Wijziging van de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 augustus 2008, nr. UB/A/2008/23285, tot wijziging van de Regeling Wfsv en enkele andere regelingen in verband met vereenvoudiging van de verantwoording en afdracht van de uitvoeringskosten van enkele begrotingsgefinancierde regelingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken;

Gelet op de artikelen 3 en 9 van de Kaderwet SZW-subsidies, de artikelen 121 en 122 van de Wet financiering sociale verzekeringen en de artikelen 30, eerste lid, onderdeel i, en 77 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel I

Wijziging van de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten

De Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde en zevende lid komen te luiden:

6. Op de zesde dag van elke maand verstrekt het UWV aan de Minister een opgave van:

a. overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 1, het totaalbedrag aan geraamde uitgaven in die maand voor de tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten, en

b. overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 2, het totaalbedrag aan gerealiseerde uitgaven over de maand gelegen twee maanden voor die maand, aan tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten.

7. In het jaarplan met begroting verstrekt het UWV elk jaar aan de Minister een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten op grond van deze regeling in het komende jaar.

2. Het achtste lid vervalt onder vernummering van het negende tot en met het zestiende lid tot het achtste tot en met het vijftiende lid.

3. In het achtste lid (nieuw) wordt ‘zesde lid’ vervangen door: zesde of zevende lid.

4. Het negende en tiende lid (nieuw) komen te luiden:

9. Met als valutadag de elfde dag van elke maand draagt de Minister in die maand via de rekening-courant bij de Minister van Financiën af aan het UWV:

a. het bedrag van de geraamde uitgaven voor de tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten, en

b. ééntwaalfde van het bedrag aan geraamde uitvoeringskosten per jaar.

De Minister kan, na overleg met het UWV, van deze bedragen afwijken.

10. Met als valutadag de elfde dag van elke maand verrekent de Minister het verschil tussen de gerealiseerde uitgaven en de geraamde uitgaven voor de tegemoetkomingen op grond van deze regeling inclusief de op grond van enige wet over de tegemoetkomingen door het UWV verschuldigde premies die niet op deze tegemoetkomingen in mindering kunnen worden gebracht en de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten, in de maand gelegen twee maanden voor die bedoeld in het negende lid, met het bedrag, bedoeld in het negende lid, onderdeel a.

5. In het twaalfde lid (nieuw) wordt ‘de afrekening’ vervangen door: de afrekening van de tegemoetkomingen op grond van deze regeling en van de uitvoeringskosten.

6. In het vijftiende lid (nieuw) wordt ‘overeenkomstig het achtste lid’ vervangen door: overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 2.

B

Bijlage 1 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 1 met het opschrift Geraamde uitgaven Regeling TRI.

C

Bijlage 2 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 2 met het opschrift Gerealiseerde uitgaven Regeling TRI.

Artikel II

Wijziging van de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000

De Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10a komt te luiden:

Artikel 10a

Raming en opgave uitgaven

1. Uiterlijk op de tiende dag van de maand voorafgaande aan het begin van een kwartaal verstrekt de SVB aan Onze Minister onderscheidenlijk de Minister van VWS een opgave van:

a. het totaalbedrag aan geraamde tegemoetkomingen voor het komende kwartaal;

b. het totaalbedrag aan geraamde kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, voor het komende kwartaal;

c. het totaalbedrag aan uitbetaalde tegemoetkomingen in het vorige kwartaal;

d. het totaalbedrag aan gerealiseerde uitgaven, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, in het vorige kwartaal.

2. Indien de dag, bedoeld in het eerste lid, een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is, vindt de verstrekking plaats op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

3. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt nader gespecificeerd in een bedrag dat betrekking heeft op het komende kwartaal en op bedragen die betrekking hebben op daaraan voorafgaande kwartalen. Deze specificatie wordt voorzien van de bij de bedragen behorende aantallen tegemoetkomingen.

4. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt nader gespecificeerd in een bedrag dat betrekking heeft op het vorige kwartaal en in bedragen die betrekking hebben op daaraan voorafgaande kwartalen. Deze specificatie wordt voorzien van de bij de bedragen behorende aantallen tegemoetkomingen.

5. In het jaarplan met begroting verstrekt de SVB elk jaar aan Onze Minister onderscheidenlijk de Minister van VWS een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten op grond van deze regeling in het komende jaar.

B

Artikel 10b komt te luiden:

Artikel 10b

Afdracht

1. Met als valutadag de eerste dag van elk kwartaal storten Onze Minister respectievelijk de Minister van VWS op de rekening-courant ten name van de SVB bij de Minister van Financiën:

a. het bedrag van de geraamde tegemoetkomingen in dat kwartaal;

b. het bedrag van de geraamde kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, in dat kwartaal;

c. éénvierde van het bedrag aan geraamde uitvoeringskosten per jaar.

Onze Minister en de Minister van VWS kunnen, na overleg met de SVB, van het geraamde bedrag afwijken.

2. Met als valutadag de eerste dag van elk kwartaal verrekent Onze Minister het verschil tussen de gerealiseerde en de geraamde tegemoetkomingen over het kwartaal gelegen twee kwartalen voor dat kwartaal met het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

3. Met als valutadag de eerste dag van elk kwartaal verrekent de Minister van VWS het verschil tussen de gerealiseerde en de geraamde kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, over het kwartaal gelegen twee kwartalen voor dat kwartaal met het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

C

De artikelen 10c en 10d vervallen.

D

In artikel 10e wordt ‘afrekening’ vervangen door: afrekening van de tegemoetkomingen, de kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, en de uitvoeringskosten.

Artikel III

Wijziging van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers

De Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel l, onderdeel 4°, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel 3° door een punt.

B

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In het jaarplan met begroting verstrekt de SVB elk jaar aan de Minister een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten van deze regeling.

C

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘lasten’ vervangen door: lasten en uitvoeringskosten.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Op de eerste dag van elk kwartaal draagt het Rijk de geraamde lasten over dat kwartaal en éénvierde van de geraamde uitvoeringskosten per jaar af aan de SVB.

D

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘vóór 1 juli de afrekening’ vervangen door: vóór 1 juli de afrekening van de lasten en de uitvoeringskosten.

2. In het tweede lid wordt ‘lasten’ vervangen door: lasten en uitvoeringskosten.

Artikel IV

Wijziging van de Tijdelijke regeling brugbanen niet-uitkeringsgerechtigde herbeoordeelden

Artikel 7 van de Tijdelijke regeling brugbanen niet-uitkeringsgerechtigde herbeoordeelden wordt als volgt gewijzigd:

1. In het achtste lid wordt ‘Uiterlijk op 1 juni’ vervangen door: Uiterlijk op 1 juni en gelijktijdig met de afrekening, bedoeld in artikel 5.34 van de Regeling Wfsv, van het Wajong-fonds, bedoeld in artikel 5.23, onderdeel d, van de Regeling Wfsv,.

2. Het negende lid komt te luiden:

9. In de afrekening maakt het UWV, op basis van de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de kasstroom inzichtelijk aan de Minister, met afzonderlijke vermelding van de subsidies op grond van deze regeling en de kosten verbonden aan de uitvoering van deze regeling.

3. Het elfde lid vervalt.

Artikel V

Wijziging van de Regeling Wfsv

De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.26 komt te luiden:

Artikel 5.26

Raming uitgaven aan uitvoeringskosten

In het jaarplan met begroting verstrekt de SVB elk jaar aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten met betrekking tot het Algemeen Kinderbijslagfonds in het komende jaar.

B

Artikel 5.27 komt te luiden:

Artikel 5.27

Afdracht uitvoeringskosten

Met als valutadag de eerste dag van elke maand stort de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ééntwaalfde van het bedrag van de geraamde uitvoeringskosten per jaar op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, na overleg met de SVB, van dit bedrag afwijken.

C

In artikel 5.28 wordt ‘afrekening’ vervangen door: afrekening van de kinderbijslagen en de uitvoeringskosten.

D

Hoofdstuk 5, afdeling 3, paragraaf 3, komt te luiden:

§ 3

Toeslagenfonds en Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten

Artikel 5.29a

Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a. toeslagen: toeslagen op grond van de TW, inclusief de op grond van enige wet over de toeslagen door het UWV verschuldigde premies, die niet op deze toeslagen in mindering kunnen worden gebracht;

b. uitkeringen: uitkeringen op grond van de Tijdelijke wet BIA en de Wajong, inclusief de op grond van enige wet over de uitkeringen door het UWV verschuldigde premies, die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht.

Artikel 5.30

Raming en opgave uitgaven aan toeslagen en uitkeringen

1. Uiterlijk op de zesde dag van elke maand verstrekt het UWV aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afzonderlijk per wet een opgave van:

a. overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlagen 2 en 3 de geraamde toeslagen, uitkeringen en overige posten in deze maand, en

b. overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlagen 4 en 5 de uitbetaalde toeslagen, uitkeringen en overige posten over de maand gelegen twee maanden voor deze maand.

2. Indien de dag, bedoeld in het eerste lid, een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is, vindt de verstrekking plaats op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

3. De in het eerste lid bedoelde bedragen omvatten tevens de geraamde, respectievelijk de uitbetaalde, vakantie-uitkeringen.

4. In de raming worden tevens de geraamde uitgaven opgenomen die op grond van artikel 2.8 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de daarop berustende bepalingen ten laste van het Wajong-fonds komen.

5. In de opgave worden tevens de gerealiseerde uitgaven opgenomen die op grond van 2.8 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de daarop berustende bepalingen ten laste van het Wajong-fonds komen.

Artikel 5.31

Afdracht toeslagen en uitkeringen

1. Met als valutadag de elfde dag van elke maand stort de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het bedrag van de geraamde toeslagen, uitkeringen en overige posten in die maand op een rekening-courant als bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b. De Minister kan, na overleg met het UWV, van dit bedrag afwijken.

2. Met als valutadag de elfde dag van elke maand verrekent de Minister het verschil tussen de uitbetaalde toeslagen, uitkeringen en overige posten en de geraamde toeslagen, uitkeringen en overige posten in de maand gelegen twee maanden voor de maand, bedoeld in het eerste lid, met het bedrag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5.32

Raming uitgaven aan uitvoeringskosten

In het jaarplan met begroting verstrekt het UWV elk jaar aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten van de TW, de Tijdelijke wet BIA en de Wajong in het komende jaar.

Artikel 5.33

Afdracht uitvoeringskosten

Met als valutadag de elfde dag van elke maand stort de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ééntwaalfde van het bedrag van de geraamde uitvoeringskosten per jaar van de TW, de Tijdelijke wet BIA en de Wajong op een rekening-courant als bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b. De Minister kan, na overleg met het UWV, van dit bedrag afwijken.

Artikel 5.34

Afrekening

1. Uiterlijk op 1 juni dient het UWV de afrekening van de toeslagen, de uitkeringen, de overige posten en de uitvoeringskosten over het afgelopen kalenderjaar bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in.

2. In de afrekening wordt, op basis van de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, de kasstroom inzichtelijk gemaakt, en deze wordt afzonderlijk per wet vermeld voor de toeslagen, de uitkeringen, de overige posten, de vakantie-uitkeringen en de uitvoeringskosten, op grond van de TW, de Tijdelijke wet BIA en de Wajong. Tevens wordt de kasstroom voor de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 9a van de Wajong, afzonderlijk vermeld.

3. Op grond van de afrekening vindt voor 15 juli een betaling plaats ten gunste of ten laste van het Toeslagenfonds onderscheidenlijk het Wajong-fonds.

Artikel 5.35

Vaststelling Rijksbijdrage

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt jaarlijks voor 31 oktober de omvang van de middelen tot dekking van de uitgaven ten laste van het Toeslagenfonds, onderscheidenlijk het Wajong-fonds, over het afgelopen kalenderjaar vast, gespecificeerd naar toeslagen, uitkeringen, overige posten en uitvoeringskosten.

E

Artikel 5.36 komt te luiden:

Artikel 5.36

Raming en opgave uitgaven aan uitkeringen

1. Uiterlijk op de zesde dag van elke maand verstrekt het UWV aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de uitkeringen op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, en artikel 3:30 van de Wet arbeid en zorg opgave van:

a. overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 6 het totaalbedrag aan geraamde uitkeringen in deze maand, en

b. overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 7 het totaalbedrag aan uitbetaalde uitkeringen over de maand gelegen twee maanden voor deze maand.

2. Indien de dag, bedoeld in het eerste lid, een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is, vindt de verstrekking plaats op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

F

Artikel 5.37 komt te luiden:

Artikel 5.37

Afdracht uitkeringen

1. Met als valutadag de elfde dag van elke maand stort de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het bedrag van de geraamde uitkeringen in die maand op een rekening-courant als bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b. De Minister kan, na overleg met het UWV, van dit bedrag afwijken.

2. Met als valutadag de elfde dag van elke maand verrekent de Minister het verschil tussen de uitbetaalde uitkeringen en de geraamde uitkeringen in de maand gelegen twee maanden voor de maand, bedoeld in het eerste lid, met het bedrag, bedoeld in het eerste lid.

G

Na artikel 5.37 worden nieuwe artikelen 5.37a en 5.37b ingevoegd, luidende:

Artikel 5.37a

Raming uitgaven aan uitvoeringskosten

In het jaarplan met begroting verstrekt het UWV elk jaar aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, en artikel 3:30 van de Wet arbeid en zorg in het komende jaar.

Artikel 5.37b

Afdracht uitvoeringskosten

Met als valutadag de elfde dag van elke maand stort de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ééntwaalfde van het bedrag van de geraamde uitvoeringskosten per jaar op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, en artikel 3:30 van de Wet arbeid en zorg op een rekening-courant als bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b. De Minister kan, na overleg met het UWV, van dit bedrag afwijken.

H

Bijlage 2 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 2 met het opschrift Geraamde uitgaven Toeslagen-fonds.

I

Bijlage 3 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 3 met het opschrift Geraamde uitgaven Wajong-fonds.

J

Bijlage 4 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 4 met het opschrift Gerealiseerde uitgaven Toeslagen-fonds.

K

Bijlage 5 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 5 met het opschrift Gerealiseerde uitgaven Wajong-fonds.

L

Na bijlage 5 wordt toegevoegd een nieuwe bij deze regeling behorende bijlage 6 met het opschrift Geraamde uitgaven Rijksbijdrage Aof en een nieuwe bij deze regeling behorende bijlage 7 met het opschrift Gerealiseerde uitgaven Rijksbijdrage Aof.

Artikel VI

Overgangsrecht

De Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten, de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000, de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers, de Regeling Wfsv en de Tijdelijke regeling brugbanen niet-uitkeringsgerechtigde herbeoordeelden, zoals deze luiden na de inwerkingtreding van deze regeling, zijn van toepassing op de wijze van raming en opgave, afdracht en afrekening over het kalenderjaar 2008.

Artikel VII

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 augustus 2008.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H. Donner.

stcrt-2008-172-p14-SC87359-1.gifstcrt-2008-172-p14-SC87359-2.gifstcrt-2008-172-p14-SC87359-3.gifstcrt-2008-172-p14-SC87359-4.gifstcrt-2008-172-p14-SC87359-5.gifstcrt-2008-172-p14-SC87359-6.gifstcrt-2008-172-p14-SC87359-7.gifstcrt-2008-172-p14-SC87359-8.gif

Toelichting

Algemeen

De regelgeving van de verantwoording en afdracht van de uitvoeringskosten van enkele begrotingsgefinancierde regelingen kan vereenvoudigd worden. Er is een nieuwe procedure ontwikkeld voor het aanvragen en verstrekken van voorschotten. Door deze wijzigingen zullen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hun administratie op een efficiëntere wijze kunnen voeren. De gewijzigde regelgeving heeft betrekking op de volgende regelingen:

– de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI);

– de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000 (TOG);

– de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS);

– de Regeling Wet financiële sociale verzekeringen (Regeling Wfsv).

De wijziging van de Tijdelijke regeling brugbanen niet-uitkeringsrechtigde herbeoordeelden leidt tot vereenvoudiging van de verantwoording door het UWV. Hiervoor is gekozen in verband met een beperkt financieel belang en de beperkte looptijd (naar alle waarschijnlijkheid slechts 1 jaar) van deze rijksbijdrage.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met deze wijziging van de TRI worden de verantwoording en de afdracht van de uitvoeringskosten van de TRI aangepast. De verantwoording van de tegemoetkomingen en de afdracht ten behoeve daarvan veranderen niet. Aangezien de verantwoording van de uitvoeringskosten en de verantwoording van de tegemoetkomingen nu dus op verschillende manieren plaatsvinden, zijn daarvoor aparte leden vastgesteld.

Het nieuwe zesde lid heeft uitsluitend betrekking op de verantwoording van de tegemoetkomingen. Inhoudelijk is hierin geen verandering aangebracht ten opzichte van de situatie voor de inwerkingtreding van deze wijziging. De verantwoording van de uitvoeringskosten is sterk vereenvoudigd: volgens het nieuwe zevende lid hoeft nog maar één keer per jaar een raming van de uitvoeringskosten van het komende jaar te worden verstrekt. In het nieuwe negende lid is geregeld dat elke maand ééntwaalfde van de geraamde uitvoeringskosten per jaar wordt overgemaakt naar het UWV. Met betrekking tot de afdracht van de tegemoetkomingen, die ook is geregeld in het nieuwe negende lid, is niets veranderd.Het nieuwe tiende lid heeft, in tegenstelling tot het oude elfde lid, alleen nog maar betrekking op de tegemoetkomingen en niet meer op de uitvoeringskosten. De uitvoeringskosten worden immers niet meer maandelijks geraamd. Het nieuwe twaalfde lid brengt tot uitdrukking dat de uitvoeringskosten apart worden opgegeven in de afrekening.

Onderdelen B en C

De bijlagen bij de regeling zijn geactualiseerd.

Artikel II

De TOG wordt op dezelfde wijze veranderd als de TRI. Het betreft dus een wijziging in de verantwoording en de afdracht van de uitvoeringskosten.

Onderdeel A

De eerste vier leden van het nieuwe artikel 10a betreffen de tegemoetkomingen en de kosten van het medisch advies. De wijze van raming en opgave van deze uitgaven is inhoudelijk niet gewijzigd. Wel is het artikel opnieuw geformuleerd om een aparte vereenvoudigde regeling van de verantwoording van de uitvoeringskosten mogelijk te maken. De uitvoeringskosten worden, conform het nieuwe vijfde lid, nog maar één keer per jaar geraamd en niet, zoals de tegemoetkomingen en de kosten van het medisch advies, ieder kwartaal.

Onderdeel B

De uitvoeringskosten worden nog maar één keer per jaar geraamd en elk kwartaal wordt éénvierde van het geraamde bedrag per jaar op de rekening-courant gestort. De tegemoetkomingen en de kosten voor medisch advies worden nog steeds elk kwartaal geraamd en elk kwartaal wordt dit geraamde bedrag verstrekt. Het tweede en derde lid van het nieuwe artikel 10b, betreffende de verrekening, komen overeen met het tweede lid van het oude artikel 10b. Het tweede en derde lid van het nieuwe artikel 10b hebben echter geen betrekking op de uitvoeringskosten, omdat die niet meer elk kwartaal worden geraamd.

Onderdeel C

Datgene dat in de artikelen 10c en 10d was geregeld, is nu in het nieuwe artikel 10a geregeld.

De artikelen 10c en 10d kunnen dan ook vervallen.

Onderdeel D

Deze wijziging brengt tot uitdrukking dat de uitvoeringskosten apart worden opgegeven in de afrekening.

Artikel III

Ook in de TAS wordt de verantwoording en de afdracht van de uitvoeringskosten vereenvoudigd.

Onderdeel A

In onderdeel l van het eerste lid van artikel 1 staat de definitie van ‘lasten’. Door de onderhavige wijziging vallen de uitvoeringskosten niet meer onder dit begrip. Hier is om wetgevingstechnische redenen voor gekozen, omdat de rekening en verantwoording van alle lasten, met uitzondering van de uitvoeringskosten, op dezelfde manier gaat. Door het begrip ‘lasten’ op deze manier te definiëren, kan in de artikelen over financiering op eenvoudige manier aan de ene kant de verantwoording en afdracht van de lasten en aan de andere kant de verantwoording en afdracht van de uitvoeringskosten worden geregeld.

Onderdeel B

Door de wijziging van de definitie van ‘lasten’ heeft het eerste lid geen betrekking meer op de uitvoeringskosten. Er is een lid toegevoegd, waarin is geregeld dat de uitvoeringskosten nog maar één keer per jaar hoeven te worden geraamd in plaats van elk kwartaal.

Onderdeel C

Door de wijziging van de definitie van ‘lasten’ is het nodig om in het eerste lid van artikel 17 de term ‘uitvoeringskosten’ toe te voegen. Deze worden immers nog steeds gefinancierd uit een rijksbijdrage ten laste van de begroting van de Minister. Verder is in het tweede lid geregeld dat elk kwartaal de geraamde lasten over dat kwartaal en éénvierde van de geraamde uitvoeringskosten per jaar worden afgedragen.

Onderdeel D

De eerste wijziging van artikel 19 brengt tot uitdrukking dat de uitvoeringskosten apart worden opgegeven in de afrekening. De tweede wijziging is nodig omdat uitvoeringskosten niet meer onder de definitie van ‘lasten’ vallen.

Artikel IV

De wijziging van de Tijdelijke regeling brugbanen niet-uitkeringsrechtigde herbeoordeelden leidt tot een vereenvoudiging van de verantwoording over het afgelopen kalenderjaar. In het nieuwe achtste lid wordt voor de verantwoording van de deze regeling aangesloten bij de verantwoording van het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten (Wajong-fonds). De afrekening over het afgelopen kalenderjaar wordt nu niet meer afzonderlijk, maar samen met die van het Wajong-fonds ingediend. De wijziging van het negende lid betreft een vereenvoudiging. De uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op wettelijke rente, proceskosten en rentelasten hoeven niet langer afzonderlijk in de afrekening inzichtelijk gemaakt te worden. Dit geldt ook voor de uitvoeringskosten van deze regeling. Het vervallen van het oude elfde lid behelst eveneens een vereenvoudiging: de uitgaven ter uitvoering van deze regeling hoeven niet langer vooraf geraamd te worden.

Artikel V

Deze wijziging van de Regeling Wfsv regelt de vereenvoudiging en uniformering van de verantwoording en de afdracht van de uitvoeringskosten van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), de Toeslagenwet (TW), de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria (Tijdelijke wet BIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet arbeid en zorg.

Voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds worden de bepalingen inzake de raming en afdracht van uitkeringen zodanig gewijzigd, dat deze aansluiten bij de wijze waarop de raming en afdracht van uitkeringen is geregeld voor het Algemeen Kinderbijslagfonds, het Toeslagenfonds en het Wajong-fonds.

Onderdeel A

Dit is een wijziging van de raming en opgave van de uitvoeringskosten van de AKW. De uitvoeringskosten worden voortaan nog maar één keer per jaar geraamd en dit geraamde bedrag wordt opgegeven in het jaarplan met begroting.

Onderdeel B

Dit is een wijziging van de afdracht van de uitvoeringskosten van de AKW. Elke maand wordt voortaan ééntwaalfde van het geraamde bedrag aan uitvoeringskosten per jaar op de rekening-courant gestort.

Onderdeel C

Deze wijziging brengt tot uitdrukking dat de uitvoeringskosten apart worden opgegeven in de afrekening.

Onderdeel D

In dit onderdeel wordt hoofdstuk 5, afdeling 3, paragraaf 3, opnieuw vastgesteld om de verantwoording en afdracht van de uitvoeringskosten van de TW, de Tijdelijke wet BIA (de uitkeringen en de uitvoeringskosten van deze wet komen ten laste van het Toeslagenfonds) en de Wajong te wijzigen. In de nieuwe paragraaf wordt de verantwoording en afdracht van de uitvoeringskosten en de verantwoording en afdracht van toeslagen en uitkeringen in aparte artikelen geregeld. De verantwoording en afdracht van de uitvoeringskosten is vereenvoudigd.

In het nieuwe artikel 5.29a staan de definities van de begrippen ‘toeslagen’ en ‘uitkeringen’. Deze begrippen zijn gedefinieerd om de leesbaarheid van de andere artikelen te vergroten.

In de nieuwe artikelen 5.30 en 5.31 zijn de raming en opgave van de uitgaven aan toeslagen en uitkeringen respectievelijk de afdracht ten behoeve van de toeslagen en uitkeringen geregeld. Hierin zijn geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht.

In het nieuwe artikel 5.32 is geregeld dat de uitvoeringskosten nog maar één keer per jaar worden geraamd. Volgens het nieuwe artikel 5.33 wordt elke maand ééntwaalfde van de geraamde uitvoeringskosten per jaar op de rekening-courant gestort.

De nieuwe artikelen 5.34 en 5.35 komen grotendeels overeen met de oude artikelen 5.34 en 5.35. In het eerste lid van het nieuwe artikel 5.34 is geregeld dat de toeslagen, de uitkeringen, de overige posten en de uitvoeringskosten apart worden opgegeven in de afrekening. Vanwege het opnemen van een definitie van de begrippen ‘toeslagen’ en ‘uitkeringen’ is het tweede lid van het nieuwe artikel 5.34 anders geformuleerd dan in het oude artikel 5.34. In het nieuwe artikel 5.35 wordt voor de specificatie van de middelen tot dekking van de uitgaven ten laste van het Toeslagenfonds en het Wajong-fonds niet meer verwezen naar een ander artikel, maar is in het artikel zelf opgenomen hoe deze middelen worden gespecificeerd.

Onderdeel E

In het nieuwe artikel 5.36 is de raming en opgave opgenomen van de uitgaven aan uitkeringen die op grond van de Wet arbeid en zorg betaald worden aan zelfstandigen en beroepsbeoefenaren op arbeidsovereenkomst. Deze uitkeringen worden vergoed uit de rijksbijdrage, die in het Arbeidsongeschiktheidsfonds wordt gestort. Met de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen is de Wet arbeid en zorg zodanig gewijzigd dat zelfstandigen recht hebben op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. Daarmee is sprake van een aanzienlijke toename van de uitgaven aan uitkeringen die op grond van de Wet arbeid en zorg betaald worden. Gezien deze toename bestaat aanleiding om de raming van de hoogte van de rijksbijdrage niet langer jaarlijks, maar met grotere regelmaat te laten plaats vinden. Op grond van het nieuwe artikel 5.36 moet het UWV nu iedere maand opgave doen van het totaalbedrag aan geraamde uitkeringen en het totaalbedrag aan uitbetaalde uitkeringen. Deze wijziging leidt er verder toe dat de wijze van raming en opgave voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds overeen komt met die voor het Algemeen Kinderbijslagfonds, het Toeslagenfonds en het Wajong-fonds.

Onderdeel F

Het nieuwe artikel 5.37 regelt de afdracht van uitkeringen van de Wet arbeid en zorg. In het oude artikel 5.37 was geregeld dat ieder kwartaal éénvierde van de voor een jaar geraamde rijksbijdrage werd gestort op de rekening-courant. Nu worden iedere maand de geraamde uitkeringen op de rekening-courant gestort en wordt het verschil tussen de uitbetaalde uitkeringen en de geraamde uitkeringen van twee maanden eerder verrekend. Deze wijze van afdracht komt overeen met de wijze waarop dit is geregeld voor het Algemeen Kinderbijslagfonds, het Toeslagenfonds en het Wajong-fonds.

Onderdeel G

In het nieuwe artikel 5.37a is geregeld dat de uitvoeringskosten van de Wet arbeid en zorg één keer per jaar worden geraamd. Volgens het nieuwe artikel 5.37b wordt elke maand ééntwaalfde van deze geraamde uitvoeringskosten per jaar op de rekening-courant gestort.

Onderdelen H, I, J en K

De bijlagen 2, 3, 4 en 5 zijn geactualiseerd.

Onderdeel L

In de nieuwe bijlage 6 is geregeld op welke manier het UWV de in artikel 5.36, eerste lid, onderdeel a, bedoelde opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitkeringen in de betreffende maand dient te doen.

Onderdeel M

In de nieuwe bijlage 7 is vastgelegd op welke wijze het UWV de in artikel 5.36, eerste lid, onderdeel b, bedoelde opgave van het totaalbedrag aan uitbetaalde uitkeringen over de maand gelegen twee maanden voor de betreffende maand moet verstrekken.

Artikel VI

Het wordt wenselijk geacht dat de wijze van raming en opgave, afdracht en afrekening zoals in deze regeling is neergelegd, reeds geldt voor het kalenderjaar 2008. Daarin wordt door middel van dit artikel voorzien.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Naar boven