Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN 2008/5)

Aan: De Burgemeesters (t.a.v. hoofden Burgerzaken)

i.a.a.: – De Minister van Buitenlandse Zaken

– de Gevolmachtigde Minister van Aruba

– de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen

– de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 29 augustus 2008

Ons kenmerk: INDUIT 08- 3408 (AUB)

Aard: Bekendmaking van voorschriften

Juridische achtergrond: Artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, Rijkswet op het Nederlanderschap.

Bijlagen: –

Onderwerp: Uitbreiding gedeeltelijke vrijstellingen naturalisatietoets

Inleiding

Met dit Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN) wordt de toelichting in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap (HRWN) behorende bij artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, aangepast. Deze aanpassing volgt op de wijziging van artikel 4 van de Regeling naturalisatietoets Nederland (Stcrt. 2008, 127) waarin de gedeeltelijke vrijstellingen voor de naturalisatietoets zijn uitgebreid. De uitbreiding betreft de in de praktijk voorkomende zgn. ‘verklaring educatie’ en het Certificaat Inburgering, dat is uitgereikt op grond van de tot 1 januari 2007 geldende Wet inburgering nieuwkomers (Stb. 1998, 261).

Artikel 8 lid 1 sub d

In paragraaf 2.2.1 ‘Gedeeltelijke vrijstelling’ wordt na de laatste alinea de volgende tekst toegevoegd:

3

Bewijs geslaagd voor het onderdeel Maatschappij Oriëntatie bij Certificaat Inburgering Nieuwkomers

Van het afleggen van het examen kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) is vrijgesteld de verzoeker die aantoont dat hij bij het op grond van de Wet inburgering nieuwkomers (1998-2006) behaalde Certificaat Inburgering het onderdeel Maatschappij Oriëntatie met een voor de naturalisatie voldoende niveau heeft behaald.

Het niveau van het onderdeel Maatschappij Oriëntatie wordt als voldoende beoordeeld indien het hier het niveau 2 van de Kwalificatiestructuur Educatie (KSE) betreft. Het behaalde niveau moet blijken uit het Certificaat Inburgering of de bij het Certificaat behorende ROC-verklaring. Indien op deze twee bescheiden het behaalde KSE-niveau niet is vermeld, geldt dat geconcludeerd moet worden dat het niveau 2 KSE is behaald indien de score 85% of hoger is (tot en met 31 augustus 2001) of 80% of hoger is (vanaf 1 september 2001). De datum van de ROC-verklaring is bepalend voor de vaststelling welk percentage dient te zijn behaald. Indien betrokkene is vrijgesteld van het vorengenoemd onderdeel en voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen slaagt, dan krijgt hij voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen een resultatenbrief. De overige onderdelen van het inburgeringsexamen zijn: het decentraal praktijkdeel (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan), de Toets Gesproken Nederlands (TGN) en het Elektronisch Praktijkexamen (EPE).

Bij indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het Certificaat inburgering Nieuwkomers en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie met niveau 2 KSE is beoordeeld én:

– de resultatenbrief van het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor de onderdelen EPE, TGN en het decentraal praktijkdeel; of

– een verklaring educatie waaruit blijkt dat ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald, dan wel ten minste het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Het document dient te zijn afgegeven op basis op basis van de resultaten van een toets ter afronding van een NT2-taaltraject; of

– het certificaat als bedoeld in artikel 4, eerste lid Regeling naturalisatietoets Nederland (het oudkomers Certificaat) met daarop de aantekening dat voor de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken is behaald ten minste het niveau 2 van het referentiekader NT2.

4

Bewijs geslaagd voor het onderdeel Nederlandse Taal bij Certificaat Inburgering Nieuwkomers

Van het afleggen van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) is vrijgesteld de verzoeker die aantoont dat hij in het op grond van de Wet inburgering nieuwkomers (1998-2006) behaalde Certificaat Inburgering Nieuwkomers, het onderdeel Nederlands als Tweede Taal heeft behaald met een voor de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken voldoende niveau voor de naturalisatie.

Het niveau van het onderdeel Nederlands als Tweede Taal wordt als voldoende beoordeeld indien hiervoor ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald, dan wel ten minste het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Bij indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt hij het Certificaat Inburgering Nieuwkomers én de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit dit blijkt. Indien uit het Certificaat Inburgering blijkt dat de verzoeker voor alle vier taalonderdelen ten minste niveau 2 heeft behaald, dan moet hij in het kader van de naturalisatieprocedure nog slechts het onderdeel Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) van het centrale deel van het inburgeringsexamen behalen. Indien betrokkene slaagt voor het examen KNS, dan ontvangt hij hiervan een resultaatbrief.

Bij indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het Certificaat inburgering Nieuwkomers, en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat de taalonderdelen lezen, schrijven, luisteren en spreken ten minste met niveau 2 KSE is beoordeeld én:

– de resultatenbrief van de het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor KNS; of

– deel 1 van de naturalisatietoets; of

– het Certificaat inburgering en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie ten minste met niveau 2 KSE is beoordeeld.

5

Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal middels een Verklaring Educatie van het ROC

Van het afleggen van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) is vrijgesteld de verzoeker die middels een Verklaring Educatie van het ROC kan aantonen dat voor het onderdeel Nederlands als tweede taal bij de onderdelen lezen, luisteren, spreken en schrijven ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald, dan wel ten minste het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Het document dient te zijn afgegeven op basis van de resultaten van een toets ter afronding van een NT2-taaltraject.

Toetsen waarvan gebruik gemaakt kan worden zijn de NIVOR-toets (Cito), de Trajecttoets NT2 (Bureau ICE), de Profieltoets NT2 of eigen toetsen van ROC’s. Het NT2-taaltraject kan als zelfstandig traject zijn aangeboden of onderdeel zijn van een bredere cursus, traject, opleiding of module. In alle gevallen betreft het een traject dat in ieder geval is bekostigd uit middelen voor de Wet educatie en beroepsonderwijs, al dan niet in combinatie met middelen voor de Wet werk en bijstand of andere middelen. Het traject wordt vaak aangeduid als ‘educatietraject’. Verklaringen die zijn afgegeven zonder dat de deelnemers zijn getoetst, bijvoorbeeld als een deelnemer (door ziekte) niet aanwezig is op het moment van toetsing, kunnen niet leiden tot een vrijstelling. Deze verklaringen worden veelal ‘bewijzen van deelname’ genoemd.

De burgemeester beoordeelt of het door de verzoeker getoonde document voldoet aan de criteria. Bij twijfel of het document tot vrijstelling leidt, kan de burgemeester in eerste instantie de eventueel beschikbare eigen registratie van afgegeven Verklaringen educatie, of de IB-Groep raadplegen. De IB-Groep geeft een advies af aan de burgemeester, dan wel eventueel later aan de IND, op basis van de modelverklaringen die door de ROC’s aan de IB-Groep zijn geleverd en die zijn opgenomen in het door de IB-Groep beheerde modellenboek. De burgemeester verwijst een verzoeker die niet over een origineel document beschikt, of een document toont dat niet alle benodigde gegevens ter beoordeling bevat, naar het ROC dat de verklaring heeft afgegeven, ten einde een document te verkrijgen dat aan de gestelde eisen voldoet.

De verklaring dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

a. de naam van het document;

b. de naam en handtekening van de verantwoordelijke van het regionaal opleidingencentrum;

c. de echtheidskenmerken van het regionaal opleidingencentrum;

d. de naam en geboortedatum van de deelnemer aan het NT2-taaltraject die overeenkomen met de naam en geboortedatum zoals vermeld op zijn identiteitsdocument;

e. de behaalde taalniveaus uitgesplitst naar de vier taalvaardigheden Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken.

Ad. a.

De meeste ROC’s noemen de Verklaring educatie een ‘schoolverklaring’, ‘certificaat’ of ‘diploma’. Daarnaast komen benamingen voor als ‘niveauoverzicht NT2’ of ‘scorelijst NT2’, ‘(toets)rapport’, ‘verklaring leerresultaten’, of ‘verklaring Trajecttoets/NIVOR-toets’.

Ad. c.

Met echtheidskenmerken wordt een logo of een stempel van het ROC bedoeld. De naam en de handtekening van de verantwoordelijke van het ROC zijn relevant om de herkomst van het document te kunnen achterhalen en om bij twijfel over de echtheid van het document de toner te kunnen verwijzen naar het opleidingencentrum dat verantwoordelijk is geweest voor afgifte van het document. De verantwoordelijke kan de directeur of een mentor van een ROC zijn.

Toelichting

Voor een nadere toelichting bij de in dit TBN weergegeven wijzingen van de Handleiding wordt verwezen naar de toelichting bij de wijziging van artikel 4 van de Regeling naturalisatietoets Nederland (Stcrt. 2008, 127).

Tot slot

Dit TBN treedt in werking met ingang van 1 oktober 2008.

De tekst van dit TBN wordt, voor zover relevant, verwerkt in de Handleiding RWN.

De Minister van Justitie,
namens deze:
de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken, R.K. Visser.

Naar boven