Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 augustus 2008, nr. VO/FBI-2008/37068, houdende regels tot wijziging van de bedragen voor 2008 in de Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2007 en 2008 en vaststelling van de bedragen van de landelijke gemiddelde personeelslast en de aanvullende bekostiging personeelskosten voor het kalenderjaar 2009 (Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 84b, tweede lid, 85, derde lid, en 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

§ 1

Begripsbepalingen

Artikel 1

Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. WVO: Wet op het voortgezet onderwijs;

b. directie: rectoren, directeuren, conrectoren en adjunct-directeuren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder a, van de WVO;

c. schoolsoortgroep 1: scholen voor praktijkonderwijs, mavo, vbo en scholengemeenschappen mavo/vbo, inclusief de afdelingen leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs;

d. schoolsoortgroep 2: scholen voor vwo, havo en scholengemeenschappen vwo/havo;

e. schoolsoortgroep 3: scholengemeenschappen havo/mavo of scholengemeenschappen vwo/havo/mavo, inclusief de afdeling leerwegondersteunend onderwijs;

f. schoolsoortgroep 4: scholengemeenschappen havo/mavo/vbo of scholengemeenschappen vwo/havo/mavo/vbo, inclusief de afdelingen leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs.

§ 2

Aanpassing landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2008

Artikel 2

Artikel 3 van de Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2007 en 2008 komt te luiden:

Artikel 3. Landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2008

1. Voor de directie bedraagt per 1 januari 2008 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:

a. € 77.703,76 voor schoolsoortgroep 1;

b. € 92.740,07 voor schoolsoortgroep 2;

c. € 91.750,16 voor schoolsoortgroep 3; en

d. € 89.122,94 voor schoolsoortgroep 4.

2. Voor de leraren bedraagt per 1 januari 2008 de gemiddelde personeelslast per formatieplaats:

a. € 66.812,46 voor schoolsoortgroep 1;

b. € 75.774,44 voor schoolsoortgroep 2;

c. € 72.072,58 voor schoolsoortgroep 3; en

d. € 68.590,21 voor schoolsoortgroep 4.

3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt per 1 januari 2008 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 40.743,64, ongeacht de schoolsoortgroep.

§ 3

Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2009

Artikel 3

Landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2009

1. Voor de directie bedraagt per 1 januari 2009 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:

a. € 77.157,41 voor schoolsoortgroep 1;

b. € 92.087,99 voor schoolsoortgroep 2;

c. € 91.105,04 voor schoolsoortgroep 3; en

d. € 88.496,30 voor schoolsoortgroep 4.

2. Voor de leraren bedraagt per 1 januari 2009 de gemiddelde personeelslast per formatieplaats:

a. € 66.395,40 voor schoolsoortgroep 1;

b. € 75.301,43 voor schoolsoortgroep 2;

c. € 71.622,68 voor schoolsoortgroep 3; en

d. € 68.162,04 voor schoolsoortgroep 4.

3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt per 1 januari 2009 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 40.457,17, ongeacht de schoolsoortgroep.

Artikel 4

Aanvullende personele bekostiging vanaf 1 januari 2009

1. Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de WVO wordt verstrekt vanaf 1 januari 2009, zijn op het vaststellen van die bekostiging het tweede tot en met het vierde lid van toepassing.

2. Voor de directieformatie van de school geldt de in artikel 3, eerste lid, genoemde gemiddelde personeelslast van de schoolsoortgroep waartoe de school behoort.

3. Voor de lerarenformatie geldt de voor de school in artikel 3, tweede lid, genoemde gemiddelde personeelslast van de schoolsoortgroep waartoe de school behoort.

4. Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt de in artikel 3, derde lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

§ 4

Slotbepalingen

Artikel 5

Intrekking regeling

De Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2007 en 2008 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Toelichting

Algemeen

In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen van de Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2007 en 2008 (Staatscourant 21 november 2007, nr. 226) per 1 januari 2008 verhoogd. Dat heeft te maken met de toevoeging van de kabinetsbijdrage (loon en prijsbijstelling en sociale werkgeverslasten) 2008 aan de arbeidskostenontwikkeling 2008 en middelen voor de eenmalige nominale uitkering van € 200 per fte overeengekomen in het op 1 juli jl. getekende Convenant Actieplan Leerkracht van Nederland. Bovendien resteert voor 2008 incidenteel een bedrag als gevolg van de ZVOO-afrekening.

Daarnaast zijn in deze regeling per 1 januari 2009 nieuwe gpl-bedragen vastgesteld. Dit is het gevolg van de volgende maatregelen. Het gaat hier o.a. om een correctie van de doorwerking van in 2008 getroffen incidentele maatregelen. Om te voorkomen dat deze maatregelen structureel doorwerken, worden de incidentele verhogingen in 2008 per 1 januari 2009 weer afgebouwd. Tot slot is per 1 januari 2009 voor de personeelscategorie leraren de laatste tranche voor integraal personeelsbeleid en de verbetering van loopbaanperspectieven in het onderwijs (IPB) in de gpl-bedragen opgenomen.

Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in 2009 over de definitieve kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2009 (incl. sociale werkgeverslasten) kunnen deze bedragen per 1 januari 2009 nog wijzigen. In het voorjaar van 2009 wordt hierover meer duidelijkheid verstrekt.

De desbetreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.

Maatregelen per 1 januari 2008

Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2008:

– Loon en prijsbijstelling 2008: de kabinetsbijdrage 2008 voor de loon en prijsbijstelling kan worden aangewend voor de financiering van de sociale werkgeverslasten, inclusief pensioenen en de overige arbeidsvoorwaarden die sociale partners (VO-raad en werknemersorganisatie) voor het voortgezet onderwijs op decentraal niveau afspreken. De sociale werkgeverslasten zijn bekend gemaakt in de voorlichtingspublicatie Premies en franchise 2008, kenmerk FEZ/ART io-2008/18220, gepubliceerd op 26 mei 2008 in het overzicht Regelingen OCW op CFI-online.

– Incidentele ZVOO middelen: in 2004 is met de onderwijssectoren een verdeling over de verschillende onderwijssectoren overeengekomen. Deze middelen werden tot voor kort nog centraal door OCW beheerd. Recent is de definitieve eindstand opgemaakt en is het nog resterende ZVOO-budget voor 2008 beschikbaar gekomen voor de diverse onderwijssectoren. Als gevolg hiervan zijn deze middelen nu ook in de gpl-bedragen verwerkt en kunnen ze vervolgens aangewend worden in het kader van de (decentrale) CAO-afspraken.

– Convenant Actieplan Leerkracht van Nederland: afgesproken is dat het onderwijspersoneel in het voortgezet onderwijs in de maand oktober 2008 een eenmalige nominale uitkering ontvangt van € 200. Teneinde schoolbesturen in staat te stellen deze betaling te verrichten is dit bedrag om uitvoeringstechnische redenen al verwerkt in de gpl-bedragen van 1 januari 2008. In de maand oktober beschikt men dan over tenminste 87% van het benodigde bedrag. Het restant van ongeveer 13% wordt gespreid over de maanden november en december.

Maatregelen per 1 januari 2009

Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2009:

– Met ingang van 1 januari 2009 is een correctie verwerkt van 0,73%. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat de verwerking van de incidentele budgetten in de gpl-bedragen, zoals de ZVOO-middelen en de eenmalige nominale uitkering van € 200 per fte, meerjarig doorwerken.

– In het kader van het Convenant Actieplan Leerkracht van Nederland zijn voor 2009 een tweetal maatregelen afgesproken. De eerste maatregel heeft betrekking op het realiseren van een nieuwe functiegebouw van VO leraren in de vier grote steden, Almere, en omliggende regio’s Zuidelijk Noord-Holland, Rijn-Gouwe, Haaglanden, Rijnmond, Gooi en Vechtstreek, Eemland en Utrecht-Midden. Per 1 januari 2009 komen hiervoor extra middelen beschikbaar. Aangezien deze extra middelen ingezet worden voor specifieke grootstedelijke gebieden is het niet mogelijk om dit in de gebruikelijke gpl-regeling te verwerken. Via een in het najaar te publiceren afzonderlijke bekostigingsregeling zal hier meer informatie over bekend worden gemaakt. De tweede maatregel heeft betrekking op de inkorting van de carrièrelijnen en het schaal-uitloopbedrag voor leraren bezoldigd volgens het maximumsalaris; de desbetreffende extra middelen kunnen wel via de gebruikelijke gpl-regeling worden verwerkt. Dit betekent dat de nu gepubliceerde gpl-bedragen per 1 januari 2009, via een publicatie in het najaar van 2008, zullen worden verhoogd. Deze bekostigingsregelingen leiden uiteraard tot een verhoging van de personele bekostiging en de extra middelen kunnen worden aangewend voor de financiering van de hiervoor vermelde afspraken.

Specifiek voor de personeelscategorie leraren is de volgende maatregel van invloed op de gpl per 1 januari 2009:

– Sinds 2002 zijn de middelen voor integraal personeelsbeleid en de verbetering van loopbaanperspectieven in het onderwijs (IPB) in meerdere tranches verwerkt via de gpl. Voor 2008 ging het nog om een bedrag van in totaal € 28,0 mln. op jaarbasis. Met ingang van 2009 is dit budget verhoogd met een bedrag van ongeveer € 3,2 mln. op jaarbasis. Dit is de laatste tranche die aan dit budget wordt toegevoegd. Een verdere stijging van het budget van € 31,2 mln. wordt dan ook niet meer voorzien. Voor een gemiddelde school in het voortgezet onderwijs (ongeveer 1385 leerlingen) is vanaf 2009 op jaarbasis een bedrag beschikbaar van € 45.700. Per leerling is dit een bedrag van gemiddeld € 33.

Uitbetaling

In de herziene bekostigingsbrief voor 2008 wordt de berekening van de bijstelling voor het kalenderjaar gespecificeerd. De bekostigingsbrief wordt in september 2008 verstuurd. De verrekening met de al betaalbaar gestelde bedragen over de maanden januari tot en met augustus 2008 vindt (met terugwerkende kracht) in de maand september plaats. Bij de betaalbaarstelling van de bedragen vanaf 1 september 2008 wordt uiteraard rekening gehouden met de bepalingen in deze regeling.

De bekostigingsbrief voor het gehele kalenderjaar 2009 wordt in december 2008 verstuurd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gpl-bedragen zoals die nu in deze regeling vanaf 1 januari 2009 zijn vastgesteld.

In onderstaande tabel zijn de verschillende gpl-bedragen opgenomen:

Overzicht landelijke gemiddelde personeelslast (gpl) bedragen kalenderjaar 2008 en 2009

Soort bedrag

Bedrag per 1 januari 2008

Bedrag per 1 januari 2009

Schoolsoortgroep 1

  

Directie:

€ 77.703,76

€ 77.157,41

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 66.812,46

€ 66.395,40

   

Schoolsoortgroep 2

  

Directie:

€ 92.740,07

€ 92.087,99

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 75.774,44

€ 75.301,43

   

Schoolsoortgroep 3

  

Directie:

€ 91.750,16

€ 91.105,04

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 72.072,58

€ 71.622,68

   

Schoolsoortgroep 4

  

Directie:

€ 89.122,94

€ 88.496,30

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 68.590,21

€ 68.162,04

   

OOP alle groepen:

€ 40.743,64

€ 40.457,17

Administratieve lasten

Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen en van belang is voor het berekenen van de personele bekostiging, van scholen voor voortgezet onderwijs aangepast en vastgesteld. De scholen hoeven geen aanvraag in te dienen voor de (gewijzigde) bekostiging en veroorzaakt dan ook geen administratieve lasten. De bekostiging wordt ambtshalve verstrekt.

Vaste Verandermomenten

Deze regeling voorziet in het aanpassen van de Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2007 en 2008. Deze aanpassing betreft het kalenderjaar 2008. Bij het toepassen van een vaste inwerkingtredingsdatum en invoeringstermijn van ten minste 3 maanden – volgens het uitgangspunt van kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten, zoals verwoord in Kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 29 515, nr. 181, – zou inwerkingtreding pas op 1 januari 2009 mogelijk zijn bij publicatie van de regeling voor 1 oktober 2008.

Nu de regeling verandering wenst te brengen in de gpl-bedragen voor het kalenderjaar 2008, is het maatschappelijk onwenselijk, van invoering per 1 januari 2008 af te wijken. Eerdere publicatie was namelijk niet mogelijk omdat de loonbijstelling in verband met o.a. de aanpassingen in de sociale werkgeverslasten en pensioenen met ingang van 1 januari 2008 pas bij voorjaarsnota 2008 bekend is geworden. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking en werkt terug tot 1 januari 2008.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Per 1 januari 2008 gaan de landelijke gpl-bedragen voor de categorieën directie, leraren en onderwijsondersteunend personeel met 4,32% omhoog. Deze wijziging is het gevolg van de onder de kop Maatregelen per 1 januari 2008 vermelde aanpassingen. Hetzelfde geldt voor de aanvullende bekostiging onderwijzend personeel. De wijziging heeft alleen betrekking op artikel 3 van de Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2007 en 2008.

Artikelen 3 en 4

De gpl-bedragen voor de categorieën directie en onderwijsondersteunend personeel dalen, ten opzichte van de gewijzigde gpl-bedragen van 1 januari 2008, per 1 januari 2009 met 0,73% als gevolg van de noodzakelijke correctie per 1 januari 2009. Deze correctie is noodzakelijk om te voorkomen dat incidentele maatregelen structureel doorwerken.

Specifiek voor personeelscategorie leraren geldt, ten opzichte van de gewijzigde gpl-bedragen van 1 januari 2008, dat de gpl-bedragen dalen met 0,65%. Hetzelfde geldt voor de aanvullende bekostiging onderwijzend personeel. Deze daling valt lager uit door het gelijktijdig toevoegen van IPB.

Ondanks deze correctie zijn de gpl-bedragen op 1 januari 2009 ten opzichte van de gpl-bedragen zoals die vermeld zijn voor 1 januari 2008 in de Regeling aanpassen en vaststellen bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2007 en 2008 (Staatscourant 21 november 2007, nr. 226) structureel gestegen met 3,59% voor de categorie directie en onderwijsondersteunend personeel en 3,67% voor de personeelscategorie leraren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven