Wijziging Regeling wijze van keuren APK

Regeling tot wijziging van de Regeling wijze van keuren APK in verband met frontbeschermingsinrichtingen

26 september 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/1241 sector AWW

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 76, derde lid, en 106, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

De Regeling wijze van keuren APK1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In bijlage I worden na artikel 5.2.48 en de bijbehorende wijze van keuren een keuringseis en een wijze van keuren ingevoegd, luidende: Artikel 5.2.50 Visuele controle.

B

In bijlage II worden na artikel 5.3.49 en de bijbehorende wijze van keuren een keuringseis en een wijze van keuren ingevoegd, luidende: Artikel 5.3.50 Visuele controle.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings.

Toelichting

Een frontbeschermingsinrichting (hierna: bullbar) kan bij een botsing een sterk verhoogde kans op ernstig letsel meebrengen voor kwetsbare verkeersdeelnemers. Nu er bullbars beschikbaar zijn die aan eisen van botsveiligheid voor kwetsbare verkeersdeelnemers voldoen en ten bewijze daarvan van een vastgesteld goedkeuringsmerk zijn voorzien, is het van belang dat hierop in het kader van de APK gehandhaafd wordt.

In de artikelen 5.2.50 en 5.3.50 van het Voertuigreglement is bepaald dat bullbars van personenauto’s en bedrijfsauto’s (met uitzondering van bussen) met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3500 kg, die na 24 mei 2008 in gebruik zijn genomen, moeten zijn goedgekeurd voor het voertuig waarop ze zijn aangebracht en moeten zijn voorzien van een EG-typegoedkeuringsmerk dat voldoet aan door de minister gestelde eisen. In artikel 2.9.31 van de Regeling permanente eisen is bepaald hoe dit EG-typegoedkeuringsmerk moet zijn vormgegeven en aangebracht. Artikel 2.9.32 van de Regeling permanente eisen bepaalt dat toetsing hierop plaatsvindt door middel van visuele controle. Deze wijzigingsregeling voegt deze keuringseisen met bijbehorende wijze van keuren toe aan respectievelijk de bijlagen I en II van de Regeling wijze van keuren APK.

Administratieve lasten

Als gevolg van afspraken tussen de auto-industrie en de Europese Commissie worden er al geruime tijd nauwelijks auto’s met bullbar op de markt gebracht. Naar verwachting zal in Nederland het aantal auto’s met bullbar de komende jaren geleidelijk afnemen, waarmee ook het aantal te keuren bullbars daalt. De verwachting is dat de administratieve lasten op de langere termijn dus beperkt zullen zijn.

Toevoeging van deze keuringseisen aan de APK heeft geen effecten voor de administratieve lasten voor burgers. Er zijn ook geen substantiële effecten voor de administratieve lasten voor bedrijven. Alleen personenauto’s en bedrijfsauto’s tot 3500 kg die in gebruik zijn genomen na 24 mei 2008 moeten zijn voorzien van een goedgekeurde bullbar. Nieuwe voertuigen hoeven pas na 3 of 4 jaar voor het eerst gekeurd te worden, de toename van de administratieve lasten is de eerste jaren dus nihil. Geschat wordt dat over tien jaar hoogstens 0,5% van het aantal dan rondrijdende personenauto’s en bedrijfsauto’s tot 3500 kg, ofwel in totaal circa 40.000 voertuigen, is voorzien van een bullbar. De toename van de administratieve lasten als gevolg van deze regeling komt dan, voor alle APK-keuringsbedrijven gezamenlijk, op circa € 75.000 per jaar (uitgaande van een keuring gemiddeld eens in de 2 jaar en gemiddeld 5 minuten per voertuig, bij een keuringstarief van € 45/uur).

Er is geen alternatieve manier om het doel van deze regeling te bereiken met minder administratieve lasten. De nuloptie, om bij de APK niet te laten controleren of auto’s van een goedgekeurde bullbar zijn voorzien, is uit het oogpunt van veiligheid ongewenst.

Deze regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Actal heeft deze regeling niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor bedrijven.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

  • 1

    Stcrt. 1994, 231; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 10 juli 2007 (Stcrt. 137).

Naar boven