gedaan vanuit beheersmatige redenen.

Vervolgens maakt de vreemdelingenpolitie een afspraak, verstrekt de vreemdeling hiervan een schriftelijke bevestiging, alsmede de brochure bedoeld in artikel 3.43a VV, en verwijst de vreemdeling zonodig naar een tijdelijke noodvoorziening.

Indien de vreemdeling niet conform de afspraak verschijnt, zal hij zich opnieuw moeten melden bij de vreemdelingenpolitie van het AC.

Indien de asielzoeker tijdens de procedure aangeeft een andere taal te spreken dan wel een andere leeftijd te hebben dan hij tijdens het maken van de afspraak bij de vreemdelingenpolitie op het AC opgaf, kan dit inhouden dat een nieuwe afspraak moet worden gemaakt.

Feitelijke opname in - en daarmee de start van - de asielprocedure vindt alleen plaats na afspraak. Spontane melding bij de vreemdelingenpolitie van het AC doet dus niet de 48-uursprocedure aanvangen.

C

Paragraaf C10/2.2 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

Asielzoekers die vallen onder één van de categorieën zoals hieronder beschreven, zullen bij aanmelding niet door de vreemdelingenpolitie worden doorgezonden naar een tijdelijke noodvoorziening, maar direct in één van de AC’s in de procedure worden opgenomen.

Kinderen jonger dan zes maanden en hun ouders

Op grond van de ruimer aanwezige zorgmogelijkheden in een AC ten opzichte van die in een tijdelijke noodvoorziening, zoals het verkrijgen van de juiste voeding, consultaties, et cetera, zullen (ouders met) kinderen die jonger zijn dan zes maanden als spoedgeval worden aangemerkt. Zij dienen direct in één van de AC’s in de procedure te worden opgenomen en mogen derhalve niet worden doorgezonden naar een tijdelijke noodvoorziening.

Hoogzwangeren van 34 weken of langer

Vrouwen die 34 weken of langer zwanger zijn (bevestigd door een verpleegkundige) zullen als spoedgeval worden aangemerkt. Zij dienen direct in één van de AC’s in de procedure te worden opgenomen en mogen derhalve niet worden doorgezonden naar een tijdelijke noodvoorziening.

D

Paragraaf C10/2.3 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

Asielzoekers die vallen onder één van de categorieën zoals hieronder beschreven zullen bij aanmelding in beginsel niet door de vreemdelingenpolitie worden doorgezonden naar een tijdelijke noodvoorziening, maar direct in één van de AC’s in de procedure te worden opgenomen.

Amv’s

Met Amv’s die zich melden bij een AC in het land en ten aanzien van wie geen twijfel bestaat aan de opgegeven leeftijd, wordt in principe een afspraak gemaakt voor indiening van een asielaanvraag.

Deze categorie vreemdelingen wordt bij voorkeur niet opgevangen in een tijdelijke noodvoorziening. Echter, indien opvang elders (bijvoorbeeld door de voogdij-instelling) niet mogelijk is en het proces in het AC niet toelaat dat de vreemdeling direct zijn asielaanvraag indient (bijvoorbeeld vanwege de hoge instroom of gebrek aan tolken), kan de jongere in afwachting van de indiening van de asielaanvraag verblijven in een tijdelijke noodvoorziening. Indien de vreemdeling opgeeft jonger te zijn dan vijftien jaar, wordt hij in dat geval geplaatst in een voor deze categorie toegeruste tijdelijke noodvoorziening.

Ten aanzien van de duur van het verblijf in de tijdelijke noodvoorziening geldt dat de jongsten voorrang krijgen bij het maken van een afspraak voor het indienen van een asielaanvraag.

Medische noodsituatie

In die gevallen waarbij sprake is van een (door een arts vastgestelde) medische noodsituatie wordt de betrokken asielzoeker in beginsel direct in één van de AC’s in de procedure opgenomen. Onder een medische noodsituatie wordt een situatie verstaan waarbij betrokkene aan een stoornis lijdt, waarvan op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten vaststaat dat het achterwege blijven van behandeling op korte termijn zal leiden tot overlijden, invaliditeit of een andere vorm van ernstige geestelijke en/of lichamelijke schade. Directe opname in de AC-procedure van asielzoekers die vallen onder deze categorie dient echter van geval tot geval te worden bekeken en beoordeeld, waarbij de medische situatie van betrokkene en de mogelijkheden en belangen van het AC om de betrokkene op dat moment in de AC-procedure op te nemen, worden betrokken.

Overige gevallen

In overige gevallen waarbij (door een arts) geconstateerd wordt dat verblijf in een tijdelijke noodvoorziening ongewenst is, wordt de betrokken asielzoeker in beginsel direct in één van de AC’s in de procedure opgenomen. Hierbij valt te denken aan gevallen waarbij de asielzoeker niet hanteerbaar is in de tijdelijke noodvoorziening (bijvoorbeeld indien de asielzoeker een niet-hanteerbaar verslavingsprobleem of een niet-hanteerbaar psychiatrisch probleem heeft) dan wel (door de hoge leeftijd) zelfredzaamheidproblemen heeft. Directe opname in de AC-procedure van asielzoekers die vallen onder deze categorie dient echter van geval tot geval te worden bekeken en beoordeeld, waarbij de medische situatie van betrokkene, de hiermee gepaard gaande belangen van de tijdelijke noodvoorziening en de mogelijkheden en belangen van het AC om de betrokkene op dat moment in de AC-procedure op te nemen, worden betrokken. Directe opname van deze asielzoekers in de AC-procedure dient in beginsel niet te leiden tot doorplaatsing van de betrokken asielzoeker naar een opvanglocatie vanwege logistieke aspecten, bijvoorbeeld door een gebrek aan tolken dan wel een capaciteitsgebrek bij de IND of bij rechtsbijstand. Wanneer het proces op het AC dit niet toelaat is het mogelijk dat asielzoekers die vallen onder deze categorie voor een korte termijn naar een tijdelijke noodvoorziening worden verwezen. Bij het maken van een afspraak voor het indienen van een asielaanvraag krijgt deze categorie asielzoekers in beginsel voorrang.

E

Paragraaf C11/2.2 Vreemdelingencirculaire komt te luiden:

Ingevolge artikel 4 Verordening 2725/2000 worden door de vreemdelingenpolitie/KMar de vingerafdrukken van alle vreemdelingen van veertien jaar en ouder in Eurodac opgeslagen. Hiertoe dient, na het afrollen van de vingers op een vingerafdrukkenformulier, het formulier te worden ingelezen in categorie 1 van Eurodac. Categorie 1 is uitsluitend beschikbaar bij de AC’s en bij de unit Dublin van de IND. Het vingerafdrukkenformulier moet door de vreemdelingenpolitie/KMar aan de IND worden verzonden, onder vermelding van het Vreemdelingennummer. Indien het dossier niet naar een AC wordt verstuurd, dient het vingerafdrukkenformulier naar de unit Dublin van de IND te worden gezonden onder vermelding van ‘registratie in categorie 1 in de Europese vingerafdrukkencollectie vanwege asiel in bewaring’.

Het kan voorkomen dat al in het kader van de terugkeer van betrokkene een raadpleegactie in Eurodac is uitgevoerd in categorie 3 en dat daaruit is gebleken dat betrokkene al in een ander land asiel heeft aangevraagd. Dit ontslaat de vreemdelingenpolitie/KMar niet van de verplichting de vingerafdrukken van betrokkene in Eurodac op te slaan in categorie 1. Eurodac zal in het kader van de asielregistratie een nieuwe vergelijking uitvoeren. Indien de vingerafdrukken al voorkomen in het bestand, zal nu in het kader van de verantwoordelijkheid voor de asielaanvraag een nieuwe hitmelding volgen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 7 januari 2008.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 januari 2008.
De Staatssecretaris van Justitie,
namens deze:
de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.

Toelichting

Algemeen

In de bedrijfsvoering van de IND is het wenselijk gebleken om de IND-locatie te Zevenaar opnieuw aan te merken als AC. Dit vloeit enerzijds voort uit het feit dat is gebleken dat de behandeling van alle asielzoekers in Nederland door één AC in het land het asielproces kwetsbaar maakt. Bij grotere stijgingen van het aantal asielaanvragen kan dit tot een te grote belasting van de tijdelijke noodvoorzieningen leiden.

Anderzijds bestaat het voornemen om de AC-procedure op dezelfde locaties onder te brengen als de vervolgprocedure, met het oog op de te behalen logistieke voordelen en de positieve uitwerking die deze voordelen zullen hebben op het halen van de wettelijke termijnen.

Met het met ingang van 7 januari 2008 gewijzigde artikel 3.42, eerste lid, VV is het mogelijk een asielaanvraag in te dienen in AC Zevenaar. In dit wijzigingsbesluit zijn de beleidsregels opgenomen naar aanleiding van deze wijziging.

De Staatssecretaris van Justitie

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser

Naar boven