Wijziging Subsidieregeling publieke gezondheid ten behoeve van het jaar 2009

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 augustus 2008, nr. PG/ZP 2.871.968, houdende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid ten behoeve van het jaar 2009

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling publieke gezondheid1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

Bij de subsidieverlening kan de omvang van de reserve, bedoeld in artikel 23, in aanmerking worden genomen.

B

Artikel 23 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt ‘, zonder toepassing van de in artikel 5 bedoelde vermindering,’.

2. In het tweede lid wordt ‘verleende’ telkens vervangen door: vastgestelde.

3. Het zesde lid vervalt.

C

Artikel 38 komt te luiden:

Artikel 38

Bij de verlening van de subsidie, bedoeld in artikel 37, kan de Minister verplichtingen opleggen met betrekking tot:

a. de kwaliteit van het familieonderzoek naar hypercholesterolemie;

b. het vastleggen van gegevens over de uitnodigingen voor deelname aan de uitslagen en de uitslagen van familieonderzoek naar hypercholesterolemie ten behoeve van de proces- en effectevaluatie.

D

In artikel 39 wordt ‘2008 ten hoogste € 1.986.782’ vervangen door: 2009 ten hoogste € 2.058.410.

E

Artikel 40 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 104,24’ vervangen door: € 107,95.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 102,58’ vervangen door: € 106,23.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 98,16’ vervangen door: € 101,65.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 97,51’ vervangen door: € 100,98.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 91,90’ vervangen door: € 95,17.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 94,13’ vervangen door: € 97,48.

7. In onderdeel g wordt ‘€ 85,90’ vervangen door: € 88,95.

F

Artikel 42, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel e komt te luiden:

e. Stichting bevolkingsonderzoek midden-west;

2. Onderdelen g en h komen te luiden:

g. Stichting bevolkingsonderzoek zuid-west;

h. Stichting bevolkingsonderzoek zuid.

3. De onderdelen i tot en met l vervallen.

G

Artikel 46 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef wordt ‘2008’ vervangen door: 2009.

2. In onderdeel a wordt ‘€ 49,67’ vervangen door: € 52,80.

3. In onderdeel b wordt ‘€ 31,90’ vervangen door: € 34,60.

H

Artikel 47 vervalt.

I

Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdelen c tot en met e komen te luiden:

c. Stichting bevolkingsonderzoek midden-west;

d. Stichting bevolkingsonderzoek zuid-west;

e. Stichting bevolkingsonderzoek zuid;

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f door een punt vervallen de onderdelen g tot en met i.

J

Artikel 51 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef wordt ‘2008’ vervangen door: 2009.

2. Onder B wordt ‘€49,67’ vervangen door: € 51,44.

3. Onder D wordt ‘€ 25.533’ vervangen door: € 26.441.

4. Onder E wordt ‘€ 22.797’ vervangen door: € 23.608.

K

Artikel 53 vervalt.

L

Artikel 61 komt te luiden:

Artikel 61

De subsidie, bedoeld in artikel 60, wordt verstrekt voor griepvaccinaties die in de periode van 1 september van enig jaar tot en met 30 april van het daarop volgende jaar worden toegediend door:

a. huisartsen aan:

1°. patiënten met afwijkingen en functiestoornissen van de luchtwegen en longen;

2°. patiënten met een chronische stoornis van de hartfunctie;

3°. patiënten met diabetes mellitus;

4°. patiënten met chronische nierinsufficiëntie;

5°. patiënten die recent een beenmergtransplantatie hebben ondergaan;

6°. personen geïnfecteerd met hiv;

7°. kinderen en adolescenten in de leeftijd van 6 maanden tot 18 jaar die langdurig salicylaten gebruiken;

8°. personen van 60 jaar of ouder; of

9°. personen met verminderde weerstand tegen infecties;

b. verpleeghuisartsen aan bewoners van verpleeghuizen; of

c. artsen voor verstandelijk gehandicapten aan verstandelijk gehandicapten in intramurale voorzieningen.

M

Artikel 63, onderdeel c, komt te luiden:

c. de kosten van toediening van griepvaccins bedoeld in artikel 61, onderdeel a;.

N

Artikel 64 komt te luiden:

Artikel 64

1. De subsidie, bedoeld in artikel 60, bedraagt voor het boekjaar van 1 mei 2008 tot en met 30 april 2009, ten hoogste € 48.462.943.

2. De subsidie, bedoeld in artikel 60, bedraagt voor het boekjaar van 1 mei 2009 tot en met 30 april 2010, ten hoogste € 49.369.273.

O

Artikel 65 komt te luiden:

Artikel 65

In afwijking van artikel 23 bedraagt het totaal van de in artikel 23, eerste lid, bedoelde reservering:

a. voor het boekjaar van 1 mei 2008 tot en met 30 april 2009 ten hoogste € 500.000;

b. voor het boekjaar van 1 mei 2009 tot en met 30 april 2010 ten hoogste € 275.000.

P

Artikel 71, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder C wordt ‘€ 0,099’ vervangen door: € 0,1025.

2. Onder F wordt ‘€ 596,46’ vervangen door: € 617,68.

Q

Paragraaf 6.3 vervalt.

R

Artikel 75h vervalt.

Artikel II

Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend of vastgesteld op basis van de Subsidieregeling publieke gezondheid is de Subsidieregeling publieke gezondheid van toepassing zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze regeling, met dien verstande dat:

a. op subsidies die zijn verleend ten behoeve van het boekjaar 2008:

1°. de artikelen 5 en 23 van de Subsidieregeling publieke gezondheid van toepassing zijn zoals die artikelen luiden na de inwerkingtreding van deze regeling;

2°. de artikelen 47 en 53 van de Subsidieregeling publieke gezondheid zoals die artikelen luidden voor de inwerkingtreding van deze regeling niet van toepassing zijn;

b. op de subsidie, bedoeld in artikel 60, die is verleend ten behoeve van het boekjaar van 1 mei 2008 tot en met 30 april 2009, de artikelen 61, 63 en 64 van de Subsidieregeling publieke gezondheid van toepassing zijn zoals die artikelen luiden na de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel III

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. Artikel I, onderdelen A, B, H en K werken terug tot en met 1 januari 2008.

3. Artikel I, onderdelen L tot en met N, werken terug tot en met 1 mei 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Algemeen

Met ingang van het jaar 2006 verzorgt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de subsidiëring op het terrein van de programmatische preventie en bevolkingsonderzoeken. Deze subsidies worden verstrekt op grond van de Subsidieregeling publieke gezondheid. Met de onderhavige regeling wordt de Subsidieregeling publieke gezondheid gewijzigd voor wat betreft de omvang van de aan te leggen egalisatiereserve, de mogelijkheden voor het treffen van voorzieningen, de mogelijkheid verplichtingen op te leggen met betrekking tot de kwaliteit van bevolkingsonderzoek, de indexering van subsidiebedragen, de wijziging van enkele instellingen die voor subsidie in aanmerking komen en de uitbreiding van het Nationaal programma grieppreventie. Deze wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting nader uiteengezet.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, B, H en K

Op grond van artikel 23 geldt voor de ontvanger van een instellingssubsidie de verplichting om niet-bestede subsidiemiddelen aan de zogenaamde egalisatiereserve toe te voegen. Deze reservering is gemaximeerd tot 10% van de verleende subsidie. Het is evenwel wenselijk om bij het stellen van een maximum aan de egalisatiereserve te differentiëren naar de verschillende onderdelen van de programmatische preventie en bevolkingsonderzoeken. Er zijn instellingen en activiteiten waarbij een lagere of een hogere maximale egalisatiereserve past. Met de huidige wijziging van artikel 23 kent de egalisatiereserve geen maximum meer. Naar analogie met artikel 30 van de Subsidieregeling VWS-subsidies kan op grond van artikel 5 de omvang van de egalisatiereserve bij subsidieverlening in enig jaar in aanmerking genomen worden.

Overigens spreekt het voor zich dat het niet de bedoeling is dat de egalisatiereserve zich in de loop van een aantal subsidiejaren zonder meer gestaag uitbreidt. Indien na een aantal jaren blijkt dat de subsidieontvanger jaarlijks de activiteiten voor minder geld kan uitvoeren, kan dit leiden tot een verlaging van de subsidie voor een daaropvolgend jaar. Op deze wijze is een doelmatige besteding en doelmatig beheer van subsidiegelden gewaarborgd.

De Subsidieregeling publieke gezondheid kent in de artikelen 47 en 53 een verbod om ten laste van de subsidie toevoegingen te doen aan voorzieningen als bedoeld in artikel 374, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In de praktijk van de programmatische preventie en bevolkingsonderzoeken blijkt het soms wel nodig dergelijke voorzieningen te kunnen bekostigen van de subsidie. Dat doet zich vooral voor indien bepaalde uitgaven niet meer gelijkmatig over de jaren kunnen worden uitgesmeerd, zoals bij de aanschaf van digitale apparatuur voor het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Daarom is het van belang om het verbod ten aanzien van voorzieningen te schrappen. Dat laat onverlet om het ingevolge artikel 23, derde lid, in bepaalde gevallen niet toe te staan dat ten laste van de subsidie toevoegingen aan voorzieningen gedaan worden. Bij de subsidieverlening wordt beoordeeld of een voorgestelde voorziening bedrijfseconomisch aanvaardbaar is.

Onderdeel C

Evenals bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en borstkanker is het bij het bevolkingsonderzoek naar erfelijke hypercholesterolemie wenselijk verplichtingen te kunnen opleggen ten aanzien van de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek. Het gewijzigde artikel 38 voorziet in een expliciete grondslag daartoe.

Onderdelen D, E, G en J

De bedragen die in de artikelen 39, 40, 46 en 51 worden gehanteerd voor het berekenen van de subsidie ten behoeve van de opsporing van erfelijke hypercholesterolemie, het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en het bevolkingsonderzoek naar borstkanker zijn met de onderhavige wijzigingsregeling geïndexeerd op basis van loon- en prijsbijstellingen. De geïndexeerde bedragen gelden voor de subsidiëring ten behoeve van het jaar 2009.

Onderdelen F en I

De screeningsorganisaties die de bevolkingsonderzoeken naar baarmoederhalskanker en borstkanker uitvoeren, zijn zich aan het reorganiseren naar vijf regio’ s. Op 1 januari 2009 fuseren de screeningsorganisaties in de eerste drie regio’s tot de stichtingen bevolkingsonderzoek midden-west, zuid-west en zuid.

Onderdelen L tot en met O

Met onderdeel L wordt een nieuwe doelgroep toegevoegd aan het Nationaal programma grieppreventie: verpleeghuisbewoners. Dit betekent dat de griepvaccins voor deze doelgroep met ingang van het griepseizoen 2008-2009 betrokken kunnen worden bij het Nationaal Vaccin Instituut (NVI). Hiermee wordt zekerheid verschaft dat er griepvaccins beschikbaar zijn voor verpleeghuisbewoners. Verstandelijk gehandicapten in intramurale voorzieningen vielen reeds onder het Nationaal programma grieppreventie. De kosten voor toediening van het vaccin door verpleeghuisartsen en artsen voor verstandelijk gehandicapten in intramurale voorzieningen worden reeds vergoed op grond van het Besluit zorgaanspraken AWBZ. Daarom is in artikel 63 de vergoeding voor de toediening van vaccins beperkt tot toediening door huisartsen voor de doelgroepen bedoeld in onderdeel a.

Voorts worden de maximale bedragen voor de subsidie en de egalisatiereserve voor het griepseizoen 2009–2010 vastgesteld.

Onderdelen P, Q en R

In de paragraaf Seksuele gezondheid worden de normbedragen voor soa-coördinatie en soa-bestrijding geïndexeerd. De normbedragen voor soa-onderzoek en seksuele hulpverlening worden later dit jaar aangepast als de tarieven bekend zijn. Verder worden enkele uitgewerkte paragrafen (zoals een afwijkende berekening voor de subsidie voor soa-onderzoek in de eerste helft van 2007) ingetrokken.

Artikel II en III

De onderhavige wijzigingen van de Subsidieregeling publieke gezondheid gelden in beginsel pas voor de subsidies die ten behoeve van het jaar 2009 worden verstrekt. Daartoe is in artikel II, aanhef, bij wijze van hoofdregel neergelegd dat de oude regeling van toepassing is op reeds verstrekte subsidies. Dat geldt echter niet voor het aanwenden van een instellingssubsidie ten behoeve van het jaar 2008 voor het treffen van voorzieningen: die besteding is met ingang van 1 januari 2008 toegestaan, tenzij de Minister anders beslist. Voor dergelijke subsidies is ook de egalisatiereserve niet meer begrensd. Een en ander is geregeld in artikel II, onderdeel a, en artikel III, tweede lid. Voorts zijn de wijzigingen van de specifieke bepalingen met betrekking tot de instellingssubsidie voor de uitvoering van het Nationaal programma grieppreventie reeds van toepassing op de subsidie die is verleend ten behoeve van het boekjaar dat start op 1 mei 2008. Deze uitzondering op de hoofdregel is opgenomen in artikel II, onderdeel b, en artikel III, derde lid. Waar nodig zullen de beschikkingen tot verlening van deze subsidies aan de gewijzigde regels worden aangepast.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

  • 1

    Stcrt. 2005, 181; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 12 december 2007, Stcrt. 2007, 249.

Naar boven