De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie;
Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;
Besluit:
Artikel 1
1. In dit besluit wordt verstaan onder:
- a. CIE-regeling:
Regeling criminele inlichtingen eenheden;
- b. nationale criminele inlichtingen eenheid:
eenheid, genoemd in artikel 1, onderdeel b, van de CIE-regeling;
- c. informantgegevens:
gegevens omtrent een persoon, bedoeld in artikel 12, zevende lid, van de Wet politiegegevens;
- d. criminele inlichtingen:
gegevens, die in aanmerking komen voor verwerking op grond van artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens;
- e. CIE-officier van justitie:
de als zodanig aangewezen officier van justitie, verantwoordelijk voor de taakuitoefening van de criminele-inlichtingeneenheid
VROM-IOD;
- f. VROM-IOD:
inlichtingen- en opsporingsdienst van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
- g. verantwoordelijke:
minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
2. Namens de verantwoordelijke kunnen de in deze regeling voorgeschreven handelingen worden verricht door de Directeur van de
VROM-IOD, in het bijzonder die genoemd in de artikelen 5, tweede en derde lid, 7, eerste en tweede lid, 8, tweede lid, en
9.
Artikel 2
1. Bij de VROM-IOD is een criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD.
2. De criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD is belast met de informatievoorziening in het kader van de opsporing van misdrijven,
voor zover het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens.
3. Met het oog op de uitvoering van de taak, bedoeld in het tweede lid, worden criminele inlichtingen verwerkt overeenkomstig
het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde.
Artikel 3
1. De criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD verricht in ieder geval de volgende werkzaamheden:
a. het verzamelen en verifiëren van criminele inlichtingen;
b. het verwerken van criminele inlichtingen in een bestand, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet politiegegevens.
c. het bevorderen van het gericht inwinnen en aanvullen van criminele inlichtingen en andere gegevens die in het kader van de
strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde in aanmerking komen voor verwerking op grond van de Wet politiegegevens;
d. het analyseren van criminele inlichtingen en het aan de hand daarvan:
1°. signaleren van criminaliteitsontwikkelingen, voor zover het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel
a, van de Wet politiegegevens.
2°. periodiek verslag doen ten behoeve van criminaliteitsbeelden;
e. het ter beschikking stellen van criminele inlichtingen overeenkomstig artikel 10, vijfde lid, van de Wet politiegegevens;
f. het verwerken van gegevens over informanten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet politiegegevens, onder gelijktijdige
codetoekenning.
2. Ten behoeve van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, maakt de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD gebruik van
de door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen geautomatiseerde verwijsindex.
3. De uitvoering van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, met medewerking van personen als omschreven in
artikel 1, onderdeel c, wordt binnen de VROM-IOD uitsluitend verricht door de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD.
Artikel 4
De criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD streeft naar een zo doelmatig mogelijke samenwerking met de overige criminele inlichtingen
eenheden.
Artikel 5
1. De criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD verstrekt criminele inlichtingen indien dit van belang kan zijn voor de opsporing
van misdrijven, voor zover het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens.
Daartoe wordt gebruik gemaakt van het modelformulier dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.
2. Van de overeenkomstig artikel 46, tweede lid, van de Wet politiegegevens aangewezen ambtenaren van de criminele-inlichtingeneenheid
VROM-IOD worden door de verantwoordelijke twee ambtenaren voorgedragen met het oog op de autorisatie, bedoeld in artikel 2:5,
eerste lid, van het Besluit politiegegevens, ten aanzien van het bestand met criminele inlichtingen bij de overige criminele
inlichtingeneenheden.
3. De verantwoordelijke draagt ervoor zorg dat aan de op grond van artikel 6, tweede lid, van de CIE-regeling bekend gemaakte
ambtenaren van elke criminele-inlichtingeneenheid alsmede de twee geautoriseerde ambtenaren van de criminele inlichtingen
eenheden bij de bijzondere opsporingsdiensten overeenkomstig het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde autorisatie
wordt verleend.
Artikel 6
1. De criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD stelt de nationale criminele inlichtingen eenheid in kennis van:
a. criminele inlichtingen die van nationale of internationale betekenis zijn;
b. personalia of bedrijfsgegevens van overeenkomstig artikel 10, tweede lid, onderdelen a en b, van de Wet politiegegevens geregistreerde
personen;
c. de informantgegevens door middel van het Informanten Codering Systeem;
d. overige informatie die van belang kan zijn voor de landelijke en internationale coördinatie en ondersteuning door de nationale
criminele inlichtingen eenheid.
2. Ter uitvoering van het eerste lid, onderdeel b, en met het oog op de verstrekking van de gegevens als opgenomen in bijlage
II van dit besluit maakt de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD gebruik van de door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen geautomatiseerde verwijsindex.
Artikel 7
1. De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat de kennis en vaardigheden van de ambtenaren, die deel uitmaken van de criminele-inlichtingeneenheid
VROM-IOD, worden onderhouden op ten minste het niveau van de eisen, bedoeld in artikel 2:9 van het Besluit politiegegevens.
2. De verantwoordelijke bepaalt de termijn gedurende welke de ambtenaar die belast is met de werkzaamheden, bedoeld in artikel
3, eerste lid, onderdeel c, ononderbroken deel uitmaakt van de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD.
3. De termijn, bedoeld in het tweede lid, is ten hoogste vier jaar en kan tweemaal met ten hoogste twee jaar worden verlengd.
Artikel 8
1. De bij de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD in gebruik zijnde vertrekken zijn afsluitbaar en beveiligd. Tot deze vertrekken
hebben slechts toegang ambtenaren die deel uitmaken van de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD, personen die door deze
ambtenaren worden begeleid en de CIE-officier van justitie.
2. In afwijking van het eerste lid, tweede volzin, kan de verantwoordelijke aan anderen toegang zonder begeleiding toestaan,
indien het betreden van de vertrekken alleen kan plaatsvinden nadat identiteitsgegevens elektronisch zijn vastgelegd en de
toegang noodzakelijk is vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de ambtenaren en vertrekken van de criminele-inlichtingeneenheid
VROM-IOD.
3. Bij afwezigheid van ambtenaren van de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD zijn de vertrekken deugdelijk afgesloten.
Artikel 9
De verantwoordelijke draagt ervoor zorg dat de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging
van de bij de criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD gehouden criminele inlichtingen tegen verlies of aantasting van persoonsgegevens
en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan kunnen worden getroffen opdat het bij of krachtens de
Wet politiegegevens bepaalde kan worden nageleefd.
Artikel 10
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst
en werkt terug tot en met 1 januari 2008.
Artikel 11
Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit instelling criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD 2008.
Den Haag, 9 december 2008
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.M. Cramer.
Het Criminele inlichtingenrapport dient de volgende verplichte rubrieken te bevatten:
De volgende twee rubrieken (evaluatiecode informant en evaluatiecode informatie afkomstig van informanten) zijn voor de eigen
administratie van de CIE. Deze gegevens worden niet verstrekt buiten de CIE-structuur.
TOELICHTING
1. Algemeen
Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet politiegegevens (Wpolg) in werking getreden en de Wet politieregisters ingetrokken
(art. 49 Wpolg). Dientengevolge is het Besluit instelling criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD1 vervallen. Abusievelijk is toen niet (onmiddellijk) voorzien in een tijdige vervanging van deze regeling. Met dit besluit
wordt alsnog voorzien in de vervanging van het Besluit instelling criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD. De tekst van die
vervallen regeling verwees naar de toen relevante artikelen van de Wet politieregisters. In de nieuwe tekst zijn deze verwijzingen
geactualiseerd: thans wordt verwezen naar de Wet politiegegevens.
2. Actualisering artikelen
De verwerking van politiegegevens door de criminele-inlichtingeneenheden van de bijzondere opsporingsdiensten valt onder het
regime van de Wet politiegegevens. Op grond van die wet is de betrokken vakminister de verantwoordelijke voor de verwerking
van politiegegevens door de criminele inlichtingeneenheden (Kamerstukken II 2005/06, 30 327, nr. 3, blz. 65). Dit heeft aanleiding gegeven tot opneming van een ten opzichte van de vervallen regeling nieuw onderdeel g in
artikel 1. Namens de minister zal de Directeur van de VROM-IOD worden belast met de leiding over de criminele-inlichtingeneenheid.
De Wet politiegegevens bevat een definitie van de informant (artikel 12, zevende lid, Wpolg), dit heeft aanleiding gegeven
tot vervanging van de definitie, die was opgenomen in het Besluit instelling criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD (artikel
1, onderdeel d). Aan het oorspronkelijke artikel 3, eerste lid, is toegevoegd het verwerken van gegevens over informanten.
De criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD is ook belast met het verrichten van deze werkzaamheden. In de regeling voor de
politie en de Koninklijke marechaussee, de Regeling criminele inlichtingen eenheden, is dit geregeld in een afzonderlijk artikel
(5). Met de Wet politiegegevens is het begrip ‘registerbeheerder’of ‘beheerder’ vervangen door ‘de verantwoordelijke’. Dit
heeft aanleiding gegeven tot aanpassingen in de tekst van verschillende bepalingen van het oorspronkelijke besluit. Met de
wet is het begrip ‘voorlopig register’ komen te vervallen, dit heeft geleid tot een andere tekst dan de tekst, opgenomen in
artikel 3, eerste lid, onderdeel b, artikel 6, eerste lid, onderdeel a, en artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit
instelling criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD. Tenslotte is met de Wet politiegegevens de reglementsverplichting komen
te vervallen. Dit heeft aanleiding gegeven tot aanpassing van de tekst, opgenomen in artikel 3, eerste lid, onderdelen b en
e, van het Besluit instelling criminele-inlichtingeneenheid VROM-IOD.