Regeling aanwijzing en toelage bedrijfshulpverlening Verkeer en Waterstaat 2007

21 december 2007

Nr. FMC/2007-2415

Hoofddirectie financiën, management en control

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 58a, tweede en derde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Minister: Minister van Verkeer en Waterstaat

b. Ministerie: Ministerie van Verkeer en Waterstaat

c. bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal en diensthoofden Verkeer en Waterstaat 2001 en de daarvan afgeleide besluiten mandaat, volmacht en machtiging die van kracht zijn binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

d. bedrijfshulpverlener: een ambtenaar van het Ministerie die door het bevoegd gezag is aangewezen als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet.

e. basis: bedrijfshulpverlener die alleen basistaken zoals ontruimen verricht.

f. EHBO’er: bedrijfshulpverlener die zich bij een erkende opleidingsinstelling heeft bekwaamd in het verlenen van eerste hulp.

g. brandwacht: bedrijfshulpverlener die zich bij een erkende opleidingsinstelling heeft bekwaamd in het dragen van adembeschermingsapparatuur.

Artikel 2

Aanwijzing als bedrijfshulpverlener

1. Een aanwijzing als bedrijfshulpverlener geschiedt voor onbepaalde tijd schriftelijk door het bevoegd gezag van de dienst waar de bedrijfshulpverlener werkzaam is.

2. In de aanwijzing wordt in ieder geval vermeld:

a. de persoonlijke gegevens van de bedrijfshulpverlener: naam, voorletters, adres, woonplaats en personeelsnummer;

b. de bedrijfshulpverlenings-locatie waar de bedrijfshulpverlener werkzaam is;

c. de datum met ingang waarvan hij wordt aangewezen voor de taak bij de bhv-organisatie;

d. de functie die de bedrijfshulpverlener gaat vervullen.

e. indien de bedrijfshulpverlener niet meer voldoet aan de voor de functie gestelde eisen of medische bezwaren bestaan tegen de uitoefening van de functie;

3. Intrekking dan wel wijziging van het besluit tot aanwijzing als bedrijfshulpverlener door het bevoegd gezag vindt plaats:

a. op schriftelijk verzoek van de bedrijfshulpverlener;

b. indien de bedrijfshulpverlener niet meer voldoet aan de voor de functie gestelde eisen of medische bezwaren bestaan tegen de uitoefening van de functie;

c. bij langdurige afwezigheid, schorsing of ontslag als medewerker van het Ministerie;

d. bij overplaatsing naar een andere bedrijfshulpverleningslocatie;

e. indien de brandwacht de 55 jarige leeftijd bereikt, tenzij deze daarna een andere bedrijfshulpverleningfunctie blijft vervullen;

f. indien een aanpassing van de bedrijfshulpverleningslocatie daartoe aanleiding geeft.

Artikel 3

De toelage

1. De ambtenaar die door het bevoegd gezag is aangewezen om naast zijn reguliere werkzaamheden tevens werkzaam te zijn als bedrijfshulpverlener als bedoelt in de Arbeidsomstandighedenwet, ontvangt jaarlijks een toelage van de Minister, indien hij de taken in verband met bedrijfshulpverlening in voldoende omvang en op voldoende niveau verricht, dit ter beoordeling van het bevoegd gezag.

2. De toelage wordt per jaar of, indien de aanwijzing slechts op een deel van het jaar betrekking heeft, naar rato van het aantal maanden dat de aanwijzing geldt, betaald.

3. De toelage bedraagt per jaar voor:

a. de basis bedrijfshulpverlener € 205,–;

b. de bedrijfshulpverlener met EHBO of brandwacht, de toelage vermeldt onder a plus een toelage van € 120,–;

c. voor de bedrijfshulpverlener met EHBO en brandwacht de toelage vermeldt onder a plus een toelage van € 240,–;

4. De bedrijfshulpverlener die door bevoegd gezag is aangewezen om leidinggevende taken met betrekking tot de bedrijfshulpverlening uit te oefenen ontvangt een toelage van € 120,–, onverminderd derde lid.

5. De aangewezen ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, ontvangen vijf jaar na aanwijzing een jubileumtoelage en vervolgend elke vijf jaar daarna zolang de aanwijzing duurt. Na 5 jaar en na 10 jaar bedraagt de jubileumtoelage € 263,–. Na 15 jaar en iedere 5 jaren daarna bedraagt de jubileumtoelage € 382,–.

6. Taken in het kader van de bedrijfshulpverlening die in opdracht van het bevoegd gezag als meerwerk worden verricht, dus buiten de voor de betreffende bedrijfshulpverlener vastgestelde werktijd, worden vergoed conform de bhv-uurvergoeding van € 12,47 per uur.

7. Alle bedragen zijn bruto bedragen.

Artikel 4

Intrekking

De Regeling bedrijfshulpverlening Verkeer en Waterstaat, 1998/3438, vervalt.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van deze regeling en werkt terug tot en met 1 januari 2007.

Artikel 6

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing en toelage bedrijfshulpverlening Verkeer en Waterstaat 2007.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
namens deze:
de Secretaris-Generaal, W.J. Kuijken.

Toelichting

Algemeen

Op grond van artikel 58a van het algemeen rijksambtenarenreglement (ARAR) heeft de ambtenaar die is aangewezen als bedrijfshulpverlener recht op een toelage. Tevens maakt de Minister van Verkeer en Waterstaat, op grond van hetzelfde artikel, een regeling waarin de criteria voor toekenning van deze toelage voor de bedrijfshulpverlener is geregeld.

Artikel 58a ARAR:

1. De ambtenaar die door het bevoegd gezag is aangewezen als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet en die naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfsvoeringstaken naar behoren heeft uitgevoerd, ontvangt een toelage.

2. De toelage wordt bepaald door Onze Minister vast te stellen regels en bedraagt tenminste € 195,35 per jaar.

3. De vast te stellen regels bevatten in ieder geval de criteria die gehanteerd worden bij de toekenning van een bedrijfshulpverleningstoelage.

4. (...)

Verkeer en Waterstaat had dit geregeld in de Regeling bedrijfshulpverlening Verkeer en Waterstaat, DPO 1998/3438. Deze regeling voldeed echter niet meer aan de eisen van de huidige arbeidsomstandighedenwetgeving en de eisen die de VenW-organisatie stelt aan de bedrijfshulpverlening.

Van de vrijwilligers die in een bhv-organisatie actief zijn wordt een grote inzet en vaardigheid verlangd. Het is belangrijk dat iedere bedrijfshulpverlener bij VenW op gelijke wijze wordt behandeld.

Risico-inventarisatie en -evaluatie

De Arbeidsomstandighedenwet verplicht de werkgever de bedrijfshulpverlening zodanig te organiseren, dat er sprake is van hulpverlening overeenkomstig de risico’s die uit een risico-inventarisatie en -evaluatie blijken. Het is de bedoeling dat de bedrijfshulpverlening functioneert als voorpost van professionele externe hulpverleningsorganisaties zoals de brandweer.

Intern noodplan

Op basis van de risico-inventarisatie en –evaluatie moet de dienst een intern noodplan opstellen. Daarin moeten de voorwaarden voor een kwalitatief en kwantitatief adequate bedrijfshulpverlening vastgelegd worden. De eisen waaraan een intern noodplan tenminste moet voldoen staan genoemd in bijlage II behorende bij artikel 2.0c van de Arbeidsomstandighedenregeling. Dit is weer gebaseerd op de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 4.7 en artikel 2.5c van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

De regeling

Verkeer en Waterstaat heeft er voor gekozen niet meer te regelen dan wettelijk wordt voorgeschreven. Hieruit volgt dat de opleidingseisen niet expliciet worden vastgelegd in deze regeling. Immers de specifieke eisen kunnen per vestiging of object verschillen. Deze specifieke eisen moeten blijken uit het interne noodplan. De regeling geeft nu de ruimte aan de verschillende vestigingen en objecten van Verkeer en Waterstaat om de bedrijfshulpverlening op zodanige manier in te richten dat deze past bij de risico-inventarisatie en -⁠evaluatie en het interne noodplan.

Er kunnen echter niet meer toelagen verstrekt worden dan vermeldt in deze regeling.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit artikel staan de definities van de gebruikte terminologie.

Artikel 2 Aanwijzing als bedrijfshulpverlener

De medewerker wordt door het bevoegd gezag aangewezen als bedrijfshulpverlener. Dit wordt formeel gedaan om duidelijkheid te geven over de positie van de medewerker van het Ministerie die met bedrijfshulpverleningstaken wordt belast. Op basis van deze aanwijzing kan een medewerker in aanmerking komen voor de basisbhv-toelage en eventuele taaktoelagen.

De bedrijfshulpverlener is een ambtenaar die werkzaam is bij het Ministerie. De bedrijfshulpverlener wordt voor onbepaalde tijd aangewezen. De aanwijzing geschiedt bij besluit door het bevoegd gezag van de dienst waar de bedrijfshulpverlener werkzaam is.

Artikel 3 De toelage en criteria voor toekenning

De bedrijfshulpverlener die zijn bedrijfshulpverleningstaken naar behoren heeft uitgevoerd heeft recht op een toelage.

De bedrijfshulpverlener moet de taken in verband met de bedrijfshulpverlening in voldoende omvang en op voldoende niveau verrichten. Verkeer en Waterstaat heeft er voor gekozen de criteria waaraan een bedrijfshulpverlener moet voldoen niet in detail te omschrijven. Immers de vereiste specificaties waaraan een bedrijfshulpverlener moet voldoen, moet blijken uit het interne noodplan en kunnen per gebouw/object verschillen. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld ook vuurtorenwachters, ambulante experts of droog object personeel onder de regeling vallen.

In ieder geval wordt verstaan onder het verrichten van taken op voldoende niveau en van voldoende omvang dat de bedrijfshulpverlener:

– beschikt over de vereiste certificaten zoals omschreven in het interne noodplan;

– in voldoende mate heeft deelgenomen aan de voor zijn bedrijfshulpverleningfunctie voorgeschreven cursussen en/of trainingen; en

– de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren heeft uitgevoerd.

Werktijd

De bhv-cursussen, -herhalingslessen en -oefeningen worden bij voorkeur zoveel mogelijk tijdens de normale bedrijfstijd gehouden. Dit om de bedrijfshulpverlener niet overmatig extra te belasten en om extra kosten wegens bedrijfshulpverleningsactiviteiten tot een minimum te beperken. Dit betekent dat de werklast van de bedrijfshulpverlener naar evenredigheid wordt verminderd, voor zover er sprake is van bhv-activiteiten binnen de voor de betreffende bedrijfshulpverlener vastgestelde werktijd.

Uitbetaling

De basistoelage wordt per jaar of naar rato van het aantal maanden dat de aanwijzing geldt betaald. Indien de aanwijzing wordt ingetrokken ingaande op een andere datum dan de eerste dag van de betreffende maand wordt het aantal maanden naar boven afgerond. Voor de basistoelage vindt, evenals bij de overige toelagen, geen vergoeding naar rato van het dienstverband plaats. Uitgangspunt hierbij is de indeling van deeltijders op de dagen dat zij beschikbaar zijn. De uitbetaling wordt aan het kalenderjaar gekoppeld en vindt plaats in februari volgend op het jaar waarin het recht op de toelage ontstaan is.

De hoogte van de toelagen

Omdat de bedragen sinds 2004 niet meer verhoogd zijn heeft het Ministerie besloten om de bedragen te verhogen.

Toelagen voor extra taken

De toelage, zoals genoemd in het derde en het vierde lid, geldt per taakomschrijving. Oefent en bedrijfshulpverlener meerdere taken uit dan krijgt de bedrijfshulpverlener net zoveel toelagen als hij taken uitoefent. De bedrijfshulpverlener kan naast de basistoelage maximaal dus drie taaktoelagen krijgen. De enige uitzondering hierop is voor de bedrijfshulpverlener die meerdere leidinggevende taken uitoefent. Uit de praktijk is gebleken dat het mogelijk en wenselijk is dat er verschillende leidinggevende taken naast elkaar kunnen worden uitgeoefend. Deze bedrijfshulpverleners kunnen twee keer de toelage krijgen voor leidinggeven en in totaal dus maximaal vier taaktoelagen krijgen.

Jubileumtoelage

Voor iedere vijf jaar dat een werknemer bedrijfshulpverlener is heeft hij recht op een jubileumtoelage. Deze toelage wordt uitbetaald in februari na afloop van ieder vijfde jaar.

Uurvergoeding

Ondanks het uitgangspunt, dat (herhaling)cursussen en trainingen in het kader van de bhv-activiteiten binnen de normale bedrijfstijd worden gehouden, kan het noodzakelijk zijn hiervan af te wijken. In dat geval kan aan de bedrijfshulpverlener bij wijze van een bijzondere overwerkvergoeding een uurvergoeding voor bhv-activiteiten buiten de voor de betreffende bedrijfshulpverlener vastgestelde werktijd worden verleend.

Artikel 4 Intrekking

Reeds bestaande regelgeving binnen dit Ministerie is hierbij ingetrokken.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de datum van ondertekening en werkt terug tot en met 1 januari 2007. Dit betekent dat de ambtenaar die in 2007 bedrijfshulpverlener is, over 2007 al in aanmerking komt voor de toelagen zoals ze vermeld staan in deze regeling.

Naar boven