Wijziging diverse regelingen met betrekking tot inburgering

Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 3 oktober 2008, nr. BJZ2008094511, tot wijziging van de Regeling persoonsvolgend budget voor inburgering in de opvang, de Regeling vrijwillige inburgering niet G-31 2007 en de Regeling inburgering (toevoeging taalkennisvoorziening, duale inburgeringsvoorziening en gedeeltelijke vrijstellingsgronden)

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

Gelet op de artikelen 48r en 48s van de Wet Justitie-subsidies, artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet en de artikelen 2.4, derde lid, en 3.11, vierde lid, van het Besluit inburgering;

Besluit:

Artikel I

De Regeling persoonsvolgend budget voor inburgering in de opvang wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f wordt ‘onderdeel i’ vervangen door: onderdeel k.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

n. taalkennisvoorziening: voorziening die is gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

B

In artikel 2 wordt ‘deel te nemen aan een inburgeringsprogramma en dit af te sluiten met het inburgeringsexamen of het staatsexamen’ vervangen door:

deel te nemen aan:

a. een inburgeringsprogramma en dit af te sluiten met het inburgeringsexamen of het staatsexamen, dan wel

b. een taalkennisvoorziening, mits de PVB-gerechtigde een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt of gaat volgen.

C

In artikel 3, tweede lid, en artikel 6 wordt na ‘inburgeringsprogramma’ ingevoegd: dan wel een taalkennisvoorziening.

D

Artikel 7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na ‘inburgeringsprogramma’ ingevoegd: , de taalkennisvoorziening.

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. indien van toepassing, het door de PVB-gerechtigde af te leggen of afgelegde inburgeringsexamen of staatsexamen.

E

In artikel 9, tweede lid, wordt na ‘inburgeringsprogramma’ ingevoegd: dan wel de taalkennisvoorziening,

F

In artikel 10, tweede lid, wordt na ‘staatsexamen’ ingevoegd: , dan wel de taalkennisvoorziening af te ronden.

Artikel II

De Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel t door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

u. duale inburgeringsvoorziening: inburgeringsvoorziening die met het oog op de actieve deelname van de inburgeraar aan de Nederlandse samenleving mede voorziet in activiteiten die in samenhang, en ten minste voor een deel gelijktijdig, met het verwerven van mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving worden uitgevoerd.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel u door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

v. taalkennisvoorziening: voorziening die is gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

B

In artikel 2, eerste lid, wordt ‘deel te laten nemen aan een inburgeringsvoorziening of een gecombineerde inburgeringsvoorziening en deze voorziening te laten afsluiten met het inburgeringsexamen of het staatsexamen’ vervangen door:

deel te laten nemen aan:

a. een inburgeringsvoorziening of een gecombineerde inburgeringsvoorziening en deze voorziening te laten afsluiten met het inburgeringsexamen of het staatsexamen, dan wel

b. een taalkennisvoorziening, mits de inburgeraar een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt of gaat volgen.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede tot en met vierde lid wordt vernummerd tot derde tot en met vijfde lid.

2. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid kan het college of bestuur aan een inburgeraar, niet zijnde geestelijke bedienaar, een taalkennisvoorziening aanbieden. Indien de inburgeraar daarom verzoekt, kan de taalkennisvoorziening worden aangeboden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget.

D

In artikel 4a, eerste lid, wordt ‘een inburgeringsvoorziening of een gecombineerde inburgeringsvoorziening’ vervangen door: een inburgeringsvoorziening, een gecombineerde inburgeringsvoorziening dan wel een taalkennisvoorziening.

E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘inburgeringsvoorziening, dan wel gecombineerde inburgeringsvoorziening’ vervangen door: inburgeringsvoorziening, gecombineerde inburgeringsvoorziening dan wel taalkennisvoorziening.

2. In de aanhef van het derde lid wordt ‘de inburgeringsvoorziening, dan wel de gecombineerde inburgeringsvoorziening’ vervangen door: de inburgeringsvoorziening, de gecombineerde inburgeringsvoorziening dan wel de taalkennisvoorziening.

3. Onderdeel a van het derde lid komt te luiden:

a. indien van toepassing, de termijn waarbinnen de inburgeraar moet hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen dan wel het staatsexamen;

F

Artikel 9, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. het aantal inburgeraars met wie in respectievelijk 2008 en 2009 een overeenkomst tot vaststelling van een duale inburgeringsvoorziening is gesloten.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. het aantal inburgeraars, niet zijnde geestelijke bedienaar, met wie in respectievelijk 2008 en 2009 een overeenkomst tot vaststelling van een taalkennisvoorziening is gesloten.

G

Artikel 10 vervalt.

H

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de formule wordt na ‘( N × O )’ ingevoegd: + ( R × S ).

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van letter Q door een puntkomma worden twee letters toegevoegd, luidende:

– met de letter R: het aantal inburgeraars met wie in respectievelijk 2008 en 2009 een overeenkomst tot vaststelling van een duale inburgeringsvoorziening is gesloten;

– met de letter S: de bijdragevergoeding ten aanzien van de vaststelling van een duale inburgeringsvoorziening, bedoeld in letter R.

2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de formule wordt na ‘( R × S )’ ingevoegd: + ( T × U ).

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van letter S door een puntkomma worden twee letters toegevoegd, luidende:

– met de letter T: het aantal inburgeraars, niet zijnde geestelijke bedienaar, met wie in respectievelijk 2008 en 2009 een overeenkomst tot vaststelling van een taalkennisvoorziening is gesloten;

– met de letter U: de bijdragevergoeding ten aanzien van de vaststelling van een taalkennisvoorziening, bedoeld in letter T.

Artikel III

De Regeling inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2.2b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Van de verplichting om mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal te verwerven en het betreffende deel van het inburgeringsexamen te behalen, is vrijgesteld de inburgeringsplichtige die beschikt over de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal:

a. Certificaat Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid (ERK-niveau B1);

b. Certificaat Profiel Professionele Taalvaardigheid (ERK-niveau B2);

c. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (ERK-niveau B2);

d. Certificaat Profiel Academische Taalvaardigheid (ERK-niveau C1).

B

In artikel 9.1, eerste lid, wordt ‘1 januari 2008’ vervangen door: 1 januari 2010.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat de artikelen II, onderdelen A, onder 1, F, onder 1, en H, onder 1 en III, onderdeel B terugwerken tot en met 1 januari 2008, en de artikelen I, onderdelen A, onder 2, en B tot en met F, en II, onderdelen A, onder 2, B tot en met E, F, onder 2, en H, onder 2, terugwerken tot en met 1 september 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 oktober 2008.
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, C.P. Vogelaar.

Toelichting

I

Algemeen

Onderhavige ministeriële regeling omvat een wijziging van de Regeling persoonsvolgend budget voor inburgering in de opvang, de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007 en de Regeling inburgering.

Thans is bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal een voorstel tot wijziging van de Wet inburgering aanhangig (Kamerstukken I, 2007/08, 31 318, nr. A). Dit wetsvoorstel voorziet onder meer in een bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders om ten behoeve van een inburgeringsplichtige, niet zijnde een geestelijke bedienaar, die een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 volgt of gaat volgen een taalkennisvoorziening aan te bieden of vast te stellen in plaats van een inburgeringsvoorziening. Met de onderhavige wijziging van de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007 en de Regeling persoonsvolgend budget voor inburgering in de opvang krijgen gemeenten, respectievelijk de IB-Groep, dezelfde bevoegdheid ten aanzien van vrijwillige inburgeraars, respectievelijk PVB-gerechtigden.

Daarnaast voorziet de wijziging van de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007 tevens in een stimulans voor gemeenten om meer duale inburgeringsvoorzieningen aan te bieden aan vrijwillige inburgeraars. Daartoe krijgen gemeenten een zogenoemde ‘participatiebonus’ van € 1000 per duale inburgeringsvoorziening.

Een duale inburgeringsvoorziening is een inburgeringsvoorziening die gecombineerd wordt met activiteiten gericht op het bevorderen van de actieve deelname van de vrijwillige inburgeraar aan de Nederlandse samenleving. Die activiteiten (hierna: de participatiecomponent) dienen in samenhang en ten minste voor een deel gelijktijdig met de onderdelen van de inburgeringsvoorziening gericht op taalverwerving en verwerving van kennis van de Nederlandse samenleving (hierna: de inburgeringscomponent) door de vrijwillige inburgeraar te worden uitgevoerd. Het heeft de voorkeur dat de vrijwillige inburgeraar gedurende de helft of meer van de looptijd van de inburgeringscomponent ook bezig is met de participatiecomponent. Het is dus de bedoeling dat de vrijwillige inburgeraar door de participatiecomponent wordt ondersteund bij het realiseren van zijn (toekomstige) deelname aan de Nederlandse samenleving. Bij een duale inburgeringsvoorziening is essentieel dat de inburgeringscomponent en de participatiecomponent in samenhang worden vormgegeven en uitgevoerd: de taalverwerving heeft betrekking op de participatiecomponent en de participatiecomponent heeft een expliciete rol in het stimuleren, ondersteunen en faciliteren van het taalverwervingsproces.

De participatiecomponent moet evenals een inburgeringsvoorziening zoveel mogelijk worden afgestemd op de persoonlijke situatie, doelen en capaciteiten van de vrijwillige inburgeraar. Met andere woorden: de participatiecomponent dient voor de vrijwillige inburgeraar passend en relevant te zijn.

Om de doelstelling dat in 2011 80% van de inburgeringsvoorzieningen een duaal karakter heeft te realiseren, stelt het Rijk vanaf 2008 extra middelen aan gemeenten beschikbaar in de vorm van de participatiebonus. De participatiebonus heeft het karakter van een voorschot. Deze (extra) middelen stellen gemeenten in staat om al in 2008 een aantal duale inburgeringsvoorzieningen vast te stellen. In 2008 is voor de participatiebonus een bedrag van totaal € 11 miljoen beschikbaar, voldoende om ongeveer 20% van het totale aantal door gemeenten in dat jaar aan te bieden inburgeringsvoorzieningen een duaal karakter te geven. Van het totaal beschikbare bedrag slaat ruim € 4,1 miljoen neer bij de niet-G31 gemeenten.

Op basis van het aantal door een gemeente vastgestelde duale inburgeringsvoorzieningen en de daarvoor beschikbare vergoeding wordt achteraf de definitieve participatiebonus bepaald.

Indien voor een vrijwillige inburgeraar een duale inburgeringsvoorziening is vastgesteld betekent dat niet dat pas aan het inburgeringexamen of het staatsexamen kan worden deelgenomen als de participatiecomponent is afgerond. Een participatiecomponent kan ook voortgezet worden na het succesvol afronden van de inburgeringsvoorziening. Aan de participatiecomponent is geen examen verbonden.

Voorts wordt in de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007 de bepaling met betrekking tot de prijsmonitor geschrapt.

Tot slot wordt in de Regeling inburgering een gedeeltelijke vrijstellingsgrond toegevoegd en wordt de periode verlengd gedurende welke het Consortium onder leiding van het bureau ICE de Examentraining voor examinatoren inburgering verzorgt.

II

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, B, C, D, E en F

In de definitiebepalingen van artikel 1 wordt de definitie van taalkennisvoorziening toegevoegd.

Artikel 2 regelt de grondslag voor het verlenen van een persoonsvolgend budget aan de PVB-gerechtigde. Hij kan hiermee deelnemen aan een inburgeringsprogramma en dit afsluiten met een examen dat past bij zijn opleidingsniveau, of aan een taalkennisvoorziening indien hij een mbo-opleiding, niveau 1 of 2, volgt of gaat volgen.

Omdat de PVB-gerechtigde afhankelijk van zijn persoonlijke situatie kan kiezen tussen de deelname aan een inburgeringsprogramma of aan een taalkennisvoorziening, is deze mogelijkheid in de artikelen 3, tweede lid, 6, 7, eerste lid, onderdeel a, 9, tweede lid, en 10, tweede lid, opgenomen. Het inburgeringsprogramma wordt afgerond met het inburgeringsexamen of het staatsexamen; de taalkennisvoorziening is ondersteunend aan een mbo-opleiding, niveau 1 of 2.

Artikel II

Onderdeel A

In de definitiebepalingen van artikel 1 worden de definities van duale inburgeringsvoorziening en taalkennisvoorziening toegevoegd.

Onderdeel B

Artikel 2 regelt dat de gemeente een financiële bijdrage kan ontvangen om inburgeraars te laten deelnemen aan een inburgeringsvoorziening of een gecombineerde voorziening en te laten afsluiten met het inburgeringsexamen of het staatsexamen. Aan dit artikel wordt toegevoegd dat deze bijdrage ook ingezet kan worden om inburgeraars, die een mbo-opleiding, niveau 1 of 2, volgen of gaan volgen, deel te laten nemen aan een taalkennisvoorziening.

Onderdeel C

Naast het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of een gecombineerde voorziening door de gemeente aan een inburgeraar, regelt het nieuwe tweede lid van artikel 4 dat dit aanbod tevens kan bestaan uit deelname aan een taalkennisvoorziening. Ook de taalkennisvoorziening kan worden aangeboden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget.

Onderdelen D en E

In de artikelen 4a, eerste lid, en 5, eerste lid, en de aanhef van het derde lid, wordt telkens de taalkennisvoorziening toegevoegd.

Onderdeel F

In artikel 9, eerste lid, wordt toegevoegd dat het college van burgemeester en wethouders naast de reeds genoemde gegevens ook het aantal inburgeraars verstrekt met wie in respectievelijk 2008 en 2009 een overeenkomst tot vaststelling van een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is gesloten.

Onderdeel G

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie heeft bij brief van 14 maart 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 31 143, nr. 11, pagina 4) de Tweede Kamer geïnformeerd over haar voornemen om de prijsmonitor als instrument te vervangen door een systeem van monitoring van de prijzen van inburgeringscursussen via evaluatie van de marktwerking en via benchmarking. Hiermee worden de uitvoeringslasten van gemeenten verlaagd. Vanaf 2008 worden gemeenten voor de prijsontwikkeling gecompenseerd door het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling. Met dit onderdeel is de prijsmonitor geschrapt.

Onderdeel H

Artikel 11 bepaalt dat de financiële bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van een formule. Aan deze formule worden een aantal letters toegevoegd. In de formule wordt ook opgenomen het aantal inburgeraars met wie in respectievelijk 2008 en 2009 een overeenkomst tot vaststelling van een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is gesloten en de bijdragevergoedingen ten aanzien van de vaststelling van een duale inburgeringsvoorziening en de vaststelling van een taalkennisvoorziening.

Artikel III

Onderdeel A

Het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT) is een Vlaams/Nederlandse organisatie die examens Nederlands ontwikkelt voor studenten buiten Vlaanderen en Nederland. De examens worden in het buitenland afgenomen. Het nieuwe artikel 2.2c regelt dat inburgeringsplichtigen die in het bezit zijn van een certificaat van de vier volgende examens gedeeltelijk zijn vrijgesteld van het inburgeringsexamen. Nl. voor het onderdeel mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal. Het betreft de volgende certificaten van het CnaVT: het Certificaat Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid (ERK-niveau B1), het Certificaat Profiel Professionele Taalvaardigheid (ERK-niveau B2) het Certificaat Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (ERK-niveau B2) en het Certificaat Profiel Academische Taalvaardigheid (ERK-niveau C1).

Onderdeel B

Door de aanhoudende vraag uit het veld is de periode gedurende welke examinatoren getraind worden door het Consortium onder leiding van het bureau ICE verlengd tot 1 januari 2010.

Artikel IV

De mogelijkheid voor het college van burgemeester en wethouders om een inburgeringsvoorziening gericht op een duale inburgeringsvoorziening vast te stellen voor inburgeringsplichtigen is geboden met ingang van 1 januari 2008. Om de bekostiging goed te laten verlopen werken deze wijzigingen die hierop betrekking hebben in het Besluit inburgering en het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid terug tot en met 1 januari 2008. Voor de vrijwillige inburgeraars is hierbij aangesloten. De bepalingen die betrekking hebben op de duale inburgeringsvoorziening voor vrijwillige inburgeraars werken daarom ook terug tot en met 1 januari 2008. De bepalingen die betrekking hebben op de taalkennisvoorziening werken terug tot en met 1 september 2008. Voor vrijwillige inburgeraars is hiervoor aangesloten bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet inburgering (Kamerstukken I, 2007/08, 31 318, nr. A) dat onder meer voorziet in een bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders om ten behoeve van een inburgeringsplichtige, niet zijnde een geestelijke bedienaar, die een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 volgt of gaat volgen een taalkennisvoorziening aan te bieden of vast te stellen in plaats van een inburgeringsvoorziening.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C.P. Vogelaar

Naar boven