Besluit mandaat en machtiging bestuur Stichting EMR

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 27 september 2008, nr. WJZ/8142836, houdende regels inzake mandaat en machtiging aan het bestuur van de Stichting Euregio Maas-Rijn betreffende de uitvoering van de Regeling EFRO programmaperiode 2007–2013 (Besluit mandaat en machtiging bestuur Stichting EMR)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van het bestuur van de Stichting Euregio Maas-Rijn;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister: de Minister van Economische Zaken;

b. EMR: het bestuur van de Stichting Euregio Maas-Rijn.

Artikel 2

1. Aan EMR wordt mandaat en machtiging verleend om besluiten te nemen en handelingen te verrichten met betrekking tot subsidieverstrekking op grond van de Regeling EFRO doelstelling 3 programmaperiode 2007–2013, voor zover het subsidies betreft die verband houden met het Operationeel Programma voor Euregio Maas-Rijn.

2. EMR gaat niet over tot het verlenen van een subsidie voordat de Minister een schriftelijke verklaring heeft afgegeven omtrent de maximale hoogte van de subsidie.

Artikel 3

1. Aan EMR wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaarschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften.

2. Aan EMR wordt machtiging verleend voor het voeren van verweer in de gevallen waarin beroep is ingesteld tegen een beslissing op bezwaarschrift die EMR heeft genomen.

Artikel 4

In het geval de Minister een mededeling aan EMR doet dat een besluit als bedoeld in artikel 2 niet door EMR zal worden behandeld, wordt ten aanzien van die aangelegenheid mandaat en machtiging verleend aan de directeur-generaal van Ondernemen en Innovatie van het Ministerie van Economische Zaken.

Artikel 5

1. EMR kan voor de in artikelen 2 en 3 bedoelde aangelegenheden ondermandaat en machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

2. Het verlenen van ondermandaat alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken.

3. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat als bedoeld in het tweede lid wordt gezonden aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat is verleend.

Artikel 6

Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 13 juni 2008.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging bestuur Stichting EMR.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, ALP L/204, 2500 EC ’s-Gravenhage.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 september 2008.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A.van der Hoeven.

Toelichting

In dit besluit wordt aan het bestuur van de Stichting Euregio Maas-Rijn (hierna: EMR) mandaat en machtiging verleend om namens de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) subsidies te verstrekken op grond van de Regeling EFRO doelstelling 3 programmaperiode 2007–2013, voor zover het subsidies betreft, die verband houden met het Operationeel Programma voor Euregio Maas-Rijn. Met de uitvoering van de Regeling EFRO doelstelling 3 programmaperiode 2007–2013 door EMR wordt bewerkstelligd dat er één loket is voor een subsidieaanvrager die een project wil uitvoeren dat past binnen het Operationeel Programma voor de Euregio Maas-Rijn in het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. EMR is namelijk op grond van artikel 5 van het Besluit EFRO programmaperiode 2007–2013 tevens aangewezen als de managementautoriteit voor dit Operationeel Programma. EMR heeft al in voorgaande periodes ervaring opgedaan met de uitvoering van het Europese structuurfonds voor regionale ontwikkeling. EMR kan de krachtens dit besluit verkregen bevoegdheden ondermandateren aan de onder hem ressorterende functionarissen, waaronder de directeur van de Stichting EMR of de coördinator Interreg. In het besluit wordt tevens aan EMR mandaat en machtiging verleend om namens de Minister te beslissen op bezwaarschriften tegen voornoemde besluiten. Een mogelijke constructie is dat de primaire beschikkingen zullen worden ondertekend door een van de medewerkers van EMR en dat de beslissingen op bezwaarschriften zullen worden ondertekend door de directeur van EMR. Voorts wordt aan EMR machtiging verleend om namens de Minister beroepsprocedures te voeren in de gevallen waarin beroep wordt ingesteld tegen voornoemde besluiten. Het is denkbaar dat Stichting EMR zelf projecten zal uitvoeren in het kader van het hierboven genoemde Operationeel Programma. Indien de Stichting EMR als rechtspersoon aanspraak wil maken op cofinanciering door de Minister voor projecten die de Stichting EMR zelf uitvoert, zal op grond van artikel 4 de directeur-generaal van Ondernemen en Innovatie van het Ministerie van Economische Zaken of een aan hem ondergeschikte functionaris namens de Minister in het onderhavige besluit bedoelde subsidiebeschikkingen nemen. Mandaatverlening aan het bestuur van de Stichting EMR is in deze gevallen dan niet aan de orde.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A.van der Hoeven

Naar boven