Regeling houdende wijziging van enkele regelingen in verband met de ontkoppeling van de duplicaatcodes op het kentekenbewijs en op de kentekenplaat

2 september 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008-1003 sector AWW

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 36, achtste lid, 40, derde lid, 70a, derde lid, en 70b, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

De Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid vervalt.

2. Het vijfde tot en met zevende worden vernummerd tot vierde tot en met zesde lid.

3. Het vierde lid (nieuw) en vijfde lid (nieuw) komen te luiden:

4. Indien de RDW, op een door de RDW te bepalen wijze, meldt dat er geen kentekenplaten mogen worden afgegeven, geeft de erkenninghouder geen kentekenplaten van de modellen 18.2A tot en met 18.2C met een retroreflecterende gele achtergrond dan wel een retroreflecterende lichtblauwe achtergrond, 27.1A tot en met 27.2F, 27.10A tot en met 27.14, 27.30A tot en met 27.31C en 30.1A tot en met 30.6 voor het desbetreffende kenteken af.

5. Bij een eerste afgifte worden de kentekenplaten niet voorzien van een duplicaatcode.

B

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. In geval van vervanging van beschadigde kentekenplaten mogen kentekenplaten worden afgegeven met hetzelfde kenteken en, indien aanwezig, dezelfde duplicaatcode.

2. In het tweede lid wordt aan het einde van de zin de volgende zinsnede toegevoegd: en heeft geregistreerd overeenkomstig artikel 23, eerste lid.

3. Het vierde lid komt te luiden:

4. De erkenninghouder vernietigt de te vervangen kentekenplaten binnen één dag na in ontvangstneming.

C

Na artikel 22b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 22c

Vermissing van kentekenplaten

Bij vermissing van kentekenplaten van de modellen 27.1A tot en met 27.2F, 27.10A tot en met 27.10C, 27.30A tot en met 27.31C en 30.1A tot en met 30.4D, voorziet de erkenninghouder de nieuw af te geven kentekenplaten van een door de RDW op de door de RDW vastgestelde wijze aan de erkenninghouder gemelde duplicaatcode

D

Artikel 23, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. de reden voor afgifte:

1°. eerste afgifte;

2°. vervanging, of

3°. vermissing.

E

Artikel 23a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘artikelen 20, tweede, derde en zesde lid’ vervangen door: artikelen 20, tweede, derde en vijfde lid.

2. Het derde lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. de reden voor doorlevering:

1°. eerste afgifte;

2°. vervanging, of

3°. vermissing.

F

Artikel 23c, derde lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. de reden van afgifte:

1°. eerste afgifte;

2°. vervanging, of

3°. vermissing.

G

De bijlage vervalt.

Artikel II

De Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 20002 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 12, achtste lid, komt te luiden:

8. Kentekenplaten volgens de modellen:

a. 27.1A tot en met 27.2B, 27.2D tot en met 27.2F, 27.10A, 27.10B, en 27.30A tot en met 27.31B moeten met ingang van 1 februari 2003, indien het desbetreffende kentekenbewijs is voorzien van een duplicaatcode, zijn voorzien van dezelfde duplicaatcode, met uitzondering van kentekenplaten die zijn afgegeven na 21 september 2008, die moeten zijn voorzien van een door de Dienst Wegverkeer opgegeven duplicaatcode. Kentekenplaten die vóór 1 februari 2003 zijn afgegeven mogen zijn voorzien van bedoelde duplicaatcode. De duplicaatcode wordt in 23 mm (tolerantie 1 mm) hoge tekens aangegeven. De duplicaatcode bestaat uit één cijfer en dient te zijn aangebracht hetzij boven de eerste streep voor de duplicaten 1 tot en met 9, hetzij onder de eerste streep voor de duplicaten 10 tot en met 19 hetzij, indien geen eerste streep in het kenteken voorkomt, linksboven respectievelijk rechtsboven op de kentekenplaat;

b. 27.2C, 27.10C, 27.16C, 27.17C, en 27.31C moeten met ingang van 1 februari 2003, indien het desbetreffende kentekenbewijs is voorzien van een duplicaatcode, zijn voorzien van dezelfde duplicaatcode, met uitzondering van kentekenplaten die zijn afgegeven na 21 september 2008, die moeten zijn voorzien van een door de Dienst Wegverkeer opgegeven duplicaatcode. Kentekenplaten die vóór 1 februari 2003 zijn afgegeven mogen zijn voorzien van bedoelde duplicaatcode. De duplicaatcode wordt in 23 mm (tolerantie 1 mm) hoge tekens aangegeven. De duplicaatcode bestaat uit één cijfer en dient te zijn aangebracht linksboven respectievelijk rechtsboven op de kentekenplaat;

c. 30.1A tot en met 30.4D moeten, indien het desbetreffende kentekenbewijs is voorzien van een duplicaatcode, zijn voorzien van dezelfde duplicaatcode, met uitzondering van kentekenplaten die zijn afgegeven na 21 september 2008, die moeten zijn voorzien van een door de Dienst Wegverkeer opgegeven duplicaatcode. De duplicaatcode wordt in 23 mm (tolerantie 1 mm) hoge tekens aangegeven. De duplicaatcode wordt in 20 mm (tolerantie 1 mm) hoge tekens aangegeven. De duplicaatcode bestaat uit één cijfer voor de duplicaten 1 tot en met 9, dan wel uit twee cijfers voor de duplicaten 10 tot en met 19. De duplicaatcode dient bij de modellen 30.1A tot en met 30.1D, 30.3A tot en met 30.3D en 30.13 te zijn aangebracht midden tussen de tekens aan de linker voorzijde. De duplicaatcode dient bij de modellen 30.2A tot en met 30.2D, 30.4A tot en met 30.4D en 30.14 te zijn aangebracht naast de tekens aan de linker bovenzijde.

Artikel III

De bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Model 27.24A wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage I bij deze regeling.

2. Model 27.24B wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage II bij deze regeling.

3. Model 27.24C wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage III bij deze regeling.

4. Model 27.25A wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage IV bij deze regeling.

5. Model 27.25B wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage V bij deze regeling.

6. Model 27.25C wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage VI bij deze regeling.

7. Model 27.26A wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage VII bij deze regeling.

8. Model 27.26B wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage VIII bij deze regeling.

9. Model 27.26C wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage IX bij deze regeling.

10. Model 30.13 wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage X bij deze regeling.

11. Model 30.14 wordt vervangen door het model opgenomen in bijlage XI bij deze regeling.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 22 september 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S. Eurlings.

Bijlage I

stcrt-2008-176-p13-SC87405-1.gif

Bijlage II

stcrt-2008-176-p13-SC87405-2.gif

Bijlage III

stcrt-2008-176-p13-SC87405-3.gif

Bijlage IV

stcrt-2008-176-p13-SC87405-4.gif

Bijlage V

stcrt-2008-176-p13-SC87405-5.gif

Bijlage VI

stcrt-2008-176-p13-SC87405-6.gif

Bijlage VII

stcrt-2008-176-p13-SC87405-7.gif

Bijlage VIII

stcrt-2008-176-p13-SC87405-8.gif

Bijlage IX

stcrt-2008-176-p13-SC87405-9.gif

Bijlage X

stcrt-2008-176-p13-SC87405-10.gif

Bijlage XI

stcrt-2008-176-p13-SC87405-11.gif

Toelichting

Algemeen

Tot de inwerkingtreding van de onderhavige regeling was het noodzakelijk om, indien een kentekenbewijs werd vermist of onleesbaar was geworden, niet alleen een nieuw kentekenbewijs aan te vragen, maar ook nieuwe kentekenplaten. Zowel het kentekenbewijs als de kentekenplaten werden vervolgens voorzien van een (hogere) duplicaatcode, waarbij de duplicaatcode op de kentekenplaten gelijk moest zijn aan de duplicaatcode op het kentekenbewijs. Andersom gold hetzelfde: bij vermissing van één of beide kentekenplaten, moest tevens een nieuw kentekenbewijs worden aangevraagd. Thans wordt deze koppeling tussen het kentekenbewijs en de kentekenplaten afgeschaft. Bij vermissing van de kentekenplaten moeten er uiteraard nog steeds nieuwe kentekenplaten worden aangeschaft en deze zullen ook nog steeds worden voorzien van een (hogere) duplicaatcode, maar het kentekenbewijs behoeft in dat geval niet langer te worden vervangen. Andersom geldt mutatis mutandis hetzelfde. Met de onderhavige wijziging van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten en de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000 is hierin voorzien.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Administratieve lasten

Deze maatregel is onderdeel van het programma reductie administratieve lasten. De reductie van de administratieve lasten voor burgers is aanzienlijk, namelijk 158.142 uur en € 1.820.051 per jaar. Voor het bedrijfsleven is sprake van een reductie van € 3.305.244 per jaar.

Burgers en bedrijven worden geïnformeerd over de ontkoppeling van de duplicaatcode van de kentekenplaat en kentekenbewijs door het verstrekken van een persbericht aan onder andere dagbladen en vakbladen, via het aanvraagformulier voor een vervangend kentekenbewijs en door informatie te plaatsen op de websites (de site van de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) en zogenoemde thema-sites).

De onderhavige regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Actal heeft een positief advies uitgebracht.

Bedrijfseffecten

De onderhavige regeling heeft bedrijfseffecten tot gevolg. Doordat de geregistreerde eigenaren/houders bij de vermissing van alleen de kentekenbewijzen geen nieuwe (of tijdelijke) kentekenplaten behoeven aan te schaffen, daalt de omzet bij de kentekenplaat fabrikanten met circa € 4,6 miljoen (inclusief btw en winstmarge) per jaar. Uitgaande van een bedrijfsresultaat van 10 procent zou de daling in de winstmarge van de keten € 460.000 per jaar bedragen.

Daarnaast is er voor alle bedrijven ook een voordeel ten aanzien van bedrijfsvoertuigen waarvan een kentekenbewijs of kentekenplaten worden vervangen. Dit levert een besparing van leges op van € 525.690 per jaar.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Het oude vierde lid is komen te vervallen, omdat sinds 1 januari 2008 de GAIK-stempel niet meer op het kentekenbewijs mag worden geplaatst. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt dit lid thans te schrappen.

Met de wijziging van het vierde lid (voorheen vijfde lid) van artikel 20 van de Erkenningsregeling fabrikanten kentekenplaten wordt bereikt dat niet langer de duplicaatcode die op het kentekenbewijs staat, op de kentekenplaat wordt vermeld, maar dat de in het kentekenregister geregistreerde duplicaatcode behorend bij de kentekenplaat op de kentekenplaat wordt vermeld. De duplicaatcode van het kentekenbewijs is niet langer altijd dezelfde als de duplicaatcode van de kentekenplaat. Het oude zesde lid is vervallen.

In het nieuwe vijfde lid is geregeld dat bij de eerste afgifte van kentekenplaten nooit een duplicaatcode op de plaat vermeld wordt.

Artikel I, onderdeel B

Het eerste lid regelt dat bij vervanging van beschadigde kentekenplaten nieuwe kentekenplaten mogen worden afgegeven indien deze zijn voorzien van hetzelfde kenteken, en indien aanwezig, dezelfde duplicaatcode. De oude kentekenplaten worden dan ingenomen.

De verplichting tot registratie is verplaatst naar van het vierde lid naar het tweede lid. Hiermee is voorkomen dat er kentekenplaten worden afgegeven zonder voorafgaande registratie.

Artikel I, onderdeel C

Het nieuwe artikel 22c regelt hoe moet worden gehandeld bij vermissing van kentekenplaten.

Artikel I, onderdelen D, E en F

In de artikelen 23, 23a en 23c wordt telkens vermissing toegevoegd als reden voor afgifte of doorlevering. Van vermissing is sprake indien de kentekenplaten niet meer kunnen worden ingeleverd bij de erkenninghouder (bijvoorbeeld deze zijn verloren of gestolen). Dit is dus anders dan vervanging, waarbij de oorspronkelijke plaat beschadigd is en nog wel kan worden ingeleverd om te worden vervangen door een nieuwe plaat. Bij vermissing krijgen de nieuwe platen een hogere duplicaatcode dan de vorige kentekenplaten, bij vervanging zijn nieuwe kentekenplaten gelijk aan de oude, dus met dezelfde duplicaatcode.

In artikel 23a, eerste lid, is daarnaast de verwijzing naar het vervallen oude zesde lid van artikel 20 verwijderd.

Artikel I, onderdeel G

Aangezien het GAIK-stempel niet meer wordt gebruikt (zie ook artikel 1, onderdeel A) kan de bijlage waarin de GAIK-stempel is opgenomen komen te vervallen.

Artikel II, onderdeel A

Met de wijziging van het achtste lid van artikel 12 van de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten 2000 wordt bewerkstelligd dat vanaf de inwerkingtreding van de onderhavige regeling voor de vanaf die datum af te geven kentekenplaten niet langer de duplicaatcode van het kentekenbewijs op de kentekenplaat wordt vermeld, maar in plaats daarvan de duplicaatcode die door de RDW wordt verstrekt. Voor kentekenplaten afgegeven voor 1 februari 2003 geldt de verplichting tot vermelding van de duplicaatcode niet en voor kentekenplaten afgegeven vanaf 1 februari tot de inwerkingtreding van deze regeling geldt dat de duplicaatcode op de kentekenplaten gelijk moeten zijn aan de duplicaatcode zoals die in het kentekenbewijs was opgenomen op het moment van afgifte van de desbetreffende kentekenplaten.

Tevens is de verplichting tot opnemen van de duplicaatcodes op de witte kentekenplaten (de kentekenplaten voor lichte aanhangwagens en voor op, bijvoorbeeld, fietsendragers) komen te vervallen. Hiertoe is besloten, omdat de verplichting tot het administreren (en dus ook het registreren door de RDW) van de afgifte van witte kentekenplaten per 1 juni 2004 in het kader van het terugdringen van administratieve lasten is stopgezet. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk om via GAIK online een duplicaatcode terug te melden naar de kentekenplaatfabrikant. Daarnaast heeft de ervaring geleerd dat in de praktijk mensen veelal geen nieuwe witte kentekenplaat aanvragen, indien het kentekenbewijs en de gele platen wel zijn voorzien van een duplicaatcode. Gebleken is dat dit geen grote problemen met zich brengt wat betreft de handhaving van verkeersovertredingen.

Artikel III

De modellen van de witte kentekenplaten zoals deze zijn opgenomen in de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten worden aangepast. Zij hoeven immers niet langer een duplicaatcode te vermelden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

  • 1

    Stcrt. 1999, 20; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 18 oktober 2007 (Stcrt. 208).

  • 2

    Stcrt. 2001, 22; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 18 oktober 2007 (Stcrt. 208).

  • 3

    Stcrt. 1997, 239; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 12 december 2006 (Stcrt. 244).

Naar boven