Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stichting Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten | Staatscourant 2008, 195 pagina 15 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stichting Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten | Staatscourant 2008, 195 pagina 15 | Overig |
Regeling Programmering en Marketing Podia (Podiumregeling) van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+
3 oktober 2008
Het bestuur van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+,
Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifieke cultuurbeleid, met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. fonds: de Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, gevestigd te Den Haag;
b. commissie: de commissie die aan het fonds een advies uitbrengt als bedoeld de statuten van het fonds;
c. podium: een faciliteit bestemd voor de presentatie van podiumkunsten, of een organisatie/vereniging zonder winstoogmerk, niet zijnde een podiumkunstaanbieder of impresario, die met regelmaat openbaar toegankelijke voorstellingen op het gebied van podiumkunsten programmeert of doet programmeren;
Waar ‘podium’ staat kan ook ‘vereniging of koepelorganisatie van podia’ worden gelezen.
d. klein podium: een klein podium programmeert een minimaal aantal concerten of voorstellingen per jaar volgens de categorieën podia zoals beschreven in de toelichting op deze regeling en voldoet aan minimaal twee van de onderstaande bepalingen:
het podium heeft een maximale capaciteit (zit- of staanplaatsen) van 300 bezoekers;
de organisatie bestaat merendeels uit vrijwilligers, eventueel onder leiding van een staf met enkele betaalde krachten; het podium is een rechtspersoon waarvan statutair is vastgelegd dat het organiseren van culturele activiteiten tot de kerntaken behoort;
e. podiumkunstaanbieder: de producent van podiumkunst (theater- of dansgezelschap; muziekensemble; individuele musici, dj’s, acteurs, dansers, performers);
f. marketing: is de afstemming op de markt met behulp van instrumenten zoals product, promotie, prijs, plaats, personeel en partners.
Het doel van de subsidieregeling is om met subsidie podia in staat te stellen:
– veelzijdigheid tot stand te brengen in de programmering van podiumkunsten;
– in te zetten op het optimaal bereiken van (potentieel) publiek;
– de programmering af te stemmen op een landelijke spreiding.
Verplichtingen subsidieaanvragers
Een aanvrager voldoet aan de volgende verplichtingen:
– de aanvrager is in Nederland gevestigd;
– de aanvrager bezit rechtspersoonlijkheid.
Wie kunnen subsidie aanvragen?
1. Subsidie kan worden aangevraagd door:
– één podium namens enkele podia tezamen, of:
– één podium tezamen met enkele podiumkunstaanbieders, of:
– één podium namens enkele podia tezamen met één podiumkunstaanbieder, of:
– één podium namens enkele podia tezamen met enkele podiumkunstaanbieders
2. Samenwerking
De samenwerking die wordt verwoord in het gezamenlijk project beantwoordt tenminste aan twee van de volgende voorwaarden:
a. de programmeringsactiviteiten vinden plaats op alle (of het merendeel) van de podia van het samenwerkingsverband, of
b. de samenwerkingspartners dragen bij aan de programmering, de organisatie, de financiën van het project, of
c. de partners delen kennis en ervaring.
3. aanvragen van een klein podium
In afwijking van lid 1 kunnen kleine podia een aanvraag bij het fonds indienen onder de volgende voorwaarden:
a. één klein podium tezamen met één podiumkunstaanbieder, of:
b. één klein podium met een plan voor de programmering in een bepaald genre met verschillende podiumkunstaanbieders, en:
c. het aan te vragen bedrag per project bedraagt maximaal € 10.000 per seizoen/jaar.
Verplichtingen subsidieaanvraag
1. Een subsidieaanvraag voldoet aan de volgende verplichtingen:
a. de activiteiten worden in Nederland uitgevoerd in schouwburgen, multifunctionele centra, concertzalen, vlakke vloertheaters, op podia voor nieuwe en oude muziek, kamer-, jazz-, pop- en wereldmuziek;
b. de gesubsidieerde activiteiten hebben een in de tijd beperkt karakter (minimaal twee en maximaal drie jaar);
c. de activiteiten hebben betrekking op de presentatie van professioneel of semiprofessioneel podiumkunstaanbod;
d. de te programmeren voorstellingen en concerten zijn openbaar en in beginsel tegen betaling toegankelijk. Indien het betalen van een entree niet van toepassing is, wordt dit gemotiveerd in de projectbeschrijving.
2. Bij de aanvraag overlegt u bij een eerste subsidieverzoek aan het fonds:
a. een afschrift van de oprichtingsakte of statuten;
b. een afschrift, niet ouder dan twaalf maanden, waaruit de inschrijving van de aanvrager in het geldende openbaar register blijkt.
3. De overige partners in het samenwerkingsverband overleggen alleen op verzoek van het fonds:
a. een afschrift van de oprichtingsakte of statuten;
b. een afschrift, niet ouder dan twaalf maanden, waaruit de inschrijving van de aanvrager in het geldende openbaar register blijkt.
Verplichtingen subsidieaanvraag tweede termijn
1. Uitgangspunten bij aanvragen voor een tweede termijn zijn:
a. er is maximaal één vervolgtermijn van drie jaar mogelijk;
b. de subsidie wordt in de tweede termijn afgebouwd (tot nul na de subsidieperiode).
2. Naast deze uitgangspunten gelden in aanvulling op Artikel 5 van de Podiumregeling de volgende verplichtingen per subsidieaanvraag:
a. Een aanvraag voor een tweede termijn subsidie is mogelijk als er sprake is van een aantoonbare artistieke of marketingontwikkeling die:
– de moeite waard is om verder te ontwikkelen of een voorbeeldfunctie heeft, en
– meer tijd nodig heeft om het project kans van slagen te geven, en bij het wegvallen van de fondssubsidie een (te) groot risico loopt.
b. De aanvraag voor een tweede termijn gaat vergezeld van een analyse van de eerste termijn die cijfermatig is onderbouwd. Deze analyse schetst een duidelijk beeld van:
– de doelstellingen van de oorspronkelijke aanvraag;
– de succesfactoren van het project: in welke mate zijn de doelstellingen gehaald, welke niet en waarom wel/niet.
c. In de aanvraag voor een tweede termijn wordt een perspectief geschetst hoe de aanvrager het project na drie jaar zonder de fondssubsidie denkt voort te zetten.
De subsidiabele kosten zijn:
– de kosten (uitkoopsommen/partages) voor de risicovolle programmering;
– kosten voor de in te zetten marketinginstrumenten;
– kosten voor specifieke personele inzet ten behoeve van het project.
In het plan dient aannemelijk te zijn gemaakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de financiële steun verleend door het fonds, voldoende zijn om het project uit te voeren. Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven tevens financiële steun heeft aangevraagd bij één of meer andere bestuursorganen of particuliere fondsen of sponsors, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
In de begroting zijn de uitkoopsommen/partageregelingen vermeld. Podia dienen reële afspraken met podiumkunstaanbieders te maken over de te betalen uitkoopsommen. Uitgangspunt daarbij wordt gevormd door de in de sector gangbare salaris- en honorariumregelingen.
In de begroting wordt de verhouding tussen de eigen inkomsten (recettes en uitkoopsommen), sponsorgelden, bijdragen van particuliere fondsen, provinciale of lokale overheden en de uitvoeringskosten duidelijk beschreven.
Hoe wordt subsidie aangevraagd
Voor het indienen van aanvragen wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier ‘Podiumregeling’ van het fonds. Dit formulier kan worden gedownload van www.nfpk.nl of bij het fonds worden opgevraagd.
De aanvraag dient in tienvoud naar het fonds te worden gezonden onder vermelding ‘Aanvraag Podiumregeling’ op de envelop.
Subsidieaanvragen kunnen tot 10 oktober 2008 worden ingediend.
Aanvragen worden bij ontvangst getoetst op volledigheid. Aanvragers van wie het subsidieverzoek niet voldoet aan de artikelen 3 tot en met 8 worden in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen een termijn van twee weken aan te vullen. Aanvragen die dan nog niet volledig zijn worden niet in behandeling genomen.
Het fonds maakt gebruik van commissies die adviseren over de subsidieaanvragen.
Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen informatie verstrekt.
De commissies beoordelen de aanvragen aan de hand van de onderstaande toetsingscriteria. Acceptatie van de aanvraag is afhankelijk van de mate waarin het project beantwoordt aan deze criteria:
1. Programmering
De programmering levert een bijdrage aan de meerjarige artistieke ontwikkeling van het podium/de podia.
2. Marketing
De marketingstrategie bevordert een gevarieerder en/of groter publieksbereik.
3. Spreiding
De programmering levert een bijdrage aan de spreiding van de podiumkunsten in Nederland of de regio.
4. Bedrijfsvoering
De kwaliteit van de aanvrager op het gebied van productie, organisatie en financieel beheer.
Toetsingscriteria subsidieaanvraag tweede termijn
Voor aanvragen voor een tweede termijn gelden naast Artikel 10 van de Podiumregeling de volgende toetsingscriteria:
1. Ontwikkeling programmering en marketing:
a. er wordt voortgebouwd op de programmeringsontwikkeling uit de oorspronkelijke aanvraag;
b. er wordt voortgebouwd op de marketingontwikkeling of -ervaring uit de oorspronkelijke aanvraag;
c. er wordt ingezet op een uitbreiding van doelgroepen of nieuwe doelgroepen;
d. er is sprake van een wezenlijke uitbreiding van het circuit van podia waarop het project plaatsvindt;
e. er is binnen het project sprake van een meer evenwichtige landelijke spreiding van het podiumkunstenaanbod.
2. Financieel draagvlak:
a. provincie en gemeente zijn op de hoogte van het project en van de fondsfinanciering en geven financiële ondersteuning aan het project of gaan dit doen tijdens of na de subsidieperiode van het fonds;
b. er zijn nieuwe financiers;
c. de samenwerkingspartners dragen bij;
d. het project biedt perspectief om na de tweede termijn verder te kunnen zonder de fondssubsidie.
1. Het Fonds besluit na uiterlijk acht weken, gerekend vanaf de voor dat jaar vastgestelde uiterlijke indiendata, over de subsidieaanvraag met inachtneming van het advies van de commissie. Indien de beschikking tot subsidieverlening niet binnen acht weken kan worden gegeven, stelt het Fonds de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet gezien kan worden. Het advies wordt met de subsidiebeschikking meegezonden.
Wanneer het Fonds afwijkt van het advies van de commissie wordt dit besluit gemotiveerd.
2. De beschikking vermeldt de hoogte van de verleende subsidie en voor welke activiteiten en voor welke periode de subsidieverlening geldt. In de beschikking kunnen nadere voorwaarden worden vermeld.
Het subsidieplafond kan per kalenderjaar verschillen en wordt voor het betreffende jaar gepubliceerd in de Staatscourant en op www.nfpk.nl. Subsidie wordt slechts verleend voorzover de middelen van het Fonds toereikend zijn. Onder meer vanwege de beperkte hoeveelheid middelen kan het voorkomen dat het Fonds niet alle aanvragen kan honoreren of aanvragen met een positief advies niet voor het gevraagde bedrag kan honoreren. De wijze waarop het budget over de verschillende aanvragen wordt verdeeld ingeval van krapte, wordt tegelijk met de bekendmaking van het subsidieplafond bekend gemaakt.
Subsidieverplichtingen bij honorering
Indien uw aanvraag wordt gehonoreerd gelden de subsidieverplichtingen die deel uitmaken van de Podiumregeling. Deze zijn opgenomen in Bijlage 1 – Subsidieverplichtingen Podiumregeling.
Een aanvrager kan bezwaar maken tegen een beslissing van het Fonds. Op de bezwaarschriftenprocedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Indien een brief van het Fonds een beslissing bevat staan in de brief de rechtsmiddelen aangegeven.
Deze regeling zal met toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden gepubliceerd.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 november 2007.
Deze regeling wordt aangehaald als: Podiumregeling van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+.
‘De verscheidenheid van het aanbod in de podiumkunsten is een kwaliteit om te koesteren’ aldus de staatssecretaris van Cultuur in de Cultuurnota 2001–2004. Al deze optredens, voorstellingen en concerten zoeken hun weg naar een groot en gevarieerd publiek. Het fonds staat programmeurs, marketeers en anderen ten dienst bij hun ambities kwalitatief zo goed mogelijk te programmeren en de belangstelling van publiek voor hun programma te winnen.
Het fonds stelt zich ten doel om met subsidies podia in staat te stellen:
– veelzijdigheid tot stand te brengen in de programmering van podiumkunsten;
– in te zetten op het optimaal bereiken van (potentieel) publiek;
– de programmering af te stemmen op een landelijke spreiding.
Aanvragen voor een tweede termijn
Het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ verstrekt binnen de Podiumregeling stimuleringssubsidies van minimaal twee en maximaal drie jaar. Na een eerste subsidieperiode komt een aantal aanvragers terug met het verzoek om een tweede subsidietermijn voor hun project. In uitzonderlijke gevallen en onder een aantal strikte voorwaarden is een tweede subsidietermijn van drie jaar mogelijk.
Een organisatie die per jaar één concert of theatervoorstelling organiseert is naar het oordeel van het Fonds niet te beschouwen als een (klein) podium. Per sector kan onderscheid gemaakt worden over hoeveel programma’s nodig zijn om te kunnen spreken van een podium.
Op basis van adviezen van de genre-instituten heeft het fonds hiervoor richtlijnen per sector opgesteld. Het gaat om het minimaal te organiseren concerten of voorstellingen per jaar als voorwaarde om beschouwd te kunnen worden als podium en in aanmerking te kunnen komen voor subsidie.
Muziekpodia:
– Kamermuziek: een podium dient tenminste 4 concerten per jaar te organiseren;
– Jazz en geïmproviseerde muziek: een podium dient tenminste 6 concerten per jaar te organiseren;
– Hedendaagse muziek: een podium dient tenminste 6 concerten per jaar te organiseren.
– Popmuziek: een podium dient tenminste 25 concerten per jaar te organiseren.
Theaters:
– Vlakke Vloer Theaters: een podium dient tenminste 50 voorstellingen per jaar te organiseren.
– Kleine theaters: een podium dient tenminste 4 voorstellingen per jaar te organiseren.
Indien er categorieën podia zijn die hierboven niet staan vermeld, dan is de beoordeling van het minimaal aantal te organiseren programma’s aan het Fonds.
Artikel 5a. Verplichtingen Subsidieaanvraag tweede termijn
Projecten die in aanmerking komen voor een tweede subsidietermijn hebben bewezen succesvol te zijn, worden op professionele wijze geleid en hebben groeipotentie op het gebied van de programmering en/of marketing. Daarnaast geldt voor dergelijke projecten dat is gebleken dat een termijn van drie jaar te kort is om het project voldoende kans van slagen te geven. Stoppen met subsidiëring na de eerste termijn zou het project vroegtijdig afbreken.
Voordat een aanvraag voor een tweede termijn wordt ingediend, verdient het ten sterkste aanbeveling eerst contact met het fonds op te nemen. De stafmedewerker die het betreffende dossier beheert kan aan de hand van de evaluaties uit de eerste subsidietermijn en een persoonlijk gesprek bepalen of een project in aanmerking komt voor een tweede termijn.
De aanvrager doet een aanvraag voor een tweede termijn op het Aanvraagformulier Podiumregeling, zoals dat op de website van het fonds is te downloaden, en voegt daaraan toe een apart document waarin inzicht wordt gegeven in de mate waarin de aanvraag voldoet aan de ‘Verplichtingen subsidieaanvraag tweede termijn’ en ‘Toetsingscriteria subsidieaanvraag tweede termijn’.
Artikel 7. Subsidiabele kosten
Het Fonds ondersteunt risicovolle programmering. Het begrip risicovol is tweeledig: het betreft de inhoud en/of de financiële kant van de programmering.
Tot 10 oktober 2008 kunnen subsidieaanvragen worden ingediend op grond van deze regeling. Na 10 oktober 2008 kunnen subsidieaanvragen worden ingediend op grond van het Algemeen Reglement en de deelregeling van het fonds. Deze nieuwe regelingen vervangen per 1 januari 2009 de lopende subsidieregelingen van het fonds. Voor het overgangsrecht wordt verwezen naar de deelregeling.
Het bestuur van het Fonds laat zich bij zijn besluit over de subsidieaanvragen adviseren door adviescommissies. De commissies wegen bij de toepassing van de toetsingscriteria in hoeverre:
1. Programmering:
– de aanvrager een meerjarige programmeringsdoelstelling heeft geformuleerd;
– de programmering een kwalitatieve bijdrage levert aan die programmeringsdoelstelling;
– de gekozen programmering in de aanvraag zich verhoudt tot de huidige programmering;
– er sprake is van een vorm van gezamenlijke programmering.
2. Marketing:
– de aanvrager een meerjarige marketingdoelstelling heeft geformuleerd;
– de aanvrager een concrete invulling geeft aan die marketingdoelstelling;
– de marketingstrategie in directe relatie staat tot de programmeringsdoelstelling van het project;
– de gekozen marketingstrategie in de aanvraag zich verhoudt tot de huidige marketing;
– in het samenwerkingsverband sprake is van een vorm van gezamenlijke marketing.
3. Landelijke spreiding:
– de programmering een aanvulling is op de reeds aanwezige presentatie van podiumkunsten in de plaats, stad, regio, provincie of het land.
4. Bedrijfsvoering:
– de organisatie betrouwbaar is en een goed financieel controlesysteem hanteert;
– de begroting redelijk is in de verhouding kosten–baten, het gevraagde bedrag subsidie per bezoeker, de verhouding eigen inkomsten–uitgaven, de verhouding gevraagd subsidie en bijdragen andere subsidiënten en sponsors.
De marketingdoelstelling en -strategie maken onderdeel uit van een marketingplan.
Een dergelijk plan geeft inzicht in de organisatie, de omgevingsfactoren en de beoogde marktbewerking. Als leidraad voor het opzetten van een marketingplan dient het onderstaande. In een marketingplan is in ieder geval aandacht voor:
a. een interne analyse:
– deze bevat een korte historische schets en beschrijving van de organisatie(s) met een analyse van sterke en zwakke punten;
– wat is de positie van de aanvrager bij het algemeen publiek;
b. een programmeringsanalyse:
– deze bevat een beschrijving van de huidige programmering;
– de te realiseren programmering met het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
c. een publieksanalyse:
– deze bevat zowel een kwantitatieve als kwalitatieve beschrijving van het huidige publiek en de huidige doelgroepen en het te bereiken publiek en de doelgroepen in aansluiting op de marketingdoelstelling;
– geef hierbij ook duidelijk aan welke (groei)mogelijkheden er zijn;
d. de middelen:
– een beschrijving van de middelen die tot dusver zijn ingezet om de organisatie en programmering ‘in de markt’ te zetten, en een beschrijving van de (extra) middelen waarmee de doelstelling van het project bereikt dient te worden.
Artikel 10a. Toetsingscriteria subsidieaanvraag tweede termijn
De commissie brengt een advies uit over de aanvraag conform de reguliere toetsingscriteria van de Podiumregeling. Daarnaast vindt er een aanvullende toetsing plaats aan de hand van de Verplichtingen subsidieaanvraag tweede termijn en Toetsingscriteria subsidieaanvraag tweede termijn.
De aanvraag wordt in behandeling genomen in een van de zes reguliere subsidieronden van de Podiumregeling. De indientermijnen staan vermeld op de website.
Het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ is op 1 november 2007 ontstaan door een fusie van het Fonds voor de Podiumprogrammering en Marketing, het Fonds voor de Amateurkunst en Podiumkunsten en het Fonds voor de Scheppende Toonkunst. De regelingen van de gefuseerde fondsen worden tot de intrekking daarvan door het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten+ uitgevoerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2008-195-p15-SC87855.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.