Instelling Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling

Besluit van de Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie van 18 september 2008, nr. JZ/LJ-2838335, houdende instelling Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling

De Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Ministers: de Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie;

b. Stuurgroep: de stuurgroep genoemd in artikel 2;

c. Kindermishandeling: zoals is bepaald in artikel 1, sub m, van de Wet op de Jeugdzorg.

Artikel 2

Er is een stuurgroep aanpak kindermishandeling.

Artikel 3

1. De stuurgroep heeft tot taak:

a. het actief uitdragen van het maatschappelijke belang dat er meer werk gemaakt moet worden van de aanpak van kindermishandeling o.a. via het houden van speeches, publiceren van artikelen en optreden in de media;

b. het bewaken van de voortgang van het actieplan ‘Aanpak Kindermishandeling’;

c. op een actieve en stimulerende manier aandacht te vragen voor de RAAK-aanpak bij beroepsgroepen, lokale en provinciale bestuurders en deze groep te overtuigen van het grote belang om de RAAK-aanpak te implementeren;

d. beleidsvoorstellen over de aanpak van kindermishandeling te beoordelen en hierover zijn zienswijze te geven aan de ministers;

e. het bijdragen aan de bewustwording dat alle burgers medeverantwoordelijkheid dragen voor het welzijn van de kinderen in onze maatschappij;

f. het functioneren als ambassadeur zowel intern als extern betreffende de aanpak van kindermishandeling.

2. De stuurgroep maakt een jaarplan en legt dit ter goedkeuring aan de ministers voor.

3. De ministers kunnen de stuurgroep ten aanzien van de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, bijzondere aanwijzingen geven.

4. De stuurgroep kan op verzoek van de ministers of uit eigen beweging aanbevelingen doen over het plan van ‘Aanpak Kindermishandeling’.

Artikel 4

1. De niet-ambtelijke voorzitter en leden van de stuurgroep worden benoemd door de ministers voor de duur van drie jaar. Deze benoeming kan eenmaal verlengd worden voor een periode van drie jaar.

2. De ministers kunnen waarnemers aanwijzen, die het recht hebben vergaderingen van de stuurgroep bij te wonen.

3. Ter gelegenheid van de instelling van de stuurgroep worden als waarnemers aangewezen de directeur en de plaatsvervangend directeur van de directie Jeugdzorg van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin en de directeur van de directie Justitieel Jeugdbeleid van het Ministerie van Justitie.

4. De stuurgroep stelt zijn eigen werkwijze vast.

Artikel 5

De Minister voor Jeugd en Gezin voorziet in het secretariaat van de stuurgroep en verleent ondersteuning voor de communicatieactiviteiten van de stuurgroep.

Artikel 6

1. De stuurgroep stelt jaarlijks voor 31 december een verslag op van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar.

2. Na afloop van de werkzaamheden, uiterlijk 1 maart 2011, zendt de stuurgroep een eindverslag aan de ministers.

Artikel 7

1. De niet-ambtelijke leden van de stuurgroep ontvangen een vacatiegeld, gebaseerd op het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de Regeling maximumbedragen vacatiegeld 2004.

2. De leden van de stuurgroep hebben recht op vergoeding van de reiskosten die gemaakt worden voor het bijwonen van vergaderingen, overeenkomstig het Reisbesluit Binnenland.

Artikel 8

1.Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de stuurgroep geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de stuurgroep opgeborgen in het archief van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin.

2. De stuurgroep verstrekt desgevraagd aan de minister voor Jeugd en Gezin voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De ministers kunnen inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 25 februari 2008.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit stuurgroep aanpak kindermishandeling.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Jeugd en Gezin, A. Rouvoet.De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin.

Toelichting

Op 25 april 2007 zijn er twee onderzoeken verschenen die inzicht geven in de aard en omvang van kindermishandeling in Nederland. Een onderzoek is verricht door de Vrije Universiteit van Amsterdam en het andere onderzoek is verricht door de Universiteit Leiden. Door deze onderzoeken is voor het eerst een wetenschappelijk onderbouwde inschatting voorhanden die inzicht geeft in het aantal kinderen dat wordt mishandeld.

De resultaten van de onderzoeken zijn besproken tijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer. Tijdens dit spoeddebat heeft de minister voor Jeugd en Gezin aangegeven dat hij de zorgen van de Tweede Kamer deelt en voorts heeft hij toegezegd dat hij, mede namens de Minister van Justitie, met een uitgebreid plan van aanpak van kindermishandeling zal komen.

Begin juli (2007) hebben de ministers het actieplan Aanpak Kindermishandeling ‘Kinderen Veilig Thuis’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Belangrijk onderdeel van het plan van de ministers is de landelijke invoering van de RAAK-aanpak (Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) via de 35 centrumgemeenten die thans al verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de aanpak van huiselijk geweld. Begin 2008 is het raamwerk RAAK geactualiseerd. Andere elementen uit het plan zijn o.a. een publiekscampagne, verscherpt beleid m.b.t. de strafbaarstelling en opsporing van kindermishandeling en het gebruik van meldcodes.

De hoofddoelstelling van het actieplan Aanpak Kindermishandeling is uiteraard het terugdringen van het aantal gevallen van kindermishandeling. Dit wordt in het plan uitgewerkt in vier kerndoelen: voorkomen, signaleren, stoppen en beperken van schade.

De ambitie van de ministers is om het aantal gevallen van kindermishandeling terug te dringen. Dit zal worden aangepakt via de acties die zijn opgenomen in het actieplan Aanpak Kindermishandeling. Om dit te bewerkstelligen hebben de ministers een stuurgroep benoemd, met mensen afkomstig van gemeenten, provincies en de betrokken beroepsgroepen. De stuurgroep zal de bestrijding van kindermishandeling stimuleren door een actieve rol te gaan spelen bij het mobiliseren van het maatschappelijke besef dat er meer werk gemaakt moet worden van de aanpak van kindermishandeling. De stuurgroep gaat een actieve rol vervullen bij de realisatie van het plan van ‘Aanpak Kindermishandeling’ en ‘Kinderen Veilig Thuis’. Bijzondere aandacht zal worden gevraagd voor de landelijke invoering van de RAAK-aanpak.

DeMinister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

Naar boven